Psalm 80
1. Hoor naar ons bidden, trouwe
herder
en leid uw Israël weer verder.
Kom, koning, schijn vanaf uw troon
en red uw volk, uw eigen zoon.
God, toon uw vriendelijk gezicht,
verschijn in uw bevrijdend licht.
2. Heer, generaal van
legermachten,
laat ons niet langer biddend wachten.
Wij drinken tranen bij ons brood;
de vijand spot met onze nood.
God, toon uw vriendelijk gezicht,
verschijn in uw bevrijdend licht.
3. Eens hebt u ons, Egyptes
slaven,
als kleine wijnstok opgegraven
en op een eigen plek geplant.
Daar vulde hij het hele land.
In berg en dal, van noord tot zuid
hing overal zijn verse fruit.
4. Waarom brak U zijn heg aan
stukken,
mocht iedereen zijn vruchten plukken?
Hij viel ten prooi aan het geweld
van dieren uit het open veld.
De wilde zwijnen uit het bos
vraten er ongestraft op los.
5. Kom nu, o God van
legermachten!
en breng uw zoon weer in gedachten:
de wijnstok die U in het land
eens veelbelovend had geplant,
maar nu als straf voor eigen kwaad
onder uw toorn tot as vergaat.
6. Leg toch uw boosheid weer aan
banden,
leg zegenend op ons uw handen,
zodat wij met U verder gaan
en niet meer steeds bij U vandaan.
God, toon uw vriendelijk gezicht,
verschijn in uw bevrijdend licht.
Tekst: Arjen Vreugdenhil
Wees gegroet
Psalm 81
1. God is onze kracht!
Laat je stem maar schallen.
Speel uit alle macht
op bazuin en fluit,
tamboerijn en luit.
Feest is het voor allen.
2. Dit is een bevel.
Jakob moet getuigen:
God heeft Israël
van het juk bevrijd,
van de dienstbaarheid.
Farao moest buigen.
3. Ik heb alle last
van hen afgenomen,
want Ik greep hen vast.
Op hun smeekgebed
heb Ik hen gered,
is mijn hulp gekomen.
4. Uit een donderwolk
liet Ik antwoord klinken.
Dit verstokte volk
maakte Mij bedroefd.
Ik heb hen beproefd
toen ze wilden drinken.
5. Luister, volk van Mij,
knoop het in je oren:
haat afgoderij!
Dien geen god van steen,
buig voor Mij alleen.
Jij moet bij Me horen.
6. Ik ben God, de HEER,
die jou heeft gedragen
en die altijd weer
rijkelijk en mild,
je verlangen stilt,
wat je ook zult vragen.
7. Maar dat volk van Mij
wou niets van Me weten,
schoof zijn God opzij,
was voor Mij niet bang,
ging zijn eigen gang,
koppig en verbeten.
8. Ach, had Israël
naar Mij willen horen,
dan versloeg Ik wel
alle tegenstand
en geen aartsvijand
zou hen nog verstoren.
9. Haters van de HEER
moesten voor Hem kruipen.
Maar zijn volk kreeg weer
volop prachtig graan;
honing zou spontaan
uit de rotsen druipen!
Tekst: Bob Vuijk
Wees gegroet
Psalm 82
1. De goden zijn bij God
gekomen.
Vertoornd heeft Hij het woord genomen:
Hoelang wordt er geen recht gedaan?
Wie kwaad doet, laat je zomaar gaan!
Je moest toch juist het onrecht keren?
Help hem die zich niet kan verweren:
maak wees en onderdrukte vrij,
sta hen die arm en zwak zijn bij!
2. Gods recht gaat hun begrip te
boven.
Zo moet het laatste licht wel doven.
Elk fundament wordt aangetast.
Daarom stelt God dit vonnis vast:
Al sprak Ik jullie aan als goden,
straks hoor je roemloos bij de doden!
Sta op, o God, en oordeel nu,
want alle volken zijn van U.
Tekst: Adriaan Molenaar
Wees gegroet
Psalm 83
God, houd u niet stil, zwijg
niet, God, zie niet onbewogen toe, uw vijanden roeren zich, trots heffen uw
haters het hoofd.
Tegen uw volk smeden zij een
complot, ze spannen tegen uw lieveling samen, en zeggen: Kom, wij verdelgen
dit volk, Israëls naam zal nooit meer worden genoemd.
