Hij
die machtig is heeft aan de roemrijke Maagd grote dingen gedaan, door haar een
rijkdom van alle hemelgaven, volheid van genade, en een ongekrenkte onschuld te
geven. Zij is als een onuitsprekelijk wonder van God, en zij was waardig om
Gods Moeder te zijn. Het dichtst bij de Godheid, boven de lof van mensen en
engelen verheven. Bij de verdediging van haar oorspronkelijke onschuld en
gerechtigheid vergelijken zij haar dikwijls met Eva: maagdelijk, schuldeloos,
onbedorven en niet door de dodelijke list van de sluwe slang verleid. Bovendien
verheffen zij haar met keur en verscheidenheid van woorden en zaken. Eva is
immers door toegevendheid aan de slang, én uit de oorspronkelijke onschuld gevallen
én slavin van de verleider geworden, terwijl de H. Maagd de oorspronkelijke
gaven altijd heeft vermeerderd. Zij heeft in tegenstelling de sterkte en macht
van de slang met een door God geschonken kracht tot in de grond geschokt.
14: Zij bleef naar
lichaam en ziel vrij van alle zondesmet
Onophoudelijk
wordt de Moeder Gods door hen genoemd: een lelie onder de doornen; een gezegende
ongerepte, maagdelijke, onbesmette, onbevlekte aarde en vrij van zonde, waaruit
de nieuwe Adam is gevormd is; een felverlicht en schoon paradijs van onschuld,
onsterfelijkheid en genot dat door God zelf is geplant en tegen alle listen van
de slang is beveiligd; een nooit verwelkende boom die door de worm van zonde
niet is beschadigd; een bron die door de kracht van de Heilige Geest is bezegeld;
een goddelijke tempel; een schatkamer van onsterfelijkheid; de ene en enige
dochter van het leven; de spruit van de genade, die altijd groen is en uit de
bedorven en aangestoken wortel, door Gods voorzienigheid, buiten de vaste en
algemene wetten om, opgeschoten is.
De Vaders
en bedoelde schrijvers hebben verklaard, dat waar over zonde gehandeld wordt, aan
de H. Maagd Maria overvloedig genade is geschonken voor de overwinning over de
zonde. Daarbij verkondigen zij ook dat deze roemrijke Maagd de herstelster was
van de eerste ouders, de levend maakster van hun nakomelingen, de uitverkorene
van eeuwigheid, door de Allerhoogste Zelf bereid, door God voorzegd toen Hij
tot de slang sprak: "Ik zal vijandschap stellen tussen u en de
vrouw"; (Gen. 3, 15) en die zonder twijfel de giftige kop van de slang
heeft verpletterd: en zo hebben zij verzekerd, dat de H. Maagd door de genade
van alle zondesmet is bewaard gebleven en naar lichaam, ziel en verstand van
alle aanraking daarmee vrij is geweest; altijd met God was verenigd in een
eeuwig verbond met Hem, en altijd in het licht is gebleven. Zij was daarom een
waardige woonplaats voor Christus, niet om het lichaam dat zij gedragen heeft,
maar om de oorspronkelijke genade waarin zij altijd is geweest.
15: Haar natuur voegde
zich bij de Onbevlekte volgens de genade: het vlees werd uit Adam genomen, maar
nam de smet niet op
Zij
verklaren over de Ontvangenis van de H. Maagd, dat haar natuur zich naar de
genade gevoegd heeft. De H. Moedermaagd werd niet eerder door Anna ontvangen voordat
de genade haar vrucht voortbracht, omdat zij als eerstgeborene behoorde
ontvangen te worden als degene waaruit alle schepselen ontvangen moesten worden.
