Vrucht
van de Heilige Geest
Christenen geloven dat zij de Vrucht van de Heilige Geest ontvangen
door Zijn toedoen. Deze vrucht wordt in Galaten 5:22-23 genoemd. De
Rooms-Katholieke Kerk heeft deze lijst uitgebreid met gulheid,
bescheidenheid en kuisheid.
Galaten 5:22-23 : Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld,
vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing
(matigheid). Tegen zulke dingen bestaat geen wet. Zij die
Christus Jezus toebehoren hebben het vlees gekruisigd met zijn hartstochten en
begeerten.
Zeven
gaven van de Heilige Geest
Met de Zeven Gaven worden
in de Rooms-Katholieke Kerk de Zeven Gaven van de Heilige Geest aangeduid.
De Bijbelse grondslag vinden we bij Jesaja 11:1-3 terug. Deze zijn:
Wijsheid:
Het vermogen om de schepping als Gods werk te erkennen, dit zowel in ons leven
als in de wijde wereld. Deze gave is belangrijk om God in zowat alles terug te
vinden, in het bijzonder in alles wat ons overkomt en in ieder die we
ontmoeten.
Verstand:
Het vermogen om te analyseren, om te redeneren, om problemen op te lossen en te
beslissen om Christus in ons leven van elke dag na te volgen.
Raad:
Het vermogen om het ware van het valse te onderscheiden, om eerder voor het
goede dan voor het kwade te kiezen en daar ook naar te handelen.
Kracht:
Het vermogen om zijn angsten te overwinnen, om te aanvaarden samen met Christus
op pad te gaan, om aan de verleidingen te weerstaan en niet de massa te volgen
daar waar deze zich vergist. Daarin volgen we de eerste christen gemeenschappen
in hun moed om volgens Christus leer te leven en deze ondanks alle
doodsbedreigingen te blijven verkondigen.
Wetenschap: Het vermogen om God te kennen en van Hem te houden.
Godsvrucht: Het vermogen om onderdanig te leven en samen met God op pad te gaan in
totaal respect voor alle kinderen Gods. De godsvrucht voert ons tot het gebed
en tot de lofbetuiging.
De vreze Gods: Het
vermogen om te beseffen dat wij ons zonder ophouden in Gods aanwezigheid
bevinden. In het Boek der Spreuken lezen we: De vrees voor de Heer is het begin van de kennis (Spreuken
1, 7). Hij die de Heer vreest, kent zijn
plaats als kind dat door zijn Vader wordt bemind.
Zie : ordevanhetheiliggraf.be
Deze gaven worden door het werk van de Geest
ook aan elke christen aangeboden. Dit begint bij het doopsel, wordt versterkt
bij het Vormsel en wordt bij elk Pinksterfeest in het bijzonder hernieuwd. Om
deze 7 gaven van de Heilige Geest moeten we regelmatig bidden en een relatie
met God onderhouden om ze actief te houden.
Volgens het Nieuwe Testament is
de doop met de Heilige Geest een ervaring die door Jezus is
ingesteld. Volgens de Rooms-Katholieke Kerk ontvangen gelovigen de doop
in de Heilige Geest, wanneer zij op 12-jarige leeftijd het vormsel ontvangen:
de kerk bevestigt de aanwezigheid van de Heilige Geest die ze bij hun doop als
kind hebben ontvangen. Van de Heilige Geest wordt ook geloofd dat hij in het
leven van Jezus Christus werkzaam was om hem te helpen bij zijn werk op
aarde. De Heilige Geest speelde een rol in:
- De geboorte van Jezus. Volgens de
Evangeliën werd Jezus niet op een natuurlijke manier verwekt, maar door de
Heilige Geest. Hij werd geboren uit de maagd Maria. In de Apostolische
geloofsbelijdenis wordt gebeden dat Jezus ontvangen (verwekt) is van de H.
Geest.
- Het ontvangen van zijn roeping bij zijn doop.
- Hem
toerusten in zijn werk. Jezus'
werk ving aan nadat hij gedoopt was. In de Evangeliën wordt
beschreven dat er een duif op Jezus neerdaalde waardoor deze in staat was
zijn werk te doen.
- Zijn
verrijzenis. Jezus heeft in
een Hemelse boodschap gezegd dat zonder de H. Geest er geen sprake zou
zijn dat Hij kon verrijzen.