Zij hebben samen plannen gesmeed
en zich tegen u verenigd: de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de
zonen van Hagar,
Gebal en Ammon en Amalek,
Filistea en de bewoners van Tyrus. Zelfs Assyrie heeft zich aangesloten en de
hand gereikt aan de zonen van Lot. Sela
Doe met hen als met Midjan, als
met Sisera en Jabin in het Kisondal, die bij Endor werden vernietigd en als
mest op het land bleven liggen.
Behandel hun vorsten als Oreb en
Zeëb, hun leiders als Zebach en Salmunna, die zeiden: Wij bezetten het land
waar God zijn woning heeft.
Mijn God, maak hen tot
distelpluis, tot kaf dat verwaait in de wind. Zo snel als vuur het bos
verbrandt, als vlammen de bergen verschroeien, laat zo uw storm hen voortjagen,
uw wervelwind hen verwarren.
Overdek hen met schande, dan
zullen zij vragen naar uw naam, Heer. Laat hen beschaamd staan, in verwarring
raken en eerloos verloren gaan, voorgoed. Dan zullen zij weten dat uw naam Heer
is, dat u alleen de Allerhoogste bent op aarde.
Wees gegroet
Psalm 84
1. Uw woning is mij zo
lief, HEER.
Ik heb zon heimwee: God, wanneer
mag ik uw goedheid daar ervaren?
In de beschutting van uw huis
zijn zelfs de mus en zwaluw thuis:
zij nestelen bij uw altaren.
Gelukkig wie daar elke dag
een plek vindt en U prijzen mag.
2. Gelukkig wie gesterkt in U
als pelgrims in het hier en nu
zich blijven houden aan uw wegen.
Zij weten wie hen helpen zal,
zelfs in het dorre tranendal:
U biedt hun frisse moed en zegen.
Zij kunnen krachtig voorwaarts gaan
en komen zeker bij U aan.
3. Ik smeek U, luister naar
mij, HEER.
Geduchte heerser, reageer
door ons uw zorgzaamheid te tonen.
God die ons steeds bescherming gaf,
wijs uw gezalfde knecht niet af.
Veel liever wil ik bij U wonen
dan dat ik in een feesttent ben
waar ik als enige U ken.
4. God schijnt als zon,
beschermt als schild.
Aan wie oprecht zijn zal Hij mild
zijn glorie en genade geven.
De tocht duurt lang, maar Hij voorziet.
Zijn weldaden weigert Hij niet
aan wie gehoorzaam voor Hem leven.
Hoofd van de hoogste legermacht,
gelukkig is wie U verwacht.
Tekst: Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 85
1. HEER, U was liefdevol
voor Israël.
U gaf uw land weer vrede en herstel.
Het volk had grenzeloos veel kwaad gedaan;
toch keek U hen niet op hun zonden aan.
U gaf genade, geen gegronde straf,
uw woede wendde U volledig af.
Denk toch aan toen en keer opnieuw het tij.
Wees niet meer boos en maak ons land weer vrij.
2. U blijft toch niet
verbolgen voor altijd?
Toon ons uw goedheid en genegenheid.
Breng ons tot leven en bevrijd ons weer.
Wat zullen wij dan blij in U zijn, HEER!
Ik heb mijn oor te luisteren gelegd
om te vernemen wat de HEER ons zegt.
Hij spreekt van vrede voor wie van Hem houdt.
Maar, volk, verval niet in je oude fout.
3. Zijn redding komt: God geeft
weer perspectief,
want Hij heeft wie Hem dienen vurig lief.
Er zal weer vrede komen in het land.
De liefde en de trouw gaan hand in hand.
Recht en verzoening kussen eens elkaar;
het land geeft goede oogsten jaar op jaar.
Gerechtigheid maakt voor de HEER ruim baan,
zij is de weg waarlangs zijn voet zal gaan.
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Wees gegroet
Psalm 86
1. Luister, HEER, naar mijn
gebeden
in mijn grote moeilijkheden.
Ik ben arm en kan niet meer.
Help mij, want U bent mijn Heer.
Heel de dag door blijf ik smeken:
wil genadig tot mij spreken.
Maak mij blij, ik ben uw knecht;
Heer, mijn hart zoekt U oprecht.
2. HEER, uw goedheid laat
ons leven.
Steeds weer wilt U ons vergeven.
Wie U aanroept in gebed
vindt uw trouw en wordt gered.
HEER, U hoort mij toch wel klagen?
Luister naar mijn bange vragen.
In mijn nood roep ik U aan,
want U laat geen bidder staan.
