Leven
in de Goddelijke Wil
gebaseerd
op de geschriften van Luisa Piccarreta
Een druppel in de immense zee van de Goddelijke Wil.

Ieder is bekend met dit tafereel :

Onze Heer Jezus Christus die sterft op het Kruis voor ons.
Maar er is iets dat Jezus openbaarde aan een Italiaanse dame, Luisa Piccarreta,
over dit tafereel dat we nog niet eerder wisten. Twee mensen in dit tafereel
leven in de Goddelijke Wil. Deze twee mensen zijn Jezus en Maria. Niemand anders
in de wereld leefde in die tijd in de Goddelijke Wil enkel Jezus en Maria.
Jezus leefde in de Goddelijke Wil omdat Hij God is. De
Goddelijke Wil is de essentie van God, en daarom is Jezus de Goddelijke Wil
door Zijn natuur. Maria leefde in de Goddelijke Wil door genade een gave dus.
Waarom was er niemand anders die in de Goddelijke Wil
leefde? Daarvoor moeten we teruggaan naar Adam en Eva om te kijken wat er is
gebeurd in de grote Zondeval, toen Adam en Eva de erfzonde hebben gepleegd.
In de Tuin van Eden leefde alles in de Goddelijke Wil. Al
de dieren, planten alles waaronder ook Adam en Eva. Bij elke ademtocht,
elke stap, elke glimlach, elk woord van hen werd Gods Wil gebruikt, niet hun
eigen menselijke wil.

Ze hadden nog steeds hun menselijke wil, maar ze verenigden
het met de Goddelijke Wil. Omdat ze alles in de Goddelijke Wil deden, waren al
hun daden, woorden en gedachten Goddelijk perfect op alle manieren en
oneindig net zoals God.
Er waren vele gevolgen van het leven in de Goddelijke Wil:
Adam en Eva waren onschuldig
en heilig. Zij bezaten het Goddelijk Leven. Zij waren geneigd tot het goede
en niet tot het kwade. Ze hadden ook Goddelijke integriteit alles was in
perfecte orde en harmonie in hun hoofd. Ze dachten, wilden, of deden niets wat
niet goed was en van God kwam.
Adam en Eva hadden de buiten-natuurlijke
gaven van God ontvangen: ingestorte kennis, een goed verstand, een sterke
vrije wil, de geneigdheid tot het goede, het vrij zijn van zwaar en vermoeiend
werk, evenals van ziekte, lijden en dood. Adam en Eva waren dus onsterfelijk
ze werden niet oud. Het was zelfs zo dat alles wat ze deden hen meer leven gaf,
omdat deze allemaal Goddelijke handelingen waren.
De gave van ingestorte kennis houdt het volgende in: Zij konden bijvoorbeeld kijken naar een paard
en ze wisten exact hoe zijn organen werkten. Ze wisten waarom God de dingen had
geschapen, de kwaliteiten dat dingen bezitten, en hoe ze te gebruiken.
Adam en Eva waren door God in de staat van de heiligmakende genade geschapen, waardoor zij gelukkig
waren naar ziel en lichaam, en waardoor zij deel hadden aan het goddelijk leven
en recht hadden op de hemel.
Adam en Eva beheersten
de schepping alle dieren, lucht, planten, aarde alles gehoorzaamde Adam
en Eva. Adam en Eva waren verschillend van dieren, planten, wind, water en alle
andere dingen in de Tuin op een bijzondere manier. De platen, dieren en andere
dingen hadden geen eigen wil. Deze dingen konden enkel handelen in de
Goddelijke Wil. Ze hadden geen keuze. Maar Adam en Eva waren door God geschapen met een menselijke wil bovenop de
Goddelijke Wil die ze bezaten. Op dit punt gebruikten ze alleen de
Goddelijke Wil.
Maar de zaken veranderden spoedig.
De
grote Zondeval van de Mens
God had Adam en Eva de gave gegeven van leven in de
Goddelijke Wil. Ze hadden niets gedaan om het te verdienen. God was altijd van
plan geweest hen op de proef te stellen om te zien of Hij hen kon de gave en al
de vruchten ervan kon toevertrouwen die uit het leven in de Goddelijke Wil
voortkomen.