- Pinksteren. Tijdens het pinksterfeest wordt herdacht dat
de Heilige Geest, de derde Persoon van de H. Drie-eenheid, neerdaalde uit
de hemel op de H. Maagd Maria en de apostelen en andere aanwezige
gelovigen.
In het kort :
Van alle geschenken die de
mensheid van God heeft gekregen, is de aanwezigheid van de Heilige Geest het
grootste. Ten eerste werkt Hij in de harten van alle mensen overal ter wereld.
Jezus zei tegen de discipelen dat Hij de Geest naar de wereld zou sturen om de
wereld duidelijk te maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is. Iedereen
heeft een Godsbesef, of zij dat nu willen toegeven of niet, omdat de Geest de
waarheden van God toepast op de gedachten van de mens en hen met eerlijke en
afdoende argumenten ervan overtuigt dat zij zondaars zijn. Een reactie op die
overtuiging leidt mensen naar hun redding.
Zodra wij gered zijn en aan God toebehoren, neemt de Geest voor altijd een
vaste woonplaats in onze harten in. Zo verzegelt Hij ons met het bevestigende,
getuigende en verzekerende onderpand voor onze eeuwige toestand als Zijn kinderen.
Jezus zei dat Hij de Geest zou sturen als onze Helper, Trooster en Gids. Jezus
gaf ons de Geest als een compensatie voor Zijn afwezigheid, om voor ons die
functies te vervullen die Hij Zelf vervuld zou hebben als Hij persoonlijk bij
ons zou zijn gebleven.
De inwoning van de Geest stelt ons in staat om het Woord te begrijpen en te
interpreteren. Hij openbaart aan onze gedachten de volledige raadgeving van God
op het gebied van aanbidding, doctrine en het Christelijke leven. Hij is de
Gids die ons voorgaat, de weg wijst, obstakels verwijdert, begrip mogelijk
maakt en alle dingen helder duidelijk maakt. Hij leidt ons in de manier waarop
wij geestelijk moeten leven. Zonder een dergelijke gids zouden we al snel in
fouten vervallen. Een cruciaal onderdeel van de Waarheid die Hij openbaart is
dat Jezus is wie Hij beweerde te zijn. De Geest overtuigt ons van de Godheid en
het Zoonschap van Christus, Zijn vleeswording, Zijn Messiaanse identiteit, Zijn
lijden en Zijn dood, Zijn opstanding en hemelvaart, Zijn verheffing tot de
rechterhand van God en Zijn rol als Rechter over alle mensen. In alle dingen
verheerlijkt Hij Christus.
Een andere rol van de Geest is de verdeling van geestelijke gaven. Er
worden aan de gelovigen geestelijke gaven gegeven, zodat we als het Lichaam van
Christus (Kerk) op aarde kunnen functioneren. Al deze gaven, groot en klein,
worden door de Geest gegeven zodat wij Zijn ambassadeurs in de wereld kunnen
zijn en zo Zijn genade kunnen tonen en Hem kunnen eren.
De Geest brengt ook vruchten voort in onze levens. Wanneer Hij in ons huist,
begint Hij met de oogst van Zijn vruchten in onze levens: vreugde en vrede,
geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Dat zijn geen gevolgen van onze natuurlijke daden, want ons natuurlijke lichaam
kan dergelijke vruchten niet voortbrengen, maar het resultaat van de
aanwezigheid van de Geest in onze levens.
De wetenschap dat de Heilige Geest Zijn intrek heeft genomen in onze levens,
dat Hij al deze wonderbaarlijke functies uitvoert, dat Hij voor altijd bij ons
zal zijn en ons nooit zal verlaten of in de steek laten, is reden voor enorme
vreugde en vertroosting. Dank God voor dit geweldige Geschenk: de Heilige Geest
en Zijn werk in onze levens!
Zie : www.gotquestions.orgwww.gotquestions.org
Wat is nu godslastering tegen de Heilige Geest,
die de onvergeeflijke zonde is waar Jezus het over heeft :
Volgens Vassula Ryden :
Godslastering tegen de Heilige Geest betekent als iemand Gods barmhartige
werking veroordeelt en het toeschrijft aan het kwaad en aan bedrieglijke
geesten wanneer deze werking duidelijk van de Heilige Geest komt.
