Eens de enting plaats grijpt moet het groeien. Jezus vertelde Luisa dat gehoorzaamheid hetgeen is wat de Goddelijke deugden doet groeien in een ziel. Dit houdt in gehoorzaamheid aan oversten, ouders, leraars, de Kerk, Gods geboden. Dit is gehoorzaamheid aan Gods Wil. Je kunt niet leven in de Goddelijke Wil, tenzij je Gods Wil doet. Jezus vertelde Luisa: “Ware heiligheid is het doen van de Goddelijke Wil en leven in de gave van Gods Wilskeuze.” Als je weet wat God wil dat je minder tv kijkt, kan je dit niet negeren en Jezus vragen “Kom tv kijken in en door mij.” Je moet Gods Wil doen met de gave van Zijn Goddelijke Wil.

Nu en dan kon zelfs Luisa problemen hebben met gehoorzaamheid: “Stout zijnde, haalde ik mijn schouders op en zei ‘Het is moeilijk voor mij om het te doen [schrijven]. Wie zal alles herinneren?’ En Jezus, voegde er lachend aan toe, ‘En als Ik na je dood jou een pen van vuur in je hand geef in het Vagevuur, wat ga je dan zeggen?” Jezus maakte het zeer duidelijk aan Luisa dat gehoorzaamheid aan Gods Wil absoluut noodzakelijk is.

God openbaart Zijn Wil aan ons op verschillende manieren – door tekenen, door oversten, door beantwoorde gebeden – maar meestal fluistert Hij het tot ons. Als je een overste hebt, wat de overste zegt aan jou om te doen is Gods Wil voor jou. Maar als je geen overste hebt, moet je luisteren naar Gods stem. Dit vergt oefening en een groot vertrouwen in Gods liefde. Uiteindelijk is maar normaal dat God wil converseren met degenen die Hij liefheeft.

Noot: overste wil in deze context zeggen, iemand die een meerwaarde in je leven betekent. Iemand die je helpt een goed iemand te worden en op Gods weg te komen, zonder omwegen.

Maar zelfs Luisa stelde vele keren in vraag of God werkelijk wilde dat ze in bed lag, de boeken schreef, het leven leidde zoals het was. Eens ze deze twijfels had, verscheen haar een Heilige die haar vertelde dat ze Gods Wil deed in de staat waarin ze leefde en dat ze bereid moest zijn iets anders te doen, als ze een duidelijk teken van God had ontvangen om dat te doen. Deze raad van de Heilige kan je misschien helpen. Je kan gerust aannemen dat wat je nu aan het doen bent, hetgeen is wat God wil dat je doet, als je in waarheid zegt dat je bereid bent iets anders te doen, als God je een duidelijk teken geeft om dit te doen.

Door gehoorzaamheid, wil God je leren om Zijn Wil te doen met de gave van de Goddelijke Wil zodat de Goddelijke deugden in jou zouden groeien. Zoals Jezus Luisa vertelde, zal Hij je ledigen van het menselijke zodat Hij je kan vullen met het Al.

Als God je zuivert, zal er veel strijd zijn als je blijft je slechte gewoonten en gehechtheden volgen in deze wereld. Jezus gaf Luisa de raad dit niet te laten aanslepen. Als je het laat aanslepen en niet onmiddellijk de slechte gewoonten en wereldse gehechtheden aanpakt, dan laat je toe dat het een strijd wordt. Jezus heeft het perfecte voorbeeld aan ons gegeven. Wanneer Petrus probeerde Jezus uit het hoofd te praten Zijn dood tegemoet te gaan in Jeruzalem, zei Jezus hem heftig “Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.” Wanneer Satan Jezus op de proef stelde in de woestijn, gaf Jezus onmiddellijk een antwoord door de Bijbelverzen te citeren.

Lucas 4:1-13 : In die tijd ging Jezus, vervuld van de heilige Geest, weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn gevoerd, waar Hij veertig dagen verbleef en door de duivel op de proef werd gesteld. Gedurende die dagen at Hij niets en toen ze voorbij waren kreeg Hij honger. De duivel zei nu tot Hem: 'Als Gij de zoon van God zijt, beveel dan aan die steen daar dat hij in brood verandert.' Jezus gaf hem ten antwoord: 'Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen.' Daarop voerde de duivel Hem omhoog en toonde Hem in een oogwenk alle koninkrijken der wereld. En de duivel sprak tot Hem: 'Ik zal U alle macht geven over deze heerlijke gebieden want ze zijn mij geschonken, en ik geef ze aan wie ik wil. Als Gij dus in aanbidding voor mij neervalt, zal dat alles van U zijn.' Toen antwoordde Jezus hem: 'Er staat geschreven: De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.'

