
Genaden
verbonden aan de H. Mis
Heb je ooit het gevoel van een drukkende last gehad door je
zonden en zwakheden?
Wens je dat je een meer intieme relatie had met Christus?
Wil je uiteindelijk de dingen overwinnen die je steeds doen
vallen?
God beloofde dat Hij ons nooit in de steek zou laten of
verlaten (Heb 13:5), Jezus zei dat Hij ons niet zou achterlaten als wezen (Joh 14:18),
en dat Hij al onze noden en meer zou tegemoet komen (Fil 4:19, 2 Petr 1:3) – de
H. Mis is een van de sleutels dat Jezus toont om dit te verwezenlijken.
Wist
je dat de H. Mis ons bevrijdt van de kracht van de zonde?
1 Het
voorziet in de vergeving van dagelijkse zonden en scheidt ons van zonde
De
eucharistie is dus een offer, omdat zij het kruisoffer tegenwoordig stelt,
omdat zij er de gedachtenis van is en er de vruchten van toepast:
Jezus Christus, onze God en Heer, heeft zich eens voor
altijd aan God de Vader opgedragen door voor ons te sterven op het altaar van
het kruis, om voor hen [de mensen] eeuwige verlossing te bewerken. Daar echter
zijn dood niet het einde van zijn priesterschap mocht betekenen (Heb. 7,24.27),
wilde Hij tijdens het laatste avondmaal, “in de nacht waarin Hij werd
overgeleverd” (1 Kor. 11,23), aan de kerk, zijn geliefde bruid, een zichtbaar
(zoals de menselijke natuur het vereist) offer nalaten. Hierdoor wordt het
bloedige offer, dat Hij eens en voor goed op het kruis moest brengen,
tegenwoordig gesteld, blijft de gedachtenis ervan tot aan het einde van de
tijden bewaard en wordt de heilzame werking ervan toegepast op de vergeving van
de zonden, die wij dagelijks begaan. – Katechismus 1366
De communie verwijdert ons van de zonde. Het lichaam van
Christus dat wij in de communie ontvangen, werd “voor ons overgeleverd”, en het
bloed dat wij drinken, werd “vergoten voor velen tot vergeving van de zonden”.
Daarom kan de eucharistie ons niet met Christus verenigen zonder ons tegelijk
ook te zuiveren van bedreven zonden en ons te behoeden voor toekomstige zonden:
“Telkens wanneer wij Hem ontvangen, verkondigen wij de dood
van de Heer” (1 Kor. 11,26). Wanneer wij de dood van de Heer verkondigen,
verkondigen wij ook de vergeving van de zonden. Wanneer zijn bloed, telkens als
het vergoten wordt, vergoten wordt voor de vergeving van de zonden, dan moet ik
het altijd ontvangen, opdat mijn zonden altijd vergeven worden. Daar ik altijd
zondig, moet ik altijd een redmiddel hebben. – Katechismus 1393
2 Het
behoedt ons van toekomstige zonden, waaronder doodzonden
Door dezelfde liefde die zij in ons ontsteekt, behoedt
de eucharistie ons voor doodzonden in de toekomst. Hoe meer wij deel hebben aan
het leven van Christus en voortgang maken in onze vriendschap met Hem, hoe
moeilijker het ons valt met Hem te breken door de doodzonde. De eucharistie is
er niet op gericht doodzonden te vergeven. Dit is eigen aan het sacrament van
de verzoening. Het is eigen aan de eucharistie het sacrament te zijn van hen
die zich in volledige gemeenschap met de kerk bevinden. – Katechismus 1395
De heilige communie van Christus’ lichaam en bloed
verenigt degene die de heilige communie ontvangt nauwer met de Heer, ontslaat
hem van dagelijkse zonden en behoedt hem voor zware zonden. Omdat de banden van
liefde tussen degene die heeft gecommuniceerd en Christus versterkt worden,
versterkt het ontvangen van dit sacrament de eenheid van de kerk, het mystiek
lichaam van Christus. – Katechismus 1416
3 Het veegt dagelijkse zonden weg en versterkt onze naastenliefde
Zoals het lichamelijk voedsel de verloren krachten herstelt, zo versterkt
de eucharistie de liefde die in het dagelijks leven de neiging heeft te
verzwakken; deze tot leven gewekte liefde bevrijdt ons van dagelijkse zonden.
