Overweging : De taal van het Kruis
- Joseph A. Tetlow, SJ
Sommige suggesties die door
Ignatius worden gegeven om te bidden over het lijden van Jezus, helpen het naar
ons dagelijks leven te brengen. We beginnen door te vragen wie en ons in te
beelden wie er aanwezig is in het tafereel en wat ze doen. Maar we gaan verder
door deze drie zaken te overwegen:
·
We overwegen
wat Jezus heeft geleden in zijn mensheid en wat Hij wilde lijden (voor ons).
·
We
overwegen hoe de goddelijkheid in Hem verborgen was, door niet tussen te komen.
·
Daarna
brengen we onze waardering en dank uit voor wat Jezus heeft gedaan voor ons.
De menselijke kant van Jezus lijden
Jezus brutale fysieke lijden kan
geschilderd worden en gebeeldhouwd, maar he is niet gemakkelijk om het
menselijk deel van wat Hij heeft geleden onder woorden te brengen. Misschien
moeten we starten met te begrijpen dat Jezus het slachtoffer was van politiek
en religieus misbruik. Zijn moord was politiek gezien zinloos, omdat op lange
termijn het misbruik van politieke macht met geweld uitveegt wat het zou moeten
bereiken: orde en rechtvaardigheid. En ook zijn executie was op religieus vlak
zinloos, omdat van in het begin gewelddadige religieuze vervolging de
heiligheid van de vervolger teniet doet, en heiligheid is hetgeen waar religie
over gaat. Daarom leed Jezus een zinloze gruwel, een ervaring die helaas nog
teveel mensen tegenwoordig mee geconfronteerd worden. Dit is wat Hij wilde
lijden : te leven tot het allerlaatste in solidariteit met de mensheid, vertrouwd
met zinloosheid.
Jezus heeft geleden zoals we
allen lijden. Elk van ons, kunnen we wanneer we bitter lijden nauwelijks
geloven dat er een lijden bestaat zoals het onze. Maar lijden is zoals een
taal: mijn woorden zijn niet louter van mij; maar ik heb ze tot de mijne
gemaakt, de taal behoort aan ons allen. Lijden is onder ons, en er is geen
lijden dat exclusief aan iemand toebehoort. Ik kan praten over mijn kanker, maar
vele anderen rond mij die ook kunnen lijden, al kan het dan iets anders zijn,
of kan het hun geliefden treffen.
Niemand onder ons wil graag
fysiek lijden ondergaan, en zeker niet wat Jezus heeft geleden (God verleent
deze vrijheid aan ons allen). Maar niemand van ons kan ontsnappen aan
lichamelijk lijden en aftakeling. Dit menselijk lijden dat ons allen treft, is
wat Jezus wilde lijden. Hij was geen masochist. Hij koos zelfs bitter lijden te
omarmen zodat hij in alles zoals ons kon zijn, behalve in de zonde en door zijn
gehoorzaamheid de hele menselijke ervaring kon veranderen van de tocht naar de
dood tot de weg naar het eeuwig leven.
Jezus weigerde om wanhopig te zijn
Ignatius vertelt ons dat degene
die bidt over Jezus lijden om te beginnen grote inspanningen moet doen om te
rouwen, verdrietig te zijn en te wenen. Het is nooit gemakkelijk om te lijden,
en het is bijzonder moeilijk om het lijden van een ander aan te gaan. We moeten
tot begrip komen dat Jezus, aan zijn Kruis, de angstaanjagende leegte ervaarde
van Gods verborgenheid en dat Hij Hem overliet aan genadeloze ervaringen die
het leven bemoeilijken. De meesten van ons zullen op een bepaald moment in de
chaos van onze wereld verzinken in dat vreselijke gevoel.
