De mensen die in de
goddelijke wil leven, zijn misschien niet degenen die de gaven van de geest
manifesteren. Maar Jezus beschreef hen als de voeten van de missionaris, de
tong van de prediker, de kracht van de zwakkeren
en zo met al de rest. Ze
zijn de mirakels achter de mirakels:
Het lijkt dat de ziel die
mijn Wil doet, niets doet, en toch doet die alles: omdat in mijn Wil zijn
betekent dat deze zielen handelen op een Goddelijke wijze, in het verborgene,
en op een verbazende wijze. Daarom zijn ze het licht dat verlicht, winden die
zuiveren, vuur dat brandt, en mirakels die zorgen dat mirakels gebeuren.
Degenen die mirakels doen zijn de kanalen. Terwijl, in deze zielen in de
Goddelijke Wil de kracht woont.
Waarom woont de kracht in
hen? Omdat de H. Geest de kracht is en Hij is het Goddelijk leven dat voortkomt
uit elke handeling dat zielen doen in de Goddelijke Wil. Jezus noemde de
werkelijke vorming van onze eenvoudige menselijke handelingen in deze
Goddelijke handelingen de grootste mirakels:
Lieve dochter van Mijn
Goddelijke Wil, Mijn Goddelijke Wil is op zichzelf een voortdurend mirakel. Afdalen
naar de basis van de handeling van de mens om Zijn Handeling te vormen, Zijn
Leven daar, is het grootste mirakel dat niemand heeft kunnen doen. De Handeling
die met deugd is omgeven, dringt overal door met Zijn kus van licht en brengt
het de Handeling van de mens tot verrukking. Het beweegt het, Het transformeert
het, Het conformeert het, en met Zijn miraculeuze deugd vormt Het daar Zijn
Handeling in de handeling van de mens, en zonder de handeling van de mens te
vernietigen. De Handeling maakt eerder gebruik van de menselijke handeling als
ruimte om daar Zijn Handeling te planten, en dient als een lege plaats, om daar
Zijn Leven te vormen, zodanig dat van buitenaf men de menselijk handeling ziet,
en van binnenuit men het wonder ziet, de heiligheid, het grote mirakel van de
Goddelijke Handeling.
Niet alleen is de
menselijke handeling getransformeerd, het is niet vernietigd. Het mirakel
verenigt de menselijke handeling met zijn Goddelijke Tegenhanger. Dit mirakel
zou bekend moeten klinken voor elke Katholiek. Gedurende de Consecratie in de
H. Mis, voert God het mirakel uit met brood en wijn. Gewoon brood wordt
veranderd in het Lichaam, Ziel en Goddelijkheid van Jezus zonder dat het brood
wordt vernietigd. De wijn wordt Zijn bloed en heeft nog dezelfde eigenschappen
als wijn.
Dit is Mijn Lichaam Een mirakel dat maar een paar
seconden nodig heeft om zich te manifesteren.

Dit is ook het mirakel dat
God uitvoert in zielen die leven in de Goddelijke Wil. Ze worden vergoddelijkt
en getransformeerd in levende hosties. Maar in tegenstelling tot de consecratie
van het brood en wijn in de H. Mis, kan de consecratie van een persoon in een
perfect levende hostie enige tijd vergen. Terwijl het brood en de wijn getransformeerd
worden wanneer de priester zijn handen opheft en de consecratiewoorden
uitspreekt, kan het jaren duren voordat Jezus ons consecreert. Het brood en de
wijn hebben geen zonden, onvolkomenheden, en zwakheden die moeten verwijderd
worden. Het brood en de wijn hebbe3n geen wil die afgescheiden is van het
Goddelijke. Maar Onze Hogepriester zal Zijn werk verder zetten tot we perfect
levende hosties zijn. Wanneer de Goddelijke Wil volledig heerst in onze ziel,
zullen we niet vernietigd worden. We zullen vergoddelijkt zijn en gezonde leden
van het Lichaam van Christus worden, delend in Jezus Goddelijkheid. Van onze
plaats binnen de tweede Persoon van de Drie-eenheid, zullen we helpen anderen
gezond worden en ze herstellen in de orde, plaats en doelstelling waarvoor ze
werden geschapen.
De betekenis van het delen
in Gods Goddelijkheid is verbazingwekkend en enkel mogelijk met de gave van de
Goddelijke Wil. De Goddelijke Wil is de essentie van God. Binnen deze essentie
zijn er drie Goddelijke Personen. Hun eenheid is de Goddelijke Wil. Met deze
ene Wil, zijn de drie Personen de ene God. Intrinsiek aan de drie Personen is een
specifieke activiteit: de Goddelijke Emanatie. Binnen de Godheid is deze
Emanatie de uitwisseling van liefde onder de drie Personen. De Vader genereert
de Zoon in liefde en de Zoon geeft liefde terug aan de Vader. Uit hun gedeelde
liefde, komt de H. Geest voort en de liefde wordt teruggegeven. Dit is exact
wat we doen in de Goddelijke Wil. Elke handeling dat gedaan wordt in de
Goddelijke Wil is een uitwisseling van liefde tussen de Vader en de ziel. Uit deze
uitwisseling van liefde komt de H. Geest voort en de liefde wordt teruggegeven
een Goddelijke Emanatie.

Enkel met de gave van de
Goddelijke Wil kunnen we deelnemen aan deze Emanatie. Zonder de gave van de
Goddelijke Wil kan een ziel geen liefde teruggeven aan de Vader op een
Goddelijke manier waaruit de H. Geest voortkomt. Met de gave heeft God
werkelijk een ziel geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis.
|