3. Afgoden die heel wat lijken,
moeten voor uw daden wijken.
Alle volken komen, HEER,
naar U toe; ze knielen neer
om uw almacht te bewijzen,
om uw grote naam te prijzen.
Niemand kan er meer omheen:
U bent God en U alleen!
4. HEER, wil mij uw wegen
leren.
Laat mij steeds uw waarheid eren.
Vul mijn hart met diep ontzag
voor uw naam, iedere dag.
HEER, dan zal ik hulde geven
aan uw naam zo hoogverheven,
want uw trouw aan mij is groot:
U verlost mij van de dood.
5. Velen staan me naar het
leven.
Ik word in het nauw gedreven
door een bende die vergeet
dat U alle dingen weet.
Kom, HEER, toon uw medelijden.
Wil uw knecht opnieuw bevrijden,
want uw hart is rijk gevuld
met genade en geduld.
6. Schenk mij kracht, HEER,
geef een teken
dat mijn haters doet verbleken,
als ze zien dat U mij kent,
dat U mijn beschermer bent.
Tekst: Jan Pieter Kuijper en Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 87
1. Op Sion ligt al sinds een ver
verleden
de stad van God, de vesting van de HEER.
Alleen al van de poorten houdt Hij meer
dan van de pracht en praal van Jakobs steden.
2. 'Rahab heb Ik nooit uit het
oog verloren,
ook Filistea, Tyrus, Babylon
en Nubië, elk volk onder de zon
is hier in Sion, stad van God, geboren.'
3. De hele wereld zal van Sion
horen:
'De Allerhoogste houdt haar zelf in stand.'
De HEER schrijft bij elk volk met eigen hand:
'Dit volk is ooit in deze stad geboren.'
4. 'Hier in de stad van God is
het begonnen',
zo zingen alle volken in refrein
al dansend van geluk, van groot tot klein:
'In jou, mijn stad, ontspringen al mijn bronnen.'
Tekst: David Heek/René Barkema
Wees gegroet
Psalm 88
Heer, God, mijn redder, overdag
schreeuw ik het uit, s nachts zit ik stil voor u neer. Laat mijn gebed u
bereiken, luister naar mijn klagen, ik word door rampen bezocht, mijn leven
nadert het dodenrijk.
Ik hoor bij wie afgedaald zijn
in het graf, ik ben als een man aan het eind van zijn krachten, een naamloze
dode, ik ben als een gesneuvelde in een massagraf, aan wie u niet langer denkt,
losgerukt uit uw hand.
U hebt mij onder in de kuil
gelegd, in het duister van de diepte, uw toorn drukt zwaar op mij, uw golven
slaan over mij heen. Sela Bekenden hebt u van mij vervreemd, afgrijzen roep ik
bij hen op, ik ben ingesloten en zie geen uitweg meer.
Mijn ogen zijn dof van ellende,
ik roep u aan, Heer, elke dag, en strek mijn handen naar u uit. Doet u aan
doden wonderen, staan schimmen op om u te loven? Sela
Komt uw liefde in het graf ter
sprake of uw trouw in de afgrond? Weet men in de duisternis van uw wonderen of
van uw weldaden in het land der vergetelheid? Daarom roep ik u om hulp, Heer,
elke morgen nader ik u met mijn gebed.
Waarom, Heer, verstoot u mij en
verbergt u voor mij uw gelaat? Ik ben verzwakt, van jongs af in doodsgevaar, verbijsterd
moet ik uw woede verduren. De gloed van uw toorn overweldigt mij, uw
verschrikkingen maken mij sprakeloos, als water omringen ze mij, dag aan dag,
van alle kanten sluiten ze mij in. Mijn beste vrienden hebt u van mij
vervreemd, mijn enige metgezel is de duisternis.
Wees gegroet
Psalm 89
1. Ik wil uw liefde, HEER,
bezingen voor altijd
en van uw trouw getuigen tot in eeuwigheid.
U heeft uw dienaar David liefdevol gezworen:
Wij sluiten een verbond, Ik heb jou uitverkoren.
Mijn goedheid blijft in stand: je kunt erop vertrouwen
dat Ik op jou voorgoed mijn koninkrijk zal bouwen.
2. Het loflied op uw werk
weerklinkt de hemel door.
Het leger engelen bezingt uw trouw in koor.
Want wie van hen daarboven kan zich met U meten?
Wie kan behalve U Heer van de goden heten?
