zijn liefde houdt voor altijd
stand.
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Wees gegroet
Psalm 119
Gelukkig wie de volmaakt weg
gaan en leven naar de wet van de Heer, gelukkig wie zijn richtlijnen volgen,
hem zoeken met heel hun hart. Zij bedrijven geen onrecht, maar gaan de wegen
die hij wijst.
Uw regels hebt u gegeven opdat
wij ons eraan houden. Laat toch mijn wegen recht zijn, ik wil mij houden aan uw
wetten.
Ik zal nooit beschaamd staan als
ik uw geboden in acht neem. Ik zal u loven met een oprecht hart als ik uw
rechtvaardige voorschriften leer. Ik zal mij houden aan uw wetten verlaat mij
dan niet voorgoed.
Hoe kan wie jong is zuiver
leven? Door zich te houden aan uw woord. Met heel mijn hart heb ik u gezocht,
laat mij niet afdwalen van uw geboden.
Uw belofte heb ik in mijn hart
geborgen, zo zal ik niet tegen u zondigen. Geprezen bent u, Heer, onderwijs mij
in uw wetten.
Mijn lippen hebben uitgesproken
wat uw mond ons voorschreef. Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer
vreugde dan rijkdom en overvloed.
Uw regels wil ik overdenken, het
oog op uw paden gericht. Ik verheug mij in uw wetten, uw woord zal ik niet
vergeten.
Wees goed voor uw dienaar dan
zal ik leven en mij houden aan uw woord. Neem de sluier van mijn ogen dan zal
ik zien hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Ik ben een vreemdeling op aarde,
verberg uw geboden niet voor mij. Mijn ziel kwijnt weg van verlangen naar uw
voorschriften, dag en nacht.
U zult de hoogmoedigen straffen,
de vervloekten die afdwalen van uw geboden. Neem spot en verachting van mij
weg, want ik heb uw richtlijnen gevolgd.
Al spannen machtigen tegen mij
samen, uw dienaar blijft uw wetten overdenken. Uw richtlijnen verheugen mij, ze
geven mij goede raad.
Mijn ziel ligt neergedrukt in
het stof, laat mij leven zoals u hebt beloofd. Vertel ik u mijn wegen, dan
antwoordt u. Onderwijs mij in uw wetten.
Leer mij de weg van uw regels
begrijpen, en ik zal uw wonderen overdenken. Mijn ziel schreit van verdriet,
richt mij op zoals u hebt beloofd.
Houd mij ver van bedrieglijke
wegen en leer mij genadig uw wet. Ik heb de betrouwbare weg gekozen, met uw
voorschriften voor ogen.
Ik druk uw richtlijnen aan mijn
hart, Heer, maak mij niet beschaamd. Ik zal voortgaan op de weg van uw geboden,
want u geeft mij ruimte.
Wijs mij, Heer, de weg van uw
wetten, dan volg ik die tot het einde toe. Geef mij inzicht, en ik zal uw wet
volgen, hem onderhouden met heel mijn hart.
Laat mij het pad gaan van uw
geboden, dat is mij het liefst. Neig mijn hart naar uw richtlijnen en niet naar
winstbejag.
Houd mijn ogen af van wat leeg
is, laat mij uw wegen gaan, en leven. Kom uw belofte aan uw dienaar na, dan zal
ik van ontzag voor u vervuld zijn.
Houd spot van mij af: die
beangstigt mij, maar uw voorschriften maken mij gelukkig. Hoe verlang ik naar
uw regels, doe mij leven in gerechtigheid.
Laat mij, Heer, uw trouw
ervaren, red mij, zoals u hebt beloofd. Dan kan ik antwoorden wie mij bespot,
want ik vertrouw op uw woord.
Neem de waarheid nooit weg uit
mijn mond, in uw voorschriften stel ik mijn hoop. Ik zal mij houden aan uw wet,
voor eeuwig en altijd.
Laat mij voortgaan op een ruime
weg, want steeds zoek ik uw regels. Dan kan ik zelfs voor koningen getuigen van
uw richtlijnen, zonder schaamte.
Ik verheug mij in uw geboden, ik
heb ze lief. Ik reikhals naar uw geboden, ik heb ze lief. Uw wetten blijf ik
overdenken.
Denk aan het woord, tot uw
dienaar gesproken, waarmee u mij hoop hebt gegeven. Dit is de troost in mijn
ellende: dat uw belofte mij doet leven. Al lachen de hoogmoedigen mij ook uit,
ik wijk niet af van uw wet.
Ik denk aan uw eeuwige
voorschriften, Heer, daarin vind ik troost. Ik ben ontzet over de zondaars die
uw wet verlaten. Uw wetten zijn voor mij als liederen in het huis waar ik als
vreemdeling woon.
Zelfs in de nacht denk ik aan uw
naam, Heer, en houd ik mij aan uw wet. Dit is mij gegeven: dat ik uw regels
volg.
