Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    22-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven van Maria Magdalena : deel 3

    Magdalena van boze geesten bevrijd

    Heden kwamen zij in een uurtje op de leerplaats boven Azanot. Marta begaf zich tot de H. Vrouwen en vertelde hoe het haar gelukt was haar zuster naar hier mee te brengen. Nadat Magdalena met haar gezellinnen haar reismantel in een herberg had afgelegd en zich weer in haar fantastische pronkkledij uitgedost had, verschenen ook zij nu op de leerplaats. Door hun lawaai, gesnater, verwaande houding en onbeschaamd rondkijken trokken zij de aandacht op zich. Zij gingen vooraan zitten, ver vóór de H. Vrouwen en vormden een aparte groep. Bij hen waren ook mannen van hun soort; zij hadden een open tent laten oprichten en hieronder zaten nu die rijke, opgedirkte, zondige, wereldse vrouwen op zachte stoelen, kussens en tapijten in het zicht van allen. Magdalena zat zeer schaamteloos, vrijpostig en hovaardig vooraan; zij was de oorzaak en het voorwerp van een algemeen gemompel en afkeuring, want in deze omstreken (van Azanot, waar zij landerijen bezat), werd zij nog meer gehaat en verfoeid dan te Gabara.

    De Farizeeën en andere mensen, die getuige waren geweest van haar eerste opvallende bekeringsdaad bij de maaltijd te Gabara en die van haar herval op de hoogte waren, ergerden zich buitengewoon aan haar, en gaven mekaar hun verbazing er over te kennen dat zij het waagde hier te verschijnen. Nadat Jezus eerst vele genezingen bewerkt had, begon Hij een grote en strenge lering. Bovendien gebeurde hier iets wonderbaars. Onder Jezus’ rede riepen af en toe uit verschillende richtingen kinderen die nog nooit gesproken hadden. Men hoorde ze van op de armen van de moeders luid en verstaanbaar roepen: “Jezus van Nazareth! Heiligste Profeet! Zoon van David! Zoon van God!” Dit ontstelde vele mensen en onder meer ook Magdalena. Ik herinner me ook dat Jezus, met het oog op Magdalena, eens zei dat, nadat de duivel uitgedreven en het huis schoon geveegd was, hij met zes gezellen terugkeerde, zijn prooi weer in bezit nam en dat de bezetenheid dan erger was dan te voren. Ik zag dat Magdalena hierbij van schrik was aangegrepen. (cfr. Mt. 12, 43).

    Nadat Jezus op deze wijze vele harten ontroerd had, gebood Hij in het algemeen, terwijl Hij zich naar alle zijden wendde, aan de duivel uit diegenen te gaan, die naar bevrijding verlangden; zij echter die met hem verbonden wilden blijven, moesten hem maar van daar met zich weer mee nemen, wanneer zij de plaats verlieten. Op dit bevel riepen de bezetenen rondom in de kring: “Jezus! Zoon van God!”, terwijl hier en daar mensen in onmacht vielen. Ook Magdalena die op haar pronkzetel aller ogen op zich getrokken had, zonk onder geweldige kramptrekkingen ineen. De andere zondaressen rondom haar wreven haar in met reukwaters en wilden haar wegdragen en ondertussen van de gelegenheid profiteren om zichzelf zonder beschaming uit de voeten te maken, want zij wilden hun duivel behouden. Daar nu het volk rondom riep: “Houd op, Meester, houd op, hier sterft een vrouw!”, onderbrak Jezus even zijn lering en zei: “Zet haar terug op haar stoel! De dood die zij nu sterft, is een goede dood; hij zal haar het leven schenken!”

