|
Dag 3 : Jezus
verschijnt aan Thomas
Merk op dat in de lezing van
vandaag, Jezus vol medelijden is met iemand die twijfelt, en dat het deel
uitmaakt van het tot geloof komen. Perioden van twijfel en het in vraag
stellen kunnen leiden tot een sterker, diepgaander geloof. De sleutel is om de
conversatie gaande te houden met de Heer, zoals je dit gedurende je bezinning
hebt gedaan en zoals Thomas doet met Jezus.
Ik vraag om wat ik verlang. Hier
zal het zijn om genade te vragen om blij te zijn en mij te intens te verheugen
omwille van de grote glorie en vreugde van Christus, Onze Heer. (SE 221)

Johannes 20:24-31 : Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij
hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: Wij hebben de
Heer gezien. Maar hij antwoordde: Als ik niet in zijn handen het teken van de
nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand
in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven. Acht dagen later waren
zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de
deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei:
Vrede zij u. Vervolgens zei Hij tot Tomas: Kom hier met uw vinger en bezie
mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer
ongelovig, maar gelovig. Toen riep Tomas uit: Mijn Heer en mijn
God! Toen zei Jezus tot hem: Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig
die niet gezien en toch geloofd hebben. Nog vele andere tekenen heeft
Jezus gedaan in het bijzijn van zijn leerlingen, welke niet in dit boek zijn
opgetekend, maar deze hier zijn opgetekend, opdat gij moogt geloven, dat
Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt
bezitten in zijn Naam.
Kun je Tomas twijfel begrijpen? Kan
je met hem zeggen als uitdrukking van geloof: Mijn Heer en mijn God!
Overweging
We zullen nooit de Beker van de mensheid winnen, een
wedstrijd winnen voor perfectie, maar we kunnen samen in hoop leven, vieren dat
we geliefd zijn in onze gebrokenheid. We kunnen elkaar helpen, groeien in
vertrouwen, leven in dankbaarheid, leren te vergeven, ons openstellen naar
anderen en hen verwelkomen, en streven om vrede en hoop in de wereld te brengen.
Jean Vanier
Dag 4 : Jezus verschijnt aan Petrus en de discipelen
De lezing van vandaag toont Jezus
die verschijnt aan Petrus en de discipelen op de oever van het Meer van
Tiberias. Beeld je in dat je betrokken bent in deze zeer dynamische en tedere
scène,. Kan je de verwondering en de vreugde van de discipelen voelen en het
enthousiasme van Petrus? Luister naar de intieme dialoog tussen Jezus en
Petrus. Beeld je in dat Jezus hetzelfde tegen jou zegt.
Ik vraag om wat ik verlang. Hier
zal het zijn om genade te vragen om blij te zijn en mij te intens te verheugen
omwille van de grote glorie en vreugde van Christus, Onze Heer. (SE 221)
Johannes 21:1-19 : Daarna verscheen Jezus aan de leerlingen bij het meer van Tiberias.
De verschijning verliep op deze wijze: Er waren bijeen: Simon Petrus, Tomas,
die ook Didymus genoemd wordt, Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van
Zebedeüs en nog twee van zijn leerlingen. Simon Petrus zei tot hen: Ik ga
vissen. Zij antwoordden: Dan gaan wij mee. Zij gingen dus op weg en klommen
in de boot, maar ze vingen die nacht niets. Toen het reeds morgen begon te
worden, stond Jezus aan het strand, maar de leerlingen wisten niet dat het
Jezus was. Jezus sprak hen aan: Vrienden, hebben jullie soms wat vis? Neen,
antwoordden ze. Toen zei Hij hun: Werpt het net uit rechts van de boot,
daar zult ge iets vangen. Nadat ze dit gedaan hadden, waren ze niet meer bij
machte het net op te halen vanwege de grote hoeveelheid vissen. Daarop zei
de leerling van wie Jezus veel hield tot Petrus: Het is de Heer! Toen Simon
Petrus hoorde dat het de Heer was, trok hij zijn bovenkleed aan want hij
droeg slechts een onderkleed en sprong in het meer. De andere leerlingen
kwamen met de boot, want zij waren niet ver uit de kust, slechts tweehonderd
el, en sleepten het net met de vissen achter zich aan.