Heer, mijn enig bezit, ik heb
beloofd mij te houden aan uw woorden. Met heel mijn hart zoek ik uw gunst, wees
mij genadig zoals u hebt beloofd.
Ik heb nagedacht over de weg die
ik ga en volg wee het spoor van uw richtlijnen, ik haast mij, en aarzel niet
mij te houden aan uw geboden.
Al zetten rondom mij zondaars
hun strikken, uw wet vergeet ik niet. Midden in de nacht sta ik op en loof u om
de rechtvaardige voorschriften.
Ik ben een vriend van allen die
u vrezen en zich houden aan uw regels. De aarde is vol van uw trouw, Heer,
onderwijs mij in uw wetten.
U bent goed geweest voor uw
dienaar, Heer, zoals u hebt beloofd. Leer mij goed oordelen en onderscheiden,
ik heb vertrouwen in uw geboden.
Voor ik vernederd werd, tastte
ik mis, nu houd ik mij aan uw woord. U bent goed geweest en hebt goedgedaan,
onderwijs mij in uw wetten.
Hoogmoedigen beschuldigen mij
vals, maar ik volg uw regels, met heel mijn hart, gevoelloos als vet is hun
hart, maar ik verheug mij in uw wet.
Het was goed voor ij dat ik
vernederd werd, zo leerde ik uw wetten kennen. Goed voor mij is de wet uit uw
mond, beter dan een schat aan goud en zilver.
Uw handen hebben mij gemaakt en
gevormd, schenk mij inzicht, dan leer ik uw geboden. Wie u vrezen zien mij met
blijdschap, in uw woord heb ik mijn hoop gesteld.
Ik weet het, Heer, uw
voorschriften zijn rechtvaardig, en u vernederde mij in uw trouw. Moge uw
liefde mij vertroosten, zoals u aan uw dienaar hebt beloofd.
Heb mededogen met mij, en ik zal
leven, uw wet verheugt mij. Laat de hoogmoedige beschaamd staan, zij doen mij
kwaad met hun leugens, maar ik overdenk uw regels.
Laat mijn vriend zijn wie u
vreest en uw richtlijnen kent. Laat mij volmaakt naar uw wetten leven, dan zal
ik niet beschaamd staan.
Mijn ziel smacht naar de redding
die u brengt, in uw woord heb ik mijn hoop gesteld. Mijn ogen smachten naar uw
belofte, wanneer zult u mij troosten?
Al schrompel ik weg als een
leren zak in de rook, uw wetten vergeet ik niet. Hoeveel dagen nog telt het
leven van uw dienaar, wanneer zult u mijn vervolgers berechten?
Ze hebben voor mij een kuil
gegraven, de hoogmoedigen die uw wet niet erkennen. Elk van uw geboden is
betrouwbaar, maar leugens achtervolgen mij kom mij te hulp!
Bijna was ik van de aarde
verdwenen, toch heb ik uw regels niet verlaten. Blijf mij trouw, laat mij
leven, dan houd ik mij aan de richtlijn uit uw mond.
Heer, voor eeuwig staat uw woord
in de hemel vast. Uw trouw duurt van geslacht op geslacht, u hebt de aarde
gegrondvest en zij houdt stand. Naar uw voorschriften blijven hemel en aarde
bestaan, alles is aan u onderworpen.
Verheugde ik mij niet in uw wet,
ik zou vergaan van ellende. In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten, daardoor
houdt u mij in leven.
Ik ben van u, red mij, want
steeds zoek ik uw regels. Zondaars zijn uit op mijn ondergang, maar uw
richtlijnen geven mij inzicht. Aan alles, hoe volmaakt ook, zag ik een einde,
maar uw gebod is grenzeloos ruim.
Hoe lief heb ik uw wet, heel de
dag is hij in mijn gedachten. Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, ik
ben er eeuwig mee verbonden.
Ik ben verstandiger dan al mijn
leermeesters, want ik overdenk uw richtlijnen, ik heb meer inzicht dan ouderen,
want uw regels volg ik op.
Mijn voeten mijden elk pad dat
slecht is, zo kan ik mij houden aan uw woord, van uw voorschriften wijk ik niet
af, u bent het die mij onderricht.
Hoe zoet zijn uw woorden voor
mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Uw regels geven mij inzicht,
daarom haat ik elk bedrieglijk pad.
Uw woord is een lamp voor mijn
voet, een licht op mijn pad. Ik zweer mij te houden aan uw rechtvaardige
voorschriften en ik zal mijn eed gestand doen.
Ik ben zo diep vernederd, houd
mij in leven, Heer, zoals u hebt beloofd. Aanvaard, Heer, de lof uit mijn mond
en onderwijs mij in uw voorschriften.
