Een
spiritualiteit van het Hart - David L. Fleming, SJ
Ignatius verklaarde in het begin
zijn Geestelijke Oefeningen dat geestelijke oefeningen goed waren voor de
versterking en helpt bij onze inspanning om meer gelovig te reageren op Gods
liefde.
Ignatius zei niet dat de
Geestelijke Oefeningen op de eerste plaats bedoeld waren om ons begrip te
verdiepen of om onze wil te versterken. Hij beloofde niet de spirituele
mysteries te verklaren of onze geest te verlichten. We kunnen uit de Oefeningen
ons intellectueel begrip verhogen, maar dat is niet de doelstelling. De
doelstelling is een antwoord- een soort antwoord te geven. Iganatius wil een
respons van het hart bewerkstelligen.
Het Hart betekent hier niet de emoties
(hoewel het onze emoties omvat). Het verwijst naar onze innerlijke oriëntatie,
de kern van ons wezen. Dit soort van hart is waarnaar Jezus verwees, wanneer
Hij ons vertelde onze schatten in de Hemel te vergaren in plaats van op aarde
want waar je schat is, zal ook je hart zijn. (Mattheus 6:21) Dit is het
hart dat Jezus bezorgd om was wanneer Hij zei uit het hart komen boze
gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenis,
godslastering. (Mattheus 15:19) Jezus merkte op dat ons hart los kan komen van
onze daden: Dit volk eert mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij.
(Mattheus 15:8) Het Hart betekent in deze context de totaliteit van onze
reactie, en dit is waar de Geestelijke Oefeningen om draaien.
Dit is de oude betekenis van het hart
in bijbels gebruik, maar we vinden sporen van deze betekenis in het huidig
taalgebruik terug. Wanneer we zeggen aan iemand mijn hart gaat naar je uit. We
bedoelen iets meer dan een gevoel of bezorgdheid. Als men oprecht is, dan geeft het
een gevoel van solidariteit weer met iemand. Het betekent meer dan ik begrijp
het (ons verstand). Het betekent meer dan ik voel mee (onze gevoelens). Het
betekent iets zoals ik sta bij jou in deze omstandigheid. Het is een
uitdrukking van een fundamentele keuze.
Vandaag zeggen we gewoonlijk over
iemand die geen enthousiasme toont voor een project dat zijn hart er niet in
zit. Het hart is waarover Ignatius het heeft. We kunnen zeggen dat de
Ignatiaanse spiritualiteit een manier is om ons hart op de juiste plaats te
krijgen.
Ignatius begreep het omdat het
zijn eigen ervaring was. Hij onderging een diepe bekering terwijl hij herstelde
van zijn wonden, maar het was geen bekering van het verstand of de wil. Voor
zijn bekering en erna was hij een orthodoxe Katholieke die de religieuze
praktijken volgde die van hem werden verwacht. Zijn bekering betrof echter zijn
diepste verlangens en engagement, dat is het essentiële middelpunt van de
persoonlijkheid waarin een mens voor God staat. Zijn religieuze praktijk en
intellectuele begrip werd dieper over de jaren, maar het was zijn hart dat was
getransformeerd.
Ignatius ontwikkelde door gebedsvolle
overweging en spirituele leiding van anderen vele manier om te luisteren naar
de taal van het hart. Dit is de taal dat Gods intenties openbaart en ons
inspireert tot een milde respons. Wat we geloven en wat we doen is belangrijk.
Maar Ignatius is meer geïnteresseerd in de toestand van ons hart.
Velen van ons zien in de
Geestelijke Oefeningen een verandering van de manier van denken. Maar het is
essentieel dat we inzien dat het begrip ervan niet het doel is. We kunnen een
groot aantal dingen begrijpen, maar het kan zijn dat het niet de manier
verandert waarin we ons leven leiden. Het doel is een respons van het hart, en
dat verandert werkelijk de hele persoon.
God leerde Ignatius vroeg over
het hart door verschillende mystieke visioenen die hij ontving in zijn
spirituele vorming. Hij ontving een visioen toen hij zich afvroeg of hij drie
of vier gebeden tot de Drie-ene God zou moeten bidden- een gebed gericht tot
elke Persoon van de Godheid, en dan een gebed tot de Ene God als vierde gebed. Hij
bad buiten op de trappen van een abdij toen hij plotseling de Drie-ene God hoorde
als de muziek van drie orgeltoetsen die gelijktijdig weerklonken. Een andere
keer ontving hij een visioen van God de Schepper als iets wit waaruit stralen
komen. Uit deze witte kleur schiep God licht. Hij wist niet hoe deze zaken uit
te leggen. Maar
Ignatius beantwoordde dit met zijn hart: Dit was vergezeld met zoveel tranen
en zoveel gesnik dat hij zich niet kon inhouden.
De respons van dit hart is een
hoeksteen van de Geestelijke Oefeningen. De Schepping is een stroom van Gods
gaven, met een menselijke respons die de verbinding is dat toelaat dat Gods
schepping spreekt. De schepping helpt ons God te kennen en lief te hebben en te
willen leven bij God voor altijd.
Ignatius vraagt degene die de
bezinning doet om te bidden voor Jezus Christus op het kruis. Hij identificeert
Christus als Schepper, de God van het Principe en de Basis. Praat tot Hem over
hoe Hij schept omdat Hij liefheeft, lijkt Ignatius te zeggen. Dit is geen
abstracte God van de rede, maar een liefdevolle God die men ziet door het
gezicht van Jezus Christus. Het is de Paulijnse Christus van de Colossenzen en Efeziërs.