Toen zij aan land waren gestapt,
zagen zij dat er een houtskoolvuur was aangelegd met vis erop en
brood. Jezus sprak tot hen: Haalt wat van de vis, die gij juist gevangen
hebt. Simon Petrus ging weer aan boord en sleepte het net aan land. Het
was vol grote vissen, honderddrieënvijftig stuks, en ofschoon het er zoveel
waren, scheurde het net niet. Jezus zei hun: Komt ontbijten. Wetend dat
het de Heer was, durfde geen van de leerlingen Hem vragen: Wie zijt
Gij? Jezus trad dichterbij, nam het brood, en gaf het hun, en zo ook de
vis. Dit nu was de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen sinds
Hij uit de doden was opgestaan.
Na het ontbijt zei Jezus tot
Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij meer lief dan dezen? Hij
antwoordde: Ja Heer, Gij weet, dat ik U bemin. Jezus zei hem: Weid mijn
lammeren. Nog een tweede maal zei Hij tot hem: Simon, zoon van Johannes,
hebt ge Mij lief?, waarop deze antwoordde: Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.
Jezus hernam: Hoed mijn schapen. Voor de derde maal vroeg Hij: Simon,
zoon van Johannes, hebt ge Mij lief? Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem
voor de derde maal vroeg: Hebt ge Mij lief? en hij zei Hem: Heer, Gij weet
alles: Gij weet dat ik U liefheb. Daarna zei Jezus hem: Weid mijn
schapen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: toen ge jong waart, deed ge zelf uw
gordel om en ging waarheen ge wilde, maar wanneer ge oud zijt, zult ge uw
handen uitstrekken, een ander zal u omgorden en u brengen waarheen ge niet wilt.
Hiermee zinspeelde Hij op de dood waardoor hij God zou verheerlijken. En na
deze woorden zei Hij hem: Volg Mij.

Merk het bevel op waarmee Jezus
Petrus verlaat. Hoe word jij geroepen om de anderen bij te staan?
Overweging : Een gebed door H. Teresa van Avila
Christus heeft geen ander lichaam op aarde dan het
jouwe,
geen handen dan de jouwe,
geen voeten dan de jouwe,
van jou zijn de ogen waardoor Christus met
mededogen naar de wereld kijkt;
van jou zijn de voeten waarmee Hij rond gaat goede
daden verrichtend;
van jou zijn de handen waarmee Hij de mensen nu
zegent.
Christus heeft nu op aarde geen ander lichaam dan
het jouwe.
Dag 5 : Contemplatie van Gods
Liefde (deel 1)
We besluiten deze bezinning met
drie dagen van overweging over Gods Liefde de laatste meditatie in de
Geestelijke Oefening. Dit is het hoogtepunt van de bezinning. In deze
contemplatie laten we Gods overweldigende liefde ons leven versterken. We zien
dat de hele beweging van de bezinning geworteld en gericht is op liefde.
Vooraleer Ignatius deze
contemplatie aanbiedt, geeft hij twee opmerkingen over liefde:
* Liefde moet zich meer uiten in
daden dan in woorden. (SE 230) Liefde moet in daden
omgezet worden, woorden zijn niet genoeg. Nu we geschoold zijn tot discipelen
deze weken, moeten we nu iets DOEN. Ignatiaanse spiritualiteit
is er een van MISSIE.
* Liefde bestaat in de wederzijdse
uitwisseling tussen personen. (SE 231) Wie liefheeft geeft en
deelt mee wat hij heeft of van hetgeen hij heeft of vermag aan wie hij
liefheeft, en zo ook omgekeerd, wie geliefd wordt aan wie hem liefheeft. Heeft
de een kennis, eer of rijkdom, dan zal hij die geven aan wie ze niet heeft, en
zo zal ook de ander tegenover hem.
Net zoals liefde tussen twee
personen gekenmerkt is door geven en ontvangen, is de liefde die we delen met
God een soort van wederzijdse relatie. God wil
onze vriendschap. God wil door ons gekend en geliefd zijn. Deze goddelijke verlangens zijn
de bron van ons verlangen God te kennen, lief te hebben en Hem te dienen.
