Het eerste liturgische boek dat ontwikkeld wordt is het
sacramentarium. Hoewel zulke boeken genoemd worden aan het eind van de 5de
eeuw, is het oudste nog bestaande exemplaar het Verona Sacramentarium, soms ook
het Leonine Sacramentarium genoemd omdat men voorheen dacht dat het was
samengesteld door Paus Leo I. Het is blijkbaar een verzameling libelli, boekjes
die het formulier voor één enkele dienst bevatten. Er is wel aangevoerd dat het
Verona Sacramentarium geen echt sacrramentarium is, geen boek dat gebruikt werd
bij het vieren van de liturgie, maar een privé collectie libelli gebruikt als
naslagwerk.
sacramentarium :
is een boek met gebeden die de priester of bisschop oplas
tijdens de mis.
Het was het boek voor de priester die de mis opdroeg en
bevatte alle gebeden die hij moest zeggen, maar geen andere teksten. In de tijd
dat deze boeken werden geschreven was het nog niet de gewoonte dat de priester
bij het altaar de woorden herhaalde die het koor of de misdienaren zongen, zoals regel werd in de Tridentijnse
Mis. Daarom bevatten sacramentaria alleen de collecten, prefaties en de
canon, maar geen lezingen uit de Bijbel en ook geen introϊtussen,
graduales of offertoria.
Collecta
:
Openingsgebed van de eucharistie. Het is de bedoeling de stille gebeden van de
mensen in de collecta samenvattend te verwoorden. Daarom is er een korte
(gebeds)stilte voor het bidden van de collecta.Aan de andere kant voorziet het sacramentarium in gebruik
buiten de mis. Omdat de boeken doen alsof de celebrerende priester gewoonlijk
een bisschop is, voorzien ze hem de gebeden die hij nodig had bij ordinaties,
kerk- en altaarwijdingen en bij uitdrijvingen, zegeningen en wijdingen
die later in het Pontificaal en het Rituaal terechtkwamen.
De benaming sacramentarium is
gelijkwaardig aan andere vergelijkbare vormen, zoals Liber
Sacramentorum (bijvoorbeeld in het Gelasiaanse sacramentarium). De
vorming van het woord is vergelijkbaar met het woord hymnarium, een boek
met hymnes. Gennadius van Marseille (5e eeuw) zegt over Paulinus
van Nola: "Fecit et sacramentarium et hymnarium (= hij heeft zowel een sacramentarium
als een hymnarium gemaakt)" (De viris illustribus, xlviii).
Het woord sacramentum of sacramenta betekent
in dit geval de mis. Sacramenta celebrare of facere is
een gebruikelijke Latijnse term voor het opdragen van de mis.
Andere boeken die bij de viering van de mis werden gebruikt
waren:
het graduale (vooral psalmteksten, met
toegevoegde muzieknoten),
het evangeliarium of evangelieboek
en het epistolarium, dat de andere teksten van
het Nieuwe Testament bevatte, met de nadruk op de brieven van
Paulus.
In de latere middeleeuwen begon men deze boeken te
combineren, zodat de priester de mis kon opdragen zonder hulp van koor of
andere helpers. Dit leidde tot de verschijning van het Missale plenum ("vol
of geheel missaal") dat alle teksten van de mis bevat (echter zonder de
muziek voor het koor).
Een aantal sacramentaria, hoofdzakelijk uit de Romeinse
ritus, bestaat nog steeds, geheel dan wel deels. De drie belangrijkste hiervan
zijn het Leonische, het Gelasiaanse en het Gregoriaanse. Hun ouderdom,
schrijver, plaats van herkomst en oorspronkelijke doel is onderwerp van heftig
debat. De meeste van de hierna genoemde exemplaren zijn voorzien
van illuminaties. Illuminatie (boekverluchting) is de kunst
of het ambacht die zich bezighield met de illustratie en de versiering
van middeleeuwse handschriften en andere documenten. Soms wordt dit
ook illuminatie genoemd, van het Latijn illuminare wat
verlichten betekent, hoewel illuminatie strikt genomen slaat op het
verlichten van handschriften met bladgoud of zilver. In het
Vroegmiddelnederlands betekent verlichten trouwens: met goud of kleuren
afzetten; inzicht brengen; verlichten. In het moderne Nederlands is dit
verluchten geworden.
