Vele zielen in het Vagevuur waren verwonderd wanneer ze het volgende hoorden dat Jezus aan Luisa zei:

“Gelukkig zijn jullie allen die op aarde zijn, om zoveel sublieme leerstellingen te ontvangen – dat jullie de verdiensten verkrijgen om de wonden van een God te behandelen, dat alle anderen verdiensten in verdienste te boven gaat – en jullie glorie zal verschillend zijn van de anderen, zoals de Hemel verschillend van de aarde is. O, als we maar deze leerstellingen hadden ontvangen… hoe vele rijkdommen zouden we vergaren, die we nu niet hebben!”

Hoe moeilijk het ook mag zijn om je fiat te geven, verspeel je kostbare kansen niet om Gods wonden te behandelen met jouw lijden. De zielen in het Vagevuur zouden graag in jouw schoenen staan.

Als het een tijdje duurt vooraleer je lijden volledig begrijpt, voel je dan niet slecht. Zelfs vele Christen denominaties hebben de kracht van lijden niet begrepen en prediken woorden om het af te doen als onnodig. Lijden is zo’n tegenstrijdigheid, dat zelfs Satan met zijn intelligentie van een engel het niet volledig kon begrijpen. Luisa beschreef eens een keer dat een demon haar bedreigde haar fysiek aan te vallen. Maar in plaats van terug te deinzen bij de dreiging van lijden, moedigde Luisa de demon aan om een stok te zoeken om haar te slaan:

“Elke druppel bloed dat ik vergiet zal nog meer bewijs zijn van mijn liefde, van eerherstel en van glorie die ik aan mijn God wil geven.”

Nadat ze dit had gezegd hoorde Luisa de duivel discussiëren met een andere duivel: “Het is nutteloos om terug te gaan. Waarom zouden we haar slaan, als dit ons zal treffen, en dit een verlies is voor ons? Het is goed om iemand te laten lijden die niet wil lijden, omdat hij God zou beledigen; maar als iemand wil lijden, zouden we onszelf treffen.”

Daarmee vertrokken de duivels.

Onthoud als Satan de kracht van offerlijden 2000 jaar geleden volledig had begrepen, hij niet op Jezus’ dood had aangestuurd, want deze gebeurtenis opende de Hemel voor ons allen. Een ziel moet de waarde van het lijden begrijpen om verder vooruitgang te boeken op de tocht in de Goddelijke Wil, ongeacht hoe lang het duurt.

Dit zijn Jezus’ woorden aan Luisa:

“Mijn dochter, onder de vele titels die het Kruis heeft, is ook de titel van ‘feestdag’ te vinden, omdat wanneer iemand een gave ontvangt, wat gebeurt er dan? Degene die een gave ontvangt viert feest, verheugt zich en is blij. Sinds het Kruis de kostbaarste en edelste gave is, en het gegeven wordt door de grootste en meest unieke Persoon die er bestaat, brengt het meer blijheid en feest dan alle andere gaven.”

Als je ooit een persoon ontmoet met de gave van de Goddelijke Wil die een lijden of tegenslag viert, is er een goede kans dat je iemand hebt ontmoet die het lijden begrijpt en goed op weg is om thuis te komen in de Goddelijke Wil.

Hoewel lijden deel uitmaakt van het leven van een ziel met de gave, is lijden niet waar de Goddelijke Wil om draait. Lijden brengt eerherstel voor zonde waaronder de erfzonde, dat de val van de mens veroorzaakte.

De gave van leven in de Goddelijke Wil werd gegeven om ons terug te voeren naar de toestand van vóór de zondeval en ons terug te brengen naar Gods oorspronkelijk plan. God heeft ons niet geschapen om te lijden. Hij schiep ons voor Zijn en onze wederzijdse liefde en genot. Hij schiep ons voor de Hemel. Omwille van deze reden, vertelde Jezus aan Luisa dat voor de zielen die in de Goddelijke Wil leven zelfs lijden zal verdwijnen, omdat leven in de Goddelijke Wil meer is dan lijden. Hier is een van Jezus vele omschrijvingen van leven in de Goddelijke Wil:

“Door het Goddelijk leven te bezitten wordt alles heilig, wordt alles heilig, eindigen de ontberingen en bestaan de neigingen tot het kwaad niet meer.”

Op welk punt op de tocht zal het lijden verdwijnen? Er is geen algemeen antwoord op deze vraag mogelijk omdat lijden zal verdwijnen volgens het plan dat God heeft voor elke persoon en volgens de medewerking van deze persoon. Maar de vele teksten van Luisa die gaan over het lijden maken een punt zeer duidelijk: volhouden in het vergaren van kennis over lijden en het in praktijk brengen zijn kansrijke factoren in het verdwijnen van het lijden. Zielen in de Goddelijke Wil werken aan een Hemel op aarde. In de Hemel is er geen lijden. Maar tot je dat punt bereikt, moet je jouw kruisen ondergaan met moed en begrip.

Jezus vertelde Luisa: “Met woorden, zijn er velen die willen lijden, maar met daden, vluchten ze wanneer een pijn hen onderdrukt.”

