Deel 24 : De gelijkenis van de Akker
Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis en preek
van Claude Alexander, voorganger

Mattheüs 13:3-23 (ook Markus 4:3-20 en Lukas
8:5-15): En Hij sprak hun in gelijkenissen
over vele dingen. Hij zeide: Zie, de zaaier ging uit om te zaaien. En onder het
zaaien viel
·
een gedeelte langs de
weg; en de vogels uit de lucht kwamen, en pikten het op.
·
Een ander gedeelte
viel op de steengrond, waar het niet veel aarde had. Aanstonds kwam het op, omdat
het geen diepe aarde had; maar toen de zon was opgegaan, werd het verschroeid
en verdorde, daar het geen wortel geschoten had.
·
Een ander gedeelte
viel tussen de doornen; de doornen schoten op, en verstikten het.
·
Een ander gedeelte
viel op de goede aarde; en het droeg vrucht: honderd- zestig- dertigvoud.
Wie oren heeft om te horen, hij
hore. Nu kwamen de leerlingen naar Hem toe, en zeiden: Waarom spreekt Gij tot
hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun: U is het gegeven, de geheimen van het
rijk der hemelen te kennen; hun echter niet. Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft, hem zal ook ontnomen
worden, wat hij bezit.
Daarom spreek Ik tot hen in
gelijkenissen; omdat ze ziende zijn en toch niet zien, horende en toch niet
horen noch verstaan. In hen wordt de voorzegging van Isaias vervuld: Met de
oren zult gij horen, en niet verstaan, En scherp zult gij zien, en niet inzien.
Want verstokt is het hart van dit volk, Hun oren zijn hardhorig, En hun ogen
gesloten; Opdat ze niet zouden zien met de ogen, En horen met de oren, En
verstaan met het hart; Opdat zij zich niet zouden bekeren, En Ik hen zou
genezen. Maar gelukkig zijn uw ogen, omdat ze zien; en uw oren, omdat ze horen.
Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen wensten te zien wat gij
ziet, en ze zagen het niet; te horen wat gij hoort, en ze hoorden het niet.
Hoort gij dus, wat de gelijkenis van de zaaier betekent:
·
Als iemand het woord
over het koninkrijk hoort en het niet wil verstaan, dan komt de boze en rooft weg,
wat in zijn hart is gezaaid; dat is wat langs de weg is gezaaid.
·
En wat op de
steengrond gezaaid werd is hij, die het woord verneemt en het terstond met
vreugde aanvaardt; hij heeft echter geen wortel geschoten, maar is
onstandvastig; en als er verdrukking of vervolging ontstaat om wille van het
woord, is hij aanstonds geërgerd.
·
Wat in de doornen
gezaaid werd, is hij, die wel luistert naar het woord; maar de beslommering van
de wereld en het bedriegelijke van de rijkdom verstikken het woord. en het
blijft zonder vrucht.
·
Maar wat op de goede
aarde gezaaid werd, is hij, die het woord verneemt en begrijpt, en die ook vruchten
draagt; bij den een geeft het een honderd-, bij een ander een zestig-, bij een
derde een dertigvoud.
Uitleg
Wanneer het Nieuwe Testament werd
geschreven, waren de gemeenschappen gebaseerd op landbouw. Een familie kreeg
een stuk land toegewezen om aan landbouw te doen. Elk stuk land lag naast elkaar,
en er waren geen schuttingen om de verschillende stukken land af te bakenen. Om
bij de velden te geraken, gingen de boeren langs de grenzen van elk veld om niet
op de groeiende planten te stappen. Daarom gebruikten alle boeren het pad. In
de loop van het gebruik van het pad verhardde het pad en werd het een voetpad.