5e/6e eeuw
- Leonisch
sacramentarium van paus Leo de Grote (440-461) - in het Latijn
"Leonianum" of "Veronense"
- Gelasiaans
sacramentarium van paus Gelasius (492-496) - sommigen dateren
het echter in de vroege 8e eeuw
illuminatie van het Gelasiaanse sacramentarium

7e eeuw
- Sacramentarium
van paus Gregorius de Grote (590-604) - "Gregorianum"
- Sacramentarium
van bisschop Marinianus van Ravenna (595-606?)
- Gallicaans
sacramentarium - "Gallicanum"
Het formulier voor elke Mis (zoals de Roomse viering van de Eucharistie kwam te heten
vanwege de woorden aan het eind: missa, wegzending) bevat gewoonlijk een
openingsgebed dat gezegd wordt voor de lezingen, een offertorium gebed dat bij
de gaven gezegd wordt voor het eucharistisch gebed begint, een gebed na de
communie en soms een zegeningsgebed dat over het volk wordt uitgesproken aan
het eind van de viering. Nota bene dat met uitzondering van de laatste, deze gebeden
aan het eind van een liturgische handeling gebruikt worden: de intocht
processie, het naar voren brengen van de gaven van brood en wijn, en de
processie van mensen naar het altaar om de communie te ontvangen. Naast deze
korte samenvattende gebeden (collecta) bevatten sommige formulieren Inleidingen
voor het Eucharistisch gebed.
Offertorium :
is het gedeelte van de H. Mis waarin de priester de gaven van brood
en de wijn aan God aanbiedt.
Eucharistisch gebed :
of grote lofprijzing genoemd, is een centraal onderdeel van de H. Mis dat
door de priester wordt uitgesproken. Het gebed heeft een tweeledige
functie. Enerzijds is het een dankzegging aan God, anderzijds is het bedoeld
als een bede om de consecratie van brood en wijn.
Epiklese : Deel
van het Eucharistisch gebed tijdens de consecratie waarbij de priester de H.
Geest aanroept. Dit is essentieel omdat de transsubstantiatie (Brood en wijn
die in het werkelijke Lichaam en Bloed van Jezus veranderen) niet zonder de
krachten van de H. Geest kan geschieden. In de huidige liturgie :
Wij smeken U, o God,
zend over dit brood en deze wijn,
de kracht van Uw Heilige Geest;
opdat het voor ons worde het
Lichaam en Bloed van Jezus Christus
Uw Zoon onze Heer.
Quam oblationem tu, Deus, in omnibus, quasumus, + bendictam, + adscriptam, + ratam, rationabilem, acceptabilemque facere digneris: ut nobis + Corpus, et + Sanguis fiat dilectissimi Filii tui Domini nostri Jesu Christi.
De smeekbede wordt gebeden kort na het sanctus en voor de
opheffing van Brood en Wijn. Hierbij strekt de priester zijn handen boven de
gaven met het volgende gebed. Tijdens de eerste zin wordt er gebeld met een
altaarschel.
Collecta : Openingsgebed
van de eucharistie. Het is de bedoeling de stille gebeden van de mensen in de
collecta samenvattend te verwoorden. Daarom is er een korte (gebeds)stilte
voor het bidden van de collecta.
De Verona formulieren zijn voor gebruik in de Roomse priesterlijke
liturgieën, hoewel de gebeden gebaseerd zijn op pauselijke modellen, de meeste
gemaakt gedurende de 5de en 6de eeuw. Het boek is incompleet, de formulieren
voor missen van Januari tot en met april (inclusief Pasen) ontbreken.