Het is de Christus van de Proloog van het Johannesevangelie: het Woord in wie
alle dingen werden geschapen. Dit is de Zoon van God, de Alfa en de Omega van
de Openbaring van Johannes.
Onze spirituele tocht is een
poging om de vraag te beantwoorden Waar gaat het leven om? Hier is het
antwoord van Ignatius: een visioen van God voor ons hart, niet onze geest. Hij
geeft gaven die een respons uitlokken van onze kant, een vrije keuze om ons te
richten tot Hem in dankbaarheid en liefde. Het is een visioen waar enkel een
hart kan op reageren.
De onderliggende dynamiek van het
Ignatiaanse gebed is dat van een gesprek. We zijn in een relatie met God en dat
houdt geven en nemen in, onze respons op zijn uitnodiging, een deelname aan het
leven. De Geestelijke Oefeningen verzoeken ons te kijken naar onszelf zoals God
ons ziet als zonen en dochters, leden van zijn familie. Jezus gebruikt het
woord Abba om te verwijzen naar zijn Vader wanneer we ons tot Hem richtten. Het
betekent Papa. We kunnen ons richten tot God op dezelfde intieme manier omdat
we zijn kinderen zijn.
Gebed is een natuurlijk gevolg
van deze relatie. Gebed is een gesprek. De essentiële activiteit van gebed
vloeit op natuurlijke wijze voort van onze mensheid. Het is een manier van
converseren met een zeer goede vriend.
Meer over gebed als een gesprek - David L. Fleming,
SJ
Vanaf het begin van zijn
geestelijke tocht, had Ignatius een goed idee van wat hij wilde doen. Hij wilde
evangeliseren, het goede nieuws van de Menswording naar de anderen brengen. Hij
wilde anderen naar een relatie brengen met Christus Jezus.
Hoe dit te bereiken was minder
duidelijk. Het duurde jaren om de houding, inzichten en technieken te
ontwikkelen dat we kennen als de Ignatiaanse spiritualiteit. Hij maakte veel
fouten onderweg en kwam verschillende keren op een dood spoor. Hij was bekend
met het werk van de Dominicanen een orde van geleerde geestelijken die
gespecialiseerd waren in het prediken. Ignatius had bewondering voor goede
verkondiging, maar dit waren niet de evangelische middelen waar hij naar op
zoek was. Ignatius werd aangetrokken tot de Franciscanen, die een krachtige
getuigenis gaven van het Evangelie door hun armoede. Maar hij dacht niet dat
het op een nederige manier bedelen onderweg de richting was dat God van hem
verlangde.
Sommige spirituele benaderingen
leken te passief voor hem. Ze waren gebaseerd op het lezen van boeken en
luisteren naar preken en voordrachten. Ze leken te zeggen dat God gevonden kan
worden door een vorm van passieve absorptie van goede wil en goed gedrag. Ignatius
praktiseerde een actieve spiritualiteit. Hij begreep dat mensen actief geëngageerd
waren met werk in de wereld. Ze hadden onderling relaties of betrekkingen. Dit
actief delen van genade, gaven en talenten werden uiteindelijk de werkwijze van
zijn evangelische bediening.
Ignatius omschrijft zijn taak als
conversar (Spaans voor converseren,
praten met). Het is oprecht praten tot een ander, een gemakkelijk, voldoening
gevend gesprek waarbij we werkelijk iemand leren kennen. Ignatius moet een
meester geweest zijn in dit soort conversatie. Hij lijkt een buitengewone gave
voor vriendschap te hebben gehad. De eerste Jezuïeten waren een groep mannen
die tezamen verbonden waren door hun genegenheid en liefde voor Ignatius van
Loyola.
Conversar heeft ook bredere
betekenissen. Het betekent ook iemand of iets diep te kennen, vertrouw zijn met
iets of iemand. Het betekent iemand kennen en betrokken te zijn met hun leven. In
het Ignatiaanse standpunt is het een van onze manieren van liefhebben.
Ignatius spiritualiteit
ontwikkelde zich rond het idee van conversatie. Het is gebaseerd op een gesprek
met God door gebed. Het is ontwikkeld door gesprek met anderen een geestelijke
leidsman, een biechtvader, gelijkgezinde vrienden die elkaars idealen en manier
van leven delen. Het wordt uitgedrukt in gesprekken als bediening het delen
van het Evangelie met anderen. Alle drie de conversaties worden in de
Geestelijke Oefeningen verpersoonlijkt.
De deelnemer aan de bezinning
wordt door de oefeningen geleid door een gesprek met een geestelijk leidsman
die het gesprek cultiveert met God. De oefeningen voeden een gesprek met God,
Het doel van de Oefeningen is de persoon te helpen om een meer vruchtbaar
gesprek te hebben met anderen in de bediening.
De Oefeningen zijn in feite het product
van jarenlange conversatie. Ignatius ontwikkelde ze uit zijn ervaring als een
geestelijk leidsman van mannen en vrouwen die een diepere relatie zochten met God.
Hij suggereerde manieren om te bidden, bijbelteksten om te overwegen, scènes om
zich voor te stellen, ideeën om te overwegen. Dan praatten Ignatius en zijn
vrienden over wat was gebeurd in gebed. Samen onderscheidden
ze hoe God hen leidde. Ignatius
boek is in essentie een collectie van deze oefeningen die de conversatie
verbeteren.
Jezus discipelen vroegen Hem Heer,
leer ons te bidden. Waren deze vrome Joodse mannen, die 5 keer per dag
(minstens) baden niet op de hoogte hoe ze moesten bidden? Natuurlijk
wel. Ze wilden
echter weten hoe Jezus bad. Daarom leerde Hij hen het Onze Vader, die de kern
is van alle Christelijk gebed.
