Verblijf
in Egypte
Nadat Jozef zaken op orde had gebracht in hun kleine
huisje, ging hij op zoek naar werk, omdat hij degene was die in het
levensonderhoud voorzag van het Goddelijk Kind en Zijn Moeder. Hij riep eerst
de raad in van Maria om Gods wil te kennen om te werken als zelfstandige, of om
een ander werk te doen. Maria vertelde hem dat God wilde dat hij bleef werken
in zijn zaak, en Jozef ging daarop op zoek om werktuig te lenen omdat hij zelf
geen werktuig meer had. Soms slaagde hij erin, maar in bepaalde gevallen werd
het hem bruut weg geweigerd.
God liet toe zodat Zijn dienaar geduld zou moeten oefenen
en berusting. Het was zelfs zo als iets wat hij wenste hem ontzegd werd,
vernederde de heilige zich uitvoering en schreef het toe aan zijn
onwaardigheid. Desondanks bleef hij in alle nederigheid en zachtaardigheid smeken
tot hij ontving wat hij wilde. Hij bood zijn diensten aan allen aan die in hun
goedheid hem iets leenden. Hij vertelde hen dat ze op hem beroep konden doen,
voor zover het in zijn mogelijkheid lag. Hij was heel gewillig om hen ten
dienste te staan. Door deze nederige en voorkomende manier, won Jozef de
sympathie van velen.
Daarna begon hij aan zijn werk. Hij had altijd veel op het
programma staan omdat hij een goede werkman was, en omdat hij enkel de betaling
aanvaardde wat hem vrijelijk werd aangeboden, zonder ooit aanmerkingen te hebben. Wanneer
hij minder werd betaald voor zijn werk dan het waard was, aanvaardde hij nog
altijd de betaling in een geest van liefde, en dankte hen oprecht, zodat het
voorkwam dat het een geschenk had ontvangen.
Geleidelijk bouwde Jozef de nodige voorzieningen voor et
Kind Jezus en voor Maria, evenals de dingen die hij nodig had in zijn
werkzaamheid. Hij had heel weinig uit te geven aan voedsel, omdat hun zeer
goede buren hen dikwijls iets brachten. Mara hiel zich bezig met handwerk dat
zowel Jozef als de buren brachten. De vrouwen uit de buurt wedijverden in het
brengen van zon werk aan Haar, niet zozeer omdat ze wilden dat dit werk werd
gedaan, maar omdat ze Haar konden komen bezoeken en met Haar praten. Haar reputatie,
Haar schoonheid en Haar deugd was wijd bekend. De mensen praatten van de
beminnelijkheid en charme van Haar Kind. Ieder die Jezus zag was aangetrokken
in liefde voor Hem, en tegelijk geneigd om de Moeder te benijden omdat ze zon
Zoon had.
Hoewel Maria deze bezoeken van Haar buren toeliet, bracht
Ze maar een korte tijd met hen door en Haar woorden drongen door in de harten
van de vrouwen. Ze verlieten Haar en waren getroost en vervuld van de geest van
wroeging, en ze keken verlangend uit om spoedig terug te keren om zich te met
Haar te onderhouden en om Haar liefdevolle Zoon te zien, wiens schoonheid en
charme hen zo verwonderden. Zelfs al waren ze heidenen in hun hart, begonnen ze
in hen open te bloeien, in de aanwezigheid van het Kind Jezus, met gevoelens
van liefde en verering. Jong als Hij was, had Hij al iets in zich dat duidelijk
niet in andere kinderen kon gevonden worden. Zelfs hoewel Jezus al de gelukkige
en liefdevolle karaktertrekken van een kind had, was Zijn verschijning vol waardigheid
en was er iets dat tot eerbied opriep.
Hoewel Jozef zo zeer armoedig was, schonk hij aalmoezen aan
de armen. De Moeder van God bad hem dit te doen, vooral wanneer hij iets had
gekregen als betaling voor zijn arbeid. Maria, op haar beurt, gaf evengoed aan
de armen, en schonk hen een deel van de compensatie die ze ontving voor Haar
handwerk. Hoewel hij zich ijverig met het werk bezig hield, was Jozef stipt in
zijn gebed, en in het prijzen van God, samen met zijn echtgenote.