In de eerste hoofdstukken van
Mattheüs kunnen we zien hoe sterk de tegenstand tegen Jezus was gegroeid en hoe
Jezus het volk waarschuwde tegen het gevaar als ze Hem, hun Messias,
verwierpen. Nu dat hun verwerping officieel was, begon Jezus het volk door
middel van parabels te leren. De leerlingen kregen de betekenis van de parabels
te horen, maar de mensen niet. Het verschil was het geloof in Christus dat de
leerlingen hadden, maar de mensen niet. De leerlingen hadden Jezus als de
Messias ontvangen, en omwille van hun geloof in Hem als hun Koning waren ze in
staat om de mysteries van het Koninkrijk te begrijpen. Ze hadden misschien niet
alles begrepen wat Jezus zei en deed, maar ze vertrouwden Hem als hun Koning.
De mensen hadden Jezus als hun
Messias verworpen en daarom kon Hij hen de mysteries van het Koninkrijk niet
geven, ze zouden het niet begrepen hebben. Ze waren niet in staat te zien, of
het Koninkrijk binnen te gaan. En omdat ze Christus niet ontvingen, waren ze in
gevaar om al wat ze bezaten te verliezen: hun religieuze erfenis en
voorbereiding.
Daarom gebruikte Jezus een andere
manier om hen de mysteries van het Koninkrijk bij te brengen: beelden uit hun
dagelijks leven. Jezus had zelfs een tijdje parabels gebruikt voor Zijn
leerlingen, en legde het uit aan hen, want ze waren nog niet helemaal ontwikkeld
in hun geloof en begrip van de boodschap van het Koninkrijk. Hier vertelde
Jezus de parabel aan de menigte, maar legde de dingen aan de leerlingen uit. De
menigte is deze generatie die Jezus reeds heeft verworpen, ze krijgen niet de
geheimen van het Koninkrijk.
Wat geopenbaard werd aan de
leerlingen is niet de persoon van Jezus of de natuur van God, maar de komst van
het Koninkrijk in de geschiedenis. Het was algemeen geweten dat God Zijn
glorierijk Koninkrijk zou brengen door bovennatuurlijke manifestaties en
oordelen. Maar het mysterie van het Koninkrijk wat niemand verwachtte is dat
het Koninkrijk dat uiteindelijk in grote kracht zal komen reeds begonnen is op
voorhand in de wereld te komen in een verborgen vorm om in het geheim in de mensen
te werken. Al de parabels hebben het over met deze huidige vorm van het
Koninkrijk, dat Jezus uitlegde aan de leerlingen, maar niet uitlegde aan de
menigte, die een dramatische bevrijding verwachtten. Zelfs de parabels leren
een ethische waarheid en moeten begrepen worden in het licht van de huidige
vorm van het Koninkrijk.

Mattheüs toont wat er
plaatsgrijpt: aan de ene kant de vervulling van de profetie en de bekrachtiging
van Gods wil, en aan de andere kant een grote opstand van ongeloof en geestelijke
onwetendheid van de menigte. Hun ongeloof is hun eigen schuld. Het doel van
Jezus was Zijn parels niet voor de zwijnen gooien. De parabels verharden
degenen die reeds verhard waren tegen Hem, en verlichtten degenen die geϊnteresseerd
waren om de waarheid te kennen over het Koninkrijk. De parabels daagden de
luisteraars uit in geloofszaken.
De parabels bevatten geen
waarheden dat enkel de verlichte mensen konden begrijpen ze waren duidelijk
genoeg. Maar ze presenteerden ook de vereisten van de huidige vorm van het
Koninkrijk op een zodanige manier dat enkel degenen die Jezus vertrouwen de
nieuwe richting in het plan van God begrijpen. Jezus kondigde een verschillende
vorm van Koninkrijk aan dan wat de menigte had verwacht. Hij vertelde aan
Pilatus Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze
wereld was, zouden Mijn dienaren vechten, zodat Ik niet zou overgeleverd worden
aan de Joden. Maar Mijn Koninkrijk heeft hier zijn oorsprong niet .
De parabels dagen de luisteraars
uit te reageren met geloof. Ook nu nog.