Wanhoop is net zo goed een keuze
als hoop een keuze is, en Jezus leed geen wanhoop omdat Hij dat weigerde. Hij
vertrouwde erop dat de Vader hem zou redden; Hij zei meer dan eens dat Hij zou
sterven en dat Hij verwachtte uit de dood op te staan. Aan het Kruis vertrouwde
Hij erop dat zijn lijden op een of andere manier zinvol was, om te worden geopenbaard
wanneer de Vader dit verkoos. Elke dag van Zijn menselijk leven wilde Hij doen
wat Hij kon om het lijden van de mensen om hem heen te verlichten. Maar Hij
werd gedwarsboomd. Hij moest sterven in de hoop dat Hij opnieuw in ons vlees
zou leven.
Jesus Lijden brengt ons ertoe de wereld te omarmen zoals ze werkelijk
is
Degenen die werkelijk Hem kennen
en liefhebben zullen lijden op deze manier, Zijn manier. Ze zullen ook het
lijden van al de mensen zien die God in hun leven en wereld plaatst en met
grote inspanning ernaar streven om met hen droevig te zijn en alles te doen wat
ze kunnen om hun lijden te verzachten. Hierin ligt de diepste geestelijke
wortel van de impuls te werken voor vrede en rechtvaardigheid. Als we ons
tevreden stellen met minder zou dit een onwaardig motief zijn voor ons, degenen
die Jezus Christus liefhebben.
Jezus lijden brengt ons ertoe de
wereld te omarmen zoals ze echt is: vol van geweld en pijn. We weigeren om
religie en genade als een gemakkelijk verdovingsmiddel te laten worden, dat ons
scheidt van het echte lijden rond ons. In plaats daarvan omarmen we het lijden,
wat er ook moge komen in ons leven, omdat het niet langer zinloos is. Ons
lijden heeft een betekenis in de taal van het Kruis. (1 Korintiërs 1:18) We
voegen het lijden van de Gekruisigde Christus samen met het lijden van de
mensheid die hij koos te omarmen. We houden ons aan Jezus vast, aan een
Christus, die de kracht en de wijsheid van God is (1 Korintiërs 1:24) Wanneer
we met minder tevreden zijn, gebruiken we ons geloof in Christus als een
verdovingsmiddel. - Joseph A. Tetlow, SJ.
Dag 6 : De Kruisiging en Dood van Jezus
Ik vraag om wat ik verlang. Hier
is wat er gepast is voor het Lijdensverhaal: smart samen met Christus in smart;
een gebroken geest samen met Christus die zo gebroken is; tranen; een innerlijk
lijden omwille van het grote lijden dat Christus voor mij heeft verdragen. (SE
203)
Marcus 15:1-47 : In de vroege morgen kwamen de hogepriesters met de oudsten en
schriftgeleerden, heel het Sanhedrin tot een besluit. Zij boeiden Jezus,
voerden Hem weg en leverden Hem uit aan Pilatus. Pilatus stelde
Hem de vraag: Zijt Gij de koning der Joden? Hij antwoordde hem: Gij zegt
het. Toen de hogepriesters vele beschuldigingen tegen Hem inbrachten, ondervroeg
Pilatus Hem weer en zei: Geeft Gij in het geheel geen antwoord? Ziet eens wat
voor beschuldigingen ze tegen U inbrengen? Maar Jezus gaf volstrekt geen
antwoord meer, zodat Pilatus verbaasd was. Nu was hij gewoon bij elk feest een
gevangene vrij te laten, degene om wie zij vroegen. Er zat juist een
zekere Barabbas gevangen onder de oproermakers; zij hadden bij het oproer een
moord begaan. Het volk kwam opzetten en begon te vragen, dat hij voor hen
zou doen zoals altijd. Pilatus antwoordde daarop met de vraag: Wilt ge
dat ik de koning der Joden zal vrijlaten? Hij zag wel in dat de
hogepriesters Hem uit nijd overgeleverd hadden. Maar de hogepriesters hitsten
het volk op te vragen, dat hij toch maar liever Barabbas moest
vrijlaten. Nu nam Pilatus weer het woord en vroeg hun: Wat moet ik dan
doen met Hem, die gij de koning der Joden noemt? Nu schreeuwden ze
opnieuw: Kruisig Hem! Daarop vroeg Pilatus hun: Wat voor kwaad heeft
Hij dan gedaan? Maar zij schreeuwden nog harder: Kruisig Hem! Omdat
Pilatus het volk zijn zin wilde geven, liet hij Barabbas vrij, maar Jezus liet
hij geselen en gaf Hem over om gekruisigd te worden.