Mijn leven is voortdurend in
gevaar, maar uw wet vergeet ik niet. Zondaars hebben voor mij een net
gespannen, maar ik wijk niet af van uw regels.
Uw richtlijnen zijn mijn eeuwig
bezit, ze zijn de vreugde van mijn hart. Met hart en ziel ben ik bereid uw
wetten uit te voeren, eeuwig, tot het einde toe.
Wankelmoedigen haat ik, maar uw
wet heb ik lief. Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn
hoop.
Zondaars, ga weg van mij! Ik wil
de geboden volgen van mijn God. Steun mij zoals u hebt beloofd, en ik zal
leven, beschaam mijn verwachting niet.
Sta mij bij, dan zal ik gered
zijn, altijd houd ik uw wetten voor ogen. U verwerpt wie afdwalen van uw
wetten, hun bedrog loopt uit op niets.
Als schuim veracht u wie kwaad
doen op aarde, daarom heb ik uw richtlijnen lief. Ik huiver van angst voor u,
uw vonnissen wekken mijn vrees.
Ik heb altijd gedaan wat recht
is en wettig, geef mij niet over aan mijn onderdrukkers. Waarborg het geluk van
uw dienaar, sta niet toe dat hoogmoedigen mij verdrukken.
Mijn ogen smachten naar de
redding die u brengt, naar de gerechtigheid die u hebt beloofd. Toon uw dienaar
uw genade en trouw, onderwijs mij in uw wetten.
Ik ben uw dienaar, geef mij
inzicht, dan leer ik uw richtlijnen kennen. Het is tijd om in te grijpen, Heer,
overal wordt uw wet geschonden.
Maar ik, ik heb uw geboden lief,
maar dan goud, dan zuiver goud. Ik richt mij naar al uw regels en haat elk
bedrieglijk pad.
Uw richtlijnen zijn voor mij een
wonder, daarom volg ik ze met heel mijn hart. Als uw woorden opengaan, is er
licht en inzicht voor de eenvoudigen.
Dorstig opent zich mijn mond, zo
hunker ik naar uw geboden. Keer u tot mij en wees mij genadig, dat is het
voorrecht van wie uw naam bemint.
Stuur mijn gangen zoals u hebt
beloofd, lever mij niet uit aan de macht van het kwaad, verlos mij van de
onderdrukking van mensen, en ik zal mij houden aan uw regels.
Laat het licht van uw gelaat
over mij schijnen, onderwijs uw dienaar in uw wetten. Beken van tranen vloeien
uit mijn ogen, want uw wet wordt niet onderhouden.
U bent rechtvaardig, Heer, elk
van uw voorschriften is juist. De richtlijnen door u uitgevaardigd zijn eerlijk
en volkomen betrouwbaar.
Mijn hartstocht voor u verteert
mij, mijn belagers zijn uw woorden vergeten. Uw woord is volkomen zuiver, uw
dienaar heeft het lief.
Al ben ik maar klein en niet in
tel, ik ben uw regels niet vergeten. Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor
eeuwig, uw wet berust op waarheid.
Al ben ik in nood en dreigt er
gevaar, uw geboden verheugen mij. Uw richtlijnen zijn rechtvaardig tot in
eeuwigheid, geef mij inzicht, en ik zal leven.
Ik roep met heel mijn hart, geef
antwoord, Heer, ik wil uw wetten volgen. Ik roep u aan, red mij, en ik zal mij
houden aan uw richtlijnen.
Nog voor het morgenlicht roep ik
om hulp, in uw woord stel ik mijn hoop. In de uren van de nacht houd ik mijn
ogen geopend en overdenk ik uw woord.
Luister goedgunstig naar mijn
stem, houd mij in leven, Heer, u bent rechtvaardig. Mijn sluwe vervolgers zijn
nabij, ver zijn ze afgeweken van uw wet.
U bent nabij, Heer, al uw
geboden zijn betrouwbaar. Sinds lang weet ik: uw richtlijnen hebt u voor eeuwig
vastgesteld.
Zie mijn ellende en red mij, uw
wet vergeet ik niet. Strijd voor mij en verlos mij, houd mij in leven zoals u
hebt beloofd.
Redding blijft ver van de
zondaars, want uw wetten zoeken ze niet. Groot is uw mededogen, Heer, houd mij
in leven, u bent rechtvaardig.
Met velen zijn mijn vervolgers
en belagers, toch wijk ik van uw richtlijnen niet af. Ik zie de afvalligen en
weerzin vervult mij, want zij houden zich niet aan uw woord.
Zie hoe ik uw regels liefheb,
Heer, laat mij leven, u bent trouw. Uw woord is volkomen betrouwbaar, elk van
uw voorschriften rechtvaardig en eeuwig.
Machtigen vervolgen mij zonder
reden, maar alleen voor uw woorden huivert mijn hart. Ik schep vreugde in uw
belofte, als de vinder van een rijke buit.
