Een gebed om Gods Luister en Glorie te
verheerlijken
Heer, ik dank U dat Uw waarheid
in de sfeer van aanbidding ligt. Kracht en glorie zijn in Uw heiligdom
aanwezig. Ik aanbid U in de luister van Uw heiligheid. Ik prijs U omdat U
almachtig, sterk, liefdevol en goed bent. (prijs de eigenschappen van God die
je onder dit gebed vindt) Ik dank U dat U nadrukkelijk aanwezig bent en mij
helpt in de dorre, moeilijke gebieden van mijn leven. (Ez 37) Help mij optillen
als een aanbiddende bruid.
Ezechiel 37:1-10: De hand van Jahwe kwam over mij; zijn geest nam mij mee en zette mij
neer in een dal dat vol beenderen lag. Hij leidde mij er in alle
richtingen tussendoor, en ik zag hoeveel er over heel het dal wel lagen en hoe
dor ze waren. Daarop vroeg Hij mij: 'Mensenkind, zouden deze beenderen nog
tot leven kunnen komen?' Ik antwoordde: 'Jahwe mijn Heer, dat weet Gij alleen.' Toen
zei Hij: 'Profeteer over deze beenderen en zeg: Dorre beenderen, luister naar
het woord van Jahwe. Dit zegt Jahwe de Heer tot deze beenderen: Ik ga de
levensgeest in u brengen, en ge komt weer tot leven. Ik leg pezen op u,
bekleed u met vlees en overtrek u met een huid; dan schenk Ik u de levensgeest
en ge komt weer tot leven. Dan zult ge erkennen dat Ik Jahwe ben.' Ik
profeteerde zoals mij was opgedragen. En zodra ik begon, ontstond er een
gedruis: de beenderen voegden zich aaneen, elk op zijn plaats. En ik zag
hoe er pezen op kwamen en vlees en hoe ze met een huid overtrokken werden. Maar
de levensgeest was er nog niet in. Toen zei Hij tot mij: 'Profeteer tot de
levensgeest, profeteer, mensenkind en zeg tot de levensgeest: Dit zegt Jahwe de
Heer: Kom, van de vier windstreken, levensgeest, en blaas in deze gevallenen:
dat ze weer leven.' Ik profeteerde zoals mij opgedragen was en de levensgeest
kwam erin. Ze werden weer levend en gingen overeind staan: een onoverzienbaar
leger.
Help mij diep in mijn hart te
weten dat U nadrukkelijk aanwezig ben in mijn gebeden en dat U door mijn
gebeden mij helpt. Geef mij een visie van wie U bent in heel Uw luister en
majesteit (Ex 15). Ik wil U gedurende de dag aanbidden en U vanuit een bredere
visie zien (Ps 63). Doordring mijn leven van Uw glorie en majesteit. Leer mij
in overeenstemming brengen met Uw grootheid, en geef mij een nieuwe manier om
naar het leven te kijken. Ik weet dat Uw waarheid in een sfeer van aanbidding
aanwezig is. U bent majestatisch in heiligheid, ontzagwekkend in glorie,
bewerkt wonderen (Ex 15). Ik dank U dat U mijn leidt in dagelijkse overwinning.
Exodus 15:6-7: Uw hand, Jahwe, heeft zich machtig getoond; uw hand sloeg de vijand
terneer. Die U weerstonden hebt Gij gebroken, groot in uw luister. Het vuur van
uw toorn liet Gij gaan: het verslond hen als stro.
Psalm
63:2-9: God, mijn God, naar u blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van
verlangen naar U; al wat ik ben smacht naar U in een troosteloos dor land
zonder water. Hoe zag ik in de tempel op U, om uw macht te ontwaren, uw
grootheid: uw genade gaat boven dit leven. En mijn lippen spraken uw lof. Kon
ik zo heel mijn leven U prijzen, uw naam noemen, de handen geheven: kracht
vind ik als door kostelijke spijs, jubelend ligt mij uw naam op de lippen, als
ik denk over U op mijn leger, in de nachtwaken over u peins. Waart Gij
niet immer mijn hulp? onder uwer vleugelen schaduw heb ik mijn jubel gezongen: u
zoekt mijn hart - u hangt het aan. Uw hand zal mij vast blijven houden.
Exodus
15:11,13: Wie is van de goden als gij, o Jahwe? Wie is er als
Gij, schrikwekkend en heilig, om roemvolle daden geducht, om wonder na
wonder? Uw genade wees de weg aan het volk, door U verlost; uw kracht
heeft het geleid, naar uw heilige plaats.
Psalm
95:1-6 : Komt, maakt thans muziek voor de Heer: de bazuin voor de
rots onzer vrijheid! Treden wij voor zijn aanschijn met lofzang, jubelend
bij de harpen voor Hem. Want een godheid groot is de Heer, koning groot,
alle goden te boven. In zijn hand zijn aan de diepten der aarde en de steilten
der bergen beheerst. Hij; aan Hem hoort de zee want Hij schiep haar, en
het land, dat zijn handen formeerden. Nadert, buigen deemoedig wij neer,
knielen wij voor de Heer die ons maakte: onze God is Hij, wij zijn het
volk dat Hij weidt - de schapen in zijn hoede. In Jezus Naam. Amen.
|