Luister naar
Christus uitnodiging. Richt je blik op Hem als Hij tot Zijn discipelen
spreekt. Voel je vrij om een hedendaags tafereel voor ogen te houden:
Richt je blik op de
allerhoogste en ware leider, die Christus, Onze Heer is. (SE 143) Overweeg hoe
Christus, Onze Heer zijn plaats inneemt in een groot kamp in Jeruzalem, op een plaats waar het aangenaam
vertoeven is. (SE 144)
Overweeg hoe de
Heer van de hele wereld, zoveel personen kiest, apostelen, discipelen en zo. Hij
stuurt hen over de hele wereld, om zijn leer onder de mensen te brengen van
elke levensstaat en omstandigheden. (SE 145)
Ga na welke
toespraak Christus onze Heer richt tot al zijn dienaren en vrienden die Hij
voor deze opdracht uitzendt. Hij geeft hun de aanbeveling allen te willen
helpen door hen eerst tot de hoogste geestelijke armoede te brengen, en tot
materiële armoede, indien de goddelijke Majesteit ermee gediend is en hen ertoe
wil kiezen. Ten tweede zullen ze hen brengen tot het verlangen naar minachting
en spot, want uit die twee dingen volgt de nederigheid.
Zo zijn er drie
trappen: de eerste, onthechting tegenover rijkdom; de tweede, minachting voor
wereldse eer; de derde, nederigheid tegenover hoogmoed. En langs die drie
trappen brengen ze hen tot alle andere deugden. (SE 146)
Overweging : Armoede van geest Kevin OBrien SJ
Als we in de
oefeningen kijken naar de oproep van Christus, Onze Koning, en in latere
oefeningen, verlangt de discipel naar armoede.
Wij allen worden
opgeroepen tot armoede van geest, of spirituele
armoede, die een houding beschrijft van uiterste afhankelijkheid van God,
niet in een zin van slaafsheid, maar in de zin van het Principe en Basis: God
is God en wij zijn schepselen die werden geschapen om God te prijzen, beminnen
en dienen.
En vooral: we
hangen van God af voor ons geluk en vervulling. Terwijl we dankbaar zijn voor
onze talenten, vermogens, rijkdom en prestaties, zijn we vrij genoeg om ze ten
dienste te stellen van God en de naaste en ze te laten gaan wanneer ze een
belemmering vormen in zelfgave.
De armoede van
geest is een ontlediging van onszelf zodat God ons kan vullen met leven en
liefde. Ons gebed helpt ons groeien in spirituele armoede en vrijheid. Christus
is het grote voorbeeld van spirituele armoede.
Christus leefde ook
in materiële armoede, met een gebrek aan materiële goederen. Sommige mensen
zijn misschien geroepen tot deze manier van leven. Priesters, geestelijken in
religieuze ordes die een gelofte van armoede hebben afgelegd, afstand gedaan
hebben van persoonlijke bezittingen en rijkdom en afhankelijk zijn van hun
religieuze gemeenschap voor hun materiële noden.
God kan ook anderen
roepen tot een leven van materiële armoede zonder geloften af te leggen. Materiele
armoede is geen doel op zichzelf, maar het verachten van armoede en het zich
niet kunnen onthechten van het materiële degradeert de mens (zoals men helaas in onze
wereld kan merken). Voor degenen die geroepen zijn tot deze levensstaat, is
materiële armoede een middel om zijn engagement te verdiepen voor de armen en
verstotenen die Christus zo dierbaar waren.
Hoewel niet
iedereen tot een leven van echte armoede geroepen is, worden we toch opgeroepen
om sober en eenvoudig te leven, in vrijheid, met respect tot hetgeen we
bezitten of het nu in de vorm van materiële bezittingen is, talenten,
reputatie of invloed. Allen worden geroepen om met Christus samen te werken om
de armen en verstotenen te helpen op een of andere manier. Allen worden
geroepen om de woekerende wedijver en materialisme rond ons tegen te gaan met
onze getuigenis.