Zij verklaren dat het vlees van de H. Maagd uit Adam werd genomen, maar de smet
van Adam niet heeft opgenomen. De H. Maagd is een tent door God geschapen en
door de Heilige Geest gevormd - een tent van purperen doek, hetwelk een Bezaleël met
goud en verscheidenheid van kleuren gestikt en gespannen heeft;
Bezaleël wordt in het Bijbelboek
Exodus 31:1-6 genoemd als de man die wordt uitverkoren door God om het
tabernakel te bouwen, de draagbare tempel die Mozes in opdracht van
God liet bouwen volgens de instructies die hij ontvangen had op de berg Sinaϊ.
Bezaleël was ook verantwoordelijk voor de priesterkleding die moest gemaakt
worden en de olies en reukwerken die moesten gemengd worden. Zijn opdracht
omvatte ook het bouwen van de Ark van het Verbond. De naam
"Bezaleël" betekent: "in de schaduw (bescherming) van God".
In het boek 1 Kronieken 2:19-20 wordt hij genoemd als de zoon van Uri en
de kleinzoon van Hur en in Exodus 35:30 en volgende, wordt zijn afstamming
op dezelfde wijze beschreven. Vervolgens wordt het vakmanschap van
Bezaleël beschreven en geprezen en zijn assistent Aholiab wordt vernoemd. Het
Bijbelboek gaat dan verder met een omstandige beschrijving van het maken van de
verschillende onderdelen van het tabernakel en de priesterkleding. Zelfs de
kostprijs wordt toegelicht. (Exodus 36 en verder) - Wikipedia
Zij
wordt terecht gevierd als een eigen werk Gods, die voor de brandpijlen van de
boze beschermd was, en die in een zuivere natuur en zonder enige smet als een stralende
dageraad ter wereld is gekomen bij haar Onbevlekte Ontvangenis. Het paste niet dat
dit uitverkoren vat de schennissen zou ondergaan die alle anderen overkomen,
omdat zij wel deelt in de menselijke natuur maar niet in de schuld. Het was
passend dat de Eniggeborene, zoals Hij in de hemel een Vader had die de
serafijnen als de driemaal Heilige loven, ook op aarde een Moeder had, die van
de glans van de heiligheid nooit was verstoken.
De
oude Vaders waren zo doordrongen van deze leer, dat zij over de Moeder Gods zeiden:
·
Zij is onbevlekt, onschuldig, onbezoedeld, heilig, geheel
zuiver, geheel ongeschonden, schoon en behaaglijk.
·
Zij is de heiligste, de reinste van ziel en lichaam
die alle ongeschondenheid en maagdelijkheid overtreft, en die als enige tot een
verblijf voor alle genaden van de Heilige Geest is geworden.
·
Zij is boven alles behalve God dan-, verheven
en van nature schoner, waardiger en heiliger dan de cherubijnen, serafijnen
en al de engelenkoren.
·
Zij is degene die de aardbewoners en hemelingen niet
in staat zijn naar verdienste te loven.
Deze
wijze van spreken werd in de liturgie als vanzelf overgenomen, en komt er
overal in voor, omdat de Moeder Gods daar aanroepen en geprezen wordt als de enige
ongeschonden duif van schoonheid, eeuwigdurende roos in volle bloei, en de
zuiverste, eeuwig onbevlekte en altijd gelukzalige. Zij wordt ook gevierd als
de onschuld die nooit werd geschonden. Zij is de tweede Eva die de Emmanuel
heeft gebaard.
16: De Onbevlekte Ontvangenis
werd daarom altijd geprezen
Het
is niet te verwonderen dat de herders van de Kerk en gelovige volkeren er zorg
hebben voor gedragen dat de leer van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd
en Moeder Gods, dat door de Vaders werd overgeleverd, en bij een oordeel van de
Kerk zelf werd voorgedragen en bevestigd, steeds meer beleden dat niets hun
aangenamer was de zonder erfsmet ontvangen Moedermaagd te dienen, te eren, te
aanroepen en te loven. De Kerkoversten, geestelijken, reguliere orden, en zelfs
keizers en koningen hebben er van oudsher bij aangedrongen aan onze
apostolische Stoel dat de Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Moeder
Gods als leer van het katholieke geloof mocht worden vastgesteld. Ook in onze
tijd werden deze verzoeken herhaald en ware ze vooral gericht aan onze
voorganger Gregorius XVI, evenals aan ons door bisschoppen, wereldgeestelijken,
religieuze verenigingen, vorsten en gelovige volkeren.