Ik vraag wat ik verlang. Hier zal
dat zijn: innerlijke kennis van zoveel goeds dat ik ontvangen heb, opdat ik,
geheel en al erkentelijk, de Goddelijke Majesteit in alles kan liefhebben en
dienen. (SE 233)
1 Dank God voor de vele
gaven
Ik herinner mij de gaven en
weldaden die ik heb ontvangen mijn schepping, verlossing, en andere gaven die
ik persoonlijk heb ontvangen. Ik zal met een diepe genegenheid overwegen
hoeveel God, Onze Heer voor mij heeft gedaan, en hoeveel Hij mij heeft gegeven
van wat Hij bezit, en hoe diezelfde Heer verlangt om mij zelfs Zichzelf te
geven zoveel Hij maar kan, in overeenstemming met Zijn goddelijke beschikking.
Daarna kijk ik naar mijzelf, en
overweeg ik wat ik van mijn kant zou moeten aanbieden en geven in alle rede en
rechtvaardigheid, aan de Goddelijke Majesteit nl. al mijn bezittingen, en
mijzelf erbij. Ik zal God zeggen dat ik een offer aanbied uit diepe genegenheid
en bidden:
Neem
Heer, en aanvaard heel mijn vrijheid, mijn geheugen, mijn verstand en heel mijn
wil, alles wat ik heb en bezit. U hebt het mij gegeven, aan U, Heer, geef ik
het terug. Alles is van U. Beschik erover geheel volgens Uw wil. Verleen dat ik
U mag liefhebben, die genade is mij genoeg. (SE 234)
Het Neem, Heer en Ontvang gebed
is een offer dat aangeboden wordt in vrijheid. We hebben gebeden voor
onverschilligheid in de bezinning: om vrij te worden van ongeordende
hartstochten. Nu richten we ons op de noodzaak van deze vrijheid: we worden
vrij van buitensporige gehechtheden zodat we God en de naaste meer kunnen
liefhebben en dienen. Gekoesterd in de liefde van God, worden we versterkt in
liefde, zoals God liefheeft.
Overweging : Word verliefd - Pr Pedro Arrupe SJ (1907-1991)
Niets is eenvoudiger dan het
vinden van God, dat is verliefd worden op een vrije absolute, ultieme manier. Op wie, op wat je verliefd bent, wat je verbeelding raakt, heeft invloed op alles. Je zult de keuze maken wat je doet opstaan s morgens, wat je 's avonds gaat doen, hoe je je weekends zal doorbrengen, wat je leest, wie je leert kennen, wat je hart breekt, en wat je in verwondering doet staan met vreugde en dankbaarheid. Word verliefd, blijf
in de liefde, en het zal alles beslissen. - Pr Pedro Arrupe SJ
Dag 6 : Contemplatie van Gods Liefde (deel 2)
Met de ogen van geloof,
realiseren we de oneindige diepte van de realiteit. We beginnen te begrijpen
hoeveel Hemel er hier op aarde is. God is bij ons. Vraag: Hoe heb ik God ontmoet die
in mij woont, in de anderen, en in de schepping? Wees heel concreet. Je kunt
overwegen om in de natuur te bidden.
Ik vraag wat ik verlang. Hier zal
dat zijn: innerlijke kennis van zoveel goeds dat ik ontvangen heb, opdat ik,
geheel en al erkentelijk, de Goddelijke Majesteit in alles kan liefhebben en
dienen. (SE 233)
2 God vinden in alle dingen, in alle mensen en in
mijzelf
Kijk hoe God in de schepselen
woont: in de elementen door ze het bestaan te geven, in de planten door ze te
doen groeien, in de dieren door ze te doen voelen, in de mensen door hun
verstand te geven. Zo woont Hij ook in mij, door mij het bestaan te geven, mij
te bezielen, mij te doen voelen en mij verstand te geven. Bovendien maakt Hij
van mij een tempel, daar ik geschapen ben naar het beeld en de gelijkenis van
zijne goddelijke Majesteit. Keer je dan tot jezelf zoals in het eerste punt. (SE 235)
Gebruik je zintuigen en
verbeelding om God in alle dingen en alle mensen te vinden. Wees aandachtig
voor de bewegingen van genade in je innerlijk. Besluit met onderstaand gebed van Ignatius.