Dag 6 : Meditatie over de drie types
personen
De meditatie over
de twee standaards wekt in ons edele verlangens op om Christus te volgen en
dienen in zijn eenvoud van leven, zijn nederigheid en zijn onbaatzuchtigheid. Het
vertegenwoordigt een ideale manier van leven. Nu doen we een controle van de
werkelijkheid. Met de oproep van Christus komen de vereisten van een
discipelschap. Willen we discipelen zijn?
In deze meditatie
overwegen we concrete keuzes dat drie verschillende types personen kunnen maken
als ze proberen te leven volgens hun roeping in het leven. Door dit te doen
ervaren we spanning tussen de hoge idealen van Christus oproep en ons gebrek
aan innerlijke vrijheid en onze diep gewortelde weerstand tegen Christus
uitnodiging aan ons persoonlijk.
Ik bid om de
volgende genade: te groeien in innerlijk vrijheid zodat ik in staat ben vanuit
mijn hele hart Christus uitnodiging te beantwoorden in mijn leven.
De treuzelaar, degene die
compromissen sluit, en de echt vrije persoon
Beeld je drie
personen in die van goede wil zijn en die proberen God te dienen en in geloof
te groeien. Ze willen oprecht streven dat niets hun relatie met
God hindert.
Beeld je in dat elk
iets krijgt dat zeer aanlokkelijk is voor deze persoon. Ignatius heeft het over
een grote som geld, maar je kunt je iets inbeelden dat voor jou aanlokkelijk
is: een woning, een hoge functie, materieel bezit, roem. Niets van deze zaken
is intrinsiek kwaad, elk kan het gebruiken om het goede te doen. Elk van deze
onderstaande types is buitengewoon gehecht aan materieel bezit.
1 De eerste mens
zou zich wel willen ontdoen van zijn gehechtheid aan wat hij verworven heeft,
om in vrede God onze Heer te vinden en te kunnen worden gered, maar tot aan het
uur van de dood wendt hij er de middelen niet toe aan. (SE 153) Dit is de treuzelaar en degene waar het bij woorden
blijft: Hij wil zijn gehechtheden laten varen, maar doet er niets aan.
2 De tweede mens
wil zich van die gehechtheid ontdoen, maar dan wel zo dat hij het verworvene
behoudt. God moet dus komen waar hij wil, en hij komt er niet toe het
verworvene los te laten om naar God toe te gaan, ook al zou dit voor hem de
beste levenswijze zijn. (SE 154) Dit is degene die compromissen sluit met de wereld en zijn rijkdom. Hij doet veel
goede dingen en doet offers, maar hij faalt het ene te doen wat hij werkelijk
moet doen: zich zelf bevrijden van ongebreidelde gehechtheden. Deze persoon
probeert te onderhandelen met God, in plaats van zijn wil in overeenstemming te
brengen met Gods wil. In feite wil hij dat God zich aanpast aan hem.
3 De derde mens wil
zich van die gehechtheid ontdoen en wel zo dat hij er niet méér aan gehecht is
het verworvene te behouden dan het los te laten. Het is zijn verlangen het
uitsluitend te willen of niet te willen naargelang God onze Heer het aan zijn
wil zal ingeven en het hem voor de dienst en de lof van zijne goddelijke
Majesteit beter zal lijken. Intussen wil hij er zich rekenschap van geven dat
hij in zijn hart alles loslaat, door zich in te spannen om noch dit noch iets
anders te willen, tenzij de dienst van God onze Heer hem ertoe beweegt. Het is
dus het verlangen om God onze Heer beter te kunnen dienen waardoor hij bewogen
wordt het verworvene te behouden of er afstand van te doen. (SE 155) Deze persoon is onthecht
en werkelijk vrij.
Overweeg de belangrijke keuzes die je hebt gemaakt, hoe je aanleunde
bij de drie types.
Overweging - de zakenman en de kleine prins - De kleine Prins van Antoine de Saint-Exupery
de kleine prins
de zakenman
De vierde planeet was van een zakenman. Die meneer had het zó druk, dat hij zelfs niet
opkeek bij de komst van de kleine prins.
Goede morgen, zei deze, uw sigaret is uitgegaan.
Drie en twee is vijf. Vijf en zeven twaalf. Twaalf plus drie vijftien. Vijftien en zeven
tweeëntwintig. Tweeëntwintig plus zes achtentwintig. Geen tijd om hem weer aan te steken.