    Na enige tijd trof haar weer een woord van Jezus; zij zonk opnieuw in kramptrekkingen ineen, en ik zag donkere gestalten, gelijk bij bezetenen, uit haar wijken. Nu was gedurig een groot rumoer en gedrang rondom haar, doordat haar gezelschap poogde haar tot zichzelf terug te brengen, maar zij zette zich welhaast weer op haar zetel, en deed alsof zij in een gewone bezwijming gevallen was. De opschudding werd echter nog groter, toen ook andere bezetenen achter haar op dezelfde wijze in elkander zakten en bevrijd werden. Toen Magdalena nu voor de derde maal in hevige stuiptrekkingen neerviel, werd de ontsteltenis nogmaals groter; Marta ijlde op haar toe. Na het bewustzijn herkregen te hebben, was zij als van haar zinnen. Zij weende hevig en wilde naar de zitplaats van de H. Vrouwen lopen. Haar gezellinnen hielden ze met geweld tegen en zeiden haar dat ze zich nu toch niet als een zottin moest gaan aanstellen en men droeg haar van de berg naar de stad.

    Nu gingen Lazarus, Marta en enige anderen tot haar en namen haar bij zich op in de herberg van de vrouwen, die eveneens allemaal van de berg afdaalden. Maar het werelds gespuis, waarmee Magdalena hierheen gekomen was, had zich reeds van het toneel verwijderd. Jezus genas nu ook nog verscheidene blinden en andere zieken, en daalde dan van de berg naar zijn herberg af. Hij genas ook de zieken die in Azanot lagen en leraarde dan nog in de school. Magdalena was ook hier weer tegenwoordig; zij was nog niet geheel bekomen, maar in haar binnenste nog omgewoeld, en niet meer zo overdadig en vreemd opgesierd. Haar overtollige sieraden had zij afgelegd; ook was zij nu gesluierd. Jezus nam haar in zijn rede in de school nogmaals op de korrel, en toen Hij op een gegeven ogenblik haar doordringend aanblikte viel zij nog eens in onmacht en weerom verliet haar een boze geest. Haar dienstmeiden droegen haar weg. Marta en Maria ontvingen haar vóór de synagoge en brachten haar in de herberg. Maar zij was als volkomen uitzinnig; zij riep en weende en rende door de straten, roepend tot de mensen dat zij een slechte vrouw, een zondares was, het uitveegsel van de mensheid. De H. Vrouwen hadden de grootste moeite om ze tot bedaren te brengen. zij rukte haar pronkklederen van zich af, trok de sieraden uit haar haren, die nu los uit elkander vielen, en hulde zich gans in haar sluier.

    Toen Jezus daarna met de leerlingen en enige Farizeeën in zijn herberg was, waar zij staande iets aten, wist Magdalena zich van de vrouwen te verwijderen. Zij kwam met loshangende haren en onder groot gejammer in de herberg van Jezus, drong tussen alle aanwezigen door, wierp zich vóór zijn voeten en vroeg jammerend en zuchtend of er nog redding voor haar was? Dit ergerde de Farizeeën en leerlingen die tot Jezus zeiden, dat Hij toch niet langer zou dulden dat dit verworpen wijf overal onrust veroorzaakte en dat Hij haar voorgoed weg zou sturen. Maar Jezus sprak: “Laat haar wenen en jammeren, want gij weet niet wat met haar aan het gebeuren is!” Hierop wendde Hij zich tot Magdalena met deze woorden van troost, dat zij van harte berouw moest hebben, geloven en hopen, want dat zij weldra rust en vrede zou vinden en dat zij nu met vertrouwen kon terugkeren.

    Ondertussen waren de dienstmeiden en Marta haar gevolgd en haalden de buitenzinnige weer naar huis, maar zij deed niets dan de handen wringen en jammeren, want zij was nog niet geheel bevrijd, en de duivel verscheurde en pijnigde haar nog met de schromelijkste gewetensknaging en bekoring tot vertwijfeling. Er was nog geen rust in haar en zij waande zich verloren. Lazarus ging op het verzoek van Magdalena aanstonds naar Magdalum, om er het hare in bezit te nemen en aan haar verblijf aldaar en aan al haar betrekkingen een einde te maken; zij had bij Azanot en zowat overal in de omstreken velden en wijngaarden, waarop Lazarus reeds vroeger, met het oog op haar verkwistingen, de hand had gelegd.