Ik haat, ik verafschuw de
leugen, maar uw wet heb ik lief. Ik zing u dagelijks zevenmaal lof om uw
rechtvaardige voorschriften.
Groot is de vrede voor wie uw
wet beminnen, zij vinden geen hindernis op hun weg. Ik verwacht dat u mij redt,
Heer, uw geboden zal ik volbrengen.
Ik houd mij aan uw richtlijnen,
mijn ziel heeft ze innig lief. Ik houd mij aan uw regels en richtlijnen, al
mijn wegen zijn u bekend.
Laat mijn hartenkreet u
bereiken, Heer, geef mij inzicht zoals u hebt beloofd, laat mijn smeekbede tot
u doordringen, bevrijd mij zoals u hebt toegezegd.
Laten mijn lippen overvloeien
van lof, want u onderwijst mij in uw wetten, laat mijn mond uw woord bezingen,
want al uw geboden zijn rechtvaardig.
Laat uw hand mij te hulp komen,
ik heb gekozen voor uw regels. Ik verlang ernaar dat u mij redt, Heer, uw wet
verheugt mij.
Moge mijn ziel leven en u loven,
mogen uw voorschriften mijn hulp zijn. Ik dwaal rond als een verloren schaap.
Zoek uw dienaar, want ik vergeet uw geboden niet.
Heilige Aartsengel Michael,
machtige hemelse strijder,
help ons met uw zegen,
bevrijd ons door uw macht,
verdedig ons met uw hemelse legermacht.
aan u vertrouwen wij ons toe,
bescherm ons en neem ons mee naar het Hoogste Goed.
H. Michael, onze hemelse bewaker,
kom ons te hulp en vertroost ons,
o bewaker van degenen die geloof hebben,
vervul ons met de liefde van de Vader,
de vrede van de Zoon,
de genade van de Heilige Geest. Amen.
Toewijding aan het Kostbaar Bloed van Jezus Christus :
Barmhartige
Redder, bewust van mijn nietigheid en van Uw verhevenheid, werp ik mij aan Uw
voeten en dank ik U voor de vele bewijzen van Uw genade die U mij betoond hebt,
Uw ondankbaar schepsel. Ik dank U vooral om mij te bevrijden door Uw
Kostbaarste Bloed van de vernietigende kracht van Satan. In aanwezigheid van
mijn lieve Moeder Maria, mijn Engelbewaarder, mijn patroonheilige en het hele
Hemels Hof, wijd ik mij vrijwillig toe met een oprecht hart, O lieve Jezus, aan
Uw kostbaarste Bloed, waarmee U de wereld hebt verlost van zonde, dood en Hel.
Ik beloof U, met de hulp van uw genade en met mijn uiterste kracht, om de
devotie tot Uw kostbaarste Bloed aan te moedigen en te verspreiden. Het is de
Prijs van onze verlossing, zodat Uw aanbiddelijk Bloed door allen moge geëerd
en verheerlijkt worden. Op deze manier wil ik eerherstel bieden voor ontrouw
aan Uw Kostbaarste Bloed van liefde en eerherstel bieden voor de vele
heiligschennissen die de mensen plegen tegen dat Kostbaarste Bloed voor hun
redding. O ik wens dat mijn eigen zonden, mijn koelheid, en de onrespectvolle
daden die ik ooit heb gepleegd tegenover U, O Heilig Kostbaarste Bloed, zouden
ongedaan worden gemaakt. Zie, O lieve Jezus, ik bied U de liefde, eer en
aanbidding aan die Uw Allerheiligste Moeder, Uw trouwe discipelen en alle
Heiligen hebben geofferd aan Uw Kostbaarste Bloed. Ik vraag U om mijn vroeger
ongeloof en koelheid te vergeten, en allen te vergeven die U hebben beledigd.
Besprenkel me, O Goddelijke Redder, en alle mensen met Uw Kostbaarste Bloed,
zodat we, O gekruisigde Liefde, U mogen liefhebben van nu af aan met heel ons
hart, en waardig de Prijs van onze redding vereren. Amen.
Onze
Vader Wees gegroet Glorie zij
Om 21 uur : Derde geheim : De H. Geest daalt neer over de H. Maagd Maria en
de apostelen
De boodschap is LIEFDE VOOR GOD
EN VUUR VOOR GOD.
Zij zagen iets wat op vuur leek;
vlammen die zich boven ieder van hen verspreidden. Zij waren allemaal vervuld
van de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken; woorden die de
Heilige Geest hun ingaf. Handelingen 2, 3-4
Heer Jezus, wij zijn zwakke
mensen en hebben uw hulp nodig. Maak ons sterk door uw Blijde Boodschap
(Evangelie), die een licht wil zijn voor alle mensen. Voed ons met uw Woord,
elke dag, zodat wij er ook kunnen zijn voor anderen.