Zesentwintig plus vijf is eenendertig. Oef. Dat is dus vijfhonderd en een miljoen, zeshonderd
tweeëntwintig duizend zevenhonderd eenendertig.
Vijfhonderd miljoen waarvan?
Hè? O, ben je er nog? Vijfhonderd en een miljoen
waarvan ook weer
ik ben het
vergeten
Ik heb het zo druk! Ik ben een serieus mens. Ik doe niet aan flauwekul. Twee en
vijf is zeven
Vijfhonderd en een miljoen waarvan? herhaalde de kleine prins, die altijd een eenmaal gestelde vraag volhield. De zakenman keek op:
In de vierenvijftig jaar dat ik deze planeet bewoon, ben ik maar drie keer gestoord. De eerste keer was tweeëntwintig jaar geleden door een meikever, die zo maar uit de lucht
kwam vallen. Hij maakte een afgrijselijk lawaai en ik vergiste me vier keer in een optelling.
De tweede keer was elf jaar geleden door een aanval van reumatiek. Ik krijg niet genoeg
beweging. Ik heb geen tijdvoor wandelingetjes daarvoor ben ik te serieus. De derde keer,
dat is nu! Ik zei dus vijfhonderd en één miljoen
Miljoen waarvan?
De zakenman begreep dat hij er niet aan ontkwam.
Miljoen van die kleine dingetjes, die je soms in de lucht ziet.
Vliegen? Nee, nee, ze glimmen. Bijen?
Och nee, die kleine gouden dingetjes, waar nietsnutten van gaan dromen.
Maar ik ben een
verstandig man! Ik heb geen tijd om te dromen. O, de sterren? Ja, juist, de sterren.
En wat doe je met vijfhonderd miljoen sterren?
Vijfhonderd en één miljoen, zeshonderd tweeëntwintig duizend zevenhonderd
eenendertig. Ik ben een serieus en precies mens.
En wat doe je met die sterren?
Wat ik er mee doe? Ja.
Niets, ik bezit ze. Bezit je de sterren?
Ja.
Maar ik heb ook al een koning gezien, die
Koningen bezitten niet. Zij 'regeren over'. Dat is iets héél anders.
En wat heb je eraan de sterren te bezitten?
Daar heb ik aan, dat ik rijk ben.
En wat heb je eraan om rijk te zijn?
Om er weer sterren bij te kopen, als iemand ze vindt.
Dat is net zo'n redenering als van mijn vriend de dronkaard, zei het prinsje in zichzelf.
Maar hij vroeg toch door:
Hoe kun je sterren bezitten?
Van wie zouden ze dan wél zijn? antwoordde de zakenman snibbig.
Dat weet ik niet, van niemand.
Dan zijn ze dus van mij, want ik heb er het eerst aan gedacht.
Is dat genoeg?
Ja zeker. Als jij een diamant vindt, die van niemand is, dan is die van jou. Als jij het eerst
iets bedenkt, neem je er patent op en het idee is van jou. En zo bezit ik de sterren, omdat
niemand vóór mij eraan gedacht heeft ze te bezitten. Ja, dat is waar, zei de kleine prins. En wat doe je ermee?
Ik beheer ze. Ik tel ze nog eens over, zei de zakenman. Het is wel moeilijk, maar ik ben een
serieus man. De kleine prins was nog niet tevreden.
Als ik een das bezit, kan ik die omslaan en meenemen. En als ik een bloem bezit, kan ik
haar plukken en meenemen. Maar jij kunt de sterren niet plukken!
Nee, maar ik kan ze op de bank zetten.
Wat betekent dat?
Dat betekent, dat ik een aantal van mijn sterren op een papiertje schrijf en dan stop ik dat
papiertje in een la en doe de la op slot.
En is dat alles? Dat is genoeg.
Dat is grappig, dacht de kleine prins. Het is nogal poëtisch maar niet zo serieus.
De kleine prins had hele andere opvattingen dan grote mensen over wat serieus was en wat
niet.
