
Lukas 2:8-20 :In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld
gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des
Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door
grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: 'Vreest niet,
want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het
hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van
David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind
vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.' Opeens voegde zich
bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: 'Eer
aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen
heeft.' Zodra de engelen weer van hen waren heengegaan naar de hemel,
zeiden de herders tot elkaar: 'Komt, laten we naar Bethlehem gaan om te zien
wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt.' Ze haastten
zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe
lag. Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd
was. Allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen de herders hun
verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij
zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en
loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun
gezegd was.
Vergezel de herders als ze het
goede nieuws horen en baby Jezus bezoeken.
Overweging : De Ervaring
van een Herder
In de omgeving bevonden zich
herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. (Lucas
2:8)
Ik probeer de nacht voor te
stellen in een oud land en mijzelf erin, duizenden jaren voor het mechanische
geronk van machines en motoren in de wereld kwam. Ik probeer te denken aan de
natuurlijke stilte die ik ooit heb gekend, misschien na een koele nacht met
sneeuw. Misschien de uitval van elektriciteit. Misschien een heilig uur in het
holst van de nacht wanneer het enkel mij en Jezus is-deze stilte dat vervuld is
met aanwezigheid, de heilige mystieke aanraking van God.
Wanneer ik mijn ogen sluit, beeld
ik mij in dat ik een van de herders, de jongste van hen, nog een kind, en dat
de hele wereld voor mij ligt, net zoals voor alle kinderen.
De lucht is klaar en koel, en er
is dauw op het gras. Ik hoor de herders die stil rond hun kampvuur zitten. De
nacht klinkt van een wereld in rust. De schapen hebben een eigen geur. De
herders hebben de geur van de slapende dieren overgenomen. Ik voel mij kalm,
stil en in vrede onder dit alles, zelfs in mijn eigen nietigheid.
Zoals het dikwijls gebeurt, keer
ik mijn blik naar de Hemel, de glorie van de sterren, het uitgestrekte universum
dat zich uitstrekt over de velden, en mijn geest wordt vervuld van verwondering
en ontzag.
Plotseling breekt de lucht open
en klinkt er gezang. Het is verbazingwekkend, en ik houd mijn adem in. Wat zou
dit kunnen betekenen? Er zijn stemmen en wezens, een fel licht, geluid dat ik
nooit eerder heb gehoord, en na enige moment wordt de lucht opnieuw donker, de
sterren verschijnen opnieuw, maar niets zal nog hetzelfde zijn. Een stilte valt
over de herders en ik hoor het woord hoewel ik nauwelijks begrijp wat het
betekent: engelen.
Iedereen begint zich klaar te
maken, en ik begrijp niet goed wat er gaande is of waar ze heen gaan, maar ik
volg ze. Wat kan een kind anders doen?
Het is
donker, maar onze voeten zweven. We gaan vlug verder. Tot we in de verte een grot
naderen- het straalt licht uit dat van binnen komt. Het is een warm gloeiend
licht., Als we dichter komen vertragen de herders en wanneer we nabij zijn,
stoppen ze en gaan ze naar degene die hen aan de ingang van de grot verwelkomd.
Het is Jozef. Hij laat
de herders binnen en ze knielen bij het kindje dat in de voederbak ligt, midden
de grot. Ze zijn onder de indruk van de warmte en liefdevolle ontvangst die ze
ook van Maria, Jezus Moeder krijgen. Ik kniel ook neer. Ik wil mijn hoofd
buigen, maar ook kijken naar de mooie baby. Durf ik kijken? Heeft de engel niet
gezegd dat dit de Redder is van de mensen?
We zijn onder de indruk. De
oudste en meest wijze onder ons nadert Maria en ze zegt: Wacht eens, en dan keert
ze zich naar mij. Ze wenkt mij om dichterbij te komen. En ik kan zien dat de
herder erdoor verward is. Waarom dit kind wenken om dichterbij te komen? Maar
ik ga dichterbij. Hoewel ik nauwelijks begrijp wat er gaande is, kan ik niet
aan haar uitnodiging weerstaan en als ik nader zie ik deze mooie, lieve vrouwe.
Ze lacht naar mij. We kijken samen naar de baby in haar armen.
Ik zeg: Hij is zo klein. Zij
zegt: Ja, babys zijn heel klein.
Ik zeg: Hij is zo zacht. Zij
glimlacht en knikt. Hij ruikt goed, zeg ik en ze lacht een beetje.
Ja, zo zoet, zegt ze. Ik sta aan
haar schoot en kijk. Ik mag de baby vasthouden. Dan neemt ze mijn vinger en
laat het kleine vuistje mijn eigen vinger vasthouden. Ik kijk ernaar. De
uitdrukking op het gezicht van de vrouw verandert, ze is de gebeurtenis aan het
overwegen.
Jezus raakt mij aan, raakt mijn
hart, in dit gebed, in deze meditatie, en in deze aanraking zendt hij een
wereld van genezing, oceanen van genade, een universum van glorie die door zijn
greep zinderen.
Kind Jezus, wat houd ik van jou!
Dan herinner ik mij de vraag: Waarom
bent U gekomen, God? Waarom stort U al uw glorie en kracht in een kleine baby?
Hij laat mij te kennen geven door deze kleine onschuldige aanraking, van dit
hulpeloos kleine wezentje: Zodat Ik jullie kon aanraken en begrijpen, vlees
van mijn vlees.