De tweede en meer invloedrijke van de vroege Roomse
sacramentaria is bekend als de Gelasianum Vetus, of Oud Gelasiaans
Sacramentarium. Het werd in de buurt van Parijs samengesteld rond 750 en bevat
een mengsel van Gallicaanse en Roomse elementen daterend van ca. 650. Het lijkt
op de Verona, maar bevat formulieren voor het hele jaar, en ook de tekst van de
Roomse Canon, de vaste tekst van het Roomse Eucharistiegebed. Sommige
formulieren in dit sacramentarium bevatten twee collecta gebeden,
ogenschijnlijk met dezelfde liturgische functie, misschien om de celebrant
keuze te geven. Hoewel het enige overgebleven exemplaar van het Oude Gelasiaanse
Sacramentarium zo'n 50 jaar na het leiderschap van Gregorius I werd geschreven,
weerspiegelt de inhoud een praktijk van voor zijn hervormingen. Het Oud
Gelasiaans Sacramentarium is onderverdeeld in drie delen volgens het kerkelijk
jaar.
Hervormingen van Gregorius de Grote en
zijn opvolgers
Sacramentara waren rechtstreeks beïnvloed door Gregoriaanse
hervormingen, worden Sacramentaria Gregoriana genoemd. Ze worden onderscheiden
van de vroegere sacramentaria door verschillende arrangementen of formulieren
zonder de driedelige verdeling. De Gelasiaanse sacramentaria uit de 8ste
eeuw zijn gebaseerd op het Oud Gelasiaans Sacramentarium, maar bevatten ook
uitvoerige Gregoriaanse elementen evenals Galliciaanse invloed.
Met het verschijnen van deze vroegste sacramentaria, begint
de Westerse liturgie een kenmerk te vertonen dat zich onderscheidt van de
Oostelijke liturgische tradities. Oostelijke liturgieën bestaan gewoonlijk,
afgezien van de Schriftlezingen en gezangen, uit vaste teksten. In
tegenstelling daarmee hebben de Roomse en andere Westerse liturgieën een serie
gebeden die veranderen afhankelijk van het feest en het liturgisch seizoen;
naast de variabele Prefaties heeft de Roomse Canon variabel frasen die
veranderen om de specifieke beelden weer te geven die passen bij het feest dat
gevierd wordt. Deze kenmerken weerspiegelen een Westerse smaak voor meer
variatie en de wens om de liturgie het feest waarbij het gevierd wordt te laten
weerspiegelen, vergeleken met de Oostelijke tendens om voorkeur te geven aan
een vaste tekst; deze verschillen kunnen gezien worden als verschillen in liturgische
stijl en zijn geen fundamentele verschillen in structuur.
Onderdelen
van het eucharistisch gebed :
1.
Het eucharistisch gebed begint met een
inleiding (prefatie) die begint met de oproep van de priester: "Sursum
corda" (Verheft het (uw) hart), waarop de gelovigen
antwoorden: "Habemus ad Dominum" (Wij zijn met ons
hart bij de Heer) en rechtstaan. De prefatie is veranderlijk in eucharistisch
gebed II en III, vast in IV. Dit is een dankzegging en lofprijzing. Op het eind
verenigt de Kerk zich op aarde met de Kerk in de hemel met het Sanctus.
2.
Het Sanctus, waarna de gelovigen knielen.
3.
Na het Sanctus is er - tenminste in de na het
Tweede Vaticaanse Concilie nieuw geconstrueerde eucharistische gebeden - een
overgang van lofprijzing naar smeekbede in de consecratie-epiklese. Dit is een
smeekbede gericht tot de Vader om door de werking van de Heilige Geest brood en
wijn te maken tot Lichaam en Bloed van Christus. Deze overgang is zeer beknopt
in II, kort in III en uitvoerig in IV. In de oude Romeinse canon (I) heeft
nooit een dergelijke expliciete epiklese gestaan.
4.
Het instellingsverhaal met de consecratie waarbij
het lichaam en bloed van Christus onder de gedaanten van brood en wijn
sacramenteel tegenwoordig gesteld worden.
5.
De anamnese waarin het lijden en
sterven van Christus en zijn glorievolle wederkomst in herinnering
worden gebracht.
6.
