De H.
Familie bezoekt de Tempel
Na hun aankomst in Jeruzalem, gingen de pelgrims
rechtstreeks naar de tempel om hun aanbidding tot het Hemelse Vader uit te
drukken. Sommige personen waren van vol van bewondering bij het zien van de
schoonheid, majesteit en gratie van het Goddelijk Kind, en ook van Zijn heilige
Moeder. Zij bezat deze kwaliteiten in toenemende mate naargelang Ze ouder werd.
Het was ook duidelijk voor velen dat de leden van de H. Familie zowel behoeftig
waren als afgemat, toch was er niemand die hen enige verlichting bracht. Het was
een afgematte, hongerige en dorst lijdende Jezus, Maria en Jozef die nu
neerknielden om te bidden.
In de heilige tempel, openbaarde God aan Jozef verheven en
verborgen mysteries betreffende Zijn goddelijke werkzaamheden. Jozef merkte
duidelijk de waarde van al de verdiensten die hij had verkregen door de bevelen
van de Allerheiligste uit te voeren met zon complete onderworpenheid. Hij
realiseerde zich hoe aangenaam dit voor God was. Hoewel dit hem zeker tot de
grootste vreugde aanzette, voelde hij zich enigszins verlegen omdat hij zich zo
onwaardig voelde voor al deze verdiensten. Vandaar dat hij zich uitermate
nederig bleef gedragen, en nadacht over het feit van zijn eigen onvermogen om
op gepaste wijze God te danken voor al Zijn gunsten. Hij erkende hoe onmogelijk
was om zon immense goedheid en liefde te beantwoorden. Hij wierp zich op de
grond neer, met zijn gezicht tegen de grond gedrukt, en vernieuwde zijn daden
van aanbidding.
Hij bad, bijna in tranen: O immense en almachtige God! Vanwaar
komt zon verheven genade tot mij, Uw meest onbeduidende dienaar? Hoe is het
mogelijk dat ik zon verheven waardigheid kon bereiken? Ah! U, die de Oneindige
Goedheid bent, U alleen kunt dit verwezenlijken niemand anders! Hij bleef in
die zin verder bidden tot Jezus en Zijn heilige Moeder hun eigen gebeden tot de
Hemelse Vader hadden beëindigd.
Eens ze de tempel hadden verlaten, was Jozef niet langer in
staat om de buitengewone gunsten en genaden die God voor hem had voorzien, te verzwijgen.
Van zodra niemand hen nog kon zien, wierp Jozef zich voor de voeten van Jezus
en smeekte Hem om in zijn naam tot de Hemelse Vader te spreken en Hem te danken
voor Zijn gulle gaven en goedheid tegenover zon onbeduidende dienaar. Hij deed
een gelijkaardig verzoek tot Maria, en Zij toonde zich bereid om aan zijn
smeekbede te voldoen. Jezus gaf Jozef Zijn belofte, en Hij voegde eraan toe: Mijn
lieve Jozef, ben je je niet bewust dat Mijn Hemelse Vader uitermate vrijgevig
is? En heb Ik je niet reeds verteld wat een grote beloning Hij voor je in petto
heeft? Zou het niet zijn dat je niet wenst hier op aarde beloond te worden voor
de vele beproevingen die je had te verdragen op deze tocht? Verheug je nu in
deze goddelijke troost, die je hebt verdiend door je lijden, je gehoorzaamheid,
je aandacht, je bezorgdheid, en je vurige liefde. Inderdaad, je kunt
voortdurend nieuwe genaden en zegeningen verwachten van Mijn Hemelse Vader, die
volledig uit goedheid en liefde bestaat.
Deze woorden hadden opnieuw hun impact op het reeds
smeulende hart van Jozef, en hij werd steeds meer ontvlamd door liefde en
dankbaarheid aan God. Het leek hem alsof hij werd verteerd door het heilig vuur
van liefde in zijn hart, en hij gaf de indruk in vervoering te zijn. Temidden
van deze reacties, keerde hij zich tot Jezus en Maria en zei: O mijn lieve
Jezus! Wat is er dat Ik zou kunnen doen om Jou en Je Hemelse Vader kenbaar en
geliefd te maken? Helaas! Mijn hart is zeer ongerust hierover.