Nu brachten de soldaten Hem het
paleis binnen, dat wil zeggen het pretorium, en riepen de hele afdeling bij
elkaar. Zij hingen Hem een purperen kleed om, vlochten een doornenkroon en zetten
Hem die op. Vervolgens gingen zij Hem het saluut brengen: Gegroet, koning
der Joden. Zij sloegen Hem met een rietstok op het hoofd, bespuwden Hem
en brachten Hem hulde door op de knieën te vallen. Nadat zij hun spel met Hem
gedreven hadden, ontdeden zij Hem van het purperen kleed, trokken Hem zijn
eigen kleren weer aan en voerden Hem weg om Hem te kruisigen. Zij vorderden een
voorbijganger die van het veld kwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander
en Rufus, tot het dragen van het kruis. Zo brachten ze Hem naar de plaats
Golgota, wat vertaald wordt met Schedelplaats. Daar boden ze Hem met mirre
gekruide wijn aan, maar Hij weigerde. Nadat ze Hem gekruisigd hadden,
verdeelden ze zijn kleren en dobbelden om wat ieder krijgen zou.
Het was het derde uur, toen ze
Hem kruisigden. Het opschrift met de reden van zijn veroordeling luidde:
De koning der Joden. Samen met Hem kruisigden ze ook twee rovers, de een
rechts, de ander links van Hem. Zo ging in vervulling dit Schriftwoord:
Hij is onder de booswichten gerekend. Voorbijgangers hoonden Hem, terwijl ze
het hoofd schudden en zeiden: Ha, Gij daar, die de tempel afbreekt en in drie
dagen weer opbouwt, kom van dat kruis af en red U zelf. In diezelfde
geest zeiden de hogepriesters en schriftgeleerden spottend onder elkaar:
Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf kan Hij niet redden. Die Messias,
die koning van Israël, laat Hem nu van het kruis afkomen; dan zullen we zien en
geloven! Zelfs die samen met Hem gekruisigd waren, voegden Hem beschimpingen
toe.
Vanaf het zesde uur viel er een
duisternis over het hele land, tot aan het negende uur toe. En op het
negende uur riep Jezus met luider stem: Eloi, Eloi, lama sabaktani? Dit is
vertaald: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Enkele
omstanders, die het hoorden, zeiden: Hoor, Hij roept om Elia. Een van
hen ging een spons halen, drenkte die in zure wijn, stak hem op een rietstok en
bood Hem te drinken, terwijl hij zei: Laat me begaan! We willen eens zien of
Elia Hem eraf komt halen. Jezus slaakte een luide kreet en gaf de
geest. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel van boven tot onder in
tweeën. De honderdman die tegenover Hem post had gevat en zag dat Hij onder
zulke omstandigheden de geest had gegeven, riep uit: Waarlijk, deze mens was
een Zoon van God. Er stonden ook vrouwen op een afstand toe te kijken;
onder hen bevonden zich Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus de jongere
en van Joses en Salome. Zij waren Hem in de tijd dat Hij in Galilea
verbleef, gevolgd om voor Hem te zorgen; verder nog vele andere vrouwen die met
Hem naar Jeruzalem gekomen waren.