Oblatio (de Kerk voegt zich bij het offer
van het altaar).
7.
Communie-epiklese
(smeekbede aan de Vader om door de Heilige Geest zijn Kerk te maken tot Lichaam
van Christus) Gebed om de nederdaling van de H. Geest. Er zijn in de
eucharistie 2 vormen: de epiklese over de gaven van brood en wijn (de
consecratorische epiklese) en die over de gemeenschap (de communie-epiklese).
Gods Geest wordt afgeroepen over de gaven, opdat ze teken worden van de totale
zelfgave van de Heer. Gods Geest wordt afgeroepn over de gemeenschap opdat de
gezindheid van Jezus over haar mag komen. (Kerknet)
8.
Commemorisatie van de heiligen en intercessies,(III)
ofwel intercessies en commemorisatie van de heiligen (II en IV). In de
intercessies wordt steeds gebeden voor de herders van de Kerk: de paus en de
plaatselijke bisschop, alsook voor de overledenen.
9.
Slotdoxologie, uitgesproken door de
priester: Per ipsum, et cum ipso, et in ipso, est tibi Deo Patri
omnipotenti, in unitate Spiritus Sancti, omnis honor et gloria per omnia
saecula saeculorum (Door Hem, en met Hem en in Hem zal uw Naam
geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige
Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid), waarop de gelovigen antwoorden met
de acclamatie "Amen".
Versies
van het eucharistisch gebed
In de Tridentijnse ritus gebruikt men de
Romeinse canon (Te igitur clementissime Pater) als
eucharistisch gebed. In licht gewijzigde vorm wordt de Romeinse canon als
eucharistisch gebed I gebruikt in de Novus Ordo Missae gebruikt. Zij is
niet meer de enige mogelijkheid: in de Nederlandse kerkprovincie zijn
er bijvoorbeeld 13 mogelijke eucharistische gebeden. De eucharistische gebeden
II tot IV zijn duidelijk geïnspireerd op de Romeinse canon. Sommige van deze
gebeden bestaan in verschillende Nederlandse vertalingen, hoewel ze alle
gebaseerd zijn op dezelfde Latijnse tekst.
De wereldkerk kent verder nog twee eucharistische gebeden
voor vieringen voor verzoening: deze worden in Nederland de eucharistische
gebeden VII en VIII, in België VI en VII genoemd. Drie gebeden zijn gericht op
vieringen met kinderen: in Nederland de nummers IX, X en XI, in België VIII, IX
en X. Tot slot is er nog één eucharistisch gebed dat in vier versies bestaat:
in Nederland is dit nummer XII, in België nummer XI. Al deze eucharistische
gebeden gaan terug op een Latijns origineel, en bestaan ook in andere landen.
Specifiek voor België en Nederland zijn er nog andere
goedgekeurde eucharistische gebeden, die niet op een Latijns origineel zijn
gebaseerd, maar oorspronkelijk Nederlands zijn. Zowel voor België als Nederland
is er het eucharistisch gebed V. Daarnaast zijn er, uitsluitend voor Nederland,
nog twee eucharistische gebeden: eucharistisch gebed VI en eucharistisch gebed
XIII. Dat laatste is alleen voor het huwelijk bedoeld.
Zoals Vicesimus Quintus Annus (13)
in 1988 en Redemptionis Sacramentum (51) in 2004 verduidelijkten,
mogen priesters zich het recht niet toe-eigenen zelf eucharistische
gebeden samen te stellen of te veranderen. Het eucharistisch gebed dient ook
door de priester alleen in zijn geheel te worden uitgesproken (met uitzondering
van de acclamatie na de consecratie). Dit geldt ook voor de slotdoxologie (Per
ipsum, et cum ipso, et in ipso, ..., Door Hem, en met Hem en in Hem ... ).
Het Amen op het einde wordt uiteraard wel door de gelovigen gesproken.