Hij zei weer: Ik bezit een bloem die ik elke dag begiet, en drie vulkanen die ik elke week
uitveeg. Want de dode vulkaan veeg ik ook je kunt nooit weten. Voor mijn vulkanen en
mijn bloem is het nuttig dat ik ze bezit. Maar jij hebt voor de sterren geen nut
De zakenman deed zijn mond open, maar wist geen antwoord en de kleine prins trok weer verder.
De grote mensen zijn toch wel heel wonderlijk, zei hij zo maar tegen zichzelf onderweg.
Merk op waar de
derde persoon begint: hij is niet zeker of God hem vraagt om zijn bezit op te
geven. Hij verlangt gewoon om vrij te zijn om te doen wat God verlangt. Daarom
vraagt hij God wat hij moet doen. Hij staat open hoe God hem leidt door gebed,
door ervaring, door rede, door verschillende opties, door onderscheid, door
troost en troosteloosheid, en de wijze raad van anderen.
De echt vrije
persoon controleert zijn motivaties, die dikwijls gemengd zijn. Hij probeert om
te kiezen vanuit het verlangen om God en de naaste beter te dienen. De derde
persoon kan onthechting voelen van bezit en vindt het niet erg om te wachten om
een beslissing te treffen. Maar hij treuzelt niet en stelt het niet uit tot het
te laat is.Kevin OBrien, SJ
Dag 7 : Jezus roept de rijke jongeman
Besluit deze week
door te luisteren naar wat God tegen je zegt. Herinner je reactie op de
meditaties over de Oproep van de Koning, de twee standaards en de drie types
van personen.
Ik bid om de
volgende genade: een groei in innerlijke vrijheid zodat ik kan reageren met
heel mijn hart op Christus uitnodiging in mijn leven.
Marcus 10:17-31 : Toen Hij zich weer op weg begaf,
kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: Goede
Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven? Jezus
antwoordde: Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge
kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult
niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw
vader en uw moeder. Hij gaf Hem ten antwoord: Dat alles heb ik
onderhouden van mijn jeugd af. Toen keek Jezus hem liefdevol aan en
sprak: Een ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de
armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel. En kom dan terug om Mij
te volgen. Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij
vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei
tot hen: Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods
binnen te gaan! De leerlingen stonden verbaasd over wat Hij zei. Daarom
herhaalde Jezus: Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te
gaan.
Voor een kameel is
het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het
Koninkrijk Gods te komen. Toen waren ze nog meer verbijsterd en ze zeiden
tot elkaar: Wie kan dan nog gered worden? Jezus keek hen aan en zei:
Dit ligt niet in de macht der mensen, maar wel in die van God: want voor God
is alles mogelijk. Toen nam Petrus het woord en zei: Zie, wij hebben alles
prijsgegeven om U te volgen. Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is
niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en
om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze
tijd, het honderdvoudig aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en
akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het
eeuwige leven. Veel eersten zullen laatsten en veel laatsten zullen
eersten zijn.
Lees de tekst en
plaats je in het tafereel. Bemerk dat de rijke jongeman nobele verlangens
heeft, maar ook een gebrek aan innerlijke vrijheid omwille van zijn overmatige
gehechtheden. Kijk naar Jezus die naar de jongeman kijkt met liefde. Hoor Jezus
woorden van bemoediging aan Petrus en aan jou.
Vraag : welke
gehechtheden of ongeordende hartstochten vormen hindernissen op de manier
waarop ik Christus uitnodiging beantwoord?
Overweging : Een offer van een liefdevolle
discipel Joseph Tetlow SJ
Eeuwige
Heer van alle dingen, uw blik is op mij gericht.
Ik voel dat Uw Moeder bij mij staat en dat al de Hemelse bewoners bij U zijnengelen, machten en krachten, heiligen en martelaren.
Heer Jezus, ik denk dat U een verlangen in mij hebt gelegd. Help mij, alstublieft, om mijn offer aan te bieden.
Ik wil dat het mijn verlangen en mijn keuze is, als het in Uw plan ligt, om mijn leven te leiden zoals U het
Uwe hebt geleid.
Ik
weet dat U geleefd hebt als een onbeduidend persoon in
een klein stadje.
Ik
weet dat U zelden rijkdom smaakte en altijd resoluut macht hebt
geweigerd.
