|
4 ongelooflijke Eucharistische mirakels die de
wetenschappelijke uitleg weerleggen (P. Kosloski 15/6/2017)
De miraculeuze hosties doen de sceptici versteld staan:
De Katholieke Kerk leert een dogma die de transsubstantiatie
wordt genoemd, en de Katechismus legt dit uit: Het concilie van Trente geeft de
volgende samenvatting van het katholieke geloof:
door de consecratie van
brood en wijn komt de verandering tot stand van de gehele substantie van het
brood in de substantie van het lichaam van Christus onze Heer, en van de gehele
substantie van de wijn in de substantie van zijn bloed. Deze verandering nu is
door de katholieke kerk gepast en treffend wezensverandering
(transsubstantiatie) genoemd. (KKK
1376).
Dit betekent dat terwijl de hostie de uiterlijke kenmerken
van brood behoudt, en de wijn als wijn, de substantie wordt veranderd (door de
kracht van God) en volledig het lichaam en bloed van Christus wordt. Het is een
leer dat gebaseerd is op de H. Schrift en de traditie en het is onveranderd
gebleven in zijn kern sinds de Apostolische tijd.
De Kerk heeft erkend dat God tussenkomt op een meer
zichtbare manier en zelfs het brood en wijn kan veranderen in zijn Lichaam en
Bloed van Christus, hoewel het de kenmerken heeft van echt brood en wijn. God
kan op een miraculeuze manier een geconsecreerde hostie bewaren voor een lange
tijd, ongeacht wat natuurlijk is voor brood.
Zelfs hoewel de Kerk haar leer niet baseert op deze
mirakels, maar op Christus Woord, is er gewoonlijk een bloeiend geloof in de
Eucharistische Aanwezigheid van Jezus Christus, wanneer God kiest om zon
mirakels te bewerken.
Hier zijn er vier van de meest ongelooflijke Eucharistische
mirakels die werden onderzocht door topwetenschappers over de hele wereld, die
uiteindelijk besloten dat de wetenschap de miraculeuze fenomenen niet kon
verklaren.
1. Lanciano, Italië

In de 8ste eeuw was
er een priester die twijfels had over de echte aanwezigheid van Christus in de
Eucharistie. Op een dag veranderden het brood en de wijn zichtbaar in vlees en
bloed na de consecratie tijdens in de H. Mis. In de jaren 1970-1971 en opnieuw
in 1981 werd er een wetenschappelijk onderzoek gedaan door de wetenschapper Odoardo
Linoli, professor van anatomie en pathologische histologie en in chemie en
klinische microscopie. Hij werd bijgestaan door Prof Ruggero Bertelli van de
Universiteit van Siena.
Ze kwamen tot het
besluit dat het vlees hartweefsel is die kleine slagaders, aders en zenuwvezels
bevat. Het bloedtype (in samenhang met alle andere goedgekeurde Eucharistische
Mirakels) was van het type AB. De Hoge Raad van de Wereldgezondheidsorganisatie
stelde een wetenschappelijk commissie aan om de besluiten van de Italiaanse
doktors te controleren. Het werk duurde 15 maand en er waren 500 onderzoeken
en er werd bevestigd dat de wetenschap niet in staat was om het fenomeen te
verklaren.
2. Legnica, Polen

In 2013, verklaarde
Bisschop Zbigniew Kiernikowski, van het diocess van Legnica het volgende:
Op 25 december 2013 viel er gedurende de uitdeling van de H. Communie
een geconsacreerde hostie op de grond en werd daarna opgeraapt en in een met
water gevuld vaatwerk van de Kerk geplaatst (vasculum). Spoedig daarna werden vlekken van een rode
kleur geconstateerd. De vroegere Bisschop van Legnica, Stefan
Cichy, richtte daarna een commissie op om het fenomeen te bestuderen. In
februari 2014 werd een klein stukje van de hostie afgescheiden en op een
corporaal gelegd. De Commissie beval om stalen te nemen om grondige tests uit
te voeren door relevante onderzoeksinstituten.
Na de onderzoeken,
verklaarde het Departement van Forensische Geneeskunde:
In het
histopathologische beeld werden fragmenten van weefsel gevonden die deeltjes
bevatten van de dwarsgestreepte spier. (
) Het geheel (
) is zeer gelijkaardig aan
de hartspier met veranderingen die dikwijls voorkomen tijdens de doodsstrijd.
Het genetisch onderzoek tonen aan dat het weefsel van menselijke oorsprong is.
3. Buenos Aires, Argentinië