17: Een nauwkeurig
onderzoek werd door de godgeleerden ingesteld, terwijl ook om schriftelijke steunbetuigingen
van de Christelijke wereld werd gevraagd
Wij die
tot onze vreugde van dit alles op de hoogte waren en in overweging hielden, zijn
zo vlug mogelijk tot uitvoering van het verborgen raadsbesluit van Gods
Voorzienigheid overgegaan, toen we op deze verheven zetel van Petrus plaats
namen en het bestuur van de hele Kerk overnamen. Wij schatten niets hoger naar
waarde dan de hoge eerbied, de liefde en de kinderzin die wij aan Gods H.
Moeder en Maagd Maria van onze tederste leeftijd af hebben toegedragen. Wij
willen al hetgeen verrichten wat door de Kerk nog gewenst kon worden in verband
met de vermeerdering van de eer van de H. Maagd en van haar voorrecht.
We
wilden alles met overleg behandelen en hebben eerst een bijzondere congregatie
ingesteld bestaande uit enige van onze kardinalen van de H. Roomse Kerk en godsgeleerden,
en zijn door ons, uit de seculiere en reguliere geestelijkheid theologen
gekozen, die gezamenlijk de opdracht kregen, om al wat betrekking had op de
Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd nauwkeurig te onderzoeken, en daarna hun
eigen gevoel aan ons bekend te maken.
Hoewel
wij uit de verzoeken dan toch eindelijk de Onbevlekte Ontvangenis van de H.
Maagd mochten uitspreken, en de gezindheid van de meeste kerkoversten ons bekend
was, hebben wij echter van Gaëta op 2 februari 1849 nog aan al onze eerwaardige
broeders, kerkoversten van de hele Katholieke wereld een rondgaande
brief gezonden, met uitnodiging dat zij, na hun gebeden voor God, ons
schriftelijk de genegenheid en devotie van hun gelovigen zouden kenbaar maken
voor de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Moeder Gods, en bijzonder hun eigen
gevoel of wens betreffende de uitspraak; opdat wij zo op de plechtigst
mogelijke wijze ons hoogste oordeel zouden kenbaar maken.
18: De Christenheid riep op
om een dogmaverklaring zodat er uiteindelijk een consistorie werd belegd
Met
vreugde, blijheid en geestdrift hebben zij ons de bevestiging ervan geschreven,
zowel van zichzelf, de onderhorige geestelijkheid, als van het gelovig volk,
betreffende het Onbevlekt-Ontvangen-zijn van de H. Maagd, dat ze door ons als opperste
gezag en hoogste uitspraak zou uitgeroepen worden.
Ook de
kardinalen van de H. Roomse kerk die deel uitmaakten van de bijzondere
congregatie en godgeleerden verlangden na onderzoek dat de Onbevlekte
Ontvangenis van de Moeder Gods zou uitgeroepen worden. Hierna hebben wij een
consistorie aangekondigd en belegd, waarin wij in samenspraak met de kardinalen
van de H. Roomse Kerk een dogmatische bepaling aangaande de Onbevlekte
Ontvangenis van de H. Maagd en Moeder Gods mochten afkondigen.
