Achtendertig jaar voordat Luisa haar laatste stuk schreef in Boek 36, vertelde haar waar Hij haar meenam:

“De hoogte van perfectie van een ziel in Mijn Wil is zodanig dat ze het punt bereikt te werken zoals God. En dit kan geen verbazing wekken omdat sinds het niet langer haar wil is die in haar leeft, maar de Wil van God houdt elke verbazing op. Ze bezit de kracht, de wijsheid, de heiligheid en alle andere deugden die God Zelf heeft. Het is voldoende het je te vertellen zodat je erdoor bekoord wordt en zoveel mogelijk meewerkt van jouw kant om dit punt te bereiken, dat de ziel die komt te leven van Mijn Wil alleen, koningin van alle koninginnen is, en dat haar troon zo hoog is dat ze de troon bereikt van de Eeuwige. Ze gaat de geheimen van de Meest Verheven Drie-eenheid binnen, en neemt deel aan de wederzijdse liefde van de Vader, de Zoon en de H. Geest. O, hoe eren al de engelen en heiligen haar, mensen bewonderen haar, en de demonen vrezen haar, omdat zij het Goddelijk Wezen in haar zien!”

Luisa’s onmiddellijk reactie aan Jezus, is ook onze reactie:

“Ah Heer, wanneer laat U mij tot daar geraken, omdat ik op mijzelf niets kan!”

De waarheid is dat er iets is wat we kunnen doen op deze tocht om thuis te komen in de immense zee van de Goddelijke Wil. Eerst en vooral is het niet alleen informatie verzamelen over de gave, maar het in praktijk brengen van de waarheden die je leert en “zoveel mogelijk meewerken van jouw kant om dergelijk punt te bereiken.”

De Joden baden honderden jaren opdat de Messias zou komen. Maar het was de H. Maagd Maria die uiteindelijk zorgde dat de lang verwachte belofte van God werd ingelost. Ze maakte het mogelijk. De Kerk heeft reeds twee duizend jaar gebeden opdat het Koninkrijk van God zou komen. Nu zijn op een cruciaal punt beland in de wereldgeschiedenis dat vergelijkbaar is met het moment dat de H. Maagd Maria smeekte tot de Vader om de Messias te zenden. Net zoals de H. Maagd Maria moeten we op de schoot van de Vader kruipen en Hem smeken het niet uit te stellen, en Zijn belofte van de Hemel die naar de aarde komt te verwezenlijken. Met de ketenen van onze liefde willen we de Vader ontwapenen en Hem horen zeggen wat Hij aan Maria heeft gezegd: “Dochters en zonen van de Goddelijke Wil, wie kan jullie weerstaan? Jullie hebben gewonnen. Het Goddelijk uur is aangebroken!” Zielen in de Goddelijke Wil moeten het doen gebeuren.

Onderschat nooit je kracht om met God te onderhandelen. Jezus vertelde Luisa, “De ziel die leeft in Mijn Wil heeft heerschappij over alles en allen en We houden zoveel van haar dat We zelfs haar over Ons laten heersen… O! Hoeveel keer laten Wij haar winnen. Vele keren is Onze vreugde zo groot dat We Onze Wil laten winnen in het schepsel in plaats van Onszelf.”

Het maakt niet uit waar je nu bent op de tocht om thuis te zijn in de immense zee van de Goddelijke Wil. Kruip op de schoot van de Vader met de andere zielen die in de Goddelijke Wil leven en zeg tot de Vader “Laat het Koninkrijk komen zodat Uw Wil geschiede op aarde zoals in de Hemel. Allen moeten klaar gestoomd worden voor de glorierijke Terugkeer van onze Koning. Nu is de tijd gekomen, Vader. Nu is de tijd gekomen!”

Wanneer we hier reeds tienduizend jaar zijn, helder stralend als de zon, hebben we niet minder dagen om Gods lof te zingen dan wanneer we eerst begonnen.