Uw macht is zo bekend bij alle hemelingen
dat zij met diep ontzag uw koningstroon omringen.
3. U bent almachtig, HEER,
God van het hemelrijk.
Wie is zo trouw als U, wie is aan U gelijk?
De zee gehoorzaamt U wanneer de golven stijgen:
het woeste water wijkt, de stormen moeten zwijgen.
Het monster in de zee is door uw vuist verdreven.
Uw vijand zag uw kracht en vluchtte voor zijn leven.
4. Hemel en aarde zijn van U,
met al wat leeft.
U bent het die de wereld vast verankerd heeft.
U schiep het warme zuiden en het koude noorden.
De bergen prijzen U, zij juichen zonder woorden.
Uw arm is krachtig en uw rechterhand verheven.
Door liefde en door waarheid is uw troon omgeven.
5. Gelukkig is het volk dat uw
bazuin herkent.
Zij juichen voor uw naam omdat U bij hen bent.
Zij wandelen met U; uw licht beschijnt hun ogen.
U geeft hun nieuwe kracht, U zult hen weer verhogen.
Zij hebben U als schild, aan hen geeft U de zege.
Hun koning hebben zij van U, hun HEER, gekregen.
6. Dit heeft U ons eens in een
visioen verteld:
Ik kies een dienaar uit: een jonge, sterke held.
Hem, David, zal ik zalven en slagvaardig maken.
Geen vijand wint van hem: Ik zal hem trouw bewaken.
Wie hem met kwaad en onrechtvaardigheid belagen
zal Ik, terwijl hij kijkt, met eigen hand verjagen.
7. Ik zal er voor hem zijn, Ik
steun hem met mijn trouw.
Zijn aanzien wordt vergroot omdat Ik van hem hou.
Hij heerst van west tot oost, Ik maak hem wereldleider.
God, zegt hij dan, U bent mijn vader, mijn bevrijder.
Ik noem hem oudste zoon en deel met hem mijn woning.
Ik geef hem alle macht, hij wordt de hoogste koning.
8. Zielsveel hou ik van hem,
daar komt geen einde aan.
De trouw die Ik beloofde, blijft altijd bestaan.
Zolang de hemel duurt mag hij mijn volk regeren.
Maar als zijn zonen mij brutaal de rug toekeren,
mijn wet niet onderhouden en zich niet gedragen,
bestraf Ik hen met niet te tellen tegenslagen.
9. Mijn trouw neem Ik niet weg,
mijn liefde neemt nooit af.
Ik handhaaf mijn verbond, mijn woord dat Ik hem gaf.
Omdat Ik heilig ben, zal Ik de waarheid spreken;
Ik kan en zal mijn eed aan David niet verbreken.
Zijn nageslacht regeert zolang de zon zal schijnen;
Ik zorg voor hem; nooit zal zijn koninkrijk verdwijnen.
10. Toch hebt U hem verstoten,
uw gezalfde zoon.
Boos brak U uw verbond, U trapte op zijn kroon.
Zijn stad sloeg U aan puin, U sloopte al zijn muren.
Hij kreeg een overvloed aan onheil te verduren:
hij werd beroofd door mensen die hem tegenkwamen.
De volken uit de omtrek spanden spottend samen.
11. U stond hem zelfs in
oorlogstijd niet langer bij.
Zijn zwaard was afgestompt wat was de vijand blij!
U bent niet hem, maar zijn rivaal te hulp geschoten.
Ontluisterend hebt U hem van zijn troon gestoten.
Zwak als een oude man moest hij, terneergeslagen,
van vijand en van vriend vernedering verdragen.
12. Hoe lang nog, HEER,
verbergt U zich en blijft U boos?
Stopt het dan nooit? Uw woede lijkt wel eindeloos!
Denk toch aan mij, aan wie U adem hebt gegeven.
Kom, wacht niet langer, HEER, mijn leven duurt maar even.
Geen enkel mens is er die van het graf kan winnen;
wij, stervelingen, gaan het dodenrijk snel binnen.
13. Waar is uw liefde, waar uw
goedheid van weleer?
Waar blijft uw trouw die U aan ons beloofd had, HEER?
U weet hoe volken ons met schande overladen,
hoe zij bij elke voetstap uw gezalfde smaden.
Toch zullen wij de HEER voor altijd dank bewijzen
en Hem instemmend met ons amen, amen prijzen.