Jezus suste Jozefs verlangens door te verklaren: Mijn
lieve vader, wees getroost, want de tijd zal inderdaad aanbreken dat zowel Mijn
Hemelse Vader als Ikzelf geliefd zullen worden door vele mensen. De onmetelijke
liefde die We hebben voor de mensheid, en de enorme gunsten die We op de mensen
storten, zullen dan ook meer uitgebreid erkend worden. Dit stelde Jozef enorm
op zijn gemak. Hij strekte zijn armen uit naar de Hemel, en dankte God voor dit
opwekkende nieuws. Hij richtte zich tot Jezus en zei: O wat een grote vreugde
dat mijn ziel nu overspoelt! Nu ik weet dat op een dag mijn vurigste verlangen
om een meer uitgebreide manifestatie van liefde voor Jou en Je Hemelse Vader zal
gerealiseerd worden!
Jozef verzocht Jezus en Maria opnieuw om God te prijzen en
dank te zeggen in zijn naam, en hij nodigde al de engelenkoren uit om hetzelfde
te doen. Tenslotte riep hij alle schepselen op, met als doel hun God te
prijzen. Jezus verheugde zich om Zijn lieve Jozef zo in verrukking van liefde
voor de Hemelse Vader, te zien. Hij drukte Zijn voldoening uit, door Hem
liefdevol te omhelzen.
Hoewel er geen individuele en gedetailleerde beschrijving
van het wonderlijk leven van Maria en Haar liefde voor God wordt weergegeven,
kan iedereen begrijpen wat het innerlijk leven van Maria moet zijn geweest, als
men kijkt naar het innerlijk leven van Jozef. Als God zon enorme dingen in de
ziel van Jozef bewerkstelligde, wat moet Hij dan van verheven zaken
bewerkstelligd hebben in de allerzuiverste en heilige ziel van de Moeder van de
Goddelijkheid zelf? Wat een heilig liefdesvuur, wat een hartstocht en vurige
verlangens moeten dan in Haar hart aanwezig zijn geweest! Het was hierin dat de
Goddelijke Jongen Zijn grootste voldoening vond. Het was in Maria dat Hij Zijn
hele troost en gelukzaligheid vond.
Het is niet te verwonderen dat Jozef op gelijkaardige wijze
werd ontstoken door liefde, als men bedenkt dat hij verbonden was met twee
personen die de verpersoonlijking waren van liefde. O, wat was Jozef gezegend!
Inderdaad, Jozef erkende zeer zeker zijn geluk. Hij riep dikwijls uit: Dit
alles voor mij, mijn Heer! Waaraan zal ik dit toeschrijven? Regelmatig richtte
hij zijn blik op de Hemel, en wierp zich daarna ter aarde neer en erkende
nederig zijn nietigheid. Het was door middel van zon daden als deze, dat hij
zijn ziel voorbereidde op het verkrijgen van bijkomende genade.
Jozef vond in de stad een onderkomen voor de nacht en de H.
Familie gebruikte daar het avondmaal. Ze aten wat brood en kruiden. Ze brachten
de nacht deels in gebed door, deels door te slapen. Vroeg in de morgen keerden
ze terug naar de tempel om te bidden. Jozef ontving terug gunsten van
hierboven. Al de genaden die God hem in de tempel had geschonken voor zijn verloving
met Maria kwamen terug in zijn geheugen, evenals de wonderbaarlijke
manifestaties van degenen die het privilege hadden dit te aanschouwen. Voor al
deze zaken dankte hij God. Maar Jozef herinnerde zich ook wat de bejaarde
Simeon had geprofeteerd aan de Moeder van God betreffende Jezus toekomstig
lijden en dit was voor hem als een zwaard dat zijn hart doorboorde.
Dit zorgde ervoor dat tranen, met zijn blijheid gepaard
gingen, en dat de Heilige de hele tijd gekweld werd door veel bitterheid, naast
de vele vertroostingen van zijn ziel. Hoewel hij de meest verrukkelijke
gevoelens van troost ervaarde, waren er ook deze van onbeschrijflijke
ongerustheid en verdriet.
Wanneer hun gebeden waren beëindigd, verliet de H. Familie
de tempel en ging op weg naar Bethlehem. Jozef zette vaart om de grot te
bereiken waar zijn Redder werd geboren. Toen ze op weg waren vertelde hij Jezus
van de vele genaden die hij van de Hemelse Vader had ontvangen in de tempel van
Jeruzalem, en van de dingen die hem werden geopenbaard in zijn slaap door een
engel.
Hij zei: De engel openbaarde echter niet, waaruit die
genaden, die God had beloofd mij te geven, bestonden. Hij vertelde mij slechts
dat ze zeer verheven zouden zijn, en gaf mij de raad mij voor te bereiden op
het verkrijgen ervan, door middel van gebed en vurige smeekbeden, wat ik deed.