Door zich aan ons te geven brengt Christus onze liefde tot nieuw leven en stelt
Hij ons in staat te breken met onze ongeordende gehechtheden aan de geschapen
wereld, om ons aan Hem te hechten:
Christus is uit liefde voor ons gestorven. Daarom vragen wij, telkens
als we zijn dood gedenken in het offer, dat Hij ons zijn liefde schenkt door de
komst van de heilige Geest. Met aandrang bidden wij dat door de liefde waarmee
Christus zich voor ons heeft laten kruisigen, en door de genade van de heilige
Geest, wij de wereld als gekruisigd mogen beschouwen voor ons, en onszelf laten
kruisigen voor de wereld. (...) ‘Zo moeten ook wij een nieuw leven leiden’ en,
nu wij de genade van de liefde ontvangen hebben, sterven voor de zonde en leven
voor God. – Katechismus 1394
Het stelt
ons in staat om te groeien en om onze zwakheden te overwinnen:
1 Het
vult onze ziel met genade en met elke hemelse zegen
Een oud gebed bezingt het mysterie van de eucharistie
als volgt: “O heilig gastmaal, waar Christus ons voedsel is, waar de
herinnering aan zijn lijden wordt opgewekt, waar de genade onze ziel vervult,
waar ons het onderpand van het toekomstige leven gegeven wordt”. Als de eucharistie
de gedachtenis van het paasmysterie van de Heer is, als wij door onze communie
aan het altaar “met hemelse zegen en genade verzadigd worden, dan is de eucharistie ook een vooruitlopen op
de hemelse heerlijkheid. – Katechismus 1402
2 Het stelt ons in staat om te breken met ongebreidelde gehechtheden
Zoals het lichamelijk voedsel de verloren krachten herstelt, zo versterkt
de eucharistie de liefde die in het dagelijks leven de neiging heeft te
verzwakken; deze tot leven gewekte liefde bevrijdt ons van dagelijkse zonden.
Door zich aan ons te geven brengt Christus onze liefde tot nieuw leven en stelt
Hij ons in staat te breken met onze ongeordende gehechtheden aan de geschapen
wereld, om ons aan Hem te hechten:
Christus is uit liefde voor ons gestorven. Daarom vragen wij, telkens
als we zijn dood gedenken in het offer, dat Hij ons zijn liefde schenkt door de
komst van de heilige Geest. Met aandrang bidden wij dat door de liefde waarmee
Christus zich voor ons heeft laten kruisigen, en door de genade van de heilige
Geest, wij de wereld als gekruisigd mogen beschouwen voor ons, en onszelf laten
kruisigen voor de wereld. (...) ‘Zo moeten ook wij een nieuw leven leiden’ en,
nu wij de genade van de liefde ontvangen hebben, sterven voor de zonde en leven
voor God. – Katechismus 1394
3 Het
behoed ons voor zonde, vermeerdert, en vernieuwt ons leven met genade en groei
in het Christelijk leven
Wat het materiële voedsel voor ons lichamelijk leven
betekent, verwezenlijkt de communie op wonderbare wijze in ons geestelijk
leven. Het deelgenootschap aan het vlees van de verrezen Christus, “dat in de
heilige Geest tot leven is gebracht en tot leven wekt”, bewaart het genadeleven
dat in het doopsel ontvangen werd, doet het groeien en vernieuwt het. Deze groei
van het christelijk leven moet gevoed worden door de eucharistische communie,
brood voor onze pelgrimstocht, tot op het ogenblik van onze dood, wanneer zij
ons als viaticum (teerspijze of reisvoedsel) gegeven zal worden. – Katechismus 1392
4 Het vernieuwt, sterkt, en verdiept ons lidmaatschap in de Kerk
De eenheid van het mystieke lichaam: de eucharistie brengt de kerk tot
stand. Zij die de eucharistie ontvangen, worden nauwer met Christus verbonden.
Hierdoor worden zij door Christus met alle gelovigen verenigd tot één enkel
lichaam: de kerk. De communie vernieuwt, versterkt en verdiept deze inlijving
in de kerk, reeds door het doopsel verwezenlijkt. In het doopsel werden wij
geroepen één enkel lichaam te worden. De eucharistie verwezenlijkt deze oproep:
“Geeft niet de beker der zegening die wij zegenen, gemeenschap met het bloed
van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam
van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam,
want allen hebben wij deel aan het ene brood” (1 Kor. 10,16-17):
Als gij het lichaam en de ledematen van Christus zijt, is het uw
sacrament dat op de tafel van de Heer ligt: gij ontvangt uw sacrament. Gij
antwoordt “Amen” (“Ja, het is zo!”) op wat gij ontvangt, en door te antwoorden
onderschrijft gij het. Gij hoort het woord: “Lichaam van Christus” en
antwoordt: “Amen”. Weest dus een lidmaat van Christus opdat uw Amen waarachtig
zij. – Katechismus 1396
De heilige communie van Christus’ lichaam en bloed
verenigt degene die de heilige communie ontvangt nauwer met de Heer, ontslaat
hem van dagelijkse zonden en behoedt hem voor zware zonden. Omdat de banden van
liefde tussen degene die heeft gecommuniceerd en Christus versterkt worden,
versterkt het ontvangen van dit sacrament de eenheid van de kerk, het mystiek
lichaam van Christus. – Katechismus 1416
5 Het dient voor de perfectie van het geestelijk leven
De wijze waarop Christus onder de eucharistische
gedaanten aanwezig is, is uniek. Hierdoor wordt de eucharistie boven alle
sacramenten uitgetild en wordt zij “als het ware de voltooiing van het
geestelijk leven en het doel waarop alle sacramenten gericht zijn”. In het
allerheiligste sacrament van de eucharistie zijn “het lichaam en bloed van onze
Heer Jezus Christus samen met zijn ziel en zijn godheid, en bijgevolg de gehele
Christus, waarachtig, werkelijk en wezenlijk tegenwoordig”. “Deze
tegenwoordigheid wordt ‘werkelijk’ genoemd, niet bij wijze van uitsluiting,
alsof de andere vormen van tegenwoordigheid niet ‘werkelijk’ waren, maar bij
wijze van uitnemendheid, omdat zij wezenlijk is, en omdat door haar de gehele
Christus, God en mens, tegenwoordig gesteld wordt”. – Katechismus 1374

En het stelt ons ook in staat om een meer intieme relatie met Jezus te
ontwikkelen:
1 Het brengt
ons dichter tot Christus en verenigt ons met Hem
De eenheid van het mystieke lichaam: de eucharistie brengt de kerk tot
stand. Zij die de eucharistie ontvangen, worden nauwer met Christus verbonden.
