|
Het
Kasteel van Patrick en Nancy Latta
Een andere dramatische getuigenis is het bekeringsverhaal
van Patrick Latta, die eens een zeer rijke autodealer was in Vancouver. Hij was
rijk, maar leidde een buitensporig leven. Patricks vier kinderen (van twee
vorige huwelijken) hadden alles wat geld kon kopen, maar ze werden gekweld door
verslavingen aan drugs, alcohol en een immorele levensstijl.
Hij was gewoon zijn leven te leiden op zijn manier wat
zaken betrof, overspel en alcohol. Hij
had 7 autodealers onder hem staan met 28 verkopers. Hij
zwom in wat hij aanbad: geld. In de weekends reisde hij van Canada naar Las
Vegas, om zich in het bruisende nachtleven te storten. En op de weekdagen nam
hij zijn medewerkers mee naar de bars. Het kostte hem twee huwelijken. En hij
was zelfs in een derde huwelijk verzeild geraakt: bij Nancy een van het geloof afgevallen Katholieke vrouw.
Patricks bekering gebeurde toen Nancy hem boodschappen gaf
van Medjugorje. Hij las de kortste boodschap Voor de laatste keer, roep Ik
je op tot bekering. Iets in hem vertelde hem dat het tijd was om terug te
keren naar de Katholieke Kerk. Na naar de Biecht te zijn geweest begon zijn tocht
terug naar het Katholieke geloof. Als gevolg van gebed, vasten, en te leven
volgens de vijf stenen die OLV heeft vermeld, veranderden hun levens, en deze
van hun kinderen ten goede.
Na zijn verbazingwekkende bekering, verkochten Patrick en
zijn vrouw Nancy uiteindelijk alles om OLVrouw te dienen. Ze bouwden in 1999 een
kasteel in Medjugorje waarvan ze de lokale armen van dienst zijn en voedsel
voorzien en logies voor priesters, zusters, seminaristen en ander pelgrims.
Patrick en Nancy geven voordrachten aan groepen pelgrims en
vertellen hun verhaal aan jong en oud.
De vruchten van
hoop
Wat mij betreft vond ik
het bidden en aanbidden met zoveel pelgrims en priesters van over de hele
wereld diepgaand. Elk bad in hun eigen taal. Waarlijk, de taal van de Geest was
de verdeeldheid van Babel aan het terugdraaien. Het was bemoedigend om te zien dat
er zoveel priesters waren, evenals talloze jonge mensen, allen reagerend op
Marias oproep. Het gaf me grote hoop voor de toekomst van de
Kerk.
In Medjugorje, voelde ik een voorafschaduwing van de Triomf
van het Onbevlekte Hart van Maria. OLVrouw geeft ons een tijd van genade om om
de dag in te luiden wanneer Jezus zal geboren worden in de nederige kribbe van
ons hart op een nieuwe manier zodat het grote verlangen van Gods Hart
uiteindelijk zal vervuld worden. Dat was de ware overweging van de Advent. Dan
zullen we zijn volk zijn en Hij zal onze God zijn. Maranatha! Amen.
En om niet te vergeten dat God onze Vader, Heer en God zal
zijn:
Gen 17:8 Geheel
Kanaän, het land waar gij nu als vreemdeling verblijft, zal Ik aan u en uw
nakomelingen geven om het voor altijd te bezitten, en Ik zal hun God zijn.'
Ex 29:45
Ik zal wonen onder de Israëlieten en hun God zijn.
Lev
26:45 Ik zal weer denken aan het verbond met hun voorvaderen,
die Ik onder de ogen van de volken uit Egypte heb geleid, en Ik zal hun God
zijn. Ik, Jahwe.
Ezechiël
14:11 dan zal het volk van Israël zich niet meer van Mij afkeren
en zich niet meer bezoedelen door zijn wandaden. Zo zullen ze mijn volk zijn en
Ik hun God, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer.
Zacharias
8:8
Ik breng hen terug en zij zullen in Jeruzalem wonen. Zij zullen mijn volk zijn
en Ik hun God, in trouw en in gerechtigheid.
2 Kor
6:16
Kan de tempel van God een verbond aangaan met de afgoden? Maar de tempel van de
levende God, dat zijn wij. God heeft het zelf gezegd: Ik zal onder hen wonen en
met hen omgaan. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
Hebr
8:10
En zo zal het verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de
Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun
God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
Jeremia
32:38 Zij zullen mijn volk zijn en Ik hun God.
Ezechiël 11:20 opdat ze mijn wetten in acht
nemen en mijn geboden nauwlettend onderhouden. Zo zullen ze mijn volk zijn en
Ik hun God.
Ezechiël
37:23 Ze zullen zich niet meer bezoedelen met hun gruwelijke
afgoden en met al hun misdaden. Van alle ontrouw waardoor ze zich hebben
bezondigd, zal Ik hen bevrijden en zuiveren. Dan zullen zij mijn volk zijn en
Ik hun God.
Jeremia
7:23 Dit alleen heb Ik hen bevolen: Luister naar Mij, dan zal Ik
uw God zijn en gij zult mijn volk zijn. Volg de weg die Ik u wijs, dan zal het
u goed gaan.
Jeremia
31:33 Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël
sluit: Ik schrijf mijn wet hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun
God, en zij zullen mijn volk zijn.
Ezechiël
37:27 Bij hen zal Ik wonen; Ik zal hun God zijn en zij mijn volk.