Jezus manier van bidden is
belangrijker dan de woorden die hij ons leerde. We worden persoonlijk intiem
met God (ONZE Vader). We vereren Hem (die in de Hemelen zijt, GEHEILIGD ZIJ Uw
Naam). We delen Gods verlangens (UW RIJK KOME, UW WIL GESCHIEDE). We vragen om
wat we nodig hebben (Geef ons ons DAGELIJKS BROOD). We smeken om de Vaders
bescherming (VERLOS ONS VAN ALLE KWAAD).
Deze elementen van gebed bevatten
het hele scala van menselijke conversatie: delen van ervaringen, dankzeggen,
vragen om hulp, uitschreeuwen in pijn, smeken om vergeving, liefde uitdrukken,
gewoon tijd doorbrengen met elkaar. Dit is wat we doen wanneer we samenkomen
met onze vrienden. We doen hetzelfde wanneer we samen zijn met God. Gebed neemt
vele vormen aan: mystiek gebed, devotioneel gebed, liturgisch gebed, heilige
lezing, momenten van goddelijke openbaring recht uit ons dagelijks leven. Dit alles
is inbegrepen in Ignatius conversar.
Dit is wat er bedoeld wordt in het Ignatiaans motto God vinden in alle
dingen. Alle
dingen is de hele reeks van menselijk drame onze relaties, ons werk, ons
streven en teleurstellingen, onze hoop en dromen. God kan gevonden in heel deze
reeks. Gevonden betekent niet een intellectuele oefening om de aanwezigheid van
het goddelijke op te merken. Het betekent God betrekken in je leven, Hem
ontmoeten, met Hem een relatie aangaan. Het is een zaak van conversar een intieme
conversatie en de interactie dat plaatsgrijpt tussen familieleden die van
elkaar houden.
Ignatius
van Loyola (leven van Ignatius www.jezuieten.org)
In het adellijke milieu van Loyola, een slot in Spaans
Baskenland, wordt in 1491 Ignatius van Loyola geboren, een nakomertje in een
gezin dat dertien kinderen telt. Kort na zijn geboorte sterft zijn moeder. Hij
wordt tot zijn zevende jaar ondergebracht in het gezin van María de Garín, de
vrouw van de plaatselijke smid. Als Iñigo de doopnaam van Ignatius van Loyola
terugkeert in het slot, zal zijn schoonzus zorg voor hem dragen. Op
veertienjarige leeftijd verliest hij zijn vader. Iñigo wordt dan secretaris bij
de minister van financiën van de Spaanse koning. Hij is 25 als hij lid wordt
van de persoonlijke lijfwacht van de onderkoning van Navarra.
Ignatius van Loyola groeit op in een wereld van spelen,
vrouwen en gewapende duels. Hij is behendig in het gebruik van wapens. De
Loyolas genieten echter geen goede reputatie: evenals zijn broers komt ook
Iñigo meermalen in aanraking met de justitie. Hij leeft in een wereld van
heldendaden, ridderromans en stoere trots, tot op de dag waarop hij zwaar
gewond wordt bij de verdediging van het fort Pamplona. Een zinloze verdediging,
omdat de overmacht te groot was. Iñigo wilde niet wijken, maar nu is het een
invalide soldaat die terugkeert in Loyola. Artsen doen hun uiterste best om het
verbrijzelde kniegewricht te herstellen. Als het levensgevaar is geweken, volgt
een tweede operatie aan zijn been omdat het weer net zo mooi moest worden als
tevoren. De patiënt toont zich niet gauw tevreden.
Maandenlang is Iñigo aan het bed gekluisterd. Nog is hij
verslingerd aan zijn hoofse carrière, maar geleidelijk gaat zich een cruciale
verandering in zijn leven afspelen. Zijn schoonzus geeft hem literatuur waar
hij tot dan toe weinig affiniteit mee had: een bloemlezing van de levens van
heiligen en een Leven van Jezus. De lezing en de verwerking van wat deze
literatuur bij hem losmaakt, wordt de aanleiding om zijn leven radicaal te
veranderen. Hij breekt voorgoed met zijn milieu en zijn familie, verlaat het
ouderlijk slot en wil alleen nog soldaat van Christus zijn.
Als pelgrim gaat hij op zoek naar wat God met zijn leven
wil doen. Een grillige reis volgt, zowel fysiek als geestelijk. Ignatius van
Loyola bezoekt de benedictijnenabdij van Montserrat en spreekt zijn algemene biecht.
Hij verblijft ruim een jaar in het naburige Manresa om een goede vorm te vinden
voor zijn nieuwe leven. Hij voert een heftige innerlijke strijd. Hij wordt heen
en weer geslingerd tussen gegrepenheid door God en scrupuleuze wanhoop aan
zichzelf. Zijn gevecht wordt de grondslag voor de spiritualiteit die hemzelf en
velen na hem innerlijke vrijheid zal geven.
Als zijn plan om naar het Heilig Land te gaan en daar
Christus te verkondigen onuitvoerbaar blijkt, moet Ignatius van Loyola erop
terugkomen en begint een lange reis met omzwervingen door Italië, Spanje,
Frankrijk, Vlaanderen en Engeland. Als student in Parijs verzamelt Iñigo een
groep vrienden om zich heen, die de kern wordt van een nieuwe religieuze
gemeenschap die zij samen stichten. Uiteindelijk komt Iñigo, die dan de
Latijnse naam Ignatius heeft aangenomen, in Rome terecht. Hij geeft daar zelf
leiding aan die nieuwe orde, de Sociëteit van Jezus.