Ik geloof hem vanuit de grond van
mijn hart. - Door : Elizabeth M. Kelly
Dag 5 : Jezus wordt opgedragen in de Tempel te Jeruzalem
We blijven de eerste jaren van
Jezus overwegen. We bemerken hoe Jezus opgroeit in een bijzondere sociale,
economische, politieke en religieuze context. Zelfs in de troostende verhalen
van de Geboorte, zien we het begin van oppositie tegen Jezus. We kunnen het
verlossingswerk van Christus niet los zien van de tijd waarin Hij leefde. Redding
vindt niet plaats los van de wereld. Het is niet dat God een reddingsboei gooit
vanuit de Hemel waar we ons kunnen aan vastklampen en Hij ons naar zich toe
trekt. God redt ons in de wereld.
In de contemplaties over het
Evangelie geeft Ignatius dikwijls ons de raad te bidden om er voordeel uit te
trekken. Dit betekent niet dat we productief moeten zijn wanneer we bidden,
de tekst moeten analyseren om een inzicht te vinden. Maar in contemplatie laten
we ons gebed ons en ons hart raken. We laten herinneringen, emoties, verlangens
toe om geroerd te worden zoals God het wenst.
Ik bid om de volgende genade: Jezus intiemer te
leren kennen, Hem intenser lief te hebben en Hem dichter te volgen.

Lukas 2:21-38 : Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving
Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de
moederschoot werd ontvangen. Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet
van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het kind naar Jeruzalem om het
aan de Heer op te dragen, volgens het voorschrift van de Wet des Heren:
Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden
toegeheiligd, en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te
brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven. Nu leefde er in
Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man, die Israëls
vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem. Hij had een
godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen,
voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Door de Geest
gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar
binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam ook
hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden: 'Uw
dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben nu
uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht
dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.' Zijn vader
en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.
Daarop sprak Simeon over hen een
zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder: 'Zie, dit kind is bestemd tot val
of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat
de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door
een zwaard worden doorboord.' Er was ook een profetes, Hanna, een dochter
van Fanuël uit de stam van Aser. Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij
zeven jaren met haar man geleefd. Nu was zij een weduwe van vierentachtig
jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door
vasten en gebed. Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak
over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. Toen zij
alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar
Galilea, naar hun stad Nazareth terug. Het kind groeide op en nam toe in
krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.
Vergezel de H. Familie wanneer
Jezus een naam krijgt en opgedragen wordt in de Tempel. Vergezel de oude
hogepriester Simeon en profetes Hanna als ze wachten op Jezus en als ze Hem
ontmoeten.
Als je met een wonderbaarlijk
gevoel kijkt naar het kind Jezus, welke hoop welt er op in je hart? Welke
namen geef je aan het kind?
Overweging : Eerbied
Ignatius geloofde dat ieder die
in gebed over de kern van waarheid nadenkt, dat we geschapen zijn uit liefde
door een transcendente heilige God, zal groeien in eerbied. We zullen een
diepere zin van heiligheid in alle dingen ontvangen als we overwegen dat we
voortdurend geroepen worden en in stand gehouden worden als mensen, door God. We
zullen in ontzag verkeren, niet alleen voor de zonsopgang en bergen, bloemen en
bomen, maar ook, en vooral voor elke persoon die we ontmoeten. Eerbied is een
instelling van het hart dat ons toelaat te leven voor de schoonheid en goedheid
van elk schepsel en God die hem of haar heeft geschapen.Gerald M. Fagin, SJ
Dag 6 : Vlucht en ballingschap in Egypte
God blijft
ons redden in de details van ons leven vandaag, in de schoonheid en de chaos
van onze wereld. Als we
bidden temidden van ons dagelijks leven, kunnen we meer meevoelen met de
vreugden en tragedies van onze wereld en de noden van de mensen rond ons. Hoe
kunnen we niet diep de benarde toestand aanvoelen van miljoenen vluchtelingen
in onze wereld, als we de H. Familie vergezellen in hun vlucht naar Egypte waar
ze alles moesten achterlaten en een nieuw bestaan opbouwen in Egypte, en later
terug alles in de steek moesten laten om terug naar Nazareth te vertrekken? Hoe
kunnen we geen aandacht schenken aan de druk die jonge gezinnen vandaag
ondervinden?
Ik bid om de volgende genade: Jezus intiemer te
leren kennen, Hem intenser lief te hebben en Hem dichter te volgen.

Mattheus 2:13-23 : Na hun vertrek verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef
en sprak: Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf
daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden. Hij
stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit. Daar
bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer
gesproken had door de profeet: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte
Zodra Herodes bemerkte, dat hij
door de Wijzen om de tuin geleid was, ontstak hij in hevige toorn; hij zond
zijn mannen uit en liet in Bethlehem en heel het gebied daarvan al de jongens
vermoorden van twee jaar en jonger, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij
de Wijzen nauwkeurig had gevraagd. Toen ging in vervulling het woord dat
door de profeet Jeremia gesproken was: Een klacht werd in Rama gehoord,
geween en luid gejammer:
Rachel, wenend om haar kinderen, wil niet getroost worden, omdat zij niet meer
zijn
Nadat Herodes gestorven was,
verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: Sta
op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het
Kind naar het leven stonden zijn gestorven. Hij stond op, nam het Kind en
zijn moeder en ging naar het land Israël. Toen hij echter hoorde, dat Archelaüs
in plaats van zijn vader Herodes over Juda heerste, vreesde hij daarheen te
gaan; van Godswege in een droom gewaarschuwd, begaf hij zich daarom naar het
gebied van Galilea. Hier aangekomen vestigde hij zich in een stad, Nazareth
geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door profeten gezegd was: Hij
zal een Nazoreeër genoemd worden.
Vergezel Jozef, Maria en Jezus op
hun vlucht naar Egypte in ballingschap. Breng wat tijd door met hen in Egypte,
en vergezel hen op hun terugkeer naar Nazareth.
|