De H.
Familie in het Noorden van Egypte – deel 6
Op hun vlucht naar Egypte bleven de H. Familie altijd naast
een bron. Ze vonden er een in Heliopolis, het oude Cairo, ten Noorden van de
huidige stad, nadat ze Wadi El-Natrun hadden verlaten. De Maagd Maria waste
haar kleren, en sprenkelde het gebruikte water op de grond, waaruit een balsem
boom ontstond, gekend als de Boom van de Maagd Maria. Er komen nog steeds
bezoekers om de boom te bezichtigen.
De
boom van Maria in Matariya

Burseraceae (balsembomen
) is een botanische naam, voor een familie van bedektzadigen. De familie telt ongeveer
500 soorten, waarvan meest bomen maar ook struiken. Deze komen voor
in de tropen en subtropen.
De familie is het meest bekend als leverancier van reukstoffen,
zoals mirre, olibanum en wierook.
Mirre :

De plaats was omringd door een muur waarop verzen stonden
die de Maagd prezen uit de Maria sura in de Koran en andere uit de Bijbel die
gegraveerd waren. We liepen naar de boom en zagen onderweg een klein beeld van
Maria in haar blauwe gewaad, en verder zagen we een andere muurschildering van
Maria en Jozef de timmerman die het Kind Jezus bij de oude bron wasten.
De bron is nog steeds vol water. Het werd omringd door een
familie vrouwen, wiens bescheiden indruk erop wees dat ze van de deltaregio
kwamen. De moeder droeg een mooie abaya en haar haar was bedekt. Zij en haar
dochter, Marian, probeerden om water uit de bron te halen, waar het water niet
zo hygiënisch leek, terwijl ze zongen “gezegend bent u, Maria, gezegend bent u,
OLVrouw van het Licht.” Rond de bron was er een soort grot en een gids vertelde
ons dat het recent was gebouwd om deze heilige plaats te bewaren.
De vrouwen waren gekomen om zegeningen van de Maagd Maria
en verlieten de bron om de boom te bezoeken. De stam van de oorspronkelijke
boom was nog bewaard. Deze had de H. Familie schaduw geboden en twee andere
bomen, die hadden de mensen geplant om de H. Moeder boom niet te vergeten.
De
bron
Marian, die probeerde in de bron wat water te putten, stak
haar hand uit naar de boom en bad dat Maria haar een kind zou schenken, omdat
de boom de reputatie had onder de bezoekers om vrouwen te zegenen met kinderen.
Er waren Latijnse woorden en letters op de boom zelf
gekerfd. Bij de boom was er een “mini-museum” waar antiquiteiten van de vlucht
van de H. Familie stonden. Een van de stukken was een steen waarvan gezegd werd
dat het gebruikt werd door de Maagd om het Kind Jezus te baadden.
We verlieten de boom en gingen op zoek naar de dichtst bijgelegen
kerk. In een straat, de Al-Balsam straat was er een kerk, die de Kerk van de
Maagd Maria noemde. Eerwaarde Barsoum
Shaker verwelkomde ons en vertelde ons het verhaal van de boom. Hij
vertelde dat de Maagd Maria dit gebied had gezegend, end at de boom en de bron,
waar Maria van had gedronken en haar kleren had gewassen, de enige gebieden
waren die gekend waren, als verblijfplaatsen van de H. Familie in el-Matariya
en Heliopolis.
“Alle straten rond de boom hebben namen die verbonden zijn
met Maria”, vertelde hij en voegde eraan toe dat ze in de Al-Balsem straat
waren, en dat er nog een straat was die de Al-Basan straat noemde, allen waren
beduidden ze ‘balsem’. Er was nog een straat die Shagaret Mariam (Maria’s boom)
noemde en een straat die Be’r Mariam (Maria’s bron) noemde. Zelfs Moslims
hadden een moskee gebouwd in de buurt en hadden ze de Shagaret Mariam Moskee
genoemd. De oorspronkelijke boom was rees lang geleden verdord, maar de
priesters die in Heliopolis woonden en Matariya hadden scheuten geplant die
afkomstig waren van de oorspronkelijke boom, zodat de boom Egypte blijft
zegeningen schenken.