Ik
weet dat U verwerping hebt geleden door leiders, door vrienden
in de steek werd gelagen en beproevingen hebt gekend.
Ik
weet he. Ik kan nauwelijks de gedachte eraan verdragen.
Maar
het lijkt een wonderbaarlijke zaak dat U mij roept om U te volgen
en bij U te staan.
Ik
zal met U samenwerken om Gods Rijk tot stand te brengen, als U
mij de gave heeft om het te doen. Amen.
Week 6 : Het openbaar leven van Jezus
Deze week volgen we Jezus in zijn
openbaar leven. Elke dag bidden en overwegen we een Bijbeltekst die Jezus
interactie met mensen beschrijft. Het idee is gewoon om Jezus beter te leren
kennen. Gebruik je verbeelding om deel uit te maken van de Bijbeltaferelen. Kijk
wat Jezus doet. Luister hoe Hij spreekt. Bemerk hoe de mensen reageren.
Overweeg Zijn woorden. Voer met Jezus een intiem gesprek. Sluit af met een Onze
Vader.
Het is niet nodig om grote
beslissingen en verplichtingen te maken over hoe je specifiek Christus oproep
in je leven zal volgen. Als je een dergelijke beslissing wil nemen, is het best
dit te nemen als je beter Degenen kent die je roept. Onze hoop is gewoon dat we
meer zoals Jezus worden, die het middelpunt is van onze aandacht. We willen
zien, horen, spraken, en voelen zoals Jezus.
Dag 1 : Samen met Jezus op een drukke dag
De genade van de tweede week is
fundamenteel om te groeien in een diepe kennis van Jezus Christus zodat we Hem
dieper kunnen liefhebben en Hem dichter volgen. Maar groeien in deze intieme
liefde, betekent dat we moeten tot Hem naderen. We moeten met God leven, die één
werd met ons.
In dit deel van het avontuur komt
het Evangelie tot leven voor ons. We zijn er met Jezus, ondergedompeld in het
Evangelei met de hulp van onze zintuigen en verbeelding. We krijgen niet zomaar
meer inzicht of informatie. Met onze scherpzinnigheid en onze levendige verbeelding,
zien we de levende God in het dagelijks leven als we de Geestelijke Oefeningen
bidden.
Ik bid voor de volgende genade:
Jezus intiemer te leren kennen, Hem meer intens lief te hebben en Hem dichter
te volgen.
Marcus 1:21-39 : Zij kwamen te Kafarnaüm, en op de eerstvolgende
sabbat ging Hij naar de synagoge, waar Hij als leraar optrad. De mensen
waren buiten zichzelf van verbazing over zijn leer, want Hij onderrichtte hen
niet zoals de schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit. Er bevond
zich in hun synagoge juist een man die in de macht was van een onreine geest en
luid begon te schreeuwen. 'Jezus van Nazareth, wat hebt Gij met ons te
maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet, wie Gij zijt:
de heilige Gods.' Jezus voegde hem dreigend toe: 'Zwijg stil en ga uit hem
weg.' De onreine geest schudde hem heen en weer, gaf nog een luide
schreeuw en ging uit hem weg. Allen stonden zó verbaasd, dat ze onder
elkaar vroegen: 'Wat betekent dat toch? Een nieuwe leer met gezag! Hij geeft
bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzamen Hem.' Snel verspreidde zijn
faam zich naar alle kanten over heel de streek van Galilea.
Zodra Hij uit de synagoge kwam,
ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De
schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over
haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan:
zij werd vrij van koorts en bediende hen. In de avond, na zonsondergang,
bracht men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. Heel de stad
stroomde voor de deur samen. Velen die aan allerhande ziekten leden, genas
Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet toe dat de boze
geesten spraken, omdat zij Hem kenden. Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij
op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats, waar Hij bleef
bidden. Simon en zijn metgezellen kwamen Hem achterop en toen ze Hem
gevonden hadden, zeiden ze: 'Iedereen zoekt U.' Hij antwoordde hun: 'Laten
we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan
prediken. Daartoe ben Ik immers uitgegaan.' Hij trok door heel Galilea,
predikte in hun synagogen en dreef de boze geesten uit.