Het kwam nooit in mij op dat ze zeer verheven zouden zijn, en ook niet dat ik dit
buitengewoon gezegende voorrecht zou hebben om Jouw heilige Moeder tot bruid te
hebben en als Jouw vader zou beschouwd worden. O wat een werkelijk verheven
genade heeft onze God mij geschonken, om mij toe te laten hier op aarde Zijn
vertegenwoordiger te zijn!
Als reactie riep Jezus uit tot Jozef en Maria: Laat ons
tezamen Mijn Hemelse Vader prijzen en danken om deze immense en
onvergelijkelijke gunsten te hebben uitgestort. Hij vroeg of Maria een hymne
kon zingen in lofprijzing, wat Ze met plezier deed. Ze zong met zon grote zoetheid
en gratie dat zelfs de engelen vol bewondering waren. Jezus zong mee en ook
Jozef viel in. Het was een verrukkelijke ervaring voor iedereen die deze
heilige personen hoorde zingen. Vogels verzamelden zich opnieuw in zwermen en
wervelden rond hen en gaven op hun eigen manier lofprijzing aan de Koning en
Koningin van de hele schepping.
Jozef kon, nu en dan, het gezang van de engelen horen. Toen
ze de geboorteplaats van de Redder naderden, hoorde hij hen opnieuw. Nu hij
gewoon was aan de prachtige verheven liederen van zijn heilige echtgenote, was
hij niet bijzonder onder de indruk door het gezang van de engelen, hoewel hij
er toch gelukkig mee was en erdoor werd gesterkt. Hij kon hen niet zien, nam
aan dat het de engelen waren die op deze manier hun respect uitdrukten voor hun
Koning en Koningin, maar hij waagde het niet Maria er vragen over te stellen.
Zij bevestigde zijn geloof wanneer Ze de gelegenheid had
hem over de Goddelijke Lofzangen te spreken. Laat ons leren uit de
engelenkoren hoe onze God te prijzen, merkte ze dan op. Hoor je niet, Jozef,
hoe prachtig en opmerkzaam ze hun Schepper prijzen?
Deze opmerking overtuigde Jozef dat deze zoete liederen
inderdaad door engelen werden gebracht, en hij antwoordde: Mijn lieve
echtgenote, dit gezang van de engelen brengt mij veel vreugde en troost, maar
laat me Je vertellen dat het niet kan vergeleken worden bij de troost die Jouw
allerzoetste en tedere gezangen mij brengen. Hoe zou iemand ooit kunnen
bevatten welke gelukzaligheid mijn hart ervaart, of welke kracht mijn geest put,
wanneer Jij, mijn lieve echtgenote, Jouw zoete stem laat weerklinken in een
lied? Ik weet niet met wie ik Jou dan zou kunnen vergelijken, want Jij overtreft
ver deze melodieën van de engelen. God heeft Jou werkelijk met elke verheven
deugd en voorrecht voorzien, om Je in staat te stellen op waardige wijze de taak
van Moeder van de Messias te vervullen. Ik verheug mij enorm met Jou over dit
feit, en ik respecteer Je om deze uitverkiezing voor deze sublieme roeping. Bovendien
dank ik voortdurend de Allerhoogste voor dit feit. Maar ik vraag Je, mijn
Liefste, om dank te zeggen voor de enorme vrijgevigheid die God heeft geschonken,
zelfs aan mij, een uiterst onwaardig schepsel, om mij uit te kiezen als Jouw
echtgenoot en beschermer. Ik vraag dat Jij, die zo aangenaam bent voor Hem, te
bemiddelen voor mij, want ik erken mijn ontoereikendheid en ik weet werkelijk
niet hoe de gepaste dank te zeggen voor zon enorme gaven en genaden.
Maria luisterde in alle nederigheid naar de opmerkingen die
Jozef maakte. Ze was lovend over de goddelijke vrijgevigheid die God had geschonken aan Jozef, en Ze verzekerde Haar
echtgenoot dat Zij nooit zou nalaten wat hij aan Haar had gevraagd, te
volbrengen. Het was de gewoonte dat Jozef zon gesprekken voerde met Maria
wanneer Jezus in persoonlijke besprekingen was verwikkeld met Zijn Hemelse
Vader.
Sinds Jezus herhaaldelijk neerknielde tijdens de reis om
Zijn Hemelse Vader te aanbidden en Hem te smeken om de redding van de mens,
waren er veel zon gelegenheden dat Maria en Jozef zon gesprekken konden
voeren in afwachting dat Jezus Zijn besprekingen had beëindigd. Jozef vond
steeds zijn genoegen om met Maria gesprekken te voeren, omdat het zo gunstig
was voor zijn ziel. Op sommige van deze momenten, verenigden ze zich met Jezus
in Zijn smeekbeden.
|