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Heilige Aartsengel Michael,
machtige hemelse strijder,
help ons met uw zegen,
bevrijd ons door uw macht,
verdedig ons met uw hemelse legermacht.
aan u vertrouwen wij ons toe,
bescherm ons en neem ons mee naar het Hoogste Goed.
H. Michael, onze hemelse bewaker,
kom ons te hulp en vertroost ons,
o bewaker van degenen die geloof hebben,
vervul ons met de liefde van de Vader,
de vrede van de Zoon,
de genade van de Heilige Geest. Amen.
Om 18 uur : Vijfde
geheim : Jezus sterft aan
het Kruis
De boodschap is VOLHARDING.
Het zonlicht was weg. Plotseling
scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden. Op dat moment riep Jezus:
"Vader, ik vertrouw mijn geest aan U toe!" En met die woorden blies
Hij Zijn laatste adem uit. Lukas 23,
45-46
Heer Jezus, voor alle mensen bent
U gestorven, voor alle mensen van de hele wereld en van alle tijden. Toch was
er bijna niemand bij uw sterven aanwezig. Op dat moment is uit uw doorstoken
zijde bloed en water gevloeid, de levensstroom van de sacramenten, uw liefde
voorgoed voor ons, van begin tot eind. Op dat moment is de Kerk uit uw Hart
geboren. Geef dat wij ons durven overgeven aan U en zo in uw dienst kunnen staan.
Maria, dank u dat u er was bij zijn sterven en bij de geboorte van de Kerk.
Wees ook ons nabij in leven en in sterven.
Tiende statie : Jezus wordt van zijn kleren beroofd
O Jezus, Begin en Einde van al
het bestaande, de Weg, de Waarheid en het Leven, wees indachtig dat Gij voor
ons in een afgrond van smarten waart gedompeld. Ten aanzien van dit eindeloos
wee, leer mij in ware geest van naastenliefde uw geboden te onderhouden, uw
geboden o Heer, die licht en gemakkelijk zijn voor hen die U beminnen. Amen.
(H. Brigitta van Zweden)
Wees gegroet
Onze Vader
Psalm 90
1. Wij hebben, HEER, in de
voorbije jaren
uw trouwe hulp en veiligheid ervaren.
U was er voordat U de wereld baarde,
voordat er bergen waren op de aarde.
U zult er zijn zelfs tot in eeuwigheid,
want U bent God: U bent er voor altijd.
2. Dit is aan stervelingen niet
gegeven.
Stof worden zij, want eindig is hun leven.
Duizenden jaren zijn reeds omgevlogen
alsof het maar een dag was in uw ogen.
Een mensenleven is van korte duur:
een pauze in de nacht, een enkel uur.
3. Snel zal het einde van de
mensen komen.
U vaagt hen weg als nachtelijke dromen.
Wij zijn als gras dat na een frisse regen
schijnbaar langdurig leven heeft gekregen.
Hoewel het welig opschiet, groeit het kort,
want door de zon is het al vlug verdord.
4. Wij kunnen niet onder uw
woede leven.
Uw boosheid teistert ons en laat ons beven.
We komen om, we gaan voorgoed te gronde,
omdat U woedend bent over de zonde.
Wat wij in het geheim aan kwaad doen ligt
vol in het licht dat straalt van uw gezicht.
5. Ons leven gaat voorbij als
een gedachte
en in een zucht vervliegen onze krachten.
Zeventig jaar, als we dat al bereiken,
zullen vol moeite en verdriet verstrijken;
en zelfs al halen we de tachtig jaar,
toch is het beste van ons leven zwaar.
6. Wie kent uw toorn, wie zou
niet angstig wezen,
wie zou U niet met diepe eerbied vrezen?
Leer ons de dagen tellen van ons leven
en wil aan ons een hart vol wijsheid geven.
Kom weer bij ons, HEER, hoe lang duurt het nog?
Denk aan uw dienaren, ontferm U toch.
7. HEER, wil ons elke
morgen overladen
met liefde als een teken van genade,
zodat wij ons, na lang en loodzwaar lijden,
weer met gejuich in U kunnen verblijden.
Vergoed ons onze jarenlange druk
en geef een tijd van onbezorgd geluk.
8. Laat ons, uw volk, in de
nabije jaren
de diepte van uw goedheid weer ervaren.
Toon onze kinderen uw grote daden.
HEER, onze God, bewijs ons uw genade.
Verstevig zelf het werk van onze hand.
Als U ons helpt, dan houdt het zeker stand.