En als mijn heiligdom voor altijd in hun midden staat, zullen de volken
erkennen dat Ik Jahwe ben, degene die Israël heiligt.
Jeremia
31:1
In die tijd - godsspraak van Jahwe - zal Ik de God zijn van alle stammen van
Israël en zij zullen mijn volk zijn.
Openb
21:3
Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: Zie hier Gods woning
onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij,
God-met-hen, zal hun God zijn.
Ex 6:7 Ik
zal u aannemen als mijn volk en Ik zal uw God zijn. Dan zult gij beseffen dat
Ik het ben, Jahwe uw God, die u bevrijdt van de dwangarbeid van Egypte.
Lev 26:12 Overal
ga Ik met u mee: Ik zal uw God zijn en gij mijn volk.
Openb
21:7
Wie overwint zal dit alles krijgen, en Ik zal zijn God zijn en hij mijn zoon.
Jeremia 11:4 die Ik uw voorvaderen heb gegeven,
bij hun uittocht uit de ijzeroven van Egypte, toen Ik hen zei: Luister naar Mij
en doe alles wat ik u voorschrijf. Dan zult gij mijn volk en Ik zal uw God
zijn.
Jeremia 30:22 Gij zult mijn volk en Ik zal uw
God zijn.
Ezechiël
36:28 Ge zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb;
gij zult mijn volk en Ik zal uw God zijn.
Psalm
50:7
'Hoor, mijn volk, Ik wil tot u spreken, tegen u, o Israël, getuigen. God ben
Ik: uw eigen God.
Psalm
81:11 Ik, Jahwe, ben uw God, die u uitgeleid heeft uit Egypte; open
wijd uw mond: Ik stil uw honger.
Jesaja
41:10 Wees niet bevreesd, want Ik ben met u; wees niet beangst,
want Ik ben uw God; Ik maak u sterk en sta u bij, Ik ondersteun u met mijn
zegenrijke rechterhand.
Ezechiël
34:31 Gij toch zijt mijn schapen, de schapen die Ik weid; gij
zijt mijn mensen en Ik ben uw God, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer.
Ex
20:2
`Ik ben Jahwe uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
Jesaja
41:13 Want Ik, Jahwe, Ik ben uw God, die u vasthoudt bij uw rechterhand,
die u zegt: `Wees niet bevreesd, Ik sta u bij.'
Jesaja
43:3
Want Ik ben Jahwe, uw God, de Heilige van Israël, uw Redder; Egypte geef Ik om
u los te kopen, Kus en Seba geef Ik in uw plaats:
Ezechiël
20:5 En zeg hun: Zo spreekt Jahwe de Heer: Op de dag dat Ik
Israël uitverkoren heb Ik met opgeheven rechterhand trouw gezworen aan het huis
van Jakob en heb Ik Mij in Egypte aan hen bekend gemaakt. Met opgeheven hand
heb Ik hun gezworen: Ik ben Jahwe, uw God.
Ezechiël
20:7 En Ik heb tot hen gezegd: Iedereen moet de gruwelbeelden
die hij vereert wegwerpen; niemand mag zich verontreinigen door zich af te
geven met de afgoden van Egypte. Ik ben Jahwe, uw God.
Ezechiël
20:19 Ik ben Jahwe, uw God; houdt u aan mijn wetten, onderhoudt
mijn geboden en leeft ze na.
Ezechiël
20:20 De sabbat moet u heilig zijn, hij moet het teken zijn
waaraan men kan zien dat Ik Jahwe uw God ben.
Zacharias
10:6
Het huis Juda maak Ik heldhaftig, het huis Jozef zal Ik redden. Ik ontferm mij
over hen en voer hen terug, en zij zullen zijn alsof Ik hen nooit had
verstoten, want Ik ben Jahwe, hun God, en Ik zal hen verhoren.
Lev
11:45 Ik ben Jahwe, die u uit Egypte geleid heb om uw God te
zijn. Wees heilig, omdat Ik heilig ben.
Lev
22:33 Ik heb u uit Egypte geleid om uw God te zijn. Ik ben
Jahwe.
Lev
25:38 Ik ben Jahwe uw God; Ik heb u uit Egypte geleid om u Kanaän
te geven en uw God te zijn.
Numeri
15:41 Ik ben
Jahwe, uw God, die u uit Egypte geleid heb om uw God te zijn. Ik ben Jahwe, uw
God.
Ezechiël
34:24 Ik, Jahwe, zal hun God zijn, en mijn dienaar David hun
vorst; Ik Jahwe, heb gesproken.
Hosea
12:10 Maar ik ben Jahwe, uw God, al sinds Egypte, en opnieuw zal
Ik u in tenten laten wonen, zoals in de dagen van ontmoeting.
Hosea
13:4 Want Ik ben Jahwe, uw God, al sinds Egypte. Naast Mij zult
gij geen God erkennen, er is geen andere redder dan Ik.
Joel
2:27
'Dan zult gij erkennen, dat Ik te midden van Israël ben, dat Ik, Jahwe, uw God
ben, en niemand anders. Nooit ofte nimmer zal mijn volk weer te schande
worden.'
Joel 4:17
Dan
zult gij erkennen, dat Ik, Jahwe, uw God ben, Ik, die woon op de Sion, mijn
heilige berg; dan zal Jeruzalem heilige grond zijn, geen vreemden trekken er
meer door.
Gen
17:7 Ik sluit een verbond met u en uw nakomelingen, geslacht na
geslacht, een altijddurend verbond: Ik zal uw God zijn en de God van uw
nakomelingen.
|