Nieuw-Sumer :
Dynastie van Lagasj (-2152 tot
-2110)
Dynastie van Uruk (-2144 tot
-2107)
Derde Dynastie van Ur (-2047 tot 1750): Deze periode werd gekenmerkt door
een wederopbloei van de Sumerische steden. De telgen uit het derde
koningsgeslacht van Ur Ur-Nammu (c. geb -2047) en Shulgi (geb c. -2029) vestigden opnieuw een groot rijk in
het Tweestromenland.
In het boek van Samuel Noah
Kramers book History Begins at Sumer staan er een lijst van
39 eerste keer dat deze voorkwamen in de geschiedenis uit deze regio waaronder de eerste scholen,
de eerste spreuken en gezegden, de eerste messiassen, de eerste Noah en de
Zondvloed verhalen, het eerste liefdeslied, het eerste aquarium, het eerst
wettelijke precedenten in gerechtszaken, het eerste verhaal van een stervende
en verrezen god, de eerste begrafenisliederen, de eerste bijbelse parallellen,
en de eerste morele ideeën.
stenen tablet van de Zondvloed
De Sumeriërs vonden ook in
essentie de tijdsindeling uit volgens een sexigesimaal stelsen van rekenen (een
systeem gebaseerd op het getal 60) en creëerde het 60 seconden in een minuut en
het uur met 60 minuten.
Volgens de geschiedkundige
Bertman : Ze verdeelden de nacht en de dag in perioden van 12 uur, en zetten
een beperking op de werkdag met een tijd om te beginnen en te eindigen, en ze
richtten ook het concept op van vrije dagen voor feestdagen. De horoscoop en
de astrologische tekens waaronder iemand was geboren werd het eerst vermeld en
een naam gegeven door de Mesopotamiërs uit die tijd.
Ur-Nammu schreef de eerste
wetteksten die voorafgingen aan de beroemde Codex van Hammurabi van Babylonië. Het
was een systeem waarin de monarch als een vaderfiguur was die zijn kinderen
leidde op het juiste pad naar voorspoed. (Kriwaczek)
Ur-Nammus zoon, Shulgi wordt als
de grootste van de Nieuw Sumerische periode gerekend die de politiek van zijn
vader verder zetten maar daarin nog verder ging. Om indruk te maken op het volk
liep Shulgi 160km tussen het regilieuze centrum van Nippur en de hoofdstad Ur
en terug, in 1 dag om de festiviteiten in beide steden bij te wonen.
Ongeveer 100.000 kleitabletten,
gebruikt in de paleisadministratie, werden door geschiedkundigen teruggevonden.
Uit de teksten op deze tabletten blijkt dat het paleis de hele economie regelde
en de tempel overvleugelde.
Onder de regering van Shulgi werd
een muur opgetrokken die 250km lang was omd e Semitisch sprekende stamen,
gekend als de Martu of Tidnum (bijbelse naam : Amorieten) buiten te houden. De
muur werd nog 4 generaties verder gerenoveerd en versterkt om de barbaren af
te weren. De muur kon niet volledig bemand worden of bewaard en de aanvallers
konden gewoon de muur volgen tot het eindpunt en errond wandelen wegens gebrek
aan een stevige barrière aan de eindpunten.
Het nabijgelegen Elam brak de
muur en drongen Ur binnen en verwoestten het, en voerden de koning weg c. -1750.
De Amorieten, die nomaden waren, vestigden zich in het land, maar met de val
van Ur en de ernstige hongersnood die voortkwam van klimatologische veranderen
en het overbebouwden het land. Velen migreerden naar het zuiden. Onder deze
migrerende Amorieten, denkt men dat Abraham de patriarch, Ur verliet om zich te
vestigen in het land van Kanaan.
Na de Derde dynastie van Ur,
migreerden velen naar het noorden. Het Sumerisch werd niet langer gesproken als
taal (hoewel het nog geschreven werd), en werd vervangen door het Semitisch
Akkadisch en de Sumerische cultuur kwam ten einde.
In het noorden ontstond
het Oud-Assyrische Rijk, ook wel Assyrië. In het zuiden was wat langer
verdeeldheid; in de -18de E ontstond
(het Oud-Babylonische Rijk), het eerste grote rijk van Babylonië, de
staatkundige opvolger van Sumer. In beide koninkrijken heersten veel
Amoritische koningen, die zich deels aanpasten aan de Sumerisch-Akkadische cultuur,
maar ook nog deels nomaden bleven.
