De H.
Familie in het Noorden van Egypte deel 4
Wanneer een Kopt een monnik wordt, dan neemt hij een nieuwe
naam aan. Het monastieke leven is zoals dood zijn in deze wereld, en
wedergeboren worden in een nieuw leven met God. Pater Cyril werd geboren met een
andere naam, maar de Abt noemde hem naar de bekende heilige. El-Paramoesi is
om aan te geven dat hij bij het klooster hoort waaraan hij zijn leven heeft
toegewijd.
Pater Cyril stond voor de oude afsluiting rond het
klooster. Het hek was bedekt met hout door de monniken van het klooster gemaakt
en ook de kruisen en de iconen van heiligen met verzen uit de Bijbel. Het hek
werd gebouwd op bevel van Paus Cyrillus van Alexandrië als een soort vesting
tegen de aanvallen van de Berbers, die voedsel en drank kwamen stelen.
Pater Cyril is verantwoordelijk voor de verwelkoming van de
gasten in het klooster. Hij had voordien architectuur gestudeerd en is nu
belast met de restauratieprojecten van het klooster. Hij verklaarde dat het
monastieke leven in het verleden verschillend was dan dat van tegenwoordig.
Kloosters in het verleden waren slotkloosters. Er was geen bezoek of enige
communicatie met de buitenwereld. Tegenwoordig verwelkomen de monniken
honderden bezoekers per dag die de zegeningen zoeken van de heiligen van het
klooster. Maar toch blijft de essentie van het monastieke leven ongewijzigd.
Het monastieke leven was in het verleden heremitisch. Elke
monnik bracht zijn leven door in een grot in de bergen, een monastieke cel
genoemd. Later, leefde elke groep monniken in kloosters. Degenen die in een
klooster leefden kwamen uit dezelfde streek. Egyptische gebieden spraken toen
verschillende talen, en daarom konden de monniken niet leven bij andere
monniken omdat ze er niet mee konden communiceren. Er was een abt in elk
klooster die zijn studenten leerde over het monastieke leven en zijn rituelen.
Tegenwoordig leven de monniken in gemeenschappen, wat de
traditie is die St Pachomius heeft opgericht. Als een monnik in Dendera
stichtte St Pachomius de traditie dat monniken tezamen in groepen leefden, of
cenobieten zijn, waar ze tezamen werken, voedsel delen en diensten voor elkaar
doen. Het monastieke leven bestaat uit handenarbeid. Sommige monniken doen aan
landbouw, terwijl anderen met hout bezig zijn en andere soorten handenarbeid.
Cenobieten of kloosterlingen
zijn monniken en monialen die in een georganiseerde gemeenschap leven. Dit
in tegenstelling tot kluizenaars of heremieten, die
veeleer in afzondering leven.
De eerste christelijke monniken kwamen voor in Egypte
en Palestina tegen het einde van de 3de eeuw. Deze mensen leidden een
kluizenaarsbestaan in de woestijn. In de 4de eeuw ontstond er een vorm van
kloosterleven. De betrokken monniken gingen gezamenlijk in een georganiseerde
gemeenschap, een klooster, leven.
De grondlegger van dit systeem was Pachomius. Zijn
klooster bestond uit een gemeenschap van honderden monniken en nonnen. Het
kloosterleven werd gekenmerkt door de dagelijkse gebedsdiensten en de
gemeenschappelijke maaltijden. Er werd strikte gehoorzaamheid geëist tegenover
de overste. Ook werd verwacht dat de monniken arbeid verrichtten. Deze arbeid
bestond uit het maken van linnengoed en het weven van matten en manden met het
riet dat aan de oever van de Nijl groeide. De kloosterregels legden
vast aan welke voorwaarden het leven van de monniken moest voldoen.
Pater Cyril nam ons mee op een toer van de kerken van het
klooster. Hij sprak ons van de Mar Youhana kerk die gebouwd werd door paus
Kyrollis VI in 1876. Hij was een van de monniken van het klooster en droeg de
naam Youhana als monnik. Hij bouwde een kerk onder zijn naam boven de ruïnes
van een oudere kerk die was ingestort.
Er staat ook een klein paleis naast de kerk dat in 1911 werd gebouwd. Het is de
residentie van de paus in het klooster wanneer hij op bezoek komt. Er is een
houten gravering op de muur van het paleis dat ingegrift werd door een monnik :
Om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden
verbrijzeld. (Jes 53:5) Het is een vers uit de Bijbel dat verwijst naar Jezus
Christus.