De vruchten van Gods boodschappen
en de vruchten van het apostolaat zijn overvloedig en voor de mensen die ze
goed bestuderen wordt het duidelijk dat het van de Heilige Geest komt. Dit
betekent dat de mensen die de Boodschappen van het Ware Leven in God lasteren
ondanks dat ze zich bewust zijn dat deze tekenen van de Heilige Geest komen,
riskeren de H. Geest te lasteren. [
]
Niemand
kan het opnemen tegen God. Er zijn vele duidelijke tekenen zoals de krachtige
groei van het apostolaat ondanks hindernissen, de toename van bekeringen en de
vernieuwing van de ziel die ongelovigen aanzet om zich te bekeren enz. zijn
tekenen van Genade dat de Boodschappen van de Geest van God komen. Er zijn
duidelijke wonderen van genezing die door dezelfde Geest werden bewerkstelligd
en werden opgetekend. Toch negeren sommigen mensen deze duidelijke vruchten en
geven ze de voorkeur eraan om het risico te nemen om te zondigen tegen de H.
Geest. Laat ons daarom kijken naar enige voorbeelden in de geschiedenis van de
theologie en vooral de mystieke theologie die dit gevaar belicht.
Om te beginnen is er een boek Christian
Prophecy the Post Biblical Tradition geschreven door Prof. Niels Christian
Hvidt. Het beschrijft in detail het doel van Christelijke Profetie, waarom er
nood is aan profetie terwijl we de Heilige Bijbel hebben en hoe we een
onderscheid moeten maken tussen ware en valse profetieën. In het hoofdstuk Profetie
in de Vroege Kerk schrijft hij het volgende in verwijzing naar de Didache, een
belangrijke bron van de Vroege Kerk.
De Didache waarschuwt fel tegen
het oordelen over degenen die profeteren met de Geest van God, want dit
betekent godslastering tegen de Heilige Geest de enige zonden die
onvergeeflijk is. Er waren 240 profeten die zo hoog geacht waren dat de auteur
van de Didache de gelovigen vermaant niet te oordelen over ware profeten. In
hoofdstuk 11 van de Didache : En geen elke profeet die spreekt in de Geest
mogen jullie op de proef stellen of over hem oordelen; want elke zonde zal
vergeven worden, maar deze zonde zal niet vergeven worden. Maar niet iedereen
dat spreekt in de Geest is een profeet; maar enkel hij die de wegen van de Heer
bewandelt. Door naar hun wegen te kijken kan men de valse profeet van de ware
profeet onderscheiden.
Zoals G. Schöllgen schrijft is
het oordelen over de authenticiteit van profeten noodzakelijk maar een
bijzonder delicate zaak, omdat profeten de gave van goddelijke origine ter
beschikking hebben en in principe onontvankelijk is voor menselijk oordeel. Elke
persoon die tegen een ware profeet opkomt riskeert de zonde tegen de Heilige
Geest te plegen, omdat de ware profeet door de kracht van de Heilige Geest
spreekt. Hier ligt een ernstig gevolg besloten: degene die de ware profeet
tegenspreekt, spreekt rechtstreeks tegen de Geest van God. Maar dit wil niet
zegen dat profeten niet moeten getest worden. (p. 86)
God inspireerde ook de Heiligen
om godslastering uit te leggen in hun eigen woorden en hier volgen enkele
voorbeelden:
De Eeuwige Vaders woorden aan de
H. Catherina van Siena : Door deze en door andere zonden vallen mensen in een
vals oordeel, zoals Ik zal uitleggen. Ze nemen voortdurend aanstoot aan Mijn
Werken, die allen rechtvaardig zijn, en allemaal uitgevoerd worden in waarheid
door liefde en barmhartigheid. Met dit vals oordeel en met het gif van trots en
jaloersheid, werden de werken van Mijn Zoon gelasterd en onrechtvaardig
beoordeeld, en met leugens zeiden Zijn vijanden: Deze man werkt voor rekening
van Beelzebub. Deze goddelozen die zelfzuchtig zijn, onzuiver, hoogmoedig en hebzuchtig,
en van jaloersheid doordrongen, en in perverse onbezonnenheid oordelen, hebben
Mij en Mijn dienaren voor altijd beledigd. Ze oordelen over de deugden die
volgens hen niet echt zijn, omdat hun hart rot is, en de goede dingen lijken
slecht voor hen en slechte dingen, lijken goed voor hen.
