De zes
zonden tegen de H. Geest, die niet kunnen vergeven worden
Wanhoop
om redding te ontvangen
Door wanhoop laat de zondaar de wens om gered te worden
varen. Soms wordt ze vergezeld van geloofsafval. De zondaar laat zowel het
geloof als de hoop in de goedheid van God varen en in de mogelijkheid van
eeuwige redding. Deze zonde is te groot om vergeven te worden, omdat de zondaar
de liefde dat God voor hem koestert verwerpt.
Arrogantie
om Gods Barmhartigheid als zekerheid te nemen
Door de aanmatiging neemt de zondaar, die gewaarschuwd is voor
zijn doodzonde, aan dat God zijn zonde zal toelaten of door de vingers zien, en
dat hij ze kan blijven bedrijven. De zondaar begaat uit vrije wil de doodzonde
en is zich bewust dat God hem tijd heeft gegeven om berouw te tonen vooraleer
hij sterft. De zondaar is van mening dat God dit zal toelaten omdat hij een
goed werk heeft gedaan of nog zal doen. Hij denkt dat er nog altijd tijd is tot
bekering.
Het in
vraag stellen van de waarheid
Dit betekent dat we totaal en actief een geestelijke waarheid
aanvallen, tegenspreken, vervalsen of verdraaien, die door God werd geopenbaard
aan zijn Kerk met betrekking tot een doctrine of een dogma.
Spirituele
jaloersheid
Het benijden van spirituele goederen van een ander,
betekent God en Zijn oordeel in vraag stellen met betrekking tot de verdeling
van spirituele gaven aan Zijn kinderen. Door spirituele jaloersheid verwerpt de
zondaar de gaven die God heeft voor hem heeft voorzien en die perfect voor hem zijn,
en verlangt de zondaar op de meest kwade manier de spirituele gaven van anderen
te verkrijgen.
Hardnekkig
blijven zondigen
Door hardnekkig te blijven zondigen of erdoor vertroebelt
te zijn, weerstaat de zondaar de genade van berouw. Koppigheid is een staat van
halsstarrigheid of hardheid van het hart waardoor de zondaar de genade van God en
de uitnodiging om terug tot vriendschap te komen met Hem, verwerpt.
Weigering
van berouw tot de dood toe
Dit is het hoogtepunt van het rampzalig effect van zonden
tegen de H. Geest omdat de zondaar zijn dood tegemoet gaat en weigert om berouw
te hebben en terug te keren naar God op zijn laatste moment. Hij beslist de
liefde van God niet te accepteren en ook niet de genade van God. Het is
definitief, het is nee voor altijd.
|