Eucharistische gebeden I-IV
Het eucharistisch gebed I is de Romeinse
canon, en gaat terug tot het vroegste christendom. Het is in feite het hart van
de aloude liturgie van het Westen. De tekst gaat terug tot de derde eeuw, en is
nauwelijks meer gewijzigd sinds 604. De Romeinse canon kan altijd gebruikt worden,
maar de Heilige Stoel beveelt dit eucharistisch gebed met name aan voor
zondagen en dagen waaraan een eigen Communicantes of Hanc
igitur is toebedeeld, en in vieringen van de apostelen en heiligen die
vermeld worden in het eucharistisch gebed. In de praktijk wordt het echter
alleen nog in zeer traditionele kerken gebruikt.
Het eucharistisch gebed II is losjes
gebaseerd op een tekst die voorkomt in de zogenaamde Apostolische
traditie. Dit werk uit de vierde eeuw werd voorheen toegeschreven aan
de heilige tegenpaus Hippolytus van Rome. Deze toeschrijving wordt tegenwoordig
door liturgiewetenschappers als uiterst twijfelachtig beschouwd. Daarbij
gaat het waarschijnlijk om een tekst die nooit daadwerkelijk is gebruikt in de
liturgie. Eucharistisch gebed II wordt alleen aanbevolen voor
weekdagen, maar wordt in de praktijk verreweg het meeste gebruikt omdat het erg
kort is.
Het eucharistisch gebed III wordt
aanbevolen voor zon- en feestdagen.
Het eucharistisch gebed IV wordt
aanbevolen als de Mis geen eigen prefatie heeft, en ook voor de zondagen door
het jaar.
Andere universele eucharistische gebeden
De twee eucharistische gebeden voor verzoening worden
opgenomen als bijlage bij het Missaal, net als het eucharistisch gebed voor
bijzondere gelegenheden.
De twee eucharistische gebeden voor verzoening kunnen
worden gebruikt bij Missen die specifiek gericht zijn op boetedoening, zoals in
de vasten.
Het eucharistisch gebed voor bijzondere gelegenheden
bestaat in vier varianten, die onderling licht verschillen. Het gebed wordt
alleen gebruikt bij Missen voor bijzondere gelegenheden, zoals bijvoorbeeld een
Mis voor roepingen, een Mis voor de eenheid van de christenen, enzovoort.
Tot slot zijn er nog drie eucharistische gebeden voor
kinderen. Deze staan niet meer in het Missaal, maar mogen nog wel gebruikt
worden, zij het alleen indien de meerderheid van de misgangers kinderen zijn.
Eucharistische gebeden eigen aan het
Nederlandse taalgebied
In België en Nederland wordt er, naast deze universele
eucharistische gebeden, nog één ander eucharistisch gebed gebruikt:
eucharistisch gebed V. Dit is een authentiek Nederlandstalig eucharistisch
gebed.
Daarnaast zijn er, specifiek voor Nederland, nog twee
eucharistische gebeden goedgekeurd: eucharistische gebed VI en eucharistisch
gebed XIII. Dit laatste wordt alleen gebruikt bij huwelijksmissen.
Canon : de
reeks onveranderlijke en voornaamste gebeden van het Eucharistisch gebed.
De Roomse Canon bereikte zijn rijpe vorm in deze vroege
sacramentaria, hoewel zij een veel oudere mondelinge traditie van dit gebed lijken
te weerspiegelen. De versie die aangehaald wordt door Ambrosius in 390 is
substantieel hetzelfde als het gebed dat vastgelegd is in het Gelasiaanse
Sacramentarium. Het lijkt erop dat de Roomse Canon oorspronkelijk gemaakt is in
het Latijn en niet een vertaling is van een ouder Grieks Eucharistisch gebed.
Tegen het einde van het gebed wordt een dergelijke zegen
afgesmeekt over het volk dat de gaven als communie zal ontvangen. In de Roomse
Canon, wordt de Eucharistie afgebeeld als Gods gave aan de Kerk door Christus,
en de gave van de gemeente aan de Vader in Christus. In tegenstelling tot de
nadruk van het Oosterse Eucharistische gebed op de lofprijzing benadrukt het
Roomse gebed de viering van de plaatselijke gemeente en de gaven die aangeboden
worden.
|