Daarna bracht de duivel Hem naar Jeruzalem, plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en sprak tot Hem: 'Als Gij de zoon van God zijt, werp U dan vanaf deze plaats naar beneden; want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij omtrent U het bevel geven U te beschermen en zij zullen U op de handen nemen opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen.' Maar Jezus gaf hem ten antwoord: 'Er is gezegd: Gij zult de Heer, uw God, niet op de proef stellen.' Toen gaf de duivel al zijn pogingen om Hem te verleiden op en hij verwijderde zich van Hem tot de vastgestelde tijd.

Als je bekoord wordt, maak er dan onmiddellijk korte metten mee. Regel de zaak onmiddellijk en ga niet in op de bekoring vooraleer het een strijd wordt. Dit kan vooral nuttig zijn wanneer het bekoringen zijn in de geest en gedachten. Van zodra een negatieve gedachte komt, zoals angst, gepieker, haat, of ontmoediging, verwijder de gedachte onmiddellijk vooraleer het een strijd wordt. Jezus kan niet “deze negatieve gedachten denken in jouw denken.” Deze zijn niet in de Goddelijke Wil. In feite toonde Jezus Luisa hoe Hij een doorn leed voor elke gedachte dat niet in de Goddelijke orde was.

Laat het niet aanslepen – vooral niet op het slagveld van de geest – en zorg niet dat Jezus bijkomende doornen moet lijden!

Sommige van de meest verankerde zonden in onze wereld zijn de zonden van de tong. We kunnen niet ophouden met praten over andere mensen. Als je groeit in de Goddelijke Wil, zal God alle soorten van omstandigheden scheppen om je te leren met je eigen zaken bezig te houden. Jezus gaf Luisa wat praktische raad over dit probleem – kijk niet naar je naaste en dan zal je niet over hem oordelen. Er zou geen moment verloren gaan om anderen te bekritiseren wanneer we zouden bidden met Jezus, met de gave van de Goddelijke Wil. Er zijn teveel handelingen en ronden die moeten gedaan worden.

Een andere raadgeving dat Jezus aan Luisa gaf betreft een noodzakelijk aspect van leven in de Goddelijke Wil : erkenning van onze “nietigheid”. Zelfs de “Aanroeping van de Goddelijke Wil” begint met “Ik ben niets. God is alles.” De realiteit is dat als God zich zou verwijderen van ons op dit moment, we zelfs geen handvol stof zouden zijn, we zouden eenvoudigweg ophouden te bestaan. De Wil van de Vader brengt elke adem die we nemen op de vleugels van een engel. De Goddelijke Wil houdt op elk moment het bestaan van elke cel in ons lichaam in stand. Het is voor ons lastig – vooral als we leven in een land waar het laatste wat iemand ons leert nederigheid is – om deze waarheid te omarmen. We kunnen het begrijpen, maar we hebben moeite het te beleven.

Om deze waarheid te beleven, zouden we moeten stoppen met aan onszelf te denken. Het is logisch. Als je echt erkende dat je alleen in God bestaat en dat je zonder God niets bent, zou je stoppen met te denken aan jezelf. Uiteindelijk als je niets bent, is er niets om aan te denken.  

Het leidt geen twijfel – leven als een niemendal is zeer lastig. Eigenlijk is het onmogelijk dit te doen zonder Gods hulp. Hier is wat Jezus aan Luisa vertelde:

Mijn dochter, om te zorgen dat de ziel zichzelf vergeet, moet ze het volgende doen: in alles wat de ziel doet, en dat wat noodzakelijk is voor de ziel, moet ze doen als Ik het ben die het wil doen in de ziel. Als de ziel bidt, moet ze zeggen : “Het is Jezus die wil bidden, en ik bid samen met Hem.” Als de ziel moet werken : Het is Jezus die wil werken. Het is Jezus die wil wandelen. Het is Jezus die wil eten, die wil slapen, die wil opstaan, die wil plezier beleven, en zo verder met je hele leven, behalve de zonden en dwalingen. Alleen op deze manier kan de ziel zichzelf vergeten: de ziel zal alles doen niet omdat Ik het wil, maar juist omdat Ik het wil moet de ziel het Mij laten doen.

Deze raad is zeer duidelijke en eenvoudig. De enige vraag is – ben je bereid het te doen? Ben je bereid dagelijks te zeggen “Jezus wil naar de supermarkt; Jezus wil het ontbijt nemen, Jezus wil uit Luisa’s boek lezen, Jezus wil ronden doen, Jezus wil gaan slapen… “ en zo verder? Lijkt het een beetje dwaas? Toch zijn Jezus’ woorden zeer duidelijk.