Leven
Margaretha-Maria leed in haar kindsheid aan kinderverlamming en zou
daarvan op onverklaarbare wijze zijn genezen. Zij zou in deze tijd reeds
visioenen hebben gehad. In 1671 trad zij toe tot de Orde van
Maria Visitatie in Paray-le-Monial. Sinds de intreding tot de kloosterorde namen
haar visioenen in aantal en hevigheid toe, hetgeen leidde tot een vijandige
houding van haar medezusters jegens haar. Niettemin wijdde Margaretha-Maria
zich meer en meer aan contemplatie. Op 16 juni 1675 ontving zij
een visioen, waarin haar verklaard werd dat voortaan op vrijdag na
het octaaf van Sacramentsdag een feestdag ter ere van het Heilig Hart
van Jezus zou dienen te worden ingesteld. Alacoque zou vanaf dit moment de
devotie tot het Heilig Hart met alle energie verbreiden. Daarbij kreeg zij
steun van Claude de la Colombière, overste van de Jezuïeten in
Paray-le-Monial.
Heilig Hart
Margaretha-Maria Alacoque staat met haar mystieke beleving in een lange
traditie, welke teruggaat tot in de 13e eeuw. Pas
in 1765 werd de eerste liturgische viering ter ere van het H. Hart toegestaan.
De Heilig Hart-verering werd in 1856 door Pius IX officieel
goedgekeurd. Paus Benedictus XV verklaarde Margaretha-Maria Alacoque
heilig op 13 mei 1920. Vanwege de verschijningen aan Margaretha-Maria
Alacoque werd de Onze Lieve Vrouwe-kerk in Paray-le-Monial verheven tot basiliek,
welke tegenwoordig een belangrijk bedevaartsoord is.
Aan het eind van de 19e en begin van de 20e
eeuw kreeg de Heilig Hart-verering nieuwe impulsen. De opkomende
industrialisering, de daarmee gepaard gaande verstedelijking en gedeeltelijke
proletarisering van de samenleving dwong de Katholieke Kerk in een nieuwe rol.
De overheid en samenleving waren seculier geworden, buiten het kerkgebouw was
het geloof niet meer vanzelfsprekend aanwezig. Naast de ontwikkeling van de katholieke
sociale leer (encyclieken Rerum Novarum in 1891 en Quadragesimo Anno in 1931),
het optreden van een nieuwe generatie zielzorgers (in Nederland Alfons
Ariëns en Henri Poels, in Duitsland Oswald von Nell-Breuning en in
Frankrijk Leo Dehon), zou de Heilig Hart-verering persoonlijke vroomheid
met sociale actie in het teken van naastenliefde moeten stimuleren. Er werden
massaal Heilig-Hart-beelden op pleinen en straten in woonwijken geplaatst en
ook in woningen, en tientallen parochie-broederschappen gesticht met het doel
de Heilig Hart-verering te verdiepen.
De devotie tot het Heilig Hart van Jezus is in de Katholieke
Kerk wijd verspreid. Behalve het hoogfeest van het Allerheiligste
Hart van Jezus (derde vrijdag na Pinksteren) wordt doorgaans elke eerste
vrijdag van de maand aan het Heilig Hart van Jezus toegewijd en verbonden met
een sacramentsuitstelling.

Eerste vrijdag devotie
Deze
devotie is een reeks van Katholieke devoties om in het bijzonder het H. Hart
van Jezus te aanbidden, en door het H. Hart eerherstel te bieden voor zonden. In
de visioenen van Christus door de H. Margaretha Maria Alacoque opgetekend in de
17e eeuw, werden verschillende beloften gemaakt aan de gelovigen die de Eerste
Vrijdag devotie zouden praktiseren, waaronder de uiteindelijke standvastigheid
in geloof.
Volgens
de woorden van Christus door Zijn verschijningen aan de H. Maria Margaretha zijn
er verschillende beloften verbonden aan degenen die de Eerste Vrijdag devotie
in praktijk brengen:
"In
de overvloed van de barmhartigheid van mijn Hart, beloof Ik je dat al mijn
krachtig liefde aan al degenen die de Communie ontvangen op de Eerste
Vrijdagen, voor 9 opeenvolgende maanden, de genade van uiteindelijke
standvastigheid zullen ontvangen: ze zullen niet sterven in mijn onbehagen, noch
zonder de sacramenten (H. Oliesel of ziekenzalving) te ontvangen, en mijn Hat
zal hun zekere toevlucht zijn in dat laatste uur.
De devotie bestaat uit verschillende praktijken die
uitgevoerd worden op de eerste vrijdagen van 9 opeenvolgende maanden. Op deze
dagen moet een persoon de H. Mis bijwonen en de Communie ontvangen. Als het
nodig is, moet een persoon om de Communie in staat van genade te ontvangen ook
gebruik maken van het Sacrament van de Biecht vooraleer de H. Mis bij te wonen.
In vele Katholieke gemeenschappen wordt de praktijk van het Heilig Uur van
meditatie aanbevolen gedurende de Tentoonstelling van het H. Sacrament voor
aanbidding gedurende de Eerste Vrijdagen.
Beloften
1. Ik zal hun
alle genaden schenken die zij in hun levensstaat nodig hebben.
2. Ik zal aan hun huisgezinnen de vrede schenken.
3. Ik zal hen in al hun lijden troosten.
4. Ik zal voor hen een veilige schuilplaats zijn in het leven
en vooral bij de dood.
5. Ik zal overvloedig zegen uitstorten over al hun
ondernemingen.
6. De zondaars zullen in mijn Hart de bron en een eindeloze
oceaan van barmhartigheid vinden.
7. De lauwe zielen zullen vurig worden.
8. De vurige zielen zullen spoedig tot een hoge volmaaktheid
komen.