Op 18 augustus 1996, Pr. Alejandro Pezet beeindigde
de H. Mis in de parochie van Santa Maria y Caballito Almagro, en een vrouw melde
dat een geconsacreerde hostie was ontwijd en op een kandelaar gevonden werd achteraan
in de Kerk. Omdat men niet in staat was de Hostie te consumeren, plaatste Pr.
Pezet het in een glas water en bewaarde het in het Tabernakel.
De volgende maandag opende
de priester het Tabernakel en vond de hostie met een substantie dat op bloed
leek. Het mirakel werd gemeld aan Kardinaal Jorge Bergoglio (de toekomstige
Paus Franciscus), die een onderzoek leidde naar het mirakel van de hostie met
bloed, die op wonderbaarlijke wijze reeds verschillende jaren was bewaard.
Op 5 oktober 1999 nam wetenschapper Dr. Ricardo Castañón Gómez een staal
van de hostie met bloed in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de
Kardinaal en het werd naar New York gezonden voor onderzoek.
Een van deze wetenschappers was Dr. Frederic Zugiba, de vermaarde
cardioloog en forensische patholoog. Hij stelde vast dat de geanalyseerde
substantie echt vlees en bloed was en menselijk DNA bevatte. Zugiba verklaarde
dat het geanalyseerde materiaal een fragment van de hartspier is, dat wordt
gevonden in de wand van de linkerhartkamer dichtbij de hartkleppen. Deze spier
is verantwoordelijk voor de samentrekking van het hart. Men moet bedenken dat
de linkerhartkamer bloed pompt naar alle delen van het lichaam. De hartspier bevindt
zich in een ontstoken toestand en bevat een groot aantal witte bloedcellen. Dit
geeft aan dat het hart leefde op het moment dat het staal werd genomen. Het is
mijn mening dat het hart levend was, omdat witte bloedcellen sterven buiten een
levend organisme. Ze hebben een levend organisme nodig om ze te doen overleven.
Vandaar dat hun aanwezigheid aantoont dat het hart levend was toen het staal
werd genomen. Bovendien waren deze witte bloedcellen binnengedrongen in het
weefsel, wat er verder op wijst dat het hart onder zware benauwing en stress
stond, alsof de persoon zwaar werd geslagen op de borst.
4. Tixtla, Mexico

Op 21 oktober 2006 scheidde
een hostie een roodachtige substantie af, gedurende een parochiemis, toen die op het
punt stond te worden uitgereikt. De bisschop van de plaats, Eerwaarde Alejo
Zavala Castro, liet een theologische commissie oproepen om de zaak te
onderzoeken of het een echt mirakel was. In oktober 2009 nodigde hij Dr.
Ricardo Castañón Gómez uit om een wetenschappelijk onderzoek te doen met een
team van wetenschappers en de miraculeuze natuur van het gebeuren te
onderzoeken. Recent heeft Dr. Gómez zijn onderzoek beëindigd van het mirakel in
Buenos Aires.
Het onderzoek duurde
van oktober 2009 tot oktober 2012 en de volgende verklaring werd vrijgegeven:
De roodachtige substantie die werd onderzocht komt overeen met bloed.
Er is hemoglobine en DNA van een menselijke oorsprong gevonden.
Twee studies die uitgevoerd werden door vooraanstaande forensische
experts met verschillende methodologieën hebben aangetoond dat de substantie
van het binnenste van de hostie komt, en sluit de hypothese uit dat iemand het
vanbuiten heeft aangebracht.
Het bloedtype is AB, gelijkaardig aan hetgeen gevonden is in de Hostie
van Lanciano en in de Lijkwade van Turijn. Een microscopische analyse van een
vergroting en doordringing van de hostie onthult dat het bovenste deel van het
bloed is gestold sinds oktober 2006. Bovendien werd in februari 2010
vastgesteld dat in de onderliggende lagen vers bloed aanwezig is.
De gebeurtenis kan niet op een natuurlijke wijze worden uitgelegd.
|