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Wees gegroet
Psalm 91
1. Wie thuis is bij de
hoogste HEER
en schuilt in zijn ontferming,
die zegt: Bij U leg ik mij neer,
mijn toevlucht, mijn bescherming.
De vogelvanger spant zijn net,
de pest zal zich verbreiden -
maar over jou zal God, die redt,
zijn sterke vleugels spreiden.
2. De nacht beangstigt jou niet
meer,
de pijl zal jou niet raken.
Al gaan verderf en dood tekeer,
ze kunnen je niets maken.
Al vallen duizend strijders neer,
je zult niet hoeven buigen,
maar slechte mensen straft de HEER,
daarvan ben jij getuige.
3. God is voor jou een
toevluchtsoord;
Hij opent wijd zijn deuren.
De Allerhoogste geeft zijn woord
dat niets jou zal gebeuren.
Zijn engelen bewaren jou,
de HEER zal op je letten.
Zelfs leeuwen drijf je in het nauw
en adders zul je pletten.
4. God zegt: Omdat jij mij
bemint
zal Ik je trouw bewaren.
Ik luister naar je als mijn kind,
sta naast je in gevaren.
Ik ben het die je redding geeft
en jou met eer wil kronen.
Ik zorg ervoor dat je lang leeft;
mijn heil zal Ik je tonen.
Tekst: Titia Lindeboom
Wees gegroet
Psalm 92
1. Goed is het U te danken,
te prijzen op uw dag,
U, HEER, met diep ontzag
te eren bij mijn klanken.
Goed is het in de morgen
te zingen van uw macht.
Goed is het in de nacht
te danken voor uw zorgen.
2. U maakt mij opgetogen!
Wat U op aarde doet
is wonderbaarlijk goed;
blij zal ik U verhogen.
Hoe groot zijn, HEER, uw werken;
uw wijsheid kent geen maat.
Een dwaas is niet in staat
daar iets van op te merken.
3. U laat de dwazen groeien
als gras dat goed gedijt -
om hen na korte tijd
volledig uit te roeien.
U, HEER, bent hoog verheven.
Uw haters om mij heen
drijft U met kracht uiteen;
niet één van hen blijft leven.
4. Mijn rug wilt U weer rechten.
U geeft mij nieuwe moed
om in de strijd die woedt
de vijand te bevechten.
Ik zie wie mij belagen
voorgoed te gronde gaan
en hoor wat zij doorstaan.
Door U zijn ze verslagen.
5. Rechtvaardigen floreren
als palmen in de zon,
zoals op Libanon
de ceders imponeren.
Ze staan gericht naar boven,
geworteld op Gods plein.
De plaats waar God wil zijn,
de plek om Hem te loven.
6. Ze blijven heel hun leven,
hoe oud ook, groen en fris.
Hoe goed God voor hen is
blijkt uit wat zij Hem geven:
zij dragen rijpe vruchten
en brengen Hem de eer.
Hij is mijn rots, de HEER
naar wie ik toe mag vluchten.
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Wees gegroet
Psalm 93
1. De HEER regeert!
Zijn koninklijk gewaad
is kracht en luister, en onwrikbaar staat
de troon waarop Hij zetelt voor altijd;
de aarde wankelt niet in eeuwigheid.
2. De zee verheft haar stem met
groot geweld,
maar aan haar kracht wordt paal en perk gesteld.
Al gaan de golven nog zo luid tekeer,
daarboven in de hemel troont de HEER.
3. Uw woorden zijn betrouwbaar
voor altijd
en in de tempel straalt uw heiligheid.
In deze wereld waar het water woedt
doorstaan uw woord en huis de hoogste vloed.
Tekst: Adriaan Molenaar
Wees gegroet
Psalm 94
God van vergelding, Heer, God
van vergelding, verschijn in luister. Verhef u, rechter van de aarde, geef de
hoogmoedigen hun loon.
Hoe lang nog zullen de wettelozen,
Heer, hoe lang nog zullen de wettelozen juichen, de onrechtvaardigen het
hoogste woord voeren en trotse taal uitslaan?
Zij vertrappen uw volk, Heer,
onderdrukken uw liefste bezit, weduwen en vreemdelingen doden ze, kinderen
zonder vader brengen ze om
De Heer ziet het niet, zeggen
ze, de God van Jakob merkt toch niets.
Kom tot inzicht, onverstandigen.
Dwazen, worden jullie ooit wijs? Hij heeft het oor geplant zou hij niet
horen? Het oog gevormd zou hij niet zien?