Suscipe
H. Ignatius
of Loyola
Neem,
Heer, en aanvaard
heel mijn vrijheid,
mijn geheugen,
mijn verstand
en heel mijn wil,
alles wat ik heb en bezit.
U hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.
Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.
Geef dat ik U mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.
Overweging :
·
Sinds God alle dingen geschapen heeft, is alles op
basis van Zijn Wetten werkzaam geweest en in gestage ontwikkeling gebleven.
Onder Zijn alziend oog, onder Zijn heerschappij, hebben alle dingen zich
gestaag ontwikkeld naast de overleving van de mensen. Niets kan deze wetten
veranderen en niets kan deze wetten teniet doen.
·
God zal met ons zijn, God is Emmanuel, God zal met
ons zijn, de God van Israël.
·
God zorgt voor een balans in de relatie tussen alle
dingen om de mensheid een stabiele omgeving voor overleving te geven.
·
God is voor ons uitgegaan in alle dingen die wij
tegenkomen in ons leven.
·
De zegen van God wens ik jou toe, weet dat Hij je
nooit verlaat. De zegen van God blijft bij jou, overal waar je gaat.
·
Of je de daden van God nu wel of niet herkent en of
je nu wel of niet in het bestaan van God gelooft, het lijdt geen twijfel dat je
lot binnen Gods ordening ligt. Het lijdt ook geen twijfel dat God altijd
heerschappij over alle dingen zal hebben.
·
God gebruikt Zijn leven om in alle levende en
levenloze dingen te voorzien, door alles in orde te brengen met Zijn kracht en
gezag. Dit is een waarheid die niemand kan bedenken of gemakkelijk kan bevatten
en deze onbegrijpelijke waarheden zijn de manifestatie van en getuigenis voor
de levenskracht van God.
·
Een relatie met God is de beste relatie die je kan
hebben.
·
Vertrouw op de Heer met heel je hart, steun niet op
eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de
weg. (Spreuken 3:5-6)
·
Mijn plan met jullie staat vast, spreekt de Heer.
Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: Ik zal je een hoopvolle
toekomst geven. (Jeremia 29:11)
·
Door het geloof spreekt God. Door de hoop helpt
God. Door de liefde geeft God.
·
Hoop, geloof en liefde zijn de zaken waar het
eigenlijk om gaat. Zonder anker, nooit een haven. Zonder kruis, geen
overtuiging. Zonder hart geen warm verlangen naar geborgenheid en liefde, naar
een steun en toeverlaat.
Dag 7 : Contemplatie van Gods Liefde (deel 3)
Rainer Maria Rilke, duitse
dichter, vat de beweging van deze Contemplatie perfect samen: We zijn dicht in
Uw handen gewiegd en rijkelijk uitgeworpen. We hebben de oproep om te komen
en het te zien beantwoord. We zijn op een beslissend punt gekomen om ons
JA-woord te geven en Jezus te volgen.
Johannes 1:35-39 : De volgende dag stond Johannes
(de Doper) daar (aan de overkant van de Jordaan) weer, nu met twee van zijn
leerlingen. Hij richtte het oog op Jezus die voorbijging en sprak: Zie,
het Lam Gods. De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen en gingen Jezus
achterna. Jezus keerde zich om en toen Hij zag dat zij Hem volgden, vroeg
Hij hun: Wat verlangt gij? Ze zeiden tot Hem: Rabbi, (Meester) waar
verblijft ge? Jezus zei hun: Ga mee om het te zien. Daarop gingen zij
mee en zagen waar Hij zich ophield. Van die dag af bleven zij bij Hem.
Nu moeten we de liefde en genade
nemen die God ons heeft gegeven gedurende deze bevoorrechte tijd van bezinning
en deze in ons leven tot stand brengen.