Maria, verkrijg voor ons elke dag de genade van de bekering en de vreugde van
het geloof.
Dertiende statie : Jezus wordt van het Kruis afgenomen
Jezus,
sterke onoverwinnelijke Koning, herinner U het leed, dat Gij hebt gevoeld toen
al uw krachten van uw Lichaam en Ziel volledig waren uitgeput, zodat Gij het
hoofd hebt neergebogen al prevelend: Alles is volbracht!. Door deze totale
uitputting smeek ik U, Heer Jezus, medelijden te hebben met mij in het laatste
stervensuur, als mijn hart zal beklemd zijn en mijn geest beneveld. Amen. (H.
Brigitta van Zweden)
Wees gegroet
Onze
Vader
Psalm 120
1.
Wanneer ik kamp met tegenslagen
antwoordt de HEER op al mijn klagen.
Verlos mij, HEER, van hen die liegen
en altijd maar de boel bedriegen.
Hoe gaat U mij van hen bevrijden,
hoe laat U de verraders lijden?
Vuur pijlen op hen af uit wraak.
Schiet met uw bliksemschichten raak.
2. Ik
voel mij eenzaam en verloren,
omdat geen mens bij mij wil horen.
Ik ben een zwerver, een ontheemde,
op eigen grondgebied een vreemde.
Ik woon bij hen die vrede haten
en liever over oorlog praten.
Hoe ik hen ook tot kalmte maan,
zij willen steeds de strijd aangaan.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 121
1. Ik
kijk vanuit het diepe dal
tegen de bergen aan.
Hoe moet ik verdergaan?
Het is de HEER die helpen zal!
De schepper van het leven
zal mij bescherming geven.
2. Hij
slaapt niet en Hij dommelt niet.
Al gaat het steil omhoog,
Hij houdt je in het oog.
Als Israëls bewaker ziet
dat je dreigt uit te glijden,
komt Hij snel tussenbeide.
3.
Geen ogenblik ga je alleen.
Pal aan je rechterzij
is Hij er altijd bij.
Hij is de schaduw om je heen.
Fel zonlicht zal Hij weren;
de maan zal je niet deren.
4.
De HEER behoedt je voor het kwaad.
Hij geeft je veiligheid
voor nu en voor altijd.
Al is de weg waarop je gaat
vol dreigende gevaren,
de HEER zal je bewaren.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 122
1. Wat
was ik blij toen mij een stem
uitbundig riep om mee te gaan.
Huis van de HEER, ik kom eraan -
ik sta al klaar, Jeruzalem!
Vol vrolijkheid ga ik op pad.
Mijn lied zwelt aan als ik de stad
met eigen ogen kan bekijken.
We gaan verheugd de poorten door.
De lofzang van het pelgrimskoor
weerklinkt tot wij Gods huis bereiken.
2.
Jeruzalem toont mij haar pracht:
een oogverblindend meesterwerk.
De stadsmuur is massief en sterk,
een teken van Gods trouw en macht.
De stammen komen ieder jaar
naar Gods bevel hier bij elkaar
om Hem te danken en te eren.
Hier is de zetel neergezet
om recht te spreken naar zijn wet;
van hieruit wil Hij ons regeren.
3. Bid
dat de HEER zijn vrede geeft,
Jeruzalem van rust geniet
en dat haar muur bescherming biedt,
zodat de stad in welvaart leeft.
Het is om elk familielid
dat ik voor deze Godsstad bid,
de mooiste stad van alle steden.
Maar om Gods huis is het vooral
dat ik voor Sion bidden zal
om voorspoed, veiligheid en vrede.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 123
1. Ik
sla naar U, die in de hemel zit,
mijn ogen op en bid.
Zoals een knecht zijn meester aan blijft kijken
tot die zijn gunst laat blijken,
zoals een dienstmaagd met haar blik blijft smeken
om een welwillend teken,
zo richten wij verwachtingsvol ons oog
naar onze God omhoog.
2. Heb
medelijden, wees genadig, HEER,
wij redden het niet meer.
Alle verachting heeft ons lamgeslagen,
de smaad is niet te dragen.
Voortdurend willen spotters ons bezeren;
ze blijven ons kleineren.
HEER, doe iets aan hun arrogante toon.
Verlos ons van hun hoon.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 124
1. Was
er geen hulp gekomen van de HEER,
- blijf, Israël, dit zeggen keer op keer -
was Hij niet voor ons in de bres gaan staan,
dan hadden wij geen hoop en toekomst meer;
dan zouden wij ten onder zijn gegaan.
2.
Zonder Gods hulp was er een ramp gebeurd,
dan hadden vijanden ons wreed verscheurd.
Hun stroom van woede werd dan onze dood:
onstuimig water had ons meegesleurd.
Maar, prijs de HEER, Hij redde uit de nood!