Die de volken leidt, de mensen
leert en vermaant zou hij niet straffen? De Heer kent de mensen, niet meer
dan lucht zijn hun gedachten.
Gelukkig de mens, Heer, die door
u wordt geleid en onderwezen in uw wet en uw leer. Hij zal rust vinden in kwade
dagen, terwijl voor de wettelozen een kuil wordt gegraven.
Nee, de Heer zal zijn volk niet
verstoten, zijn liefste bezit niet verlaten. De rechtspraak voegt zich weer
naar het recht, de oprechten van hart sluiten zich aan.
Wie treedt voor mij op tegen die
onrechtvaardigen, wie beschermt mij tegen die schurken? Had de Heer mij niet
geholpen, dan woonde ik al in de stilte van het graf.
Toen ik dacht: Mijn voet glijdt
weg, hield uw trouw mij staande, Heer. Toen ik door zorgen werd overstelpt, was
uw troost de vreugde van mijn ziel.
Kiest u de kant van verdorven
rechters, die onheil stichten in naam van de wet? Ze spannen samen tegen de
rechtvaardigen en veroordelen onschuldigen ter dood!
De Heer is mijn burcht geworden,
mijn God de rots waarop ik schuil. Hij geeft de schuldigen het loon dat zij
verdienen, om hun onrecht brengt hij hen tot zijgen, de Heer, onze God, brengt
hen voorgoed tot zwijgen.
Wees gegroet
Psalm 95
1. Kom, zing nu vrolijk
voor de HEER.
Ons heil ligt vast in Hem. Vereer,
ontmoet Hem juichend in zijn woning.
Zo groot als God kan niemand zijn.
De vreemde goden zijn maar schijn.
God is de allerhoogste koning.
2. De zee is, met het vasteland,
hoe diep of hoog ook, in Gods hand.
Zij kunnen van zijn macht getuigen.
God heeft ons voor zichzelf gemaakt.
Hij heeft ons reddend aangeraakt.
Laat iedereen zich voor Hem buigen.
3. De HEER is
onze God en wij
zijn als een kudde Hem nabij:
de schapen die Hij zelf wil weiden.
Luister vandaag nog naar zijn stem.
Weersta God niet, blijf dicht bij Hem.
Keer je niet af, maar laat je leiden.
4. Doe niet als ooit in de
woestijn.
Je ouders deden God daar pijn.
Niets kon Hij met zijn volk beginnen.
Heilig vertoornd heeft Hij bepaald:
wie koppig van mijn wegen dwaalt
komt het beloofde land niet binnen.
Tekst: Jan Boom
Wees gegroet
Psalm 96
1. Zing voor de HEER als
nooit tevoren.
Zing, heel de aarde, laat het horen:
groot is zijn trouw en majesteit.
Zing voor de HEER, want Hij bevrijdt.
Wie bij Hem hoort, gaat niet verloren.
2. De Heer is een sublieme
koning;
idolen zijn een schijnvertoning.
Hij schiep de hemel met zijn stem.
Een felle glans omsluiert Hem
en heilig vuur verlicht zijn woning.
3. Erken de HEER in
alle landen,
want Hij heeft alle macht in handen.
Erken de HEER, kniel voor Hem neer.
Bewijs zijn naam de hoogste eer:
laat offers op zijn altaar branden.
4. Kniel voor Hem neer, Hij is
verheven.
Laat heel de wereld voor Hem beven.
Vertel het overal: zijn hand
houdt deze aarde vast in stand.
Hij vraagt om een rechtvaardig leven.
5. Laat heel de schepping voor
Hem juichen.
Laat zee en land van Hem getuigen,
want Hij, de rechter, komt eraan.
De volken zullen voor Hem staan
en voor zijn laatste oordeel buigen.
Tekst: Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 97
1. God is de hoogste Heer.
Aarde, bewijs Hem eer.
Klap juichend in de handen
tot aan de verste stranden.
Een wolk is zijn gewaad.
Zijn koningszetel staat
rotsvast op recht en wet.
Zijn hete adem zet
in brand wie Hem verlaat.
2. Wanneer zijn bliksemschicht
de aarde fel verlicht,
dan gaan zelfs bergen beven:
de HEER is zeer verheven.
De hemel vormt een fris
en sterk getuigenis
van zijn gerechtigheid.
De volken wereldwijd
zien hoe geducht Hij is.
3. Vereer de HEER alleen!
Wie aan een god van steen
zijn hart durft te verpanden,
zal eindigen in schande.