9. Ik zal de woningen zegenen waar de afbeelding van mijn
Hart is geplaatst en wordt vereerd.
10. Aan hen die aan het heil der zielen werken, zal Ik de
gave verlenen de meest verstokte harten te treffen.
11. De personen die deze godsvrucht verspreiden, zullen hun
naam in Mijn Hart geschreven vinden en deze zal daar nooit uitgewist worden.
12. Ik beloof u, in de overmatige barmhartigheid van Mijn
Hart, dat Zijn almachtige liefde aan allen, die achtereenvolgens negen eerste
vrijdagen te Communie gaan, de eindgenade van de boetvaardigheid zal verlenen;
zij zullen niet in Mijn ongenade sterven, noch zonder de laatste Sacramenten te
ontvangen; in dat laatste ogenblik zal Mijn Hart voor hen een veilige
schuilplaats zijn.
Liturgische praktijk
In 1889, stond Paus Leo XIII de priesters en
bisschoppen wereldwijd toe om een morgen votiefmis te offeren voor het H. Hart
op de eerste Vrijdag van elke maand in kerken waar bijzondere devoties tot het
H. Hart werden gehouden, in geval er geen feest van de Heer, dubbel van de
eerste klasse, of gepriviligeerde feria, vigilie, of octaaf waren op die dag.
Deze toelating werd behouden in de Missaal van 1962, die de geautoriseerde
liturgische tekst voor de buitengewone vorm van de Romeinse ritus onder de
voorwaarden van Paus Benedictus XVIs Summorum Pontificum behield, hoewel de
rubrieken werden veranderd om het gebruik te beperken van deze toelating op de
Eerste vrijdagen op liturgische dagen van de derde en vierde klasse, bovendien
laten de rubrieken van 1962 toe dat twee dergelijke votiefmissen opgedragen
worden in de morgen (avondmissen werden toegelaten door paus Pius XII door zijn
apostolische constitutie Christus Dominus van 1953.}
Er werd geen specifiek toelating gegeven voor het gebruik
van de votiefmis van het H. Hart op de eerste vrijdagen in de rubrieken van de
Mis van Paulus VI, hoewel alle soorten votiefmissen worden toegelaten op de
meeste weekdagen in de Gewone Tijd van het jaar waar er geen verplichte
herdenking, feest of plechtigheid zich voordoet.
Feestdag van het H. Hart (vrijdag na de tweede zondag na Pinksteren)
Op deze dag viert de Kerk
het Hoogfeest van het Allerheiligste Hart van Jezus, die zachtmoedig en
nederig van hart en omhoog geheven aan het kruis, bron van leven en liefde is
geworden, opdat alle volken daaruit kunnen putten " (Romeins
Martyrologium, 2008, p. 37).
De
devotie voor het Hart van Jezus heeft, zoals de pausen van Rome dikwijls
vermeld hebben, een hecht fundament in de Schrift. Jezus, die één is met de
Vader (vgl. Joh. 10, 30) nodigt zijn leerlingen uit te leven in innige
gemeenschap met Hem en zijn persoon en woord aan te nemen als gedragsnorm. Hij
openbaart zich als een meester, zachtmoedig en nederig van hart (Mat. 11,
29). Men kan in zekere zin zeggen dat de devotie tot het hart van Jezus de blik
is waarmee overeenkomstig het woord van de profeet in het evangelie alle
generaties van christenen zullen opzien naar Hem die doorboord is (vgl. Joh.
19, 37; Zach. 12, 10), d.w.z. zullen opzien naar de door de lans doorboorde
zijde van Christus, waaruit bloed en water vloeiden (vgl. Joh. 19, 34), het
symbool van het wonderbaarlijk sacrament van heel de Kerk. De tekst bij
Johannes die het tonen van de handen en de zijde door Christus aan de
leerlingen verhaalt (vgl. Joh. 20, 20) en de uitnodiging van Hem aan Thomas
zijn hand uit te strekken en te leggen in zijn zijde (vgl. Joh. 20, 27) heeft
ook een aanzienlijke invloed gehad bij het ontstaan en de ontwikkeling van de
godsvrucht van de Kerk jegens het Heilig Hart. (Directorium over volksvroomheid en
liturgie, 167)
Deze
en andere teksten die de Christus voorstellen als het paaslam, dat zegeviert,
ook al is het geslacht (vgl. Apok. 5, 6), waren een onderwerp van voortdurende
meditatie bij de heilige Vaders, die de rijkdom ervan op leerstellig gebied
onthulden en de gelovigen soms uitnodigden door te dringen in het mysterie van
Christus via de in zijn zijde geopende deur. Zo zegt de heilige Augustinus
(Sermo 311, 3): De ingang is toegankelijk: Christus is de deur... Ook voor u
ging die open, toen zijn zijde door de lans geopend werd. Denk aan wat eruit
naar buiten kwam; kies derhalve voor de plaats waar u kunt binnengaan. Uit de
zijde van de Heer, die aan het kruis hing en stierf, vloeiden bloed en water,
toen zij door de lans geopend werd. In het water is uw reiniging gelegen, in
het bloed uw verlossing. (Directorium over volksvroomheid en
liturgie, 168)
De
devotie tot het Heilig Hart vormt een grote historische uiting van de
godsvrucht van de Kerk voor Jezus Christus, haar Bruidegom en Heer. Zij vraagt
een fundamentele houding die bestaat uit bekering en herstel, liefde en dankbaarheid,
apostolische inzet en toewijding tegenover Christus en zijn heilswerk. Daarom
bevelen de Apostolische Stoel en de bisschoppen haar aan en bevorderen zij een
vernieuwing hiervan. (Directorium
over volksvroomheid en liturgie, 172) Bron : Kerknet