3. Wij
vluchtten uit de val die was gezet,
zoals een vogel vrijkomt uit een net.
Het net ging stuk en wij zijn losgeraakt.
Dankzij de naam van God zijn wij gered;
Hij is de HEER die alles heeft gemaakt.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 125
1.
De HEER geeft vastheid in je leven
als je vertrouwt op Hem.
Net als Jeruzalem
door sterke bergen is omgeven
zo zal Hij altijd in gevaren
zijn volk bewaren.
2. Het
kwaad zal niet voorgoed regeren
in het beloofde land;
de misdaad houdt geen stand!
God laat op tijd de kansen keren,
opdat zijn mensen niet hun handen
aan onrecht branden.
3. HEER,
geef aan wie oprecht is zegen;
doe aan de goeden goed,
maar straf wie onrecht doet
en koppig kiest voor kronkelwegen.
Wil aan uw Israël een leven
in vrede geven!
Tekst: Adriaan
Molenaar
Wees gegroet
Psalm 126
1.
Uitbundig lachten wij, want God
hielp ons en keerde Sions lot.
Als in een droom werd ons verdriet
veranderd in een vrolijk lied.
Toen konden we Gods grote dingen
zielsblij uit volle borst bezingen.
Het is geen heidenvolk ontgaan
dat Hij een wonder had gedaan!
2.
Iets indrukwekkends deed de HEER:
Hij bracht een grote ommekeer.
HEER, sta ons net als toen weer bij,
herstel ons land en keer het tij.
Laat in de droogte waterstromen
verkwikkend uit de hemel komen.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook dit keer levensreddend zijn.
3. Wie
met een volle buidel zaad
verdrietig naar de akker gaat
en daar vooral zijn tranen zaait,
zal zeker zingen als hij maait.
U loont ons slaven en ons sloven
met rijk gevulde korenschoven.
De droefheid is verleden tijd:
we komen thuis vol vrolijkheid.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 127
1.
Geploeter voor je huis en haard
zonder de HEER heeft echt geen zin.
Als Hij niet bouwt is het niets waard,
want mensenwerk stort eenmaal in.
De stad blijft voor gevaar behoed
wanneer de HEER zijn ronde doet.
2. Al
sta je op voor dag en dauw,
al zwoeg je hele dagen door,
al ben je s avonds nog in touw,
voor God stelt je getob niets voor.
Zijn lievelingen zegent Hij.
Hij zorgt voor hen, al slapen zij.
3.
Gelukkig ben je als de HEER
je kinderen geeft op zijn tijd.
Een flinke zoon is als een speer
die krachtig doel treft in de strijd.
Hij staat je bij met raad en daad,
zodat je niet te schande staat.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 128
1.
Geluk en rijke zegen
is weggelegd voor hem
die wandelt in Gods wegen
en luistert naar zijn stem.
Je zult de vruchten plukken
van alles wat je doet.
Je oogsten zullen lukken;
met God gaat het je goed.
2. Je
huwelijk zal bloeien:
een wijnstok is je vrouw.
Je kindertal zal groeien
als vrucht van jullie trouw.
Met dochters en met zonen
wordt heel je huis gevuld.
Zo zal God je belonen
als je Hem dienen zult.
3.
De HEER zal voor je zorgen
vanuit Jeruzalem.
Geniet iedere morgen
van wat je krijgt van Hem.
Zie uit naar een lang leven
als zegen uit zijn hand.
Hij zal je vreugde geven
en vrede in het land.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 129
1. Ze
onderdrukten mij van jongs af aan
laat Israël daarover blijven spreken:
Vaak moest ik martelingen ondergaan.
Toch wisten ze mijn krachten niet te breken.
2.
Zoals een ploeg een akkerland doorsnijdt,
zo legden ze mijn rug volledig open.
Maar God, die eerlijk is, heeft mij bevrijd
van mijn verdrukkers; het is afgelopen.
3.
Laat iedereen die Sions burgers haat
beschaamd en weerloos worden weggedreven.
Ze zijn als gras dat vruchteloos vergaat.
Er zal geen zegen rusten op hun leven.
Tekst: Arie Maasland
Heilige Aartsengel
Michael,
machtige hemelse strijder,
help ons met uw zegen,
bevrijd ons door uw macht,
verdedig ons met uw hemelse legermacht.
aan u vertrouwen wij ons toe,
bescherm ons en neem ons mee naar het Hoogste Goed.
H. Michael, onze hemelse bewaker,
kom ons te hulp en vertroost ons,
o bewaker van degenen die geloof hebben,
vervul ons met de liefde van de Vader,
de vrede van de Zoon,
de genade van de Heilige Geest. Amen.
Litanie van Nederigheid
O
Jezus! Zachtmoedig en nederig van Hart, hoor mij.