De H. Symeon die gekend is als de
Nieuwe Theoloog schreef: Broeders en zusters, zoals het allerheiligste orakel
van de Redder zegt: Elke zonde zal de mens vergeven worden, maar degenen die
tegen de Heilige Geest lastert, zal niet vergeven worden, nog in dit leven nog
in het volgend. Laten we dit onderzoeken: wat is godslastering tegen de
Heilige Geest? Het is Zijn werking toeschrijven aan de tegengestelde geest (van
de Boze). Zoals de H. Basilius de Grote schrijft: Hoe kan men dit plegen? Wanneer
men een mirakel ziet dat bewerkstelligd werd door de Heilige Geest of een van
de andere goddelijke gaven door zijn broeders of zusters dat is: wroeging,
nederigheid, goddelijke kennis, of een woord van wijsheid van hierboven of iets
anders dat door de Heilige Geest werd geschonken aan degenen die God
liefhebben, en zeggen dat dit bedrog is van de duivel.
Maar hij lastert ook tegen de
Heilige Geest die in hen werkt als hij zegt dat degenen die, als kinderen van
God, geleid worden door de goddelijke Geest om de bevelen van hun God en Vader
uit te voeren, bedrogen worden door demonen. Dit is wat de Joden uit de
tijd van Jezus tegen Hem zeiden.
De H. Silouan de Antoniet
schreef: Door de gave door onze Heer gegeven niet te aanvaarden, beschermt de
christen zich tegen het gevaar om demonische werkingen voor Goddelijke
inspiratie te nemen en op die manier verleidende geesten en leerstellingen van
duivels toe te laten. Door het niet verwerpen vermijd de persoon een ander
gevaar namelijk het toeschrijven van goddelijke werking aan demonen en zo in
de zonde te vallen van godslastering tegen de H. Geest, zoals de Farizeeën die
beweerden dat Christus geen duivels uitdreef, maar voor Beëlzebub, de prins van
de duivels handelde. Het tweede gevaar is nog erger dan het eerste, omdat de
ziel gewoon wordt genade te verwerpen en gewoon wordt God te weerstaan zodat ze
zich verdoemd en dat haar zonde niet vergeven zal worden. Terwijl de ziel die
onmiddellijk haar verkeerde daad erkent, door berouw redding verkrijgt, want er
is geen zonde onvergeeflijk behalve de zonde waarover geen berouw bestaat.
Als men een probleem heeft om een
private of profetische openbaring te accepteren, wiens vruchten op de
aanwezigheid van de Heilige Geest wijzen is het afstand nemen van de kwestie de
beste instelling, zoals in de Didache staat. Men moet gehoorzamen wat Christus
zei in de H. Schrift en niet oordelen (Matt 7:1,2) en kijken naar de vruchten
die de boom voortbrengt zoals Hij zei in Matt 7:18-20.
Het is ook duidelijk dat Christus
geïrriteerd raakt door het ongeloof van de mens en vooral wanneer ze Christus
gaven lasteren die Hij gegeven heeft aan uitverkoren zielen. Christus vroeg de
H. Gertrudis om Zijn woorden aan haar kenbaar te maken, maar zij aarzelde uit
vrees voor ongeloof en laster. Toen zei Hij haar : Voor de harten die zo
kwaadaardig zijn dat ze Mijn gaven zouden willen lasteren, dan zullen hun
zonden op hun hoofd terechtkomen, terwijl jij onschuldig blijft
In Markus 16:
14 staat : Later verscheen Hij aan de elf, terwijl zij aan tafel aanlagen. Hij maakte hun een verwijt
van hun hardnekkig ongeloof, omdat zij geen geloof hadden geschonken aan
degenen die Hem gezien hadden, nadat Hij verrezen was.
Omdat sommige mensen ongerust
zijn over deze zonde omdat ze niet vergeven wordt voegt Fr John Abberton aan
dit deel toe waarom deze zonde niet vergeven wordt namelijk dat de persoon
koppig blijft en geen vergeving zoekt. Strikt gesproken kunnen alle zonden
vergeven worden, maar deze kan door zijn natuur niet vergeven worden omdat de
Kerk het heeft omschreven als uiteindelijk onberouwvol gedrag, wat betekent dat
degenen geen vergeving accepteert en beslist om koppig te blijven. Deze zonde kan ook gepleegd
worden door iemand die Gods barmhartigheid weigert en in wanhoop valt om gered
te worden (zoals Judas).
Natuurlijk zijn er vele andere voorbeelden van de Kerkvaders en theologen
betreffende de godslastering tegen de H. Geest, evenals andere uitverkoren
zielen aan wie Jezus openbaringen gaf en die nog niet officieel gecanonizeerd
werden door de Kerk, maar hun commentaar is hetzelfde als de bovenstaande Heiligen
die ik aangehaald heb.
|