Soms was hij moe van zijn zware werk, en wanneer hij terug
bij Maria was, wilde hij erover vertellen. Ze plaatste het Kind Jezus dan in
zijn armen in overeenstemming met Jezus wens. De gelukkige Jozef ontving Hem in
de diepste nederigheid, en omhelsde Hem. Hij kreeg nieuwe kracht, terwijl zijn
ziel vervuld was met vreugde en troost. Hij ontving gestreel van het Goddelijk
Kind en hij werd overweldigd door vreugde. Hij werd bewogen door de krachten
van liefde en hij drukte de kleine Jezus tegen zich aan en lust Hem, eerst op
Zijn kleine voetjes en dan op Zijn borst, terwijl het Goddelijk Kind van Zijn
kant genoot door te lachten bij Jozefs vurige liefdesblijken.
Soms gaf de heilige ineens terug aan Maria omwille van de intensiteit van zijn liefde en de
gelukzaligheid die hij ervoer binnen zijn hart. Op gelegenheden zoals deze,
sprak hij tot het Kind: O Jezus, geef mij een groter hart, waarin de volheid
van Jouw troost en de grootheid van Jouw liefde gepaster kunnen ontvangen
worden!
Soms gebeurde het wanneer Jozef de hut binnenkwam en Maria
vond die het Goddelijke Kind streelde in Haar armen, dat Jezus een verlangen
uitte om naar Jozef te gaan toen Hij Zijn ogen op hem richtte. Maria gaf dan
onmiddellijk het Kind aan Haar echtgenoot. De heilige werd in zijn groot geluk
in extase gevoerd en richtte zich tot het Kind: O Jezus, mijn liefde! Waarom
geef je zon immense gunsten aan een ellendige zoals ik? Het is al een grote
gunst dat Je niet alleen naar mij wilt komen wanneer ik Je vraag dit te doen,
maar dat je ook het verlangen te kennen geeft om Zelf naar mij te komen O,
dit is inderdaad teveel van het goede om te verwachten. En wat moet ik dan doen
voor Jou, mijn kostbaarste Goed? Zie, ik wens ten minste om mij volledig aan
Jou te geven. Doe met mij wat je goeddunkt, want ik ben helemaal de Jouwe. Als
Jozef dit zei, richtte het Goddelijk Kind Zijn liefdevolle blik op hem en
lachte, duidelijk Zijn dankbaarheid uitend over deze betuigingen.
Omdat er een klein bedje nodig was om het Goddelijk Kind een
meer comfortabele rust te geven, bouwde Jozef er een. Wanneer Maria bezig was de
maaltijden te voorzien, plaatste Ze het Kind erin om Hem bij Haar te hebben.
Daar kon Zij Haar Goddelijk Kind zien en Hem overwegen terwijl ze aan het werk
was. Wanner Jozef het Kind zal liggen, legde hij zich neer en aanbad Hem.
Op een keer, toen hij het Kind Jezus in slaap vond, zeiden
Jozef en Maria tot elkaar, als ze over Hem aan het nadenken waren: Ja, inderdaad,
dit Kind is werkelijk de Eniggeboren Zoon van de Hemelse Vader, de beloofde
Messias, het Goddelijk Woord, de Heer van de hele Schepping! En toch, zien we
Hem hier omgeven door een sterfelijk lichaam. Jozef keerde zich naar zijn
echtgenote en merkte op: Maria, Jij bent de Bevoorrechtigde, om Degene te zijn
die de Mensgeworden Zoon heeft bekleed met sterfelijk vlees. Door Jou, werd een
God, die op Zich niet kon lijden, in de mogelijkheid gesteld te lijden. Door
Jou werd het Oneindige in de mogelijkheid gesteld begrensd te zijn en werd het
ontastbare tastbaar. O wat een vreugde! O wat een onvergelijkelijke waardigheid
is het om uitverkoren te zijn tot Gods
Moeder!
Toen hij dit zei, werd Jezus wakker. Hij richtte Zijn
liefdevolle blik eerst op Zijn lieve Moeder en dan op Jozef. Ze zagen in het
Goddelijke Kind, al wat genadevol, liefdevol en subliem is, werd verenigd, en
Maria en Jozef overwogen samen de Goddelijke Majesteit onder de zichtbare
mantel van Zijn mensheid. Dan zongen ze samen een loflied aan hun Mensgeworden
God, een loflied die uit de diepte van Marias wijsheid ontsprong.