Het was al avond geworden en het
was Voorbereiding, dat wil zeggen de dag voor de sabbat. Jozef van Arimatea,
een vooraanstaand lid van de Hoge Raad, die zelf ook in de verwachting van het
Rijk Gods leefde, waagde het daarom naar Pilatus te gaan en te vragen om het
lichaam van Jezus. Pilatus stond er verwonderd over dat Hij reeds dood zou
zijn; hij liet dan ook de honderdman roepen en vroeg hem, of Hij al gestorven
was. Nadat hij door de honderdman op de hoogte was gebracht, stond hij
welwillend het lijk aan Jozef af. Deze kocht een lijnwaad, nam Hem af van
het kruis en wikkelde Hem in het lijnwaad. Daarop legde hij Hem in een graf dat
in de rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang ervan. Maria
Magdalena en Maria de moeder van Joses zagen toe, waar Hij werd neergelegd.
Intiem gesprek, geestelijke
gesprek voor de Gekruisigde Christus
Ik plaats mij voor Jezus
Christus, Onze Heer, die voor mij aanwezig is op het Kruis.
Ik praat tot Hem over hoe Hij
schept omdat Hij bemint en dat Hij geboren werd zoals ons, uit liefde. Hij
ledigde zichzelf om van het eeuwig leven naar de dood te komen, hier in de
aardse tijd, tot zelfs de dood op een Kruis. Door zijn antwoord van liefde voor
Zijn Vader, stierf Hij voor mijn zonden.
Ik kijk naar mezelf en vraag-laat
gewoon de vragen mijn wezen doordringen:
Welke reactie
had ik tegenover Christus in het verleden?
Hoe reageer ik nu op Christus?
Welke reactie zou ik tegenover Christus moeten hebben?
Ik stel mij Christus onze Heer
voor, vlak voor mij en aan het kruis genageld, en ik voer een gesprek met Hem.
Ik overdenk hoe de Schepper mens is willen worden, en hoe Hij die het eeuwig
leven heeft, in de tijd is komen sterven voor mijn zonden. Dan zal ik ook naar
mezelf kijken: wat ik gedaan heb voor Christus, wat ik doe voor Christus, wat
ik voor Christus moet doen. En terwijl ik Hem zo zie, hangend aan het kruis,
zal ik overdenken wat in mij opkomt.
Dag 7 : Jezus wordt in het graf gelegd
Op het moment van deze H.
Zaterdag wachten we in stilte, verlies en verlangen. Probeer stilte in je ziel
te vinden vandaag.
Ik vraag om wat ik verlang. Hier
is wat er gepast is voor het Lijdensverhaal: smart samen met Christus in smart;
een gebroken geest samen met Christus die zo gebroken is; tranen; een innerlijk
lijden omwille van het grote lijden dat Christus voor mij heeft verdragen. (SE
203)
Lukas 23:50-56 : Nu was er een zekere Jozef, lid van de Hoge Raad, een welmenend en
rechtschapen man. die dan ook niet had ingestemd met hun plannen en
handelwijze. Hij was afkomstig uit de Joodse stad Arimatea en leefde in de
verwachting van het Rijk Gods. Deze ging naar Pilatus en vroeg om het lichaam
van Jezus. Na het van het kruis genomen te hebben, wikkelde hij het in een lijkwade.
Vervolgens legde hij Hem in een graf, dat in een steen was uitgehouwen en
waarin nog nooit iemand was neergelegd. Het was Voorbereidingsdag en de
sabbat brak aan. De vrouwen, die uit Galilea met Hem meegekomen waren,
volgden en bekeken het graf en zagen toe hoe zijn lichaam werd
neergelegd. Teruggekeerd maakten ze welriekende kruiden en balsem klaar,
maar op de sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.
Overweging
Filippenzen 2:1-11: Als dan vermaning in
Christus en liefdevolle bemoediging iets vermogen, als gemeenschap van Geest,
als hartelijkheid en mededogen u iets zeggen, maakt dan mijn vreugde
volkomen door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid
en eensgezindheid. Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht
in ootmoed de ander hoger dan uzelf. Laat niemand zijn eigen belangen
behartigen maar liever die van zijn naasten. Die gezindheid moet onder u
heersen welke ook Christus Jezus bezielde: Hij die bestond in goddelijke
majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met
God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan
en het bestaan van een slaaf aangenomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij
zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis. Daarom
heeft God hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen
is, opdat bij het noemen van zijn naam zich ieder een knie zou buigen in
de hemel, op aarde en onder de aarde, en iedere tong zou belijden tot eer
van God, de Vader: Jezus Christus is de Heer.
