Herstel bieden voor wat er ontbreekt
10/11
Hebreeën
7:26-27 Zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: een die heilig is,
schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars, hoog verheven boven de
hemelen; Hij hoeft ook niet, zoals de hogepriesters, elke dag opnieuw
eerst voor zijn eigen zonden offers op te dragen en daarna voor die van het
volk, want dit heeft Hij eens voor al gedaan, toen Hij zichzelf ten offer
bracht.
Kolossenzen
1:24 Op het ogenblik verheug ik mij dat ik voor u mag lijden en in mijn lichaam
aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van
zijn lichaam, dat is de kerk.
De twee bovenstaande bijbelstukken allebei door de H. Paulus
geschreven lijken op het eerste zicht tegengesteld aan elkaar. De meeste
protestantse denominaties verbloemen de tweede en hebben niet echt een
theologie van het lijden. Maar in de Katholiek geloofsleer zijn deze twee
bijbelstukken niet tegengesteld maar eerder dat ze beiden waar zijn en allebei
moeten begrepen worden.
De Katechismus leert ons dat als gedoopte leden van het
mystieke Lichaam van Christus er ons het Priesterschap werd verleend. Het priesterschap
van de leken is natuurlijk verschillend van het gewijde priesterschap. We
kunnen als leken niet zegenen op dezelfde manier, maar we kunnen nog altijd degenen
zegenen die ons vervloeken bijvoorbeeld, of zeggen God zegene je!. We kunnen
het brood en de wijn niet consacreren, maar we kunnen ons consacreren of
toewijden aan het Heilig Hart of aan Maria zoals de H. Louis-Marie de Montfort
ons leerde. We kunnen het offer van het Lichaam en Bloed niet op dezelfde
manier aanbieden, maar we kunnen ons lijden verbinden met dat van Christus, en
zodoende deelnemen op een mystieke manier aan het perfecte, eenmalige offer.
De vraag blijft echter, wat zou aan Christus lijden
mogelijks nog kunnen ontbreken? God heeft onze deelname aan de Verlossende daad
van Christus niet nodig, maar Hij WIL het. Wat Hij in feite wil is het offer
van de menselijke wil die de kern is van het hele reddingsplan. Adam en Eva
verloren het paradijs omwille van hun ongehoorzaamheid. De gehoorzaamheid van
Christus tot de dood, de dood op het Kruis werd geleid door Zijn intentie niet
Mijn Wil, maar Uw Wil geschiede en dat was de directe remedie voor de zonde
van Adam en Eva wiens ongehoorzaamheid werd voorafgegaan met een houding van niet
Uw Wil, maar de mijne geschiedt. Christus onderwerping aan de Goddelijke Wil
is wat de poorten van het paradijs opende voor ons allen. Dat is niet enkel
Goed Nieuws voor ons, maar het is Wonderbaarlijk Nieuws!
De menselijke wil is echter moeilijk te doden. Misschien is
hetgeen ontbreekt sinds de kruisiging, de TOTALE menselijke deelname aan het
verlossingsplan. Als boetelingen, bieden we eerherstel aan, voor wat ontbreekt
door te handelen in volmacht voor de onwillige mensen. Wat er ontbreekt is
het verlangen naar redding in vele zielen waarvoor Christus is gestorven om ze
te redden. Hij wil alle zielen redden maar velen verwerpen zijn offer. Door ons
priesterschap bij het doopsel, worden we opgeroepen om deel te nemen in hun
redding door gebeden en offers aan te bieden in hun naam.
Wat moeten we doen om ons priesterschap te beoefenen? De
Katechismus is duidelijk in zijn beschrijving:
De leken zijn door hun toewijding aan Christus en de
zalving door de heilige Geest op wonderbare wijze geroepen en met middelen
toegerust om steeds overvloediger vruchten van de Geest in zichzelf voort te
brengen. Immers, al hun werken, gebeden en apostolische initiatieven, hun
huwelijks- en gezinsleven, hun dagelijks werk, hun geestelijke en lichamelijke
ontspanning, indien dit alles maar in de Geest geschiedt, zelfs de
moeilijkheden van het leven, indien die maar geduldig gedragen worden, worden
geestelijke offers die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus (1 Petr.
2,5) en die bij de viering van de eucharistie samen met de offerande van het
lichaam van de Heer zeer godvruchtig aan de Vader worden opgedragen, Zo wijden
ook de leken de wereld zelf aan God toe door Hem overal door een heilig leven
te aanbidden. (KKK 901)
Onze deelname aan het priesterschap van Christus is wat ons
heiligt en betekenis geeft aan elke daad in ons leven. We begrijpen dat de
heiliging van ons dagelijks leven voortvloeit uit onze opoffering van deze
daden aan God in de Geest en door deze daden te verenigen met het offer van
Christus in de Eucharistie.
De zonden van de wereld vereisen dat er eerherstel wordt
gebracht. Als we enkel steunden op onze verdiensten alleen, zouden onze offers
even ongeschikt zijn als de brandoffers van vee in het Oude Testament. Maar onze
povere offers, verbonden met het Kruis en geofferd in de Geest, geven ons grote
hoop dat God ze zal aanwenden voor de redding van de wereld. Op deze manier
zijn we in staat om de exhortatie van Paus Benedictus XVI in zijn document Spe
Salvi te vervullen.
Als Christenen zouden we ons nooit mogen beperken tot het
zich afvragen : Hoe kan ik gered worden? We zouden ons ook moeten afvragen :
Wat kan ik doen om te zorgen dat anderen kunnen gered worden?
Jelena Vasilj, een van de locutionisten van Medjugorje
kreeg de vraag: Wat zegt de H. Moeder over het gezinsleven waar enkel 1 lid
bid, vast en offers biedt? Zij
antwoordde: Een is genoeg. Een verloren gezin is een waar niemand
bidt, niemand vast en niemand offers biedt. Hoe meer leden van een gezin bidden,
vasten en offers biden, hoe meer vrede en geluk het gezin ervaart.
Ik ben er zeker van dat onze barmhartige Heer ons zou
toestaan om geestelijk gezinnen te adopteren waarin niemand bidt. We kunnen het
tenminste vragen, en vertrouwen in zijn barmhartige liefde. In de Goddelijke
Wil zijn alle goede dingen mogelijk, en als we hun redding verlangen kunnen we
er zeker van zijn dat Hij het nog oneindig meer verlangt!
Laat ons bidden om de genade te doen wat nodig is om de
zielen te redden die Onze Heer zoveel van houdt, en herstel bieden voor wat er
ontbreekt in het perfecte lijden van Christus. Moge Zijn Koninkrijk komen en
Zijn Wil geschieden op aarde zoals in de Hemel. Maranatha!
|