19: Na deze voorbereiding
volgde de dogma-afkondiging
Toen we,
op de Heer vertrouwende dat het geschikte ogenblik was gekomen om de vaststelling
van de Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Moeder Gods en Maagd Maria
te doen, welke Ontvangenis
·
door goddelijke uitspraken,
·
door een overlevering,
·
door het altijddurende bewustzijn van de Kerk,
·
door een treffende overeenstemming van Katholieke
kerkoversten en gelovigen,
·
door akten en constituties van onze voorgangers
wordt verzekerd en helder in het licht geplaatst;
·
en na nog alles nauwkeurig overwogen en God vurig
gebeden te hebben,
zijn
wij van oordeel geweest niet langer te aarzelen om de Onbevlekte Ontvangenis
van de H. Maagd door onze hoogste oordeelvelling te bekrachtigen en vast te
stellen, en zo voldoening te geven aan het verlangen van de Katholieke wereld
en aan onze eigen tedere liefde voor de H. Maagd, en in haar steeds meer haar
eniggeboren Zoon te eren: onze Heer Jezus Christus, omdat alle eer en lof,
welke aan de Moeder gegeven wordt, aan de Zoon toekomt.
Wij hebben :
·
na
onophoudelijk in vernedering en vasten onze bijzondere gebeden en openbare
gebeden van de Kerk opgedragen aan God de Vader door Zijn Zoon, opdat Hij door
de kracht van de Heilige Geest ons zou besturen en versterken;
·
de
hulp ingeroepen van heel het hemels hof, en met verzuchtingen de H. Geest, onze
Parakleet, om bijstand hebben gesmeekt, en Hij heeft het ons ingegeven;
·
ter
ere van de heilige en ondeelbare Drievuldigheid,
·
tot
luister van de H. Maagd en Moeder Gods,
·
tot
verheffing van het Katholiek geloof,
·
en
ter uitbreiding van de christelijke godsdienst,
·
op
gezag van onze Heer Jezus Christus en van de apostelen Petrus en Paulus en het
onze,
·
verklaart,
uitgesproken en bepaalt, dat de leer, welke inhoudt dat de allerzaligste Maagd
Maria in de eerste plaats door haar Ontvangenis
·
door
een enige bijzondere genade en bevoorrechting van de almachtige God,
·
om
de verdiensten van Christus Jezus, de Behouder van het mensdom,
·
van
alle smet van de erfschuld is bewaard,
·
door
God is geopenbaard,
·
en
zo door alle gelovigen vast en bestendig moet geloofd worden.
Wanneer
er zouden zijn die, hetgeen dat niet door ons is bepaald in het hart menen, dan
moeten zij in het vervolg indachtig zijn, dat zij door eigen oordeel
veroordeeld ten opzichte van het geloof schipbreuk geleden hebben en van de
eenheid van de Kerk zijn afgevallen; en bovendien, dat zij daaruit volgend zich
de straffen bij het recht bepaald op de hals halen.
20: Moge Maria van God
verkrijgen dat de mensen tot de ene kudde, de Rooms Katholieke Kerk, zullen
komen
We
zijn vol vreugde en zeggen nederig, grote dank voor altijd aan onze Heer Jezus
Christus, dat Hij door een bijzondere gunst voor ons, die het niet waardig
zijn, deze eer, lof en glorie heeft weggelegd voor Zijn allerheiligste Moeder.