Pater Cyril leidde ons naar het oude deel van het klooster
op een woestijnweg. We voelden ons alsof we in een volledig verschillend gebied
waren gekomen. Het fort is bereikbaar door een aantal trappen en over een brug.
Het werd gebouwd in de 7de eeuw. Daar verborgen de monniken zich
tegen de aanvallen van de Berbers. In een ruimte stond een antieke tafel waar
de abt en de monniken samen aten. Een monnik las uit de Bustan Al-Ruhban (de
Tuin van de Monniken), wat de eerste verwijzing was naar het Christelijke
monnikenleven. De muren waren vroeger versierd met frescos die nu zijn
verdwenen.
We gingen de oude kerk van het klooster binnen en lieten onze schoenen aan de
deur staan. De kerk is verdeeld in drie ruimten: het eerste koor dat zich
dichtst tegen het altaar bevindt is het koor van de geestelijken, daar komen de
Christenen om de H. Communie te ontvangen. Het tweede koor was voor de nieuwe
Christelijke bekeerlingen, die neerzaten en luisterden naar sermoenen. Het
derde koor was voor heidenen die het Christendom wilden aannemen. In de kerk
worden de overblijfselen van St Mozes de Zwarte bewaard.
iconenmuur die tot het altaar leidt
relieken van St Mozes de Zwarte
In front of the church sanctuary, our guide drew open curtains embroidered with
the icon of the Virgin Mary and infant Jesus. It is as if he opened the gates
of history. We see the door to the ancient sanctuary, which dates back to the
Fatimid era. It is a wooden door adorned with crosses and Christian engravings
and decorations. Although they are Christian, they belong to an era famous for
Islamic art.
Een
man zocht zegeningen bij de overblijfselen van Maximus en Domatius in de kerk van Paromeos
Op de muren zagen we frescos. De monnik vertelde ons dat ze
uit drie lagen bestaan. Wanneer 1 laag is verwijderd, komt er een andere
tevoorschijn. De kunstenaars kwamen vroeger naar het klooster om deze frescos
te schilderen. De kleurrijke muurschilderingen stellen de tocht van de H.
Familie voor, momenten in het leven van Christus en portretten van heiligen.
Ons bezoek eindigde in het klooster en Pater Cyril stond
erop dat we de maaltijd gebruikten in het klooster door de monniken voor
bezoekers gekookt. Ze boden ons fava bonen, gebakken brood, eieren en vlees.
Vooraleer te vertrekken gaf hij ons een boek van het klooster. Dan namen we
afscheid.
Klooster van Pishoy
Daarna vertrokken we naar het dichtst bijzijnde klooster
van St Pishoy. Dit klooster is de thuis van de paus, waar hij drie dagen per week
verblijft. Het heeft een afgescheiden poort van het klooster. Dit klooster is
ook een oud fort, een eetzaal en een oven. Er is ook een hoge muur, omdat het
klooster vijf keer werd aangevallen door Berbers.
Klooster
van St Pishoy : St Pishoy stichtte dit klooster in de 4de
eeuw. In de hoofdkerk van het klooster bevinden zich de lichamen van St Pishoy
en St Paulus van Tammah. Ook Paus Shenouda III van Alexandrië is hier begraven.
Het klooster heeft vijf kerken, en de hoofdkerk noemt ook
Pishoy, naar zijn stichter. De anderen kerken zijn deze van de H. Maagd Maria,
Abaskhiron de soldaat, St Joris en de aartsengel Michael. Het klooster heeft
ook een bron dat gekend is als de Bron van de Martelaren. De Koptische traditie
vertelt ons dat de Berbers hun zwaarden in deze bron wasten nadat ze de 49
Oudere Martelaren van Scetes hadden gedood en hun lichamen nadien in de bron
wierpen vooraleer de Christenen de lichamen konden begraven in het nabijgelegen
klooster van St Macarius de Grote.
Onder Paus Shenouda III, die Paus was van de Koptisch
Orthodoxe Kerk van Alexandrië van 1971 tot 2012, werd er lang aangekocht rond
het klooster en bebouwd. Er werd vee en gevogelte gekweekt, en er werden
zuivelproducten gemaakt. Oude gebouwen en kerken werden gerestaureerd, en er werden
cellen voor monniken, bezinningshuizen en een pauselijke residentie gebouwd.
Gerestaureerde kerk
Daarnaast werden ook bijhuizen gebouwd als
ontmoetingscentra, een auditorium, conferentiezalen, poorten en hekkens. Shenouda
III werd er na zijn dood in 2012 begraven.
oude
eetzaal in het klooster van Pishoy
St Pishoy : (320 417). (Grieks: Paisios) In de
Koptische Kerk is hij gekend als de Ster van de Woestijn en de Geliefde van
onze Goede Redder. Hij was een
Egyptische woestijnvader.