Soms waren ze aan het eten en hield Maria Haar Goddelijk
Zoon in Haar armen, en werden Zij en Jozef van een buitengewone troost doordrongen
als ze de onovertroffen schoonheid van hun Redder overwogen. Ze vergaten hun
maaltijd en lieten zich enige tijd meevoeren in extase. Nadat de extase voorbij
was, waren hun lichamen opgewekt alsof ze veel hadden gegeten. Deze gunst die
God hen schonk, deed hen dank zeggen.
Te midden van zo een grote troost, hadden Maria en Jozef
vele miserie te verduren, omdat God wilde dat ze grote verdiensten verkregen,
die enkel kunnen bereikt worden door lijden. Het was ook omwille van deze reden
dat het Goddelijk Kind vroeg om te rusten in Zijn kleine nieuwe bedje, want Hij
zocht om zich te de vreugde te ontzeggen van in de armen te liggen van Zijn
heilige Moeder of deze van Jozef, zelfs hoewel het Hem intens deed huilen.
Maria bemerkte hoe de tranen van Zijn rolden, maar innerlijk door Hem werd
bevolen om Hem niet in Haar armen te nemen, en dan knielde Ze neer naast Hem en
weende samen met Hem.
Jozef was zo verontrust wanneer hij het Kind Jezus en zijn
geliefde echtgenote zag in verdriet, hij zocht treurig de reden voor Hun
tranen. Als antwoord verklaarde Maria dat het een offer was dat Jezus deed voor
de zonden van de mensheid, omdat de Hemelse Vader zo zwaar werd beledigd door
Zijn schepselen.
Het was werkelijk een kwelling voor Jozef om de onschuldige
Jezus te zien wenen, en hij werd ontroostbaar wanneer hij zijn eigen
onwaardigheid zag. Hij wiep zich in tranen op de grond om te smeken om vergeving
aan Zijn lieve Redder. Hij aanriep Hem zo genadevol om toe te laten dat hij
alleen elke pijn zou lijden, en smeekte Hem om op te houden met wenen, omdat
hij het niet kon aanzien. Hij riep herhaaldelijk: O, mijn lieve Jezus! O mijn
Goddelijke Redder. Stop Je geween, en draag al Je verdriet over aan mij, Je
Jozef.
Dan offerde hij aan de Hemelse Vader al deze tranen van
Jezus op als eerherstel voor de vele beledigingen die werden gepleegd tegen Hem
in de wereld, in overeenstemming met de instructie die hij had ontvangen van
Maria. Met tranen in de ogen richtte Jezus Zijn smekende blik naar Maria en
Jozef, als wenste Hij om door hen getroost te worden. Jozef wenste om de angst
van Zijn Redder te verlichten, maar hij
wist niet goed wat te doen, en daarom leek het erop dat zijn hart zou breken.
Hij nam zijn toevlucht tot Maria en vroeg Haar om te weten te komen wat Jezus
van Hem verlangde, of wat ze op zich konden doen om Hem te troosten.
Maria, die alles begreep, herinnerde hem eraan dat Jezus in
essentie verlangde om Zijn Hemelse Vader erkend te zien en geliefd door alle
schepselen. Jozefs verlangen om iedereen tot liefde tot God te brengen, werd
nog meer vermeerder, en omdat er niets was dat hij kon doen, verenigde hij zich
met zijn echtgenote in het prijzen van God in naam van alle schepselen. Dit werd
met grote tevredenheid aanvaard door het Goddelijk Kind. Hij werd stil en
stopte met wenen.
Jezus gaf Zijn Moeder te kennen dat Hij wenste om in Haar
armen genomen te worden, en Maria tilde Hem op met grote liefde, drukte Hem
tegen Haar borst. Jezus liet ook toe dat Hij aan Jozef werd gegeven, en Jozef
omhelsde Hem en legde Hem dicht bij zijn Hart, terwijl de vreugdevolle tranen
uit zijn ogen opwelden.
Hij vertelde het Kind Jezus hoeveel hij van Hem hield en
hoezeer hij meeleefde met Hem, en opnieuw smeekte Jozef Hem niet zo verdrietig
te zijn, omdat hij het gewoon de aanblik niet kon verdragen. Geef Je pijn en
verdriet aan mij, mijn lieve Jezus, sprak hij, en laat Je niet toe nog te
lijden op dit moment, anders zal ik zeker sterven van bezorgdheid. Het
Goddelijk Kind deed Jozef begrijpen hoe blij Hij was met deze ontboezemingen
van zijn hart en hoe gelukkig Hij was om in zijn armen te zijn. Jezus sprak zo
tot Jozefs hart en toonde ook Zijn grote liefde voor hem, en dit vormde al wat
bitter was, in zoetheid voor de heilige Jozef.
