HOOPVOLLE GEHEIMEN van de H. Rozenkrans
1 Jezus heerst als Koning
Deze afbeelding kan helpen bij de
overweging van dit geheim:

De boodschap van dit geheim: ONTZAG
voor God.
Openbaring 21:1-6: Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
want de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen, en ook de zee bestond
niet meer. En de heilige Stad, het Nieuw-Jerusalem, zag ik neerdalen van God
uit de hemel, toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid. En ik
hoorde van de Troon een machtige stem en ze sprak: Zie, de Woonstede Gods bij
de mensen: Hij zal zijn Tent bij hen spannen. Zij zullen zijn volk zijn, Hij:
God met hen! Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer
zijn, Geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij! En
Die op de Troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles nieuw! En Hij vervolgde:
Schrijf op! Want deze woorden zijn trouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Het is geschied! Ik ben
de Alfa en de Omega; Het Begin en het Einde!

Gebed:
Jezus, zend ons de Heilige Geest, opdat het aanschijn van de wereld zich moge
vernieuwen, en Uw Rijk op aarde gestalte moge krijgen.
2 Jezus leeft en werkt in Zijn Kerk, Zijn
mystiek Lichaam
Deze afbeelding kan helpen bij
het overwegen van dit geheim:

De boodschap van dit geheim: INZET
om het Mystiek Lichaam te vergroten en werkzaam te houden.
In de encycliek Mystici Corporis
Christi (Over het mystiek Lichaam van Christus) werd een encycliek uitgevaardigd
door paus Pius XII op 29 juni 1943 welke tot onderwerp het mystiek
Lichaam van Christus en de Kerk had. De encycliek wordt gezien als een
belangrijk stuk, aangezien het de eerste keer is dat Pius XII zijn
visie op de Kerk in deze hoedanigheid behandelt. De Kerk wordt een lichaam
genoemd, omdat het een levende entiteit is; ze wordt het lichaam van Christus genoemd,
omdat Christus haar Hoofd en Stichter is; ze is noch een puur fysieke noch een
puur spirituele eenheid, maar is supranationaal.
"Wij vormen in
Christus met velen één lichaam." (Rom. 12, 5)
1 Korintiers 12: Wat
de Geestesgaven betreft, broeders, wil ik u niet in het onzekere laten; gij
weet het, toen gij heidenen waart, was het blindelings, dat gij naar de stomme
afgoden werdt heengedreven. Daarom maak ik u bekend, dat [
] niemand zeggen
kan: "Heer Jesus," dan door de heilige Geest. Welnu, er is
verscheidenheid van genadegaven, maar er is slechts één Geest; en
verscheidenheid van bedieningen, maar slechts één Heer; en verscheidenheid van
werkingen, maar slechts één God, die alles in allen werkt. En aan een ieder
wordt de Geestesuiting geschonken, om er nut mee te stichten. De één wordt het
woord der wijsheid gegeven door den Geest, den ander het woord der kennis door
dezelfde Geest, een ander het geloof door dezelfde Geest, een ander de gaven
der genezing door de éne Geest. Aan anderen weer het werken van wonderen, of de
profetie, of de onderscheiding der geesten, of de veelheid van talen, of de
vertolking der talen; maar dit alles
werkt één en dezelfde Geest, die ieder toedeelt, zoals het Hem goeddunkt.
Want zoals het lichaam één is,
ofschoon het veel leden heeft, en van de andere kant al de leden van het
lichaam, hoe talrijk ook, één lichaam vormen, zo ook Christus. Allen toch,
Joden of heidenen, slaven of vrijen, allen zijn we in één Geest tot één lichaam
gedoopt, en allen zijn we met één Geest gedrenkt. Want ook het lichaam bestaat
niet uit één lid, maar uit meerdere leden. Al zei de voet: omdat ik geen hand
ben, behoor ik niet tot het lichaam; toch behoort hij tot het lichaam. En al
zei het oor: omdat ik geen oog ben, behoor ik niet tot het lichaam; toch
behoort het tot het lichaam. Zo het lichaam één en al oog was, waar bleef het
gehoor; was het één en al gehoor, waar bleef dan de reuk? Maar in werkelijkheid
heeft God de leden, elk in het bijzonder, een plaats in het lichaam gegeven, zoals
het Hem heeft behaagd. En van de andere kant, zo alle nu eens één lid vormden,
waar bleef dan het lichaam? Maar in werkelijkheid zijn er veel leden, doch
slechts één lichaam. Het oog kan niet tot de hand zeggen: Ik heb u niet nodig;
het hoofd niet tot de voeten: Ik heb u niet nodig.
Integendeel, juist de schijnbaar
zwakkere leden van het lichaam zijn het meest noodzakelijk; wat ons in het
lichaam minder edel toeschijnt, bekleden we met meer luister; en juist onze oneerbare
ledematen ontvangen groter kiesheid; onze eerbare leden hebben dat niet nodig.
Ja, God heeft het lichaam zó samengesteld, dat Hij groter eer gaf aan wat
misdeeld is, opdat er in het lichaam geen tweedracht zou heersen, maar de leden
gelijke zorg voor elkaar zouden dragen. En wanneer één lid lijdt, lijden alle
leden mee; komt één lid in aanzien, alle leden delen in zijn vreugde. Welnu,
gij zijt het lichaam van Christus, en ieder in het bijzonder zijn leden. En in
de Kerk heeft God den één aangesteld tot apostel, een ander tot profeet, een
derde tot leraar; dan komen de wonderen, dan de gaven der genezing, hulpbetoon,
bestuur, de veelheid van talen.
Gebed:
Jezus, leid alle mensen tot de waarheid van het heilig Evangelie. Maak ze
ontvankelijk voor Uw Woord en de geloofsleer van de Katholieke Kerk.
3 Jezus zal wederkomen in Heerlijkheid
Deze afbeelding kan helpen bij de
overweging van dit geheim:

De boodschap van dit geheim: VERWACHTING
van Jezus.
Openbaring 19:11-16: Toen zag ik de hemel geopend, en zie: Een wit paard.
En Die er op was gezeten, wordt "Getrouwe en Waarachtige" genoemd;
met rechtvaardigheid leidt Hij het oordeel, en voert Hij de strijd. Zijn ogen
waren als een vuurvlam; op zijn hoofd waren talrijke kronen. Hij droeg een
Naam, die niemand verstaat dan Hijzelf. Hij was omhangen met een kleed,
gedrenkt in bloed. Zijn Naam wordt geheten: "Het Woord van God!" Op
witte rossen volgen Hem de legerscharen des hemels, gekleed in lijnwaad, wit en
rein. En uit zijn mond kwam een scherp zwaard te voorschijn, om er de volkeren
mee te treffen. Hij zal ze weiden met ijzeren staf; Hij zelf treedt de perskuip
van de grimmige toorn van de almachtige God. En op zijn kleed en op zijn heup
draagt Hij de Naam geschreven: "Koning der koningen, en Heer der
heren".
Gebed:
Jezus, geef ons heilige priesters, die allen Uw wederkomst op aarde weten voor
te bereiden en zo veel mogelijk mensen kunnen leiden tot U.
4 Jezus zal rechtspreken over levenden en doden
Deze afbeelding kan helpen bij de
overweging van dit geheim:

De boodschap van dit geheim: RECHTVAARDIGHEID.
Openbaring 20:4,6: Nu
zag ik tronen; en hun, die er op zaten, werd het oordeel toegewezen. Ook zag ik
de zielen van hen, die om de getuigenis van Jesus en om het woord van God waren
onthoofd, die het Beest noch zijn beeld hadden aanbeden, en het teken niet
hadden aanvaard op hun voorhoofd en hand. En ze leefden en heersten met
Christus, duizend jaar lang. Zalig en heilig zijn zij, die deel hebben aan de
eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht; maar ze zullen
priesters zijn van God en van Christus, en heersen met Hem, duizend jaar lang.
Openbaring 20:11-15: Toen zag ik een grote schitterende Troon; ook Hem,
die er op is gezeten. Voor zijn Aanschijn vloden hemel en aarde heen, zodat hun
plaats niet meer gevonden werd. Toen zag ik de doden, groten en kleinen, staan
voor de Troon. De boeken werden opengeslagen. Nog een ander boek werd geopend:
het boek des Levens. En de doden werden naar hun werken geoordeeld, zoals die
in de boeken beschreven staan. De zee gaf de doden terug, die er in zijn; Dood
en Onderwereld gaven de doden terug, die er in zijn. En allen werden naar hun
werken geoordeeld. Dood en Onderwereld werden in de vuurpoel geworpen; de
vuurpoel is de tweede dood. En wie niet geschreven stond in het Boek des
Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen.
Gebed:
Jezus, wij bidden U voor de bekering van de zondaars en ongelovigen. Help ons
allen te leven naar Uw behagen. Wij vragen u vergeving voor onze aardse
onvolmaaktheden en zwakheden.
Het goede wordt beloond, het kwade gestraft.
5 Jezus zal alles voltooien en ons een plaats
bereiden in het Huis van de Vader
Deze afbeelding kan helpen bij de
overweging van dit geheim:
De boodschap van dit geheim: HOOP.
Openbaring 21:6-11, 24-27: En Hij sprak tot mij: Het is geschied! Ik ben de
Alfa en de Omega; Het Begin en het Einde! De dorstige zal ik te drinken geven
Uit de bron des eeuwigen Levens, om niet. Die overwint, zal dit alles beërven;
Ik zal hem tot God zijn, hij Mij tot zoon. Maar alle lafaards, trouwelozen,
Boosdoeners en moordenaars, Ontuchtigen, tovenaars, Afgodendienaars en leugenaars:
Ze krijgen hun deel in de poel, Die brandt van vuur en zwavel! En dit is de
tweede dood. Toen kwam er één van de zeven engelen, die de zeven schalen
droegen, vol van de zeven zwaarste plagen; en hij sprak tot mij: Kom, ik zal u
tonen de Bruid, de Vrouw van het Lam. In geestverrukking voerde hij mij weg op
een grote en hoge berg. En hij toonde mij de heilige Stad, Jerusalem,
neerdalend van God uit de hemel. Ze prijkte met Gods heerlijkheid; haar
lichtglans leek op edelsteen, op jaspis helder als kristal. De volkeren zullen
wandelen in haar licht, de koningen der aarde haar hun heerlijkheid brengen.
Geen enkele dag zullen haar poorten worden gesloten; want nacht zal er niet
zijn. Zo zal men haar brengen de heerlijkheid en de glorie der volken. Nooit
zal er ingaan iets wat onrein is, noch die gruwelen pleegt of leugens spreekt;
maar zij alleen, die staan geschreven in het boek des Levens van het Lam.
Openbaring 22:1-5: Ook toonde hij mij een stroom van het water des
Levens, helder als kristal, opbruisend uit de Troon van God en van het Lam. En
midden op haar plein, aan beide kanten door de stroom omringd, stond de boom
des levens, die twaalf maal vruchten draagt, en elke maand zijn vruchten geeft.
De bladeren van de bomen dienen tot genezing der volken, en geen enkele
vervloeking zal er meer zijn. Daar zal ook de Troon zijn van God en het Lam, en
zullen zijn dienaars Hem dienen. Ze zullen zijn Aanschijn aanschouwen, zijn
Naam op hun voorhoofd. Dan zal er geen nacht meer zijn, en ze zullen het licht
van fakkel en zon niet langer behoeven. Want God de Heer zal over hen lichten;
ze zullen heersen in de eeuwen der eeuwen!
Gebed:
Jezus, wij bidden U voor de redding van alle zielen. Kom allen te hulp, die
dreigen verloren te gaan. Dat bidden wij U op voorspraak van onze heilige
Moeder Maria.
|