Van
het verlangen om geacht te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om geliefd te zijn, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om opgehemeld te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om geëerd te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om geprezen te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om door anderen verkozen te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om door anderen om raad te worden gevraagd, bevrijd mij, Jezus.
Van
het verlangen om door anderen aanbevolen te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om vernederd te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om veracht te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om berispt te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om belasterd te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om vergeten te worden, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om belachelijk te worden gemaakt, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om onrecht te worden aangedaan, bevrijd mij, Jezus.
Van de
angst om verdacht te worden, bevrijd mij, Jezus.
Dat de
anderen meer geliefd mogen worden dan ik, Jezus, verleen me de genade om het te
verlangen.
Dat
anderen meer mogen geacht worden dan ik, Jezus, verleen me de genade om het zo
te willen.
Dat,
in de mening van de wereld, anderen mogen toenemen en ik afnemen, Jezus,
verleen me de genade om het zo te willen.
Dat
anderen mogen gekozen worden en ik opzij gezet worden, Jezus, verleen me de
genade om het zo te willen.
Dat
anderen mogen geprezen worden en ik niet opgemerkt, Jezus, verleen me de genade
om het zo te willen.
Dat
anderen mogen de voorkeur genieten in alles in plaats van mij, Jezus, verleen
me de genade om het zo te willen.
Dat
anderen heiliger mogen worden dan ik, op voorwaarde dat ik heilig moge worden
zoals ik het zou moeten zijn, Jezus, verleen me de genade om het zo te willen.
Amen.
(Kardinaal Rafael
Merry del Val (1865-1930), Secretaris van Staat voor H. Paus Pius X)
Om 22 uur : Vierde geheim : De H. Maagd Maria wordt ten Hemel opgenomen
De boodschap is GENADE VOOR EEN
HEILIGE DOOD.
Dat je gezegend mag zijn, mijn
dochter, boven bij God, boven alle vrouwen op aarde, en dat de Here God
gezegend moge zijn, de Schepper van Hemel en Aarde. Judit 13,18
Heer Jezus, op de berg Tabor
zagen drie van uw vrienden U in gesprek met Mozes en Elia (Oude Verbond), een
schitterende ervaring voordat zij U zouden zien lijden en sterven. Kom voorgoed
in ons hart, zodat wij U ook bij ons weten als het moeilijk wordt of mistig is.
Maria, tot onder het kruis bent u trouw gebleven. Wijs ons steeds de weg naar
Jezus, het Licht van de wereld, en laat ons een licht zijn voor de mensen om
ons heen.
Veertiende statie : Jezus wordt in het graf gelegd
O
Jezus, enige Zoon van God de Vader, glans en afstraling van Zijn Wezen, wees
indachtig de laatste woorden die over uw aanbiddelijke lippen zijn gekomen. Uw
Lichaam was gans verscheurd, uw Hart gebroken, en dan hebt Gij, in uw oneindige
barmhartigheid om ons vrij te kopen, de geest gegeven. Door deze pijnlijke
dood, smeek ik U, o Koning der Heiligen, geef mij kracht om te weerstaan aan de
duivel en aan het vlees, opdat ik moge verzaken aan de wereld om enkel nog in U
te leven. Na mijn dood, ontvang mijn ziel bij U terug. Amen. (H. Brigitta van
Zweden)
Wees gegroet
Onze
Vader
Psalm 130
1.
Vanuit het diepe duister
vind ik geen uitweg, HEER.
Ik schreeuw om redding; luister,
geef aandacht, reageer.
U kent mijn hele leven,
mijn zondige gedrag.
Toch wilt U ons vergeven.
Uw naam verdient ontzag!
2. Ik
blijf de HEER verwachten,
mijn ziel kijkt uit naar Hem.
Zijn woord vult mijn gedachten;
ik hunker naar zijn stem.
De HEER laat van zich horen,
blijf hopen, Israël!
Eens zal de morgen gloren
van redding en herstel.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper
Wees gegroet
Psalm 131
1. Ik
wil mij niet verheffen, HEER:
ik kijk niet op een ander neer.
Wat uitgaat boven mijn verstand
wijs ik bescheiden van de hand.
2. Ik
kies de stilte, doelbewust,
en breng mezelf tot diepe rust.
Ik houd mij klein, zoals een kind
dat bij zijn moeder vrede vindt.
3.
Niet altijd wordt mijn wens vervuld,
toch ben ik stil en heb geduld.
Wacht, Israël, zo op de HEER,
verwacht Hem nu en altijd weer!
Tekst: Adriaan
Molenaar
Wees gegroet
Psalm 132
Blijf
David gedenken, Heer, en alles wat hij heeft doorstaan, omdat hij de Heer had
gezworen, de Machtige van Jakob had beloofd:
Ik
zal mijn tent niet binnengaan noch mij ten ruste leggen op mijn bed, mijn ogen
niet overgeven aan de slaap noch mijn wimpers aan de sluimer, voordat ik een
plaats vind voor de Heer, een woning voor de Machtige van Jakob.