Adam en Eva faalden in de beproeving ze gehoorzaamden God
niet en aten van de Boom van de kennis van goed en kwaad. Ze hadden Gods Wil
gebruikt om alles te doen lopen, praten, eten, slapen, alles. Nu hadden ze
hun eigen menselijke wil gebruikt voor de eerste keer buiten het Koninkrijk van
de Goddelijke Wil. Daarom nam God de gave van leven in de Goddelijke Wil weg
van hen en hun nageslacht: WIJ.
De Goddelijke Wil was nog steeds in hen aanwezig omdat de
Goddelijke Wil overal is, maar Adam en Evas menselijke wil was achtergelaten
om hun handelingen te bezielen. Dit was een groot verlies omdat hun wil niet
door God was gemaakt om afgescheiden te werken van Zijn Goddelijke Wil. Zonder
de Goddelijke Wil waren de menselijke wil van Adam en Eva zwak, veranderlijk en
ongeordend.
De menselijke wil alleen sloot de Hemel af.
Met het verlies van de gave verloren Adam en Eva ook de vruchten
ervan. Ze genoten niet langer God ingestorte kennis. Ze ervaarden nu wat het
was om pijn en ongeluk te hebben. Ze begonnen te verouderen en zouden sterven.
Ze kunnen nu slechte gedachten hebben, wilden slechte zaken
en deden slechte daden.
En met het licht van de Goddelijke Wil dat was uitgedoofd
in Adam en Eva, omringden de dieren hen niet langer. Vele schepselen liepen
weg. De vegetatie werkte niet langer met hen samen. De aarde en de schepping
waren nog altijd in de Goddelijke Wil aan het leven Adam en Eva waren echter
niet langer in staat zo te leven. Ze leefden nu in onenigheid met de schepping.
Dit was ook hard voor God. Het hele doel van de schepping
was opgeschort. Hij kon niet langer van Zijn schepping genieten en het
onschuldig plezier dat Hij had met Adam en Eva.
Adam en Eva leefden nog altijd zeer lang en waren zeer
intelligent. Maar als de jaren voorbij gingen in de Tuin werden de gevolgen van
te leven in de Goddelijke Wil steeds minder voor hen, hun kinderen en de
kinderen van hun kinderen.
Dit was de zondeval van het leven in de Goddelijke Wil
naar het leven in de menselijke wil. De mens werd steeds dieper meegesleurd in
de chaos van de menselijke wil.
De Goddelijke Wil controleerde nog steeds de adem van de
mens, zijn harstalg en de werking van zijn lichaam. Maar voor zover het zijn
woorden, gedachten en daden betrof stond de mens er alleen voor. In het beste
geval kon hij alleen Gods Wil doen met behulp van zijn menselijke wil. De gave
van het leven in de Goddelijke Wil is verloren voor de mens en zou 6000 jaar
niet teruggewonnen worden.
Maar Gods doel voor de schepping moest gebeuren, anders zou
God niet God zijn. Het is enkel dat Zijn plan tijdelijk werd uitgesteld voor
een paar duizend jaar terwijl de mens een omweg van 6000 jaar nam van de weg
dat God wilde dat we zouden volgen.
Als we deze 6000 jarige omweg nader bekijken, kunnen we
zien dat God de mens niet heeft in de steek gelaten. Hij had een plan B om ons
terug naar het oorspronkelijk plan te brengen. Dit plan bevatte alle soorten
hulp, maar he was nog altijd een lange en moeilijke weg omdat we niet langer
het gebruik van de Goddelijke Wil hadden en Satan alle soorten van beroerde listen
gebruikt om ons op een dwaalspoor te brengen.
Satans listen betreffen : wellust, afgoden, geld, bezit,
macht, trots enz.
|