Hoe voelt de ‘donkere nacht van de ziel’ aan?
Ik weet hoe het voelt. Naast een vrije wil is ook gevoel
belangrijk in een mens. In de geestelijke wereld zit je op een weg van asfalt.
Ik loop al zolang op de weg. Het pek van de weg blijft bijna aan de schoenzolen
kleven. In de verte zie je heuvels, maar het is zo heet dat je enkel een
luchtspiegeling ziet. Er is niemand te zien, laat staan dat iemand je pad zou
kruisen. Je bent al ontelbare keren op dezelfde plaats beland. Het is alsof je
steeds in een kring loopt. Je bent moe. Soms krijg je gevoelens van
teleurstelling en zou je beginnen wanhopen, maar het is vooral een leegte. Soms
word je bekoord door de duivel.
Maar als dat gebeurt weet je al wat hij gaat doen. Je kent
zijn trucs. In deze troosteloze vlakte is het zelfs voor hem geen uitdaging
meer omdat hij beter zijn tijd kan besteden dan daar te blijven. Ik ken zijn
figuur en zie ze altijd op afstand. In deze vlakte waar in geen kilometers
groen gras of een boom te zien is, of enige vorm van leven is zijn komst geen
verrassing, er is geen echte misleiding meer. Je kent zijn intenties, er is enkel
de noodzaak ertegen te vechten. Ik wacht nooit tot ik zijn gezicht zie. Ik
vecht altijd als de misleiding nog niet te groot is. Het maakt niet uit, hij
blijft op een afstand.
Kijk, het is in essentie een voortdurende strijd met
jezelf. Als je in de werkelijke wereld staat zijn er enkel mensen te zien die,
als ze geloven, met zevenmijlslaarzen vooruitgang boeken. Ze zijn in het prille
begin van hun geloof en Jezus zien ze overal. Maar Ze hebben de weg uit asfalt
nog niet gezien of meegemaakt. Je geloof wordt op de proef gesteld. Je zou het
ze willen vertellen, maar in hun roes zouden ze niet luisteren. Zullen ze als
het moeilijk wordt nog geloven? Geloof is niet altijd rozengeur en maneschijn.
De mooie, geurige roos heeft doornen die in je vingers prikken. Je gaat maar
verder in het geloof dat aan deze ‘donkere nacht’ een einde komt, al is het dan
een tocht in deze stikkend hete vlakte waar de zon ongenadig schijnt.
Je voelt Jezus aanwezigheid niet, maar door de dingen die
je rond je ziet gebeuren kun je niet anders dan vaststellen dat Hij de pionnen
op het zwart-witte schaakbord verplaatst. Je kunt niet anders dan vaststellen
dat Hij alles in handen heeft. Als controlefreak is het soms moeilijk dit aan
Hem over te laten. Door elke keer de loden last vanop je schouders in Zijn
handen te leggen, zie je de gaten in Zijn handen. Ik weet steeds opnieuw waarom
ik de tocht verder zet en blijf hopen. Ik weet zeker dat de ‘donkere nacht van
de ziel’ ophoudt en dat het gras zelfs door de scheuren van de asfalt zal
groeien. Het asfalt zal scheuren, je kunt het niet tegenhouden.
|