Dynastie van Isin (Amorieten) (-2017
tot -1794) en dynastie van Larsa (Elamieten) (-2025 tot -1763)
Babylonië of het Babylonische Rijk :

Het was een koninkrijk in
Mesopotamië van -18940 tot -539. Daarnaast wordt de term ook geografisch gebruikt om
zuid-Mesopotamië aan te duiden, waarbij het noordelijk deel dan
als Assyrië wordt aangeduid. Het zuidelijk deel van Babylonië wordt
op zijn beurt soms aangeduid als Sumer en later als Chaldea.
Het strekte zich uit van het
huidige Bagdad tot aan de Perzische Golf. De hoofdstad en het
culturele centrum was Babylong. Het was van -800 tot
-609 onderworpen aan het Assyrische rijk.
Van de Babyloniërs zijn een paar
van de oudste geschriften van de mensheid bewaard gebleven, zoals
het Atrahasis-epos en het Gilgamesh-epos. Beide geschriften
beschrijven de schepping van de mens en de zondvloed.
Oud-Babylonische Rijk (-1894 tot -1595) of eerste dynastie : Van
de -20e E af nam de macht van Babylon af en werd het bezet
door de Amorieten, nomadenstammen uit het westen
die Semitisch spraken zoals de Akkadiërs, maar nog niet aan landbouw
toe waren. Ze verkozen het hoeden van schapen. De Eerste dynastie van
Babylon werd gevestigd door Sumu-abum, al was er maar weinig land in
de omgeving dat tot de stadstaat behoorde. Dit zou veranderen onder Hammurabi.
Vanaf -1850
werd Marduk de god van Babylon. Hij is geen militaire spion, met
zekere trots noemt hij zich 'Ontdekkingsreiziger'.
Ten slotte
wist Hammurabi de stad uit de greep van zijn veroveraars te halen en
startte het nieuwe koninkrijk Chaldea, waarvan Babylon de hoofdstad werd.
Hammurabi (c. -1795 tot -1750) maakte van Babylon (Babel) de hoofdstad van zijn
rijk, dat Babylonië heette.
Hammurabi
Hammurabi staat bekend om 282
wetten die door hem werden uitgevaardigd, die zijn overgeleverd in de
zogenaamde Codex Hammurabi, een van de eerste schriftelijke codificaties in de
geschiedenis. Deze was in het Oud-Babylonisch op een c. 2,5 m hoge stèle
van zwart obsidiaan opgetekend.
Babylonië brengt nu geheel
Mesopotamië onder zijn heerschappij, waarmee het begin van het Oud Babylonische
Rijk wordt gemaakt. In feite namen de Babyloniërs de beschaving van de
Sumeriërs over. Tot dan hadden Semitische leiders elkaar voortdurend bekampt,
iets wat reeds c. -20e E was begonnen. Met de dood van
Hammurabi kwam er een einde aan het Oud Babylonische Rijk.
De Babylonische schrijver
Sin-liqi-unninni legde het Gilgamesh-epos rond -1600 vast. Een
groot aantal veel oudere verhalen komt erin samen.
Kassietische periode (-1595 tot -1185): De
door Hattusilis aangewezen Hettitische opvolger Mursilis deed
Babylon vallen. In -1595 plunderde het Hettitische leger onder
Mursilis Babylon. Mursilis keerde met kisten goud terug
naar Hattusas en liet Babylon verder ongemoeid. Maar dit betekende
het einde van de Hammurabi-dynastie en had een hergroepering van de
politieke krachten in Klein-Azië tot gevolg.
Onder de 440 jaar durende
heerschappij van de Kassieten, werd de naam van de hoofdstad omgedoopt
tot Karanduniash.
Babylon groeide snel in omvang en
aanzien, maar werd vanaf -1530 onderhorig aan Assyrië, wat de
instorting van het Babylonische rijk betekende.
Omstreeks -1160 vielen de Elamieten binnen
in het koninkrijk Chaldea (Sumer en Akkad)
binnen en heersten over de stad. In -1158 veroverden zij onder Shutruk-Nahunte (-1185
tot -1155) Babylon en sleepten het cultusbeeld van Marduk mee naar Susa.
Hiermee eindigde officieel de Kassietische periode.
Vanaf -1080 doken in
Syrië en Mesopotamië zonder zichtbaar verleden nieuwe nomadengroepen
op. Aramese en Chaldese stammen infiltreerden het Babylonische
gebied. Beide waren West-Semitische volkeren waarvan de onderlinge relatie niet
zo duidelijk is. Blijkbaar waren ze voortdurend met elkaar in conflict. De
eerste golf streek neer over Assyrië en ongeveer tegelijk over Babylon.
Bijbelse tradities wijzen op een nauwe relatie tussen Arameeërs en
Israëlitische voorouders.
Met de negende dynastie komt
Babylonië onder de heerschappij van de Assyrische koningen.
|