Loop niet weg van je kruisen. Het weglopen stelt enkel je vooruitgang op de weg naar huis uit. De kruisen die voor jou zijn gepland moeten hoe dan ook komen en Jezus zal er zeker voor zorgen dat je ze krijgt. Voor je de volheid van een Hemel op aarde binnen treedt, moet je alles hebben dat je nodig hebt om op Hem te lijken, met inbegrip van een deel in Zijn lijden.

Samen met de waarde van lijden, is er een andere moeilijke waarheid die moet omarmd worden om dieper in de Goddelijke Wil te dringen: het begrip dat we niets zijn. Om volledig deze waarheid te begrijpen en accepteren, moet je jezelf zien als een persoon om je nietigheid te realiseren. Dit is niet van vandaag op morgen dat dit gebeurt. Het zal tijd vergen en misschien tussenstappen om er te geraken. Het vergeten van zichzelf is zeker een belangrijke tussenstap.

Om zichzelf te vergeten vertelde Jezus Luisa om de dag te beleven alsof het Zijn dag was en niet de hare. Tot nu toe werd ons door de Kerk geleerd om Jezus’ hand vast te houden gedurende de dag omdat Hij altijd bij ons is. Maar Jezus leidt ons verder met Zijn woorden tot Luisa. Hij wil dat we Zijn hand loslaten en in Hem verdwijnen, terwijl Hij beweegt in onze bewegingen, spreekt door onze stem, en al de andere zaken. Onze dag is nu Zijn dag met ons die Hem gezelschap houden.

Met het vergeten van zichzelf ben je niet gekomen tot je nietigheid, maar je bent een stap dichter gekomen. De volgende stap is ook een moeilijke: erkennen dat God alles is! Kijk rond je. Alles wat je ziet is God. Honderden teksten in Luisa’s boeken gaan over de waarheid dat de hele schepping, waaronder de mens, deel uitmaakt van Gods mensheid in de tweede Persoon van de Drie-eenheid. Lees en herlees deze teksten. Wanneer je eindelijk in staat bent te zeggen “God is alles” en het gelooft vanuit het diepste van je hart, dan ben je zoveel dichter tot nietigheid en tot de Goddelijke Wil die in je heerst.

Nog een stap naar nietigheid is onthechting. Je moet door het proces gaan van God alles te geven. De dingen waarvan je dacht dat ze van jou waren al deze jaren, waren van Hem. Geef je opeising ervan op. Alles is van God omdat Hij alles is.

Het goede van onthechting is dat dingen die misschien op je drukten, ook niet van jou zijn. Rekeningen, zorgen, verantwoordelijkheden, ziekten en onvolkomenheden behoren allen tot God. Het betekent ook dat de meer subtiele dingen ook van Hem zijn, zoals ambitie, dromen en relaties. Alles is van Hem – het goede, het slechte, en het lelijke. Je moet alles aan Hem overlaten wat je leven uitmaakt.

Het kan misschien wat tijd vergen maar dit voor elkaar brengen, zal je naar nietigheid voeren – naar de poort. Wanneer je door deze deur wandelt, zou het een van de meest plezante momenten van je leven kunnen zijn. Het kan misschien de eerste keer zijn dat je je echt voelt leven volgens de woorden van de Aanroeping: “Wij zijn niets. God is alles.”

Tweeduizend jaar heeft de Kerk de gelovigen over onthechting geleerd. Maar alleen met de gave van de Goddelijke Wil kan je werkelijk je onthechten van je menselijke wil. Zonder de gave, konden de meeste heiligen hun wil in overeenstemming brengen met de Goddelijke Wil – een geestelijk huwelijk. Met de gave kan je jouw wil aan God geven en verdwijnen in het Al, dat God is.

De waarheid van je nietigheid ervaren is een mooie plaats om te vertoeven. Je kunt de volgende paar dagen misschien steeds opnieuw herhalen: “God, ik ben niets en U bent alles. Is dat niet wonderbaar!”

Maar er zal een tegenstrijdigheid de kop opsteken in dit perfect lijkend gevoel van nietigheid: “Als ik niets ben en God is alles, hoe komt het dat ik weet wat er aan de hand is? Er moet iets van mij over zijn om zelfs deze gedachte te hebben.”

Dan komt de volgende openbaring: “Er is iets boven nietigheid, iets dat mij toelaat om nog steeds bewust te zijn van wat er gaande is rond mij. Wat zou er mogelijk boven nietigheid staan?

Er gaat een licht op: “Leven in God!”

Wel, je bent altijd een deel geweest van Gods mensheid – een persoon binnen de mensheid van Jezus, een persoon in een persoon. Je weet wat er gaande is omdat je een bestaan hebt in God. En nu dat je een deel bent van Zijn Wil, deelt God alles met jou. Het is niet “Zijn” of “mijn”. Alles is het “ONZE” – Onze job, Ons gezin, Ons lijden, Onze dromen, Ons lichaam, Onze wijsheid, Onze schepping. Je weet wat er gaande is omdat je de Goddelijke Geest deelt.

Of je de gave van de Goddelijke Wil hebt of niet, er is niets buiten God. Maar met de gave is God in staat om alles te delen wat Hij is met jou, voor zover als mogelijk is voor een menselijk schepsel. Maak je klaar om het avontuur te beginnen!