Er is een lange weg afgelegd eer de ingrijpende geestelijke
ervaringen van Ignatius van Loyola de vorm kregen van een religieuze
gemeenschap. Uiteindelijk is het een gezelschap van 10 mannen dat na langdurig
overleg besluit een radicaal nieuwe orde te stichten: de Jezuïeten. Zij
breken met alle kloostertradities zoals eigen religieuze kleding, koorgebed en
boetepraktijken. Het koorgebed van de monniken, dat hen verplicht op vaste
tijden samen te bidden, zou het actieve en mobiele dienstwerk van jezuïeten
immers kunnen hinderen.
Op 27 september 1540 wordt de nieuwe gemeenschap onder de
naam Sociëteit van Jezus goedgekeurd door paus Paulus III. De groei van de
orde is enorm: bij de dood van Ignatius van Loyola, 16 jaar later in 1556, telt
de sociëteit al meer dan 1000 leden.
Ignatius schrijft zijn Geestelijke Oefeningen
De gebedsoefeningen in het boekje van Ignatius gaan
hoofdzakelijk over het leven van Jezus. Het langdurig, persoonlijk, stil gebed
met het evangelie is het hart van de Geestelijke Oefeningen. Wie de Oefeningen
doet beschouwt aandachtig heel het leven van Jezus, van zijn geboorte tot aan
zijn dood en verrijzenis. Biddend kijk je naar wat Jezus doet, je luistert naar
wat Hij zegt, je treedt met Hem in dialoog. Zo wordt duidelijk hoe jij de Heer
kunt volgen en het Evangelie gestalte kunt geven in jouw leven.
Week 3 : Een breuk in de relatie
Deze week beginnen we met wat
Ignatius de eerste week van zijn Oefeningen noemt. Met Week bedoelt Ignatius
niet 7 kalenderdagen, maar een bijzondere fase van de bezinning. In brede zin
richt de eerste week zich op onze ervaring van zonde, zowel persoonlijk,
gemeenschappelijk en globaal. Zonde kan omschreven worden als een breuk in een
relatie met God en de anderen; als een mislukking God, de anderen en zichzelf
lief te hebben; het is het zich afkeren van God.
Zonde is een werkelijkheid van de
menselijke conditie waar niet kan ontsnapt worden. We misbruiken de vrijheid
die we van God hebben ontvangen en maken keuzes die God, de anderen en onszelf
treffen. God wil ons niet straffen voor onze zonden, maar we lijden door de
natuurlijke gevolgen die voortvloeien uit onze zondige keuzes en deze van
anderen.
In de bezinning van deze week
richten we ons op de zonde en hoe ze in elk mensenhart beweegt. Ons doel is
niet vervuld te raken van schuldbesef, zelfhaat, of wanhoop, maar eerder te
vragen om een gezond schaamtegevoel en zondebesef wanneer we geconfronteerd
worden met de realiteit van zonde. In de wetenschap van hoe goed God voor ons
is, kijken we waarom en hoe we nog steeds kiezen om te zondigen, en nog steeds
kiezen om zo pover te reageren op Gods vrijgevigheid.
Zelfs als we deze harde realiteit
erkennen, zijn we ons bewust dat God onvoorwaardelijk van ons houdt en ons wil
bevrijden van alles wat onze groei hindert om kinderen van God te worden. We geraken
niet verder door enkel onze zonden te tellen en te proberen ze te overwinnen
door pure wilskracht alleen. We moeten onze ogen gericht houden op Gods altijd
aanwezige barmhartigheid, die de ultieme bron is van onze blijvende bevrijding
van zonde.
Verschillende van deze
overwegingen hebben betrekking tot een intieme conversatie.
Intiem gesprek
Aan het einde van een
gebedsperiode kan een intiem gesprek plaatsvinden tussen jezelf en God de Vader, tussen jezelf
en Jezus, of tussen jezelf en de H. Maagd Maria of een van de heiligen. Het
intieme gesprek kan ook op een ander tijdstip plaatsvinden. Laat deze conversatie zich op een
natuurlijke manier ontwikkelen in je gebed.
In dit intiem gesprek spreken en
luisteren we zoals de H. Geest ons ertoe aanzet. We kunnen ons uitdrukken zoals
bijvoorbeeld vrienden onderling, of zoals een persoon tegen degene die hij
heeft beledigd, of als een kind tot zijn vader of moeder, of zoals geliefden
onderling. Hoe het gesprek ook zal verlopen, wees oprecht, spreek vanuit het
hart. Zoals in elk betekenisvol gesprek, moeten we ervoor zorgen dat er pauzes
zijn van stilte om te luisteren.
In de meditaties over zonde,
suggereert Ignatius dat we ons plaatsen voor het kruis en drie vragen stellen
die weerklinken in alle Oefeningen:
·
Wat heb
ik gedaan voor Christus?
·
Wat doe
ik voor Christus?
·
Wat zou
ik moeten doen voor Christus?
Keer terug naar deze vragen
gedurende de bezinning. Ze kunnen niet volledig beantwoord worden gedurende de
bezinning. We leiden ons dagelijks leven en dan komen we tot praktijkgerichte antwoorden.
Net zoals onze zonde weerspiegeld is in concrete beslissingen en daden, zo komt
ook de genade tot leven in keuzes en daden uit liefde voor Christus en de
naaste. We ontmoeten Christus niet alleen in ons gebed en in de sacramenten,
maar ook in onze relaties met het Mystieke Lichaam van Christus, dat nu leeft
als de Kerk, het volk van God.