Het hele land zingt blij:
Gods rechtspraak staat ons bij.
Voor zijn robuuste kracht
zwicht elke kwade macht.
Niemand zo groot als Hij.
4. Dien jij de HEER oprecht,
gedraag je dan niet slecht,
maar doe getrouw het goede -
dan zal Hij je behoeden.
Op knechten van de HEER
daalt volop vreugde neer.
Wees blij, jij die Hem kent
en graag gehoorzaam bent.
Zijn naam verdient de eer!
Tekst: Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 98
1. Zing een nieuw lied om God te
eren,
die grote daden heeft verricht.
Zijn sterke arm bleek niet te keren.
Zijn recht kwam stralend aan het licht.
Hij wilde zich in liefde buigen
tot ons, het volk dat met Hem leeft.
De hele wereld kan getuigen
dat Hij het is die redding geeft.
2. Juich, aarde, om de HEER te
prijzen.
Zing blij voor Hem, bazuin het uit.
Laat heel de schepping eer bewijzen.
Zeeën en bergen, jubel luid.
Hij komt om alles recht te zetten.
Straks klinkt zijn vonnis wereldwijd.
Dan buigen volken voor zijn wetten;
dan toont Hij zijn rechtvaardigheid.
Tekst: Arie Maasland
Wees gegroet
Psalm 99
1. Koning is de HEER!
Mensen, buig je neer.
Vrees zijn majesteit,
zijn verhevenheid.
Cherubs zijn Gods troon.
Eerbied zet de toon.
Sion is zijn woning.
Heilig is de koning!
2. Wetten die U gaf
zijn volmaakt, zijn af.
Wat U hebt gezegd
is het ware recht.
Jakob gaat daardoor
in het rechte spoor.
Prijs Hem in zijn woning.
Heilig is de koning!
3. Priesters waren tolk,
baden voor hun volk.
God zag naar hen om:
uit de wolkkolom
kwam tot hen zijn stem
en zij dienden Hem.
Zijn wet, ons gegeven,
heiligt heel het leven.
4. U vergaf hun schuld,
toonde uw geduld.
Maar uw strenge hand
strafte tegenstand.
Hulde aan de HEER,
kniel vol eerbied neer.
Heilig is zijn woning.
Heilig is de koning!
Tekst: Bob Vuijk
Heilige Aartsengel
Michael,
machtige hemelse strijder,
help ons met uw zegen,
bevrijd ons door uw macht,
verdedig ons met uw hemelse legermacht.
aan u vertrouwen wij ons toe,
bescherm ons en neem ons mee naar het Hoogste Goed.
H. Michael, onze hemelse bewaker,
kom ons te hulp en vertroost ons,
o bewaker van degenen die geloof hebben,
vervul ons met de liefde van de Vader,
de vrede van de Zoon,
de genade van de Heilige Geest. Amen.
Gebed voor de Heilige Zielen
5 keer : O Heilige Zielen, laat
het vuur van Gods liefde in mijn ziel binnendringen, om eerder de Gekruisigde
Jezus hier in mij te openbaren op aarde, dan in het Vagevuur.
10 keer : Gekruisigde Heer
Jezus, heb medelijden met de zielen in het Vagevuur.
3 keer Glorie zij
Om 19 uur : Eerste
geheim : Jezus verrijst uit
de doden
De boodschap is GELOOF.
De engel zei tegen de twee vrouwen:
"U hoeft niet bang te zijn. Ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd is;
maar Hij is hier niet meer. Hij is opgestaan, zoals Hij beloofd
had". Mattheüs 28, 5-6
Heer Jezus, U liet zich dopen
door Johannes de Doper. Toen hebt U het water geheiligd en werd U geopenbaard
als de Zoon van God, het Lam Gods dat onze zonden wegneemt. Help ons U te
volgen en licht te brengen in deze wereld.
Maria, wees onze Moeder en begeleid ons op deze weg
Elfde statie : Jezus wordt aan het Kruis
genageld
O Jezus, onpeilbare diepte van
barmhartigheid, ik smeek U, in herinnering aan de Wonden die U tot in het merg
der beenderen en tot in de ingewanden hebben gepijnigd, trek mij, ongelukkige,
uit de vloed van mijn zonden. Verberg mij voor uw aanschijn in de opening van
uw Wonden totdat uw rechtvaardige toorn verzoend is. Amen. (H. Brigitta van
Zweden)
|