St
Pishoy
St Pishoy werd in 320
geboren in Shansa (Egypte). Hij had zes oudere broers en had een zwakke
gezondheid. Zijn moeder zag een Engel in een visioen die haar vroeg om
een van haar kinderen aan God te geven, en wees naar Pishoy. Wanneer de moeder
probeerde een van haar sterkere kinderen te offeren, drong de engel aan dat
Pishoy de uitverkorene was. Toen hij 20 was, ging Pishoy naar de woestijn van
Scetes en werd er monnik onder de leiding van St Pambo, die ook St Johannes de
dwerg wijdde. Toen St Pambo stierf werd Pishoy door een engel naar de plaats
van het huidige klooster geleid, waar hij een leven van kluizenaar leidde. In
die tijd werd hij de geestelijke vader van vele monniken die zich rond hem
verzamelden. Hij was bekend om zijn liefde, wijsheid, eenvoud en
beminnelijkheid, evenals zij extreem ascetisch leven. Hij was ook bekend om de
stilte en afzondering op te zoeken. Pishoys ascetisch leven was streng zodanig
dat hij zijn haar en handen met een touw aan de zoldering van zijn cel hing, om
te zorgen dat hij niet in slaap viel gedurende zijn nachtelijk gebed. Zijn
ascese was zo beroemd dat hij werd bezocht door St Efraim de Syrier.
De Kopten geloven dat Pishoy een aantal keren Jezus heeft
gezien. Eens vroeg een oude monnik hem om hem te helpen een berg te beklimmen
en zo droeg Pishoy hem op zijn schouders en klom op de berg, om te ontdekken
dat de oude monnik niemand anders dan Jezus was. Jezus vertelde hem dat door
zijn grote liefde, zijn lichaam niet zou vergaan. De Kopten geloven ook dat
Pishoy de voeten van Jezus heeft gewassen, toen Hij hem bezocht als een arme
vreemdeling.
St Pishoy zag ook Jezus in zijn klooster. Toen zijn
broeders hoorden dat Jezus ging komen, verzamelden ze zich zodat ze Hem zouden
kunnen zien. Eerder was er een oude man geweest die de monniken had gevraag om
hem op zijn weg te helpen, maar ze hadden hem genegeerd. Toen St Pishoy de oude
man zag, hielp hij hem terug naar zijn kameer. Hij waste zoals gebruikelijk de
voeten van de oude man. De oude man verscheen toen aan hem als Jezus.
Pishoy was ook een verdediger van het Orthodoxe geloof
tegen ketterijen. Nadat hij had gehoord dat er een kluizenaar op de berg van
Ansena predikte dat er geen H. Geest was, ging Pishoy er heen en droeg hij een
geweven mand met drie handvatten. Wanneer de oude man hem vroeg waarom Pishoy
drie handvatten aan de mand had gemaakt, zei hij: ik heb een Drie-eenheid, en
alles wat ik doe is zoals de Drie-eenheid. Na een discussie over de H. Schrift
uit het Oude en Nieuwe Testament, bekeerde de oude kluizenaar zich tot de
Orthodoxe Kerk. St Pishoy heeft ook de titel van Perfecte mens.
In 407/408 maakten de Berbers de woestijn van Scetes
onveilig en Pishoy vertrok uit het klooster om op de berg van Ansena te leven.
In die tijd ontmoette hij St Paulus van Tammah in Antinopolis en de twee werden
goede vrienden. Terwijl hij op de berg van Ansena verbleef bouwde Pishoy nog
een klooster in Dayr al-Barsha, die nog altijd bestaat bij Mallawi. In 417 stierf Pishoy.
Op 13 december 841vervulde de Paus Jozef I van Alexandrië
Pishoys wensen en werden zijn lichaam en ook dat van Paulus van Tammah naar
dit klooster overgebracht. Men zegt dat ze eerst probeerden het lichaam van St
Pishoy te vervoeren, maar toen ze het op de boot in de Nijl hadden gedragen,
bewoog de boot niet tot ze ook het lichaam van St Paulus van Tammah in de boot
hadden gelegd. Tegenwoordig
liggen de twee lichamen in de hoofdkerk. Ooggetuigen vertellen dat het
lichaam van St Pishoy nog intact is tot op vandaag.
Orthodox
Koptisch kruis
|