Soms was Jozef aanwezig wanneer Maria de luiers van het
Goddelijk Kind verwisselde. Hij keek toe hoe op bepaalde gelegenheden het Kind
Zijn armen uitstak in de vorm van een kruis, en tegelijk het blik gericht hield
naar de Hemel, en dat hij dan bewegingsloos bleef voor enige tijd in die
houding.
Jozef voelde zich terneergeslagen als hij dit zag, en
temidden van tranen van verdriet, vroeg Jozef zijn echtgenote uit te leggen waarom
Jezus daar lag in zon houding. Maria die Zelf wat ontroostbaar hierover was,
antwoordde hem dat het Goddelijk Kind Zich offerde aan Zijn Hemelse Vader, en
volledig bereid was om zich aan alles over te geven dat Hij wilde van Hem voor de
redding van de mensheid. Maria keek dan aandachtig naar het Kind op deze
gelegenheden, en verenigde Zich met Hem in deze offerandes.
Ze vertelde Jozef echter niet dat het Kind zich eigenlijk
overgaf aan een kruisdood, omdat Ze niet wilde dat Jozef nog meer verdriet had.
Jozef vermoedde in enige mate wat Jezus zou nog zou lijden gedurende Zijn
leven, en dit overwegend weende Jozef intens. Maria troostte hem en bemoedigde
hem om dit alles te offeren in geduld, omdat het de wil van de Hemelse Vader
was. Haar woorden hadden een kalmerend effect op hem en hij verzoende zich met
de goddelijke wil.
Op deze gelegenheden, nadat hij Zijn offers en smeekbeden had
aangeboden aan Zijn Hemelse Vader, keerde het Kind Jezus Zijn liefdevolle ogen
naar Jozef en schudde Zijn kleine hoofdje, om hem uit te nodigen om dichter te
komen. Jozef kwam met grote eerbied en nederigheid dichterbij en het Goddelijk
Kind Zijn kleine hoofdje naar Jozef neigde naar Jozefs gezicht en hem streelde.
Dit bood Jozef veel troost. Hij knielde neer in aanbidding voor de majesteit
van het Goddelijk Kind. Jozef verheugde zich in Zijn tedere liefde. Hij kuste
de kleine voetjes van zijn Jezus met vurige liefde. Het leek dat hij nooit hun
schoonheid en aantrekkelijkheid genoeg kon bewonderen.
Wanneer Jozef in extase verkeerde en bijzondere genaden verkreeg
van Jezus, was zijn gezicht met licht overgoten, zoals het gezicht van een
engel, en iedereen die hem dan zag ervaarde troost. Het zorgde ook voor
bewondering onder de mensen, en in vele mensen werd eerbied voor hem opgewekt.
God liet hen toe getuige te zijn van deze opmerkelijke
manifestaties, zelfs al waren ze heidenen, zodat hun hart zou beroerd
worden en aangemoedigd worden om tot de
heilige te komen en nauwer contact te zoeken met hem. Dan waren ze zeker
verlicht door zijn woorden en tot erkenning gebracht van de ene, ware God.
Sommigen reageerden op deze genade. Onder de indruk van
Jozefs opmerkingen en door zijn welwillende houding, kwamen ze dikwijls naar hem
en Jozef probeerde hen op een bijzondere wijze de waarheden van het geloof
begrijpelijk te maken, in het bijzonder de waarheid van het bestaan van één
God, die Schepper is en Heer van de hele wereld, en dat de goden waar zij in
geloofden valse goden waren.
Hij leerde deze mensen niet in het openbaar. Hij leerde ook
vele anderen die hem goed gezind waren, en op deze manier de heilige Jozef in
staat stelden, zolang hij daar verbleef, een aantal zielen tot erkenning van de
ware God te brengen, hoewel dit niet algemeen geweten was in de stad. Ieder die
door Jozef werd verlicht, verspreidde dan deze kennis van de ware God aan zijn
vrienden.
Vandaar dat de deugden die Jozef in praktijk bracht en de
algemene heiligheid van zijn leven dienden als voorbeeld voor allen. Zijn
woorden hadden een enorme indruk op de harten van degenen die tot hem spraken,
want deze woorden waren niet alleen vervuld met de geest van God maar ook vergezeld
van zijn vroomheid en deugden.
|