De parabel van de zaaier vereiste
dat de luisteraars de waarheid zagen dat het Koninkrijk traag vooruitgang
boekt, en met dat in het achterhoofd, uit te maken uit wat voor bodem ze
bestonden. Voor degenen die verhard waren zoals de rotsbodem, is het een
boodschap van het oordeel. Voor degenen die open staan voor Jezus woorden, zal
hun bodem reageren op het zaad of boodschap van het Koninkrijk. Jezus
verkondiging slaagt erin de spirituele betekenis voor diegenen die zelfingenomen
zijn of zich niet aan het woord houden, te verduisteren, omdat ze zich niet
willen bekeren - ze willen gewoon de beloning van een glorieus koninkrijk -
maar het slaagt er ook in 'vrucht voort te brengen' onder hen die zich
onderwerpen aan Gods Wil.
De leerlingen volgden Jezus door
geloof in Hem, zelfs al begrepen ze niet alles en hadden ze vragen. De menigte
volgde niet door geloof, ze wilden mirakels zien gebeuren. Ze durfden Hem zelfs
beschuldigen van Satanische werken te doen en ze verwierpen Zijn Woord. Daarom
werd er geen verdere openbaring gegeven aan hen. Ze hadden reeds een idee in
gedachten hoe het Koninkrijk zou zijn. De Verlosser was nochtans onder hen, en
ze konden Hem volgen en Hem vertrouwen. Maar God kende de harten van de mensen,
en als ze niet geloofden in de woorden en werken van Jezus midden onder hen,
werd hen geen verdere openbaring gegeven.
De leerlingen geloofden wel in de
persoon en het werk van Jezus en daarom kregen ze de nodige uitleg, in de
voortdurende leringen van Jezus, en in het feit dat de Geest hun ogen en hart
opende zodat ze het begrepen. Openbaring van de Geest was nodig opdat de mensen
Hem zouden kennen en de Vader zouden kennen. De Joden weigerden de spirituele
zaken te onderscheiden en dat zou leiden tot het Oordeel. En een deel van het
Oordeel was hun koppigheid in ongeloof. Dat zorgde ervoor dat God zich tot de
Heidenen wendde met het Evangelie (Paulus in Romeinen 11) en een volk deed
opstaan die Israel jaloers zou maken.
De leerlingen geloofden echt in
Jezus en accepteerden wat Hij zei, nl. dat de boodschap van het Koninkrijk op
een keerpunt was gekomen. Jezus geeft geen uitleg over elk detail, maar over
het algemeen punt dat het zaad de boodschap is van het Koninkrijk. Het ontvangt
verschillende reacties van de mensen, en het zal tijd in beslag nemen om zich
te ontwikkelen omwille van de moeilijke tijden en moeilijke mensen. Maar met
tijd zal de boodschap een oogst voortbrengen. Dat is ook nu het geval.
De Israelieten begrepen landbouw
omdat het hun cultuur was en begrepen wat Jezus zei. Ze hadden het moeten
begrijpen omdat het reeds in het Oude Testament werd gebruikt. Psalm 125:5-6
sprak reeds van het doorzettingsvermogen van de zaaier met tranen en moeite, en
gaf aan dat hij uiteindelijk zijn shoven zou binnenhalen.
Ps 125:5-6: Die nu zaaien met tranen, Laat ze maaien met jubel! Met
geween trekt men op, Om het zaad uit te strooien: Maar met gejuich keert men
terug, Met schoven beladen!
De psalm
werd geschreven bij het herstel van Israel toen ze terugkeerden uit
ballingschap. Het ging niet over landbouw, maar over de boodschap verkondigen
van het Koninkrijk in die fase van Gods plan het overtuigen van het Joods
volk om het oosten te verlaten en terug te keren naar het land van Belofte en
Gods plan te helpen bouwen. Het was moeilijk omdat ze nu hun huis en zaken in
Babylonie-Perzie hadden gevestigd. Maar het principe was als ze bleven zaaien,
als ze bleven inspanningen leveren voor de grotere zaak, er resultaat zou zijn,
en er mensen zouden terugkeren uit het oosten naar Israel.
Het zaad
dat gezaaid wordt is de boodschap van het Koninkrijk. De bodem zijn de mensen,
de menselijke harten, die een keuze maken voor de boodschap. De goede grond
ontving het zaad, het woord, het schoot wortel en groeide, in de betekenis dat
het werd geloofd en vruchten van gerechtigheid en gehoorzaamheid voortbracht.