In
Efrata hoorden wij van de ark, wij vonden hem in de velden van Jaär. Laten wij
zijn woning binnengaan, ons neerbuigen aan zijn voeten.
Trek
op, Heer, naar uw rustplaats, u en uw machtige ark. Laten uw priesters zich
kleden in gerechtigheid, uw getrouwen juichen van vreugde.
Wijs
omwille van David, uw dienaar, het verzoek van uw gezalfde niet af. De Heer
heeft David trouw gezworen, en zijn belofte neemt hij niet terug:
Een
van je nazaten laat ik je troon bestijgen. Houden je zonen zich aan mijn verbond,
aan de richtlijnen die ik hun geef, dan zullen ook hun zonen voor altijd
zetelen op je troon.
De
Heer heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: Dit is, voor altijd, mijn
rustplaats, hier verlang ik te wonen.
Ik zal
Sion met voedsel zegenen, de armen brood geven in overvloed en de priesters met
eer bekleden. Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde.
Hier
breng ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek ik een lamp voor mijn gezalfde.
Zijn vijanden bekleed ik met schande, maar op zijn hoofd schittert een kroon.
Wees gegroet
Psalm 133
1. Wat
kan het vreugde en voldoening geven
als mensen eensgezind in vrede leven,
als broers en zussen bij elkaar!
Het is als olie op Aärons haar
die heerlijk ruikt en druppelt naar omlaag
tot in zijn baard en op zijn kraag.
2. Het
is als Hermons dauw die neer komt stromen
tot hij op Sions heuvels is gekomen.
Van boven daalt de zegen neer!
Hoe heerlijk is de gave van de HEER:
Hij geeft aan wie in liefde samenleeft
het leven dat geen einde heeft.
Tekst: Adriaan
Molenaar
Wees gegroet
Psalm 134
1. U
die de HEER dient nacht en dag,
die Hem gehoorzaamt vol ontzag,
richt u van harte tot de HEER
en zegen Hem, bewijs Hem eer.
2. Laat Hij die alles heeft gemaakt
en die er zorgzaam over waakt
u zegenen met overvloed.
Zijn vrede maakt het leven goed.
Tekst: Jan Pieter
Kuijper/Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 135
Halleluja!
Loof
de naam van de Heer, loof hem, dienaren van de Heer, u die staat in het huis
van de Heer, in de voorhoven van het huis van onze God.
Loof
de Heer, want hij is goed, bezing zijn naam, zo lieflijk van klank. De Heer
heeft Jakob uitgekozen, Israël als zijn kostbaar bezit.
Ik
weet het: groot is de Heer, onze Heer overtreft alle goden. De Heer maakt alles
wat hij wil in de hemel en op de aarde en in de diepten van de oceanen. Wolken
wekt hij aan de einder der aarde, bliksems maakt hij en de regen valt, de wind
laat hij los uit zijn schatkamers.
Hij
trof de eerstgeborenen van Egypte, van mens en van dier, en deed wonderen en
tekenen in je midden, Egypte voor de farao en al zijn dienaren.
Hij
trof vele volken en doodde machtige koningen: Sichon, koning van de Amorieten,
en Og, koning van Basan, en alle koninen van Kanaän. Hun lang gaf hij in bezit,
in bezit aan Israël, zijn volk.
Uw
naam, Heer, blijft in eeuwigheid, van u, Heer, zal men spreken, van geslacht op
geslacht. Want de Heer doet recht aan zijn volk en ontfermt zich over zijn
dienaren.
Goden
van andere volken zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben
een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien,
ze hebben
oren, maar kunnen niet horen; er komt geen adem uit hun mond. Zoals zij, zo
worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt.
Huis
van Israël, prijs de Heer, huis van Aäron, prijs de Heer, huis van Levi, prijs
de Heer, wie de Heer vrezen, prijs de Heer. Geprezen zij de Heer op de Sion,
hij die zijn woning heeft in Jeruzalem.
Halleluja!
Wees gegroet
Psalm 136
1.
Prijs de hoogverheven HEER,
Hij is goed, geef Hem de eer!
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
2.
Hij, de grote schepper, doet
wonderen in overvloed.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
3.
Hemel, zee en vasteland,
alles bracht Hij wijs tot stand.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
4. Hij
schiep sterren, zon en maan,
wees de wegen die zij gaan.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
5.
Trots Egypte strafte Hij;
zijn verdrukte volk kwam vrij.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
6.
Machtig is zijn sterke hand:
zelfs de zee moest aan de kant!
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
7. Met
zijn mensen ging Hij mee;
Farao wierp Hij in zee.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
8.
Heel de reis door de woestijn
wilde Hij hun herder zijn.
Want zijn liefde blijft altijd,
Hij is trouw in eeuwigheid.
|