Wij koesteren ook de hoop en vast vertrouwen dat de H. Maagd,
·
die geheel zuiver is en onbevlekt,
·
de kop van de slang serpent verplettert
·
het heil aan de wereld gebracht heeft,
·
die het voorwerp is van lof van profeten en apostelen,
de eer van de martelaren, de vreugde en de kroon van alle heiligen,
·
die voor allen welke in gevaar zijn een vellige
toevlucht en trouwe helpster is,
·
de vermogendste middelares is en verzoenster van de
wereld bij haar eniggeboren Zoon,
·
de het hoogste sieraad is, het erepand en de onwankelbare
beschermster van de Kerk,
·
die altijd alle ketterijen heeft vernietigd,
·
die de gelovige volkeren en naties uit allerlei
zware rampen heeft gered;
·
die ons zelf van zo vele dreigende gevaren heeft
bevrijd,
nu ook er welbehagen zal in vinden om door haar
vermogen de begunstiging van de Katholieke Kerk in kracht en bloei dagelijks te
doen toenemen door de wegruiming van alle belemmeringen en tenietdoening van
alle dwalingen, op alle plaatsen en bij alle volkeren, en haar te doen regeren
van de zee tot de zee tot aan het uiteinde van de aarde, en haar te doen
genieten van vrede, rust en vrijheid, zodat de schuldigen vergiffenis, de zieken
genezing, de kleinmoedigen sterkte, de neerslachtigen vertroosting, de
beproefden hulp krijgen, en alle dwalenden in duisternis van geest verlost worden
en komen tot het pad van waarheid en gerechtigheid, en de Kerk één schaapskooi wordt
met één herder.
21: Mogen de Christenen
hun toevlucht tot Maria nemen
Dat
alle ons nauw aan het hart liggende kinderen van de Katholieke Kerk die deze woorden
horen; voortaan met steeds meer vroomheid, godsdienstigheid en liefde de
allerzaligste Maagd en Moeder Gods Maria die zonder erfsmet ontvangen werd,
eren aanroepen en smeken in alle gevaren, angst, behoeften en noden.
Dat
zij met het volste vertrouwen hun toevlucht nemen tot deze zoete Moeder van
barmhartigheid en genade!
Waarlijk,
er is niets te vrezen, niets te wanhopen, onder de aanvoering, gunst en bescherming
de H. Maagd, die ons een moederhart toedraagt, en pleit voor onze heilsbelangen
en deze van de hele mensheid. Zij werd door de Heer aangesteld tot Koningin van
hemel en aarde, en ze werd verheven boven alle engelenkoren en heiligen. Ze
staat aan de rechterhand van haar eniggeboren Zoon, onze Heer Jezus Christus, waar
zij in moederlijk gebed het meest vermogend is alles te verkrijgen, waar zij
vindt wat zij zoekt en het niet mogelijk is dat iets haar geweigerd wordt.
Slot
Tot
slot hebben wij gewild dat als eeuwigdurend aandenken daarvan dit apostolisch
schrijven een oorkonde zou zijn, opdat deze bepaling van ons aangaande de
Onbevlekte Ontvangenis van de allerzaligste Maagd Maria ter kennis komt van de
universele Kerk.
Wij gelasten
dat aan de afschriften daarvan of ook aan gedrukte exemplaren, mits door de hand
van een openbare notaris ondertekend en met het zegel voorzien van een persoon
met kerkelijke waardigheid bekleed, hetzelfde vertrouwen zal geschonken worden
als aan dit, dat in origineel werd uitgereikt of vertoond.
Het
is niemand geoorloofd afbreuk te doen aan deze oorkonde die onze verklaring,
uitspraak en bepaling behelst, of tegen haar in te gaan. Als iemand zich dat zou
durven aanmatigen, dan weet hij dat hij de toorn van de almachtige God en van
de apostelen Petrus en Paulus op de hals haalt.
Gegeven
te, Rome bij St. Pieter, het jaar van de menswording onze Heer, achttien
honderd vier en vijftig, de zesde van der idus van December van het jaar
MDCCCLIV (1854).
Van onze pauselijke regering het negende jaar.
Paus
Pius IX
(naar
leesbaar Nederlands omgezet)
Het Engel des Heren
De
engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt. En zij heeft ontvangen van de
Heilige Geest.
Wees
gegroet Maria...
Zie
de dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar Uw woord.
Wees
gegroet Maria...
En
het woord is vlees geworden. En het heeft onder ons gewoond.
Wees
gegroet Maria...
Bid
voor ons, heilige Moeder van God; opdat wij de beloften van Christus waardig
worden.
Laat
ons bidden.