De leerlingen waren geschokt toen Jezus rechtstreeks antwoordde dat zij de
mysteries van het Koninkrijk van de Hemel uitgelegd kregen, maar niet de
menigte. Degenen die buitenstaanders zijn, krijgen alles in parabels. Dat wil
zeggen dat degenen die buitengesloten zijn van het Koninkrijk, degenen die niet
geloven in Jezus Christus de parabel niet kunnen weten of begrijpen.
Waarom ze buitengesloten werden? Jezus openbaart dat de menigte een spiritueel
probleem had en er een spiritueel principe is dat er meer informatie wordt
verleend aan degene die reeds spiritueel begrip en inzicht hebben. Degenen die
geen deel uitmaken van Gods spirituele familie zullen uiteindelijk het kleine
spirituele begrip verliezen dat ze hebben. Degenen die een diepere relatie met
God hebben zullen nog meer groeien. Degenen die geen relatie hebben zullen nog
verder verwijderd raken van God. Bovendien zegt Jezus dat ze zien maar blind
zijn, en dat ze horen maar niet luisteren, en ook niet begrijpen. De menigte
had Jezus al verschillende keren gehoord, maar toch konden ze de spirituele
waarheid niet begrijpen. Ze konden het niet begrijpen omdat ze geestelijk dood
waren. De spirituele waarheid is dwaasheid voor degenen die spiritueel dood
zijn. Zij hebben niet het vermogen het te begrijpen. En degene die hen kan
helpen, Jezus, die geloofden ze niet.
De man die de eigenaar is van de
akker die het goede zaad zaaide, dat is Jezus. En de akker, het land, dat is de
wereld. En het goede zaad, dat is de boodschap van het Koninkrijk van de Heer.
In deze parabel is voor de eerste
keer dat de boze, satan wordt genoemd in de parabels. Hij is degene die voorkomt
dat de mensen het woord begrijpen en accepteren. Hij verschijnt ook in de
parabel van het koren en het kaf als de zaaier van het slechte zaad of kaf. Als
mensen het woord niet met geloof ontvangen en erop reageren, zal hun kans
gestolen worden door de boze. Het is ook duidelijk dat er niet veel goed
opgeschoten koren is om te oogsten.
Over het onkruid
Verlossing kan enkel in een hart gebeuren
als de wereldse zaken zijn omgeploegd. Onkruid kan water en voedingselementen
uit de bodem trekken, zodat het koren niet kan overleven. Bovendien is onkruid
door de erfzonde in onze ziel aanwezig. Wij moeten onze ziel ontwieden
en zorg dragen voor het goede zaad. We moeten ervoor zorgen dat de zonde geen
wortel schiet in onze ziel, dat we geen slechte gewoonten kweken, dat we altijd
het goede doen. Ieder draagt vruchten naar zijn vermogen, maar we moeten
allemaal vruchten dragen. Dat is het onderscheid tussen gelovigen en de rest.
Jezus wil ons waarschuwen. Want
op een dag zal deze wereld voorbij zijn. Dan is het tijd voor de oogst. Dan
komt de oordeelsdag. Dit betekent dat de Heer dan terug zal komen op de aarde.
Weet je nog hoe de gelijkenis afliep? Als het tijd voor de oogst zou zijn dan
zou eerst al het onkruid verzameld worden, om te worden verbrand. En de goede
tarwe werd verzameld en in de schuren van de man gebracht. Zó zal het met ons
als mensen gaan op de dag dat Jezus terug komt: eerst zullen alle mensen die de
Heer niet hebben willen dienen, verzameld worden. Om in de Hel te worden
geworpen, waar eeuwig vuur zal branden. Dan zal de Heer al Zijn Kinderen
verzamelen: ieder kind, elke man of vrouw, die van de Heer houden mogen dan bij
Hem in de hemel komen wonen. Daar zal iedereen die bij Hem hoort, voor altijd God
mogen zijn. Nooit zal daar meer verdriet, of pijn of ziekte zijn. Dan mag je
altijd bij Hem horen!
|