Hierdoor worden zij door Christus met alle gelovigen verenigd tot één enkel
lichaam: de kerk. De communie vernieuwt, versterkt en verdiept deze inlijving
in de kerk, reeds door het doopsel verwezenlijkt. In het doopsel werden wij
geroepen één enkel lichaam te worden. De eucharistie verwezenlijkt deze oproep:
“Geeft niet de beker der zegening die wij zegenen, gemeenschap met het bloed
van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam
van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam,
want allen hebben wij deel aan het ene brood” (1 Kor. 10,16-17):
Als gij het lichaam en de ledematen van Christus zijt, is het uw
sacrament dat op de tafel van de Heer ligt: gij ontvangt uw sacrament. Gij
antwoordt “Amen” (“Ja, het is zo!”) op wat gij ontvangt, en door te antwoorden
onderschrijft gij het. Gij hoort het woord: “Lichaam van Christus” en
antwoordt: “Amen”. Weest dus een lidmaat van Christus opdat uw Amen waarachtig
zij. – Katechismus 1396
2 En het
brengt ons in een meer intieme eenheid met Hem
De mis is tegelijk en onafscheidelijk de gedachtenis
van het offer, waarin het kruisoffer vereeuwigd wordt, en van het heilig
gastmaal dat bestaat in de gemeenschap met het lichaam en bloed van de Heer. De
viering van het eucharistisch offer is echter volledig gericht op de intieme
vereniging van de gelovigen met Christus door de communie. Door te communiceren
ontvangt men Christus zelf die zich voor ons geofferd heeft. – Katechismus 1382
De communie doet onze vereniging met Christus groeien. De voornaamste
vrucht van het ontvangen van de eucharistie in de communie is de intieme
vereniging met Christus Jezus. De Heer zegt inderdaad: “Wie mijn vlees eet en
mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem” (Joh. 6,56). Het leven in
Christus heeft zijn grondslag in het eucharistisch gastmaal: “Zoals Ik door de
Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet,
leven door Mij” (Joh. 6,57):
Wanneer de gelovigen tijdens de feesten van de Heer het lichaam van de
Zoon ontvangen, verkondigen zij aan elkaar het goede nieuws dat het onderpand
van het leven werd gegeven, zoals toen de engel tot Maria Magdalena zei: “Christus
is verrezen!” Ook nu worden het leven en de verrijzenis gegeven aan wie
Christus ontvangt. – Katechismus 1391
De heilige communie van Christus’ lichaam en bloed
verenigt degene die de heilige communie ontvangt nauwer met de Heer, ontslaat
hem van dagelijkse zonden en behoedt hem voor zware zonden. Omdat de banden van
liefde tussen degene die heeft gecommuniceerd en Christus versterkt worden,
versterkt het ontvangen van dit sacrament de eenheid van de kerk, het mystiek
lichaam van Christus. – Katechismus 1416
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in
Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef
door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. - Joh 6:56-57
Is het dan te verwonderen dat de Kerk de H. Mis erkent als “de bron en
hoogtepunt” van ons Christelijk leven, en de gelovigen “sterk aanmoedigt om de
H. Eucharistie te ontvangen, zelfs dagelijks”?
De eucharistie is “de oorsprong en het hoogtepunt van
heel het christelijk leven”. “De overige sacramenten, evenals alle kerkelijke
ambten en apostolaatwerken, hangen samen met de heilige eucharistie en zijn
erop gericht. Want in de heilige eucharistie ligt heel het geestelijk goed van
de kerk vervat, namelijk Christus zelf, ons paaslam. – Katechismus 1324
De kerk verplicht de gelovigen ertoe op “zon- en
feestdagen de goddelijke liturgie mee te vieren” en ten minste eenmaal per
jaar, indien mogelijk in de paastijd, de eucharistie te ontvangen, na zich door
het sacrament van de verzoening te hebben voorbereid. De kerk beveelt echter de
gelovigen ook ten zeerste aan op alle zon- en feestdagen de heilige eucharistie
te ontvangen, of nog vaker, zelfs iedere dag. – Katechismus 1389
De Geest en de bruid zeggen: 'Kom! Laat wie het
hoort, zeggen: “Kom!”
Wie dorst heeft kome. Wie wil, neme het water des levens, om niet.' - Openbaring
22:17
|