De engelen zijn geestelijke wezens en zo zijn ook hun
kwaliteiten volgens wie zij zijn. De goede engelen zijn Gods kracht,
gerechtigheid, liefde en andere Goddelijke kwaliteiten. Net zoals de gevallen door
een gebrek aan kwaliteiten zijn geworden zoals ze zijn. Door hun
ongehoorzaamheid vormen hun geesten leegten in de wereld waar er een gebrek is
aan Gods kwaliteiten. Zonde is een leegte. Niet alleen is Satan de vader van
leugens, hij is bedrog, dood, haat, perversie, lelijkheid, angst, en al het
kwaad dat in de wereld is. De volgende keer dat een negatieve emotie probeert
je te overweldigen, herinner je deze leegte en geef geen toelating dat ze in
het Goddelijk Koninkrijk van je ziel binnendringt. Stuur ze in de plaats naar
de vuurzee. We zijn hier om de gevallen engelen terug te drijven uit de wereld
en de leegtes van zonde en kwaad te helpen vullen met liefde, vrede, geluk en
al Gods kwaliteiten. De hele wereld zal vervuld worden met Zijn glorie.
Vele teksten hebben het over God die ons Zichzelf geeft.
Hij houdt niets voor Zich. Zijn Wil, Zijn Emanatie, Zijn beraadslagingen, Zijn
eenheid, Zijn kwaliteiten alles wat van God is, is het onze. Met de gave van
de Goddelijke Wil worden we de volheid van Gods beeld en gelijkenis en delen we
in Zijn Goddelijkheid voor zover het mogelijk is voor een schepsel.
Nu je thuis bent in de Goddelijke Wil, hoe ziet je dag er
uit? Wat ga je samen met de Drie-eenheid doen? Waarschijnlijk dezelfde dingen
die je nu reeds doet. Het is mogelijk dat je misschien geroepen wordt om te
prediken, mirakels te bewerken, of te lijden zoals Jezus heeft gedaan. Het kan
ook zijn dat je gewone dagelijkse routineklussen doet, je job doet, kinderen
opvoedt, boodschappen doet, de maaltijden klaarmaakt, stofzuigt, strijkt
Dit
zal afhangen van het Goddelijke plan voor jouw leven. Jezus predikte, genas,
bewerkte mirakels, en deed vele buitengewone dingen gedurende Zijn leven. Maar
Zijn leven stond in dienst van gehoorzaamheid aan de Goddelijke Wil. Als de
Vader Jezus zei om demonen uit te drijven, dan dreef Hij ze uit. Als Hij werd
opgedragen om te prediken, dan predikte Hij; werd Hij opgedragen om te genezen,
dan genas Hij de zieken; werd Hij opgedragen om verder te trekken, dan trok Hij
verder; werd Hij opgedragen om te sterven op een Kruis, dan stierf Hij op een Kruis.
Hij deed alleen wat de Vader Hem zei te doen. Dit is de Goddelijke Wil.
Johannes
11:1-44 : Jezus en Lazarus
Lazarus uit Betanië was ziek. Hij woonde daar met zijn
zussen Maria en Marta. Maria was de vrouw die de Heer met geurige olie had
gezalfd en zijn voeten met haar haren had afgedroogd. De zieke Lazarus was haar
broer. De zussen stuurden Hem de boodschap: Heer, degene die U liefhebt,
is ziek. Toen Jezus dit hoorde, zei Hij: Deze ziekte voert niet tot de
dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge
worden. Jezus hield veel van Marta, haar zus en Lazarus. Toen Hij hoorde
dat hij ziek was, bleef Hij toch nog twee dagen ter plaatse.

Daarna zei Hij tot zijn leerlingen: Laten we weer naar
Judea gaan. De leerlingen zeiden: Rabbi, nog pas probeerden de Joden U
te stenigen en U gaat er terug heen? Jezus antwoordde: Heeft de dag geen
twaalf uren? Overdag kan iemand gaan zonder zich te stoten, omdat hij het licht
van deze wereld ziet. Maar gaat iemand s nachts dan stoot hij zich, omdat
het licht niet in hem is. En Hij voegde er aan toe: Onze vriend Lazarus
is ingeslapen, maar Ik ga er heen om hem te wekken. Zijn leerlingen
merkten op: Heer, als hij slaapt, zal hij beter worden. Jezus had echter
van zijn dood gesproken, terwijl zij meenden dat Hij over de rust van de slaap
sprak. Daarom zei Jezus hun: Lazarus is gestorven, en omwille van u verheug ik
Mij dat Ik er niet was, opdat jullie zouden geloven. Maar laten we naar hem
toegaan. Toen zei Tomas tot zijn medeleerlingen: Laten ook wij gaan om
met Hem te sterven.