Heer,
wij hebben door de boodschap van de engel, de menswording van Christus Uw Zoon
leren kennen.
Wij
bidden U: stort uw genade in onze harten, opdat wij door Zijn lijden en kruis
gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis.
Door
Christus onze Heer. Amen.
Paus Franciscus Angelus St Pietersplein
op 8 december 2018 op de Feestdag van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd
Maria
Geliefde broeders en zusters, goede morgen en een gelukkige
Feestdag!
Vandaag presenteert het Woord van God ons met een alternatief. In
de eerste lezing is de mens die in het begin nee zegt aan God, en in het
Evangelie is er Maria, die bij de Aankondiging ja zegt aan God.
In beide lezingen is het God die de mensheid zoekt. Maar in het
eerste geval gaat God naar Adam, na de zonde, en vraagt hem: Waar zijt gij?
(Gen 3:9), en Adam antwoordt: Toen ik U in de tuin hoorde, werd ik bang, omdat ik naakt ben; en ik heb mij verborgen. (vers 10) In het
tweede geval gaat God naar Maria, die zonder zonde is, en zij antwoordt: Zie de
dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord. (Lukas 1:38) Hier is ziehier, ben ik, de dienstmaagd des Heren het
tegenovergestelde van ik heb mij verborgen. Het eerste antwoord is een
openheid tegenover God, terwijl zonde sluit, isoleert, en zorgt dat men alleen
is met zichzelf.
Hier ben ik is de sleutelzin
voor het leven. Het tekent de tekst van een horizontaal leven, met als
middelpunt zichzelf en zijn eigen noden, en een verticaal leven, met een verheffing
tot God.
Hier ben ik is het zich
beschikbaar stellen voor de heer, het is het middel tegen genezing van egoïsme,
het tegengif voor een leven in ontevredenheid, waar er altijd iets ontbreekt.
Hier ben ik is de remedie tegen
het verouderingsproces door zonde. Het is de therapie om jong te blijven
innerlijk.
Hier ben ik is geloven dat God
meer telt dan mijzelf. Het is kiezen om in te zetten op de Heer, volgzaam te
zijn op zijn verrassingen.
Dit is waarom zeggen hier ben ik aan Hem de hoogste lofprijzing
is dat we Hem kunnen aanbieden. Waarom niet onze dag beginnen met Hier ben ik,
Heer! ? Het zou prachtig zijn elke morgen te zeggen: Hier ben ik, Heer, laat
vandaag Uw wil geschieden in mij.
We zullen het zeggen door het Engel des Heren te bidden, maar we
kunnen het nu samen herhalen: Hier ben
ik, Heer, laat vandaag Uw wil geschieden in mij!
Maria voegt eraan toe: mij geschiede naar Uw woord. Ze zegt niet laat
het geschieden zoals ik wil, maar zoals U het wilt. Ze plaatst geen beperkingen op God. Ze denkt niet: Ik zal mij deels
toewijden aan Hem, ik zal nu ermee instemmen en dan zoek ik te doen wat ik wil.
Nee, Maria bemint God niet alleen wanneer ze er zin in heeft, nu end
an. Ze leeft door zich toe te vertrouwen aan God in alle dingen en voor alle
dingen. Dit is het geheim van het leven. Iemand die God vertrouwt in alles kan
alles aan.
De Heer lijdt echter, broeders en zusters, als we reageren zoals
Adam: Ik was bang en ik verborg mij. God is Vader, de meest liefdevolle van
alle vaders, en Hij verlangt dat Zijn kinderen Hem vertrouwen.
Wat wantrouwen we God dikwijls in plaats van Hem te vertrouwen! We
denken dat Hij ons beproevingen zomaar stuurt, ons berooft van onze vrijheid,
ons in de steek laat. Maar dit is
een grote fout. Het is de verleiding van in het begin: de verleiding van de
duivel: wantrouwen scheppen in God.
|