Dag 1 : De zonde van Adam en Eva
De Bijbelse wetenschap heeft lang voorgehouden dat
het verhaal van Adam en Eva in het Boek Genesis geen geschiedenis was, maar een
theologische reflectie van het volk van Israël over de realiteit van goed en
kwaad. Dit verhaal spreek van een tijdloze waarheid die gekend is voor de hele
mensheid: mensen hebben de gave van vrije wil gekregen, zoals engelen, en soms
kiezen we om die vrijheid te misbruiken door te proberen ons in het middelpunt
van de schepping te plaatsen in plaats van God de Schepper. Dit is de essentie
van de erfzonde.
De genade die ik zoek: ik bid voor de volgende
genade: een gezond schaamtegevoel en zondebesef voor God als ik de gevolgen van
zonde in mijn leven, mijn gemeenschap en mijn wereld in overweging neem.
Genesis 3 : Van alle dieren, die Jahwe God gemaakt had, was er
geen zo sluw als de slang. Ze zei tot de vrouw: `Heeft God werkelijk gezegd dat
u van geen enkele boom in de tuin mag eten?' De vrouw zei tot de slang: `Wij
mogen wel eten van de vruchten van de bomen in de tuin. God heeft alleen
gezegd: Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat moogt ge niet
eten; gij moogt ze zelfs niet aanraken; anders zult gij sterven.' Maar de
slang zei tot de vrouw: 'U zult helemaal niet sterven! God weet dat uw
ogen open zullen gaan als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult worden
aan God, door de kennis van goed en kwaad.' Toen zag de vrouw dat het goed
eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe
aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen. Zij plukte dus een vrucht en
zij at ervan; zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond, en ook hij
at ervan. Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat zij naakt
waren. Daarom hechtten ze vijgenbladen aaneen en maakten daar lendenschorten
van.
Toen zij, bij het opkomen van de middagwind, de
donder van Jahwe God in de tuin hoorden klinken, verborgen de mens en zijn
vrouw zich voor Jahwe God tussen de bomen van de tuin. Maar Jahwe God riep
de mens en vroeg hem: 'Waar zijt gij?' Hij antwoordde: `Ik hoorde uw
donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij
verborgen.' Maar Hij zei: `Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge
soms gegeten van de boom die ik u verboden heb?' De mens antwoordde: `De
vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom
gegeven, en toen heb ik gegeten.' Daarop vroeg Jahwe God aan de vrouw:
`Hoe hebt gij dat kunnen doen?' De vrouw zei: `De slang heeft mij verleid, en
toen heb ik gegeten.' Jahwe God zei toen tot de slang: `Omdat ge dit
gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde
beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw
leven! Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het
hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!' En tot de vrouw heeft
Hij gezegd: `Zeer zwaar zal ik maken de lasten van uw zwangerschap: met pijn
zult gij kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, hoewel hij over u
heerst.' En tot de man heeft Hij gezegd: `Omdat gij hebt geluisterd naar
uw vrouw en hebt gegeten van de boom die Ik u had verboden, zal de grond
vervloekt zijn omwille van u!
Zwoegend zult gij van hem eten, alle dagen van uw
leven. Distels en doornen zal hij voortbrengen, met veldgewas moet gij u
voeden. In het zweet zult ge werken voor uw brood, tot gij terugkeert naar
de grond, waaruit gij zijt genomen: gij zijt stof, en tot stof keert gij
terug.' De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van
alle levenden. En Jahwe God maakte kleren van huiden voor de mens en zijn
vrouw en Hij deed hun die aan. En Jahwe God zei: `Nu de mens in de kennis
van goed en kwaad als een van Ons is geworden, wil Ik voorkomen dat hij nog
plukt van de boom van het leven; door daarvan te eten, zou hij eeuwig blijven
leven!' Daarom verwees Jahwe God hem uit de tuin van Eden, en moest hij de
grond gaan bebouwen waaruit hij was genomen. Hij verjoeg dus de mens uit
de tuin, en aan de oostkant van de tuin van Eden plaatste Hij de cherubs en de
vlam van het wentelend zwaard, om de weg naar de boom van het leven te bewaken.
Wat kun je leren over de natuur
van de zonde en de gevolgen van zonde? Bemerk hoe subtiel het kwaad kan zijn en
hoe bekoorlijk de verleiding om verantwoordelijkheid te vermijden. Overweeg
sommige van je zondige keuzes. Noteer de emotionele respons die gepaard gaat met je beschouwing van
zonde.
Overweging : de mens,
als hoogtepunt van Gods schepping heeft voor de zonde gekozen
De mens is het hoogtepunt van Gods schepping, omdat
God hem naar zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen. Daarom hebben we een
unieke plaats in de schepping, die samengaat met de opdracht om voor de hele
schepping te zorgen. God heeft ons geschapen omdat Hij van ons houdt.
Omdat we naar zijn beeld, op hem gelijkend zijn gemaakt, hebben we allemaal in
onszelf een verborgen verlangen naar God. Op onze beurt kunnen we houden
van God en onze medemensen. De schepping van de mens is duidelijk
onderscheiden van de schepping van andere levende wezens omdat hij met zijn
vrije wil en zijn verstand voor of tegen God, die liefde is, kan kiezen. God
heeft deze vrije wil aan de mens gegeven omdat je alleen van iemand kan houden
als je vrij bent in die keuze. Als we God afwijzen dan zondigen we.