Bij zijn aankomst kreeg Jezus te horen dat hij al vier
dagen in het graf lag. Betanië was dichtbij Jeruzalem. Vele Joden
waren naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten over het verlies van hun
broer. Zodra Marta hoorde dat Jezus op komst was, ging zij Hem tegemoet;
Maria bleef echter thuis. Marta zei tot Jezus: Heer, als U hier was geweest,
zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik, dat wat U ook
aan God vraagt, God het U zal geven. Jezus zei tot haar: Uw broer zal
verrijzen. Marta antwoordde: Ik weet dat hij zal verrijzen bij de
verrijzenis op de laatste dag. Jezus zei haar: Ik ben de verrijzenis en het
leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder
die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit? Zij
zei tot Hem: Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods,
die in de wereld komt.
Daarna ging zij haar zus Maria roepen en zei zachtjes: De
Meester is er en vraagt naar je. Zodra zij dit hoorde, stond zij vlug op
en ging naar Hem toe. Jezus was nog niet in het dorp aangekomen, maar
bevond zich nog op de plaats waar Marta Hem ontmoet had. Toen de Joden die
met Maria in huis waren om haar te troosten, haar plotseling zagen opstaan en
weggaan, volgden zij haar in de mening dat zij naar het graf ging om daar te
wenen. Toen Maria op de plaats kwam waar Jezus zich bevond, viel zij aan
Zijn voeten en zei: Heer, als U hier was geweest zou mijn broer niet gestorven
zijn. Toen Jezus haar zag wenen, en eveneens de Joden die met haar waren
meegekomen, huiverde Hij en diep ontroerd sprak Hij: Waar hebben jullie
hem neergelegd? Zij zeiden Hem: Kom en zie, Heer. Jezus begon te wenen, zodat
de Joden zeiden: Zie eens hoe Hij van hem hield. Maar sommigen onder hen
zeiden: Kon Hij, die de ogen van een blinde opende, ook niet maken dat deze
niet stierf?
Bij het graf gekomen overviel Jezus opnieuw een huivering.
Het was een rotsgraf en er lag een steen voor. Jezus zei: Neem de steen
weg. Marta zei tot Jezus: Hij riekt al, want het is al de vierde dag. Jezus
gaf haar ten antwoord: Zei Ik u niet, dat gij Gods heerlijkheid zult zien als u
gelooft? Toen namen zij de steen weg. Jezus keek naar de hemel en sprak:
Vader, Ik dank U dat U Mij hebt verhoord. Ik wist wel, dat U Mij altijd
verhoort, maar omwille van het volk rondom Mij heb Ik dit gezegd, opdat zij
mogen geloven, dat U Mij hebt gezonden. Daarna riep Hij luid: Lazarus, kom naar buiten! De gestorvene
kwam naar buiten, voeten en handen met linnen zwachtels omwonden en met een
zweetdoek om zijn gezicht. Jezus beval hun: Maak hem los en laat hem gaan.
Gehoorzaamheid is de taak van elke ziel in de Goddelijke
Wil Gods Wil doen op elk moment. Als God je zegt om te werken, werk. Als Hij
je zegt om te spreken, spreek. Als Hij je zegt te luisteren, luister. Doe enkel
wat de Vader je opdraagt te doen.
Als Hij je zegt om een genezing te bevelen, doe het. Een
mirakel zal gebeuren als het deel uitmaakt van het Goddelijk plan. Als er geen
mirakel gebeurt, deed je nog steeds wat je moest doen. Je was gehoorzaam aan de
Goddelijke Wil. Soms hangen mirakels af van het geloof van anderen. Zelfs Jezus
deed niet veel mirakels in Zijn geboortestad omdat de mensen niet in Hem
geloofden. Het belangrijkste is dat je luistert naar God zodat je een
vertrouwen van 110% hebt in Zijn stem en de Goddelijke Wil doet ongeacht het
resultaat. Dan kan ook jij zeggen wat Jezus zei: Ik doe enkel wat de Vader Mij
opdraagt.
Vertrouw
altijd dat met de volheid van de gave van de Goddelijke Wil, er geen gebrek aan
vermogen is in jou. De Vader, de Zoon en de H. Geest zitten op de troon in jouw
ziel en doen alles met jou. Niets is onmogelijk voor Hen.

