7: Paus Alexander VII
getuigt
[
] En
bovendien is het onze wil, dat een ieder en allen die in het vervolg nog
voornoemde constituties of decreten op een wijze zullen uitleggen, dat zij het
feest of de verering door een tegenstrijdige mening teniet doen, of die het
feest of de verering betwisten, of rechtstreeks of op indirecte wijze de
uitlegging van de Heilige Schrift of deze de heilige Vaders of van de
kerkleraren, mondeling of schriftelijk, tegen het feest of verering iets wordt
uitgesproken of beweerd of geargumenteerd behalve de straffen en censuren bij
de constituties van Sixtus IV vastgesteld, geen machtiging zullen krijgen tot
preken, tot het houden van openbare lezingen of het geven van onderwijs en
verklaringen, en bij alle verkiezingen van kiesrecht en verkiesbaarheid; en dit
voor altijd zal zijn; en dat zij van deze straffen niet zullen kunnen
vrijgesproken worden; en zij nog aan andere straffen door de Roomse pausen te
bepalen zullen onderworpen zijn. Daarbij vernieuwen wij ten dien einde
bovengenoemde constituties of decreten van Paulus V en van Gregorius XV. Deze
maatregel geldt ook voor boeken.
8: De leer van de
Onbevlekte Ontvangenis is altijd door de godgeleerden onderwezen en door het
Concilie van Trente bevestigd
Vervolgens
is allen bekend met welke geestdrift de leer van de Onbevlekte Ontvangenis van
de H. Maagd door religieuze orden, door godgeleerde academies en de in de
goddelijke wetenschap door leraren is onderwezen, verdedigd en voorgestaan. Ieder
weet ook hoezeer de kerkoversten er een voorwerp van zorg van gemaakt hebben om
zelfs in kerkelijke vergaderingen openlijk te belijden, dat de allerheiligste
Moeder Gods en Maagd Maria door de voorziene verdiensten van Christus, de Heer
en Verlosser, nooit aan de erfzonde was onderworpen, maar van deze
oorspronkelijke smet helemaal bewaard is gebleven en zo op een verhevener wijze
werd verlost.
Hierbij
komt ook nog dat het Concilie van Trente, toen zij haar dogmatisch decreet over
de erfzonde uitvaardigde, gelet op het gezag van de H. Schrift en van de
heilige Vaders en Concilies, verklaard heeft dat alle mensen geboren worden met
de erfschuld, en verklaard heeft dat de onbevlekte Maagd en Moeder Gods Maria
niet in dat decreet werd vervat. Met deze verklaring hebben de Trentse vaderen,
aangezien de tijdsomstandigheden die toen waren, betekent, dat de H. Maagd van
de erfsmet vrij is, en gaven zo duidelijk weer dat in de H. Schrift, in de
Overlevering en de lering van de kerkvaders, niets geldend kan worden
ingebracht dat strijdig is met het grote voorrecht van de H. Maagd.
9: Zowel het Oosten als
het Westen heeft deze leer onveranderd bewaard
De
leer van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd, die zo belangrijk is in het
bewustzijn van de Kerk, en door leer, onderzoek, wetenschap en wijsheid steeds meer
verduidelijkt en bevestigt wordt en onder alle volken en naties van de Katholieke
wereld is verbreid, heeft altijd al het kenmerk van de geopenbaarde leer in
zich gedragen en werd door de Vaders ontvangen. Ze heeft altijd al in de Kerk
bestaan, en daarvoor geven monumenten van eerbiedwaardige oudheid en zowel de
Oosterse als de Westerse Kerk nadrukkelijk getuigenis. De christelijke Kerk die
een zorgvuldige bewaarster en handhaafster is van de leer die in haar schoot is
neergelegd, verandert daaraan niets, zij neemt er niets af, zij voegt er niets
bij. Zij poogt getrouw en met wijsheid als het oude zijn eigen en behoorlijke
vorm niet heeft verkregen, en het geloof van de Vaders een zaad heeft geworpen,
het zodanig te bij te schaven en polijsten, dat de oude stukken van de hemelse
leer niet alleen onder haar bewerking licht ontvangen, duidelijk worden en
juiste bepaling krijgen, maar ook hun volheid, heelheid en eigendom behouden en
dat deze hetzelfde dogma blijft met dezelfde zin en betekenis.