Overweging
Jezus heeft ons geen lijst van waarheden nagelaten die we moeten
bevestigen, maar een taak om uit te voeren. We moeten proberen onderscheid te maken in onze
tijd en plaats hoe God wil dat we ons leven leiden in deze wereld in
overeenstemming met Gods Geest, de enige goddelijke kracht die aan het werk is
in dit universum. Daarover gaat het onderscheid maken tussen de geesten (Jezus
volgen in plaats van satan). Volgelingen van Jezus hebben een taak of missie gekregen
en de middelen om die taak uit te voeren. Aangemoedigd door Gods Geest, moeten
ze proberen te leven in deze wereld met de overtuiging dat met het leven, dood
en verrijzenis van Jezus al het noodzakelijk werd gedaan, en dat God de
overwinning heeft behaald zoals Hij wilde. Onze taak is daarom de oproep van de
Geest te volgen, die werd uitgestort in ons hart, om de weg van Jezus te
volgen, de weg van vrede, van liefde, van het Kruis (ons lijden en tegenslagen
te dragen net zoals Jezus heeft gedaan)William A. Barry SJ
Dag 2 : De zaligsprekingen
Het Koninkrijk van God is niet
alleen wat ons wacht in de Hemel en op een tijdstip in de toekomst. Door één van
ons te worden in Christus, openbaarde God hoe het Koninkrijk van God aanbreekt
in de geschiedenis, hier en nu. Het Koninkrijk is niet alleen een plaats, maar
een manier van leven en zijn.
Ik bid voor de volgende genade:
Jezus intiemer te leren kennen, Hem meer intens lief te hebben en Hem dichter
te volgen.
Mattheus 5:1-12 : Toen Jezus deze menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had
neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en
onderrichtte hen aldus:
Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen
verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk
der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van
allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is
uw loon in de hemel. Zo immers hebben ze de profeten vervolgd die voor u
geleefd hebben.
De zaligsprekingen drukken de
standaard van Christus uit. Beeld je in dat je aanwezig bent in de menigte of
bij de discipelen, en kijkt en luistert naar Jezus. Laat Zijn houding en
woorden je raken.
Overweging
Het Koninkrijk van God
geopenbaard in Jezus Christus: Het is een Koninkrijk van liefde,
rechtvaardigheid en barmhartigheid, waar zonden worden vergeven, de zieken
genezen, vijanden zich verzoenen, gevangenen worden bevrijd en de noden van de
armen worden gelenigd.
Het zijn al deze zaken en nog
meer dat uiteindelijk Jezus Christus zelf is en al wat Hij voor ons betekent. Het
Koninkrijk is reeds hier omwille van de verlossing van Jezus Christus. Maar
vanuit een ander oogpunt er nog niet is, omdat Christus laatste
transformatie van de mensen, de maatschappij en cultuur nog moet gebeuren in
zijn volheid. Alles moet gezuiverd worden om te passen bij het Zuivere Rijk van
God, vrij van zonden. Daarom moeten we elke dag het Onze Vader bidden met : Uw
Rijk kome en werken aan de komst van Zijn Koninkrijk.
Dag 3 : De bruiloft te Kana
Ik bid voor de volgende genade: Jezus intiemer te
leren kennen, Hem meer intens lief te hebben en Hem dichter te volgen.
Johannes 2:1-11 : Op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de
moeder van Jezus aanwezig was. Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op
die bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus tot
Hem: Ze hebben geen wijn meer. Jezus zei tot haar: Vrouw, is dat soms
uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen. Zijn moeder sprak tot de
bedienden: Doet maar wat Hij u zeggen zal. Nu stonden daar volgens het
reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of
drie metreten. Jezus zei hun: Doet die kruiken vol water. Zij vulden ze
tot bovenaan toe. Daarop zei Hij hun: Schept er nu wat uit en brengt dat
aan de tafelmeester. Dat deden ze, en zodra de tafelmeester het water proefde
dat in wijn veranderd was (hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, maar de
bedienden die het water geschept hadden, wisten het wel), riep hij de bruidegom
en zei hem: Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal
goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe
bewaard. Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en
openbaarde zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen
geloofden in Hem.
|