De Franse soldaten hadden gedurende de invasie in Egypte van (1798-1801)
geprobeerd de boom te vellen, maar ze bloedde, en daarom hadden ze enkel hun
namen erin gekerfd.
Daarna vertrokken we richting Al-Gamaliya, waar de
Koptische geschiedenis zich verborg achter de Fatimid minaretten van Cairo. In het hart van het
drukke Islamitische gebied van Cairo, vroegen we een café-baas in een locaal
café naar de Zuweila steeg. Hij dacht dat we zochten naar de oude kerk en de
kloosters, en bemerkte dat de nonnen enkel vrouwen ontvingen.
De H. Familie verliet Heliopolis naar de Port Said straat,
een bekende straat in het Bab el-Shereya district van Cairo. We wandelden de
ene steeg uit naar de andere tot we bij een metaaldetector kwamen en beseften
dat we bij het complex van kerken en kloosters waren aangekomen. Een van de
kerken was de Maagd Maria kerk van Zuweila, het klooster van St Joris voor
nonnen, en het klooster van de Maagd Maria dat ook voor nonnen was.
We gingen de kerk binnen, maar een man in burger hield ons tegen en vroeg om
onze camera’s. We toonden hem onze perskaarten, maar hij vroeg om een getekend
bewijs door de Minister van Binnenlandse Zaken. We dachten dat hij het niet
meende, en vroegen hem om de priester te ontmoeten die de diensten opdroeg. Na
wat onderhandelen van onze kant, vertelde hij dat hij was vertrokken en vroeg
ons terug te komen om 18u en hij gaf ons zijn telefoonnummer om zijn toelating
te vragen.
Eerwaarde Matthias beantwoordde onze oproep heel
vriendelijk en zei dat de bewaker, Mr. Fayez, zijn werk als beveiliging van de
kerk heel ernstig nam. We gingen naar de afspraak en Eerwaarde Matthias
verwelkomde ons vooraleer de deuren van de kerk te openen.
He vertelde ons dat zijn kerk was gezegend door een bezoek van de H. Familie,
door de al-Khaleeg al-Masry (de Egyptische golf) straat, die een klein kanaal
was dat aftakte van de Nijlrivier. Het is onbekend hoelang ze daar zijn gebleven.
Eerwaarde Matthias nam ons mee naar zijn kantoor en maakte thee voor ons. Hij
vertelde dat deze oude kerk dateerde van de 4de eeuw. Er was een
rijke Kopt, Al-Hakeem Zayloun, die verkoos om op dit gebied een kerk te bouwen
in de 4de eeuw om het bezoek van de H. Familie te herdenken. De kerk was de
“Maagd Maria, ijzersmelter Kerk”, en het verwees naar een mirakel dat gebeurde
toen de Maagd leefde. In het verleden werden de kerken genoemd naar mirakels. Dit
mirakel van het smelten van ijzer gebeurde in Anatolië, waar de H. Matthias het
Christendom predikte. Wanneer hij in de gevangenis zat, bad de H. Maagd tot God
om hem te redden, en de ijzeren sloten smolten en hij kon vluchten.
Eerwaarde
Matthias gaf ons een rondleiding in de kerk, die onder de grond was gelegen.
Hij opendeed de poort tot de kerk, een poort in de geschiedenis. We voelden ons
alsof we in een Fatimid moskee waren, en we konden het grondwater horen stromen
omdat het de kerk uit alle richtingen omgaf. Je kon de geur van wierook ruiken
dat de priesters branden gedurende elk gebed, en in je geest worden het
verleden en heden één.
De
kerk was vol antieke iconen en kandelaren de stijl van de Fatimid architectuur.