    Magdalena wordt van nog drie duivelen verlost

    Jezus is reeds in de nacht, wegens het groot gedrang, met de leerlingen van Azanot naar het oostelijk einde gegaan van de hoogten waarop Dotaïn ligt, in de nabijheid van Damna. Ook daar vindt men een mooie leerstoel en een herberg met (als opzichters) een paar mensen. Heden morgen vroeg vertrokken ook de vrouwen met Magdalena daarheen en troffen er Jezus aan, reeds door vele mensen omringd. Het waren mensen die hulp bij Hem kwamen zoeken. Zodra zijn heengaan bekend was, stroomden vele mensen Hem achterna, en allen die Hem naar Azanot waren gaan opzoeken (doch Hem daar niet meer vonden) trokken Hem insgelijks achterna, en zo kwamen gedurende het hele sermoen telkens nieuwe groepen aan.

    Magdalena zat nu bij de H. Vrouwen; zij voelde zich allerellendigst, zij was door en door vermorzeld. De Heer voer zeer streng uit tegen de zonden van onkuisheid en zei ondermeer dat in hen, die er een beroep en broodwinning van maken, alle ondeugden en alle schandelijkheden der ontucht heersen, die het vuur op Sodom en Gomorra hebben afgeroepen. Maar Hij sprak ook van de barmhartigheid Gods en van de tegenwoordige genadetijd en smeekte de mensen bijna deze genade aan te nemen. Driemaal blikte Hij in deze boetepreek Magdalena scherp aan en driemaal zag ik haar neerzinken en een donkere damp uit haar wijken. Maar de derde maal droegen de vrouwen haar weg, zij was verbrijzeld, bleek als een afgeteerde en nauwelijks nog te herkennen; haar tranen vloeiden onophoudelijk; zij was totaal veranderd. Zij jammerde en was vol ongeduld om haar zonden aan Jezus te belijden en er vergiffenis van te bekomen.

    Jezus kwam nu ook tot haar op een afgezonderde plaats; Maria zelf en Marta leidden ze Hem tegen; zij lag met los en verward haar wenend vóór Hem op haar aangezicht. Jezus troostte haar, en, nadat de andere zich teruggetrokken hadden, riep zij om vergiffenis, bekende haar menigvuldige misdaden en vroeg telkens opnieuw: “Heer, is er nog redding voor mij?” Jezus vergaf haar haar zonden, en zij smeekte Hem haar te verlenen dat zij niet meer zou hervallen. Jezus beloofde het haar, zegende ze en weidde tegen haar uit over de schone deugd van zuiverheid. Hij sprak haar van zijn Moeder, die vrij was van alle vleselijke zonden en Hij prees haar hoog en uitverkoren, wat ik anders nooit uit zijn mond gehoord heb. Hij raadde Magdalena aan haar toevlucht tot Haar te nemen, zich innig aan Haar te hechten en alle raad en troost van Haar te verhopen.

    Toen zij met Jezus weer tot de vrouwen kwam, zei Hij: “Zij was een diepgevallen zondares, maar zij zal ook het voorbeeld van alle boetvaardigen zijn ten eeuwigen dage.” Magdalena was door haar hevige ontroeringen en door haar hevig berouw en tranen niet meer als een mens, maar als een waggelende schim, doch in weerwil van haar tranen en vermoeidheid, het gevolg van haar schokkende emoties, was haar ziel nu gerust. Allen troostten haar met liefde en zij smeekte allen om vergiffenis. Toen nu de andere vrouwen naar Naïm vertrokken en zij te zwak was om te volgen, gingen Marta, Anna Kleofas en Maria de Sufanietin met haar naar Damna, om, na enige rust, de volgende morgen te volgen. De overige H. Vrouwen gingen over Kana naar Naïm.

    Magdalena

    Lazarus is reeds weer te Betanië aangekomen. Hij heeft te Magdalum alles geregeld en een man die hij meegenomen had, daar gelaten als bestuurder van het kasteel en het landgoed. Ik hoop dat ook de man, die tot dan toe met Magdalena daar in zonden geleefd heeft, zich zal beteren, want Lazarus heeft hem niet weggejaagd, maar ernstig en met goedheid vermaand en hem woning en bestaan op het hooggelegen landgoed bij Ginnim aangeboden. Die man heeft het zonder weerstand ootmoedig aangenomen. Aanstonds na haar aankomst te Betanië betrok Magdalena de woning van haar overleden zuster