Het leven van de H. Maagd Maria was een voorbeeld van leven in de Goddelijke Wil tot de instemming met de dood van haar Zoon op het Kruis: haar FIAT.
Delend in de Goddelijke visie zal je beginnen de waarheid
te beleven dat God alles is. Met toenemend inzicht zal je zien dat de
Goddelijke Wil in iedereen, alles en alle omstandigheden is.
De H. Maagd Maria was in staat om dit perfect te beleven.
Zij wist dat God alles was en dat zonde een leegte was. Zij keek naar de hemel
en wist dat de Goddelijke Wil verborgen was achter het gordijn van de hemel. Wanneer
ze keek naar het voedsel dat ze at, de bomen in haar tuin, de sterren aan de
hemel, zag ze God die verborgen was in Zijn schepping. Wanneer ze naar de bron
ging om water zag ze de Goddelijke Wil in het water, in de vrouwen die hun
kruik vulden
in alles en iedereen.
Ze zag ook de Goddelijke Wil in alle omstandigheden van
haar dagelijks leven. Toen ze wist dat ze op een ezel naar Bethlehem moest
reizen, wist ze dat het niet de Romeinse leider was die een volkstelling beval,
maar Gods Wil die de gebeurtenis organiseerde in het kader van Zijn
doelstellingen. Zelfs toen haar Zoon aan het Kruis hing, wist ze dat Gods Wil
achter het lijden zat en dat de Joodse hiërarchie en Romeinse soldaten enkel de
instrumenten waren van Zijn rechtscheppende Wil.
De Drie-eenheid zal je leren kijken door de Romeinse
soldaten en de reizen per ezel in jouw leven en op elk moment de Goddelijke Wil
aan het werk zien. Zelfs wanneer mensen je aanvallen, zal je de Goddelijke Wil
zien, die hun daden toelaat. Niemand kan een persoon treffen die leeft in de
Goddelijke Wil, tenzij de Goddelijke Wil het toelaat. Toen de Joden Jezus
wilden van een klif werpen in Nazareth, wandelde Hij onder hen weg omdat de
tijd dat Hij zou sterven nog niet was aangebroken. De Goddelijke Wil gaf de
Joodse hiërarchie genaden dat hen weerhield om hun verlangen om Jezus te doden
door te voeren. Maar toen de tijd kwam dat Jezus zou sterven, werden deze
genaden weerhouden en beveelden de Joden Jezus arrestatie. Toen Pilatus tot
Jezus sprak U spreekt niet tegen mij? Weet U dan niet dat ik de macht heb om U
vrij te spreken, maar ook de macht heb om U te kruisigen?, legde Jezus uit: U
zou helemaal geen macht over Mij hebben, als u die niet van boven gegeven was.
De volgende keer dat iemand moeilijk doet tegen jou, zal je
weten of je echt thuis bent in de Goddelijke Wil wanneer je inziet dat de
Goddelijke Wil het lijden toelaat en dat de Vader, Zoon en H. Geest lijden
samen met jou.
Zoals de H. Maagd Maria moeten we het gordijn met de ogen
van onze ziel wegnemen en leren de Goddelijke Wil in alles te zien. We moeten
kijken achter het fysieke aspect van een boom, een dier, een vuur, een persoon
of een ander deel van de schepping omdat God alles is.
Dit is waar, zelfs in zielen die niet werden gedoopt of die
in staat van doodzonde verkeren. De Kerk leert ons dat deze zielen geen
Goddelijk leven in zich dragen. Maar dat betekent niet dat God niet in de
zielen is. Het betekent gewoon dat Zijn Goddelijk leven niet in hen werkt. In
plaats dat de Drie-eenheid Zich verheugt in hen en in hen geniet, ondergaat
Jezus Zijn lijden in hen.
In deze afbeelding wordt het gordijn weggenomen en wordt
gesuggereerd wat God doet (of niet doet) in Zijn schepping. Zelfs waar God niet
actief is, is Hij nog steeds aanwezig. Zijn Goddelijke Wil houdt alles in
stand, en geeft alle dingen hun primaire beweging.
Tegelijk is God overal, is God alles (behalve zonde, dat
een leegte is). Net zoals Gods kwaliteiten de leden van Zijn geestelijk lichaam
zijn, vertelde Jezus aan Luisa dat de hele schepping Gods mensheid omvat. Het
is duidelijk dat er delen van Gods mensheid ziek zijn en verzwakt door de
leegtes die in hen gevormd zijn door zonde. Maar de Oorlog van Liefde vult deze
leegtes omdat zielen (de gezonde delen) leven in de Goddelijke Wil.
|