De kerk was vroeger de zetel van de Koptische paus en dat had meer dan 3 eeuwen
geduurd, en het vervulde de rol van de tegenwoordige St Markus Koptische
Kathedraal in Abasiya.
Hij vertelde dat de kerk onderhevig was geweest aan een aantal aanvallen in de
Fatimid periode, en dat de ergste aanval was gebeurd in 1113.
In de kerk van het klooster, waren er marmeren en stenen pilaren, die elk waren
versierd met een kroon vanboven. Deze pilaren waren gebouwd in verschillende
tijdperken en getuigden van alle beschavingen van Egypte. Sommige waren uit de
Farao-periode, anderen Grieks, Romeins, Koptisch (versierd met kruisen en
duiven), en anderen waren Islamitisch. Een koperen kruis hing vanaf het plafond
en noemde “het Ware Kruis”, en je kon een beeld van de gekruisigde Jezus erop
zien, en ook symbolen van de vier evangelisten.
Relieken in de Kerk in de Zuweila steeg van Cairo
Zoals op alle plaatsen waar de H. Familie had verbleven was er een bron van
fris water. De pastoor bouwden als een heiligdom voor Maria, waar bezoekers
konden bidden en hun kaarsen branden.
Matthias deed de draperieën van het heiligdom open en het heiligdom keek uit in
de richting van de Moslim qiblah, de richting waar de Moslims naar bidden
wanneer ze bidden. Hij toonde dat de Moslim architectuur de kerk had beϊnvloed. De bouwers die de Barsbay moskee
in het al-Gamaliya district in Cairo hadden gebouwd, waren dezelfde als degenen
die deze kerk hadden gebouwd, vandaar de sterke gelijkenis.
We hoorden de stemmen van vrouwen die de Maagd eer betuigden : “Gezegend bent
u, Maria, de deugdzame, en de sublieme. Gezegend bent u, de sterke en de
trouwe.” De vrouwen waren nonnen van het St Maria en de Abu-Sefain kerk, die
hun middaggebed begonnen. We hoorden hun stemmen van het bovenste niveau van de
kerk, met een balkon dat de Maria, Smelter van ijzer kerk, overzag.
We dankten de Eerwaarde voor het bezoek en gingen naar het nabij gelegen
klooster van de Maagd Maria voor nonnen. Ik klopte op de deur en een portier
deed open. Hij leidde ons naar de non die verantwoordelijk was voor de
bezoekers. Ze weigerde om gefotografeerd te worden en zei haar naam niet, omdat
nonnen gewoonlijk media mijden.
Ze
vertelde ons dat het klooster open is omdat de kerk oud is en daarom niet kan
gesloten worden. Het klooster had een U-vorm, waar de kerk in het midden is, en
eronder de Maria, Smelter van ijzer kerk waar we de nonnen hoorden bidden, en
de residentie van de nonnen was aan de andere kant.
Ze weigerde het aantal nonnen te vernoemen die er leefden, maar zei dat ze
handwerk deden, zoals borduren en ander handwerk. Landbouw en leder bewerken
werden gedaan in een ander klooster dat in Nubariya gelegen was. De nonnen
begonnen de dag om 4 uur ’s morgens, met het middernachtvigilie, en dan
begonnen ze hun werk. Ze bidden de morgenmis om 6 uur en op de middag, ze
hebben ook groepsgebed.
De aspiranten die non willen worden, worden jarenlang
getest vooraleer er besloten wordt ze de geloften te laten doen. De vrouwen
bezoeken eerst regelmatig het klooster, maar gaan nog terug naar hun thuis, en
pas daarna wordt de vrouw een non, enkel wanneer we beslissen dat ze klaar is
om deze levensweg te volgen, omdat ze zich later niet meer kan bedenken.
De non keek naar de icoon van Maria op de muur en zei dat
ze zich gelukkig voelde wanneer ze bad.
|