Ik vraag wat ik verlang. Hier zal
dat zijn: innerlijke kennis van zoveel goeds dat ik ontvangen heb, opdat ik,
geheel en al erkentelijk, de Goddelijke Majesteit in alles kan liefhebben en
dienen. (SE 233)
3 Prijs God, die voortdurend werkt voor mij
Ga na hoe God in alle geschapen
dingen op het aardoppervlak voor mij zwoegt en werkt, dat wil zeggen: Hij
gedraagt zich als iemand die zwoegt. Bijvoorbeeld in de hemel, de elementen, de
planten, de vruchten, het vee, enz., door ze het bestaan te geven en in stand
te houden, door ze te doen groeien en voelen, enz. Keer je daarna in jezelf. (SE 236)
God is niet statisch. God
geopenbaard aan ons als Vader, Zoon en H. Geest - is dynamisch, levend, altijd
in beweging en werkt altijd om leven te brengen in Zijn geliefde Schepping. Gods
liefde is overvloedig aanwezig. In ons gebed kunnen we de activiteit van God in
ons leven en onze wereld overwegen. Verwonder je over hoe God schept in ons,
door ons en met ons. Kan je God zien en horen werken in de wereld rond je? Kan
je waarderen hoe God in en door jou heeft gewerkt? Kan je herkennen hoe het werk
van anderen jou steunt in je leven?
4 Prijs God, die de Bron is van alle Goedheid
Ik overweeg hoe al het goede en
alle gaven van boven neerdalen, zoals mijn beperkte kunnen van het hoogste en
oneindige kunnen daarboven. En zo ook rechtvaardigheid, goedheid, mededogen,
barmhartigheid enz., zoals de zonnestralen van de zon komen en het water uit de
bron enz. Tot slot besluit ik met mij in mijzelf te keren. (SE 237)
Liefde ziet helder de diepten van
de realiteit. Probeer met jouw inzicht dat aangescherpt is door de Geestelijke
Oefening in alle dingen de schepping en de mensen de weerspiegeling te zien
van God. Herinner je specifieke gelegenheden waar jij of iemand anders handelde
met rechtvaardigheid, goedheid, barmhartigheid, medelijden of een andere deugd.
Waardeer hoe deze daden als stralen waren die van de zon kwamen, God Zelf. Besluit
met :
Neem,
Heer, en aanvaard
heel mijn vrijheid,
mijn geheugen,
mijn verstand
en heel mijn wil,
alles wat ik heb en bezit.
U hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.
Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.
Geef dat ik U mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.
Overweging
Sommige tochten eindigen zodat
anderen kunnen beginnen. De verrezen Christus gaf de H. Geest aan de discipelen
en de Geest leidde hen tot dappere en heilige discipelen en bezielde hen om de
missie voort te zetten die Jezus aan hen had vertrouwd in zijn aardse leven. De
Geest van jezus die nu bij ons is, roept ons op voor het komende avontuur, zodat
we nog meer reageren op de oproep van Christus om mee te werken aan een meer rechtvaardige
en van goedheid doordrongen wereld, waar Gods liefde iedereen bereikt.Kevin
OBrien, SJ
Gebed om zegen
Zegen mij op de weg die ik moet gaan.
Zegen mij op de plek waar ik zal staan.
Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt.
O God, zegen mij alle dagen lang!
Vader, maak mij tot een zegen;
ga mij niet voorbij.
Regen op mij met uw Geest, Heer,
Jezus, kom tot mij als de Bron van leven,
die ontspringt diep in mij.
Breng een stroom van zegen,
waarin Uzelf steeds mooier wordt voor mij.
Tot slot bidden wij :
GOD,
GEEF MIJ NIET TE VEEL VERSTAND,
MAAR GENOEG OM TE LEVEN
EN DE MENSEN TE VERSTAAN.
GEEF MIJ NIET TE VEEL KRACHT,
MAAR GENOEG OM TE WERKEN.
GEEF MIJ NIET TE VEEL WERK
MAAR GENOEG OM TE BOUWEN
AAN UW STAD.
GEEF MIJ NIET TE VEEL SUCCES
MAAR MOED GENOEG
OM UIT TE KOMEN VOOR HET GOEDE.
GOD, WELKE MENGELING VAN GELUK
EN LIJDEN
GIJ MIJ WILT GEVEN
LAAT IK AAN U OVER,
ALS GIJ MIJ MAAR HELPT
OM GELUKKIG TE ZIJN.
EEN DING VRAAG IK U ZONDER CONDITIE
EN ZONDER MAAT: GEEF ME ALTIJD MEER LIEFDE
VOOR U EN VOOR ALLEN
VANDAAG EN ALLE DAGEN.
|