De bekoring van het kwaad en de duivel : egoϊsme
Hoewel het eerste mensenpaar, Adam en Eva een
heel paradijs van God hadden gekregen, wilden ze nog meer. Hun zonde werd
ingegeven door het kwaad dat het egoïsme aanwakkerde, zoals dat voor de meeste
zonden geldt. Ze keerden zich tegen God. Zo ontstond er een afstand tussen God
en de mensen. Dit is de zondeval, waardoor de zonde in de wereld kwam. Door
de erfzonde, de zonde die we geërfd hebben van Adam en Eva, zijn wij mensen
niet langer volmaakt zoals bij de schepping bedoeld was door God. De erfzonde
werd pas met de komst van Jezus verandert door het sacrament van de doop in te
stellen.
Katholieke Katechismus over de zondeval van Adam en Eva:
Bij de schepping van het eerste mensenpaar had God
hen een bijzondere deelname gegeven aan zijn eigen Goddelijk leven, in
heiligheid en rechtvaardigheid. Naar Gods plan had de mens niet hoeven te
lijden noch te sterven. Bovendien heerste er een volkomen harmonie in de mens
zelf, tussen het schepsel en de Schepper, tussen man en vrouw, alsook tussen
het eerste mensenpaar en heel de schepping.
In de geschiedenis van de mens is de zonde
aanwezig. Deze realiteit wordt slechts ten volle duidelijk in het licht van de
goddelijke Openbaring en vooral in het licht van Christus, de Redder van alle
mensen, die de genade mateloos heeft doen zijn, juist daar waar de zonde heeft
gewoekerd.
De mens, verleid door de duivel, heeft in zijn hart
het licht van het vertrouwen in zijn Schepper laten uitgaan, en in
ongehoorzaamheid aan Hem, heeft hij "gelijk aan God" willen zijn,
maar dan zonder God en niet volgens God. Daarmee verloren Adam en Eva
onmiddellijk voor zichzelf en voor al hun nakomelingen, de oorspronkelijke
genade van de heiligheid en van de rechtvaardigheid.
De erfzonde, waarin alle mensen geboren worden, is
een staat van gemis van de oorspronkelijke heiligheid en rechtvaardigheid. Het
is een zonde die wij 'meekrijgen', maar niet hebben 'begaan'. In deze staat is
de mens van geboorte af aan. Het is geen persoonlijke daad. Omdat alle mensen
uit een en dezelfde oorsprong zijn, wordt deze staat van gemis op de
nakomelingen van Adam overgedragen met de menselijke natuur, niet door
navolging maar door voortplanting. Dit doorgeven van de erfzonde is een
mysterie dat wij niet ten volle kunnen begrijpen.
Ten gevolge van de erfzonde is de menselijke natuur
weliswaar niet geheel verdorven, maar wel in haar natuurlijke krachten gewond,
onderworpen aan onwetendheid, aan het lijden, aan de heerschappij van de dood,
en is zij geneigd tot zonde.
Definitie van zonde:
Het is in wezen een afwijzen van God en de
weigering om zijn liefde te aanvaarden. Dat komt tot uiting in het negeren van
zijn geboden.
Zonde is meer dan verkeerd handelen; het is ook
geen psychische zwakheid. Ten diepste is het afwijzen of vernietigen van iets
goeds het afwijzen van de Goede als zodanig, de afwijzing van God. Zonde in
zijn meest verschrikkelijke dimensie betekent: gescheiden zijn van God en
daardoor van de bron van het leven. Daarom is ook de dood het gevolg van de
zonde.
De oplossing kwam door Jezus:
Door Hem begrijpen wij hoe afgrondelijk diep de
zonde is: Jezus onderging de afwijzing van God aan zijn eigen lichaam. Hij nam
het dodelijke geweld van de zonde op zich, om te vermijden dat dit ons zou
treffen. Daarvoor gebruiken wij het woord 'verlossing'.
God heeft goed nagedacht over de schepping: we zijn
gemaakt volgens een plan. God wist reeds dat de mens zou falen en had een
plan met de mens door Zijn Zoon Jezus te sturen door de H. Maagd Maria, die
zonder de erfzonde is belast. Ieder die
tot God wil komen moet dit door Jezus doen, die voor onze zonden op het Kruis
is gestorven en ons heeft bevrijd van de zondelast.
Dag 2 : De zonde van 1 persoon
We hebben een blik geworpen op de
erfzonde van Adam en Eva. Nu bekijken we het effect van zonde op 1 persoon-een
persoon die definitief tegen God kiest. De persoon is de rijke man in Jezus
parabel van de rijke man en Lazarus. We nemen het voorbeeld wat het zou zijn
als een persoon volledig afgesloten is van Gods liefde.
Gebruik jullie verbeelding als
jullie deze parabel overwegen. Jullie zullen een parabel willen ineensteken, en
de rijke man en Lazarus willen vervangen door moderne personen die gebaseerd zijn
op deze eeuw van zonde, geweld, genocide en onrechtvaardigheid.
De genade die ik zoek: ik bid
voor de volgende genade: een gezond schaamtegevoel en zondebesef voor God als
ik de effecten van zonde in mijn leven, mijn gemeenschap en mijn wereld
overweeg
Lucas 16:19-31 : Er was eens een rijk man die in purper en fijn
linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme,
die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er
naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja,
zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf
en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook
en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwereld, ten prooi aan vele
pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens
schoot. Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus
opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen
verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd.
Maar Abraham
antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het
goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt
hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt
er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid
bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar
naar ons te komen. De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar
het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij
hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht
komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar
hen luisteren. Maar hij zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit
de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren. Hij echter sprak tot
hem: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet
laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat.'
Vraag : Wanneer heb ik niet
gereageerd op de noden van anderen of ze niet bemerkt? Wanneer heb ik mij geïsoleerd
gevoeld van God of anderen door mijn eigen zonde?
Een intiem gesprek
Ik probeer de diepte van de Hel
te ervaren de wanhoop een kruis te zien met niemand erop, het opdoemen van
een wereld die geen God heeft, de totale leegheid zonder doel, een omgeving die
doordrongen is van haat en egoïsme, een levende dood.
Eens heb ik de afschuw van deze
ervaring diep in mij laten bezinken, en ik begon tot Christus hierover te
praten. Ik praatte met Hem over al de mensen die hebben geleefd, de vele mensen
die leefden voor Zijn Komst en die bewust kozen om zon hel te kiezen voor de
eeuwigheid, de vele mensen die in de tijd toen Hij rondliep op aarde leefden en
zijn oproep van liefde weigerden, de vele mensen die nog steeds de oproep van
liefde verwerpen en opgesloten blijven in hun eigen gekozen hel.
Ik dank Jezus dat Hij niet
toegelaten heeft dat ik niet tot een van deze groepen behoor en zo mijn leven beëindig.
Al wat ik kan doen is Degene danken die Zich getoond heeft in alle liefde en
barmhartigheid aan mij. Daarna sluit ik af met het bidden van een Onze Vader.
Intiem gesprek met God, het geestelijk gesprek
Het was Ignatius bedoeling dat
de mensen ontdekten dat ze een relatie konden ontwikkelen met God die
persoonlijk, oprecht en ongecompliceerd is.
Sommige tradities gebruiken gemeenzaam
gesprek, wat eigenlijk hetzelfde is als het intiem gesprek met God of
geestelijk gesprek. Je moet communiceren met God zoals je zou spreken met een
persoon die je ontmoet. Je zegt rechtstreeks en oprecht wat er in je leeft, wat
in je hart en geest leeft. Je beeldt je in dat Jezus, Maria of een andere
Heilige bij je aanwezig is en dat je jouw hart uitstort.
Het intiem gesprek kan
intimiderend zijn voor iemand wiens gebed enkel uitgedrukt wordt in
traditionele gebeden die worden gereciteerd. Er is niets verkeerd met
traditionele gebeden- ze zijn fundamenteel voor een blijvend menselijk gesprek
met het Goddelijke. Ze leggen ons woorden in de mond wanneer we niet zeker zijn
wat te zeggen-onthoud wanneer de discipelen aan Jezus vroegen om hem te leren
hoe te bidden. Dan gaf Jezus hen het Onze Vader om te bidden. Jezus wist dat
God ons teder liefheeft zoals een vader van zijn kinderen houdt. En kinderen
kunnen vrij spreken tot een liefdevolle vader. Jezus wilde zijn discipelen deze
wonderbaarlijke waarheid over God liefde kenbaar maken.
Maar in een intiem gesprek zijn
de woorden de jouwe, en dat kan ons zenuwachtig maken. Zal ik de verkeerde
dingen zeggen? Zal ik God hiermee beledigen? Waarom zou God naar mij luisteren?
Wat weet ik over hoe ik tot God zou moeten praten?
We vinden het intiem gesprek meer
comfortabel als we het meer doen. De eerste gebeden zullen misschien niets meer
zijn dan Heer, ik weet niet waar te beginnen. Wat moet ik zeggen? Maar net
zoals we beter worden in het gesprek met mensen als we ze beter leren kennen,
zullen we na een tijdje met God praten als met een vriend. We spreken tot een
vriend met liefde, genegenheid, respect, en oprechtheid. Soms
spreken we met humor of frustratie. Het is allemaal OK. God kent elke detail van wat we
proberen uit te drukken door onze povere woorden.
God wil van je horen. Waarom dan het
intiem gesprek, het geestelijk gesprek niet proberen?
Dag 3 : Wat heb ik gedaan voor Christus?
Vandaag richten we onze
overweging van zonde naar Jezus, die ons heeft gered en die de relatie van de
mens met de Vader heeft hersteld. We overwegen het lijden van Jezus op het
Kruis.
De genade die ik zoek: ik bid
voor de volgende genade: een gezond schaamtegevoel en zondebesef voor God als
ik de effecten van zonde in mijn leven, mijn gemeenschap en mijn wereld
overweeg
Romeinen 5:1-11 : (God bewijst zijn liefde voor ons terwijl we nog zondaars waren,
Christus voor ons is gestorven.) Gerechtvaardigd door het geloof, leven wij in
vrede met God door Jezus Christus onze Heer. Hij is het, die ons door het
geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij staan; door Hem ook
mogen wij ons beroemen op onze hoop op de heerlijkheid Gods. Meer nog, wij
zijn zelfs trots op onze beproevingen, in het besef dat verdrukking leidt tot
volharding, volharding tot beproefde deugd en deze weer tot hoop. En
de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort
door de heilige Geest die ons werd geschonken. Want Christus is voor
goddelozen gestorven op de gestelde tijd, toen wij zelf nog geheel hulpeloos
waren. Niet licht zal iemand zijn leven geven voor een rechtvaardige, al
zou misschien iemand de moed hebben te sterven voor een goed mens. God
echter bewijst zijn liefde voor ons juist hierdoor, dat Christus voor ons is
gestorven, toen wij nog zondaars waren. Des te zekerder zullen wij, nu wij
eenmaal gerechtvaardigd zijn door zijn bloed, dankzij Hem ontkomen aan de
toorn. Toen wij vijanden waren, zijn wij met God verzoend door de dood van
zijn Zoon; des te zekerder zullen wij, eenmaal verzoend, gered worden door zijn
leven. En dat niet alleen: nu reeds juichen wij in God door Jezus Christus
onze Heer, door wie wij de verzoening hebben ontvangen.
