eucharistisch mirakel te Aalst in juli 2016
in een monstrans (Eric Jacqmin, verbonden aan priesterbroederschap Pius X)
Sacramentsdag
Sacramentsdag (in het Latijn Corpus Christi), in het
Nederlands ook wel het Hoogfeest van het Allerheiligst Sacrament genoemd,
is een hoogfeest binnen de Katholieke Kerk die valt op de tweede donderdag na
Pinksteren, maar word meestal gevierd op de zondag erna, sacramentszondag.
Op dit feest wordt gevierd
dat Jezus Christus Zichzelf onder de gedaante van brood en wijn aan
de gelovigen wil geven als voedsel en voortdurend onder de mensen wil blijven
door middel van zijn waarachtige tegenwoordigheid (Sua realis
praesentia) in de geconsacreerde offergaven. De eerbied die in de
Katholieke Kerk voor de geconsacreerde heilige hostie bestaat,
wordt op deze feestdag tot uitdrukking gebracht.
Op die dag wordt de sequens Lauda
Sion gezongen in de H. Mis en op talrijke plaatsen wordt na
de Mis de geconsacreerde heilige hostie in een monstrans geplaatst,
ter aanbidding. Ook gaat op deze dag de sacramentsprocessie uit,
waarbij de priester het Allerheiligste Sacrament (de
heilige Hostie) in een monstrans door de straten van de parochie ronddraagt.
In sommige landen wordt het feest van het Allerheiligste Sacrament veelal op de
aansluitende zondag (sacramentszondag of zondag onder het octaaf
van sacramentsdag), de tweede zondag na Pinksteren, gevierd waarbij soms ook de
sacramentsprocessie uitgaat. In België wordt Sacramentsdag op de dag
zelf gevierd; in bijzondere omstandigheden echter ook wel op de zondag erna.
Geschiedenis
Sacramentsdag werd vanaf
de late middeleeuwen een populaire feestdag, te beginnen in het Prinsbisdom
Luik vanaf circa 1246 door toedoen van prins-bisschop Robert van
Thorote. Daar had de heilige Juliana van Cornillon zich beijverd voor
de verering van het Allerheiligste Sacrament. Vanaf 1252 blijkt het in diverse
Duitse gebieden reeds een verplichte feestdag te zijn. In 1264, met de
publicatie van de bul Transiturus de hoc mundo, bepaalde paus
Urbanus IV, ooit als aartsdiaken werkzaam in Luik, dat deze feestdag voortaan
door de hele Latijnse Kerk gevierd moest worden. Clemens V bevestigde
officieel de erkenning van dit feest door de publicatie van de bul In
Domine (oktober 1311 mei 1312), eveneens opgenomen in de Clementinae.
Het feest won van toen af aan populariteit en zou in de vijftiende eeuw tot een
van de populairste kerkelijke feesten uitgroeien.
|