Week 8: Gods Liefde en Ons antwoord op deze liefde
We komen tot de vierde week van
de Geestelijke Oefeningen het einde van de Oefeningen en de laatste week van
de bezinning. We ontmoeten de verrezen Heer, als Hij zijn vrienden en
discipelen troost, die eens bang, verward en in wanhoop verkeerden. We
vergezellen Degene waar we reeds de hele weg bij zijn, we smaken de kenmerkende
genade van deze laatste beweging van de Oefeningen nl. vreugde.
Vier dagen zullen gaan over de
verrezen Jezus. We contempleren de verrezen Christus en bieden de anderen
troost. We bemerken hoe zijn vrienden niet onmiddellijk Degene herkennen die ze
hebben gevolgd en lief gehad. Maar eens ze Hem herkennen verwonderen ze zich,
over Jezus in het verrezen leven-waar Zijn goddelijkheid niet langer verborgen
is- en Hij heel menselijke dingen doet: eten, praten, troosten, leren, en het
gezelschap van anderen genieten.
We besluiten de bezinning met
drie dagen van overweging over de liefde van God en onze respons. Daarvoor
gebruiken we Ignatius contemplatie van Gods Liefde.
Dag 1 : Verrijzenis
We contempleren niet over de
actuele verrijzenis zelf, dat is een mysterie dat buiten tijd en ruimte staat.
De verrijzenis verwijst naar de gebeurtenis van Gods transformatie van leven. Hij
maakt alles nieuw, als in een nieuwe schepping. De verrijzenis is een
overwinning op de zonde en de dood, voor eens en altijd.
Ik vraag om wat ik verlang. Hier
zal het zijn om genade te vragen om blij te zijn en mij te intens te verheugen
omwille van de grote glorie en vreugde van Christus, Onze Heer. (SE 221)
Johannes 20:1-18 : Op de eerste dag van de week kwam
Maria Magdalena, vroeg in de morgen het was nog donker bij het graf en zag
dat de steen van het graf was weggerold. Zij liep snel naar Simon Petrus
en naar de andere, de door Jezus beminde leerling, en zei tot hen: Ze hebben
de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben
neergelegd. Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het
graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus
vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Vooroverbukkend zag hij de zwachtels
liggen, maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam
ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er
lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de
zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats.
Toen pas ging ook de andere
leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en
geloofde, want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond,
dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan. Daarop keerden de leerlingen
naar huis terug. Buiten bij het graf stond Maria Magdalena te wenen. En al wenend
boog zij zich naar het graf toe en zag op de plaats waar Jezus lichaam
gelegen had, twee in het wit geklede engelen zitten, een aan het hoofdeinde en
een aan het voeteneinde. Zij spraken haar aan: Vrouw, waarom weent ge? Zij
antwoordde: Zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar zij Hem
hebben neergelegd. Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag
Jezus staan, maar zonder te weten dat het Jezus was.
Jezus zei tot haar: Vrouw,
waarom weent ge? Wie zoekt ge? In de mening dat het de tuinman was, vroeg zij:
Heer, mocht gij Hem hebben weggebracht, zeg mij dan waar ge Hem hebt
neergelegd, zodat ik Hem kan weghalen. Daarop zei Jezus tot haar: Maria!
Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni! wat leraar
betekent. Toen sprak Jezus: Houd mij niet vast, want Ik ben nog niet
opgestegen naar mijn Vader, maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op
naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. Maria Magdalena
ging aan de leerlingen berichten dat zij de Heer gezien had, en wat Hij haar
gezegd had.
|