10: De heiligheid,
waardigheid en reinheid van Maria werden in de loop van de eeuwen in hogere eer
gesteld
De
Vaders en de kerkelijke schrijvers die door de orakels van de hemel onderricht
waren, schreven, hetzij ter verklaring van de H. Schrift, hetzij ter handhaving
van de leerstukken van de Kerk of tot onderrichting van de gelovigen over
Maria's hoge heiligheid, haar verheven waardigheid, evenals haar reinheid van
alle zondesmet en haar roemrijke zege over de afschuwelijke vijand van het
mensdom om ze te verkondigen en ze in hogere eer te stellen. Zij leggen de
woorden uit waarmee God reeds bij de aanvang van de wereld de middelen
aankondigde die Zijn liefde voor de vernieuwing van de mensen bereid had.
·
Ze fnuikten zowel de stoutheid van de verleidende
slang als God de hoop in het hart van de mensheid verlevendigde, met de
woorden: Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, tussen uw
zaad en haar zaad. (Gen. 3, 15). Zij leerden dat in deze Godspraak
duidelijk de barmhartige Verlosser van de mensheid was aangekondigd: Jezus
Christus de eniggeboren Zoon van God.
·
Zij leerden ook dat zijn Moeder was bedoeld: de Maagd
Maria.
·
Ook hun beide vijandschap tegen de duivel werd
krachtig uitgedrukt. Net zoals Christus - Middelaar tussen God en mensen - de
menselijke natuur heeft aangenomen en het handschrift van dat besluit dat tegen
ons gericht was, teniet heeft gedaan aan het Kruis, heeft ook de H. Maagd, samen
met Hem door de nauwe, onlosmakelijke band verenigd, tegelijk met Hem en door
Hem, een onvergankelijke vijandschap tegen de giftige slang en heeft zij een
volledige zege behaald over hem en met haar onbezoedelde voet zijn kop verpletterd.
11: De deugden van Maria
zag men vele keren vermeld in de Schrift
De
grote zege van de H. Maagd, haar overtreffende onschuld boven alle anderen, haar
zuiverheid, haar heiligheid en reinheid van elke zondevlek, evenals de veelheid
en grootheid van alle genaden van de hemel en van deugden en voorrechten die haar
werden geschonken zagen de Vaders vermeld in de Schrift:
·
in de ark van Noah die hij op Gods bevel had gebouwd
tegen de algemene ondergang van de wereld en die werd behouden;
·
in de ladder die Jacob zag reiken van de aarde tot
de hemel, en waarlangs Gods engelen op en afklommen en op het einde de Heer
rustte;
·
in het braambos dat Mozes zag branden zonder dat het
door de vlammen werd verbrand of beschadigd, maar voor zijn oog bloeide;
·
in de onverwinnelijke toren die voor de vijand staat
en waar duizend schilden en de hele wapenrusting van de sterken van afhangt;
·
in de gesloten tuin die niet geschonden kan worden
of bedorven;
·
in de glanzende stad van God die gegrondvest is in
de heilige bergen;
·
in de glorierijke tempel van God die schitterend van
goddelijke glans, vol is van de heerlijkheid van de Heer;
·
in vele andere beelden, waarin de Vaders geleerd
hebben, dat de verheven waardigheid van de Moeder Gods, haar ongeschonden
onschuld en van alle vlek vrije heiligheid is voorzegd.
12:
Hierbij werd ook geput uit de profeten, uit de groet van de Engel en van
Elisabeth
Zij hebben zich ook
bediend van de woorden van de profeten om het geheel van goddelijke gaven en de
oorspronkelijke zondeloosheid van de Maagd, waaruit Jezus is geboren, tot
uitdrukking te geven. Ze vieren haar als een reine duif, het heilig Jeruzalem,
de verheven troon van God, de ark van de heiligmaking, de woonplaats waaruit de
eeuwige Wijsheid Zichzelf heeft gebouwd, de koningin die overvloeit van
geneugten en steunend op haar Geliefde gekomen is uit de mond van de
Allerhoogste, geheel volmaakt, schoon, door God geliefd en door geen vlek ooit is
bezoedeld.
De Vaders en
kerkelijke schrijvers vestigen hun aandacht er op, dat de Maagd door de boodschap
van de engel Gabriël, wanneer deze haar de verheven waardigheid van Moeder van
God verkondigde, uit naam en op bevel van God vol van genade genoemd werd. Naar
aanleiding daarvan, bleek dat uit deze enige, plechtige en anders nooit zo
gehoorde groet dat de Moeder Gods de zetel van alle goddelijke genaden was: een
rijk versierd met al de genadegaven van de goddelijke Geest, een
onuitputtelijke schatkamer en een bodemloze afgrond van genadegaven, zodat Zij
aan de vloek over de zonde nooit is onderworpen maar net zoals haar Zoon
deelgenote was van een eeuwige zegen. Zij was waardig uit de mond van Elisabeth
de woorden van de Heilige Geest te horen: Gezegend zijt gij onder de
vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw schoot.
13: Maria is boven de lof
van Engelen en mensen verheven
|