Meditatie voor het Kruis
Beeld je in dat Christus, Onze
Heer op het Kruis hing voor jou, en praat met Hem in een intiem gesprek. Hoe is
Hij ertoe gekomen, hoewel Hij de Schepper is, Hij zich tot mens heeft gemaakt? Hoe
wezenlijk is het dat hij van het eeuwig leven naar de aardse tijd kwam om te
sterven, en op die manier te sterven voor mijn zonden?
Vraag je
af : Wat heb
ik gedaan voor Christus? Wat doe ik voor Christus? Wat zou ik moeten doen voor
Christus?
Door op deze manier naar Hem te
kijken, in deze medelijdende staat als Hij op het Kruis hangt, is het
aangewezen uit te spreken wat in je gedachten komt.
Dag 4 : De parabel van de Verloren Zoon
Vandaag lezen we de parabel van
de Verloren Zoon, een verhaal van zonde, barmhartigheid en vergeving. In deze
parabel vertelt Jezus ons wie de Vader is. Merk op dat de vader in de parabel
ook vrijgevig is met zijn liefde. God probeert altijd scheiding te overwinnen.
Merk op dat er feest wordt gevierd als de zondaar terugkeert naar de Vader. We
moeten ons realiseren hoeveel vreugde het God brengt als we terugkeren naar
huis.
Ik bid voor de volgende genaden:
het verdiepen van mijn bewustzijn en verdriet om mijn zonden en een ervaring
vanuit het hart voor Gods barmhartige liefde voor mij.
Lucas 15:11-32 : Hij sprak: 'Een man had twee
zoons. Nu zei de jongste van hen tot zijn vader: Vader, geef mij het deel
van het bezit waarop ik recht heb. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Niet
lang daarna pakte de jongste zoon alles bij elkaar en vertrok naar een ver
land. Daar verkwistte hij zijn bezit in een losbandig leven. Toen hij
alles opgemaakt had, kwam er een verschrikkelijke hongersnood over dat land en
hij begon gebrek te lijden. Nu ging hij in dienst bij een der inwoners van
dat land, die hem het veld in stuurde om varkens te hoeden. En al had hij
graag zijn buik willen vullen met de schillen die de varkens aten, niemand gaf
ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en zei: Hoeveel dagloners van mijn
vader hebben eten in overvloed, en ik verga hier van de honger. Ik ga weer
naar mijn vader en ik zal hem zeggen: Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en
tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten, maar neem mij aan als een van
uw dagloners.
Hij ging dus op weg naar zijn
vader. Zijn vader zag hem al in de verte aankomen, en hij werd door medelijden
bewogen; hij snelde op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem hartelijk. Maar
de zoon zei tot hem: Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u; ik ben
niet meer waard uw zoon te heten. Doch de vader gelastte zijn knechts:
Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan, steekt hem een ring aan zijn
vinger en trekt hem sandalen aan. Haalt het gemeste kalf en slacht het;
laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer
levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. Ze begonnen dus feest te
vieren. Intussen was zijn oudste zoon op het land. Toen hij echter
terugkeerde en het huis naderde, hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de
knechts en vroeg wat dat te betekenen had. Deze antwoordde: Uw broer is
thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten, omdat hij hem
gezond en wel heeft teruggekregen.
Maar hij werd kwaad en wilde niet
naar binnen. Toen zijn vader naar buiten kwam en bij hem aandrong, gaf hij
zijn vader ten antwoord: Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden
overtreden, toch hebt gij mij nooit een bokje gegeven om eens met mijn vrienden
feest te vieren. En nu die zoon van u is gekomen die uw vermogen heeft
verbrast met slechte vrouwen, hebt ge voor hem het gemeste kalf laten slachten.
Toen antwoordde de vader: Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat van mij
is, is ook van jou. Maar er moet feest en vrolijkheid zijn, omdat die
broer van je dood was en levend is geworden, verloren was en is teruggevonden.'
Overweeg: Hoe kan Jezus parabel
mijn vervreemding helpen begrijpen van God en de anderen? Hoe helpt deze
parabel bij de waardering van Gods verwelkoming van mij, een zondaar?
Overweging : Deze Verslaafde is een Heilige - Jim Manneyanney
Een vriend stuurde mij recent een
ongewoon kaartje van een Heilige. Het vereert de H. Mark Ji Tianxiang, een
Chinese leek die vermoord werd in 1900 samen met talloze andere Katholieken in
zijn dorp, in de vervolging van Christenen gedurende de Boxer opstand. Dat is
niet ongewoon. De Kerk heeft vele martelaren heilig verklaard, waaronder vele
Chinese martelaren. Wat ongewoon is aan de H. Mark is dat hij een
opiumverslaafde was die de sacramenten werd geweigerd voor de laatste 30 jaar
van zijn leven.
Mark kon
de communie niet ontvangen omdat zijn verslaving aanzien werd als een zware
zonde en een schandaal. Hij bad voor de bevrijding van zijn verslaving, maar de
bevrijding kwam er nooit. Niettegenstaande zijn verslaving bleef hij een
gelovige Katholiek. Op zijn process kreeg hij de kans om zijn geloof te
ontkennen, maar hij weigerde. Hij zong de litanie van de H. Maagd Maria toen hij naar zijn executie
werd geleid.
Heiligen
zijn voorbeeldige mensen. De Kerk verklaart ze Heilig zodat we van hen kunnen leren. Wat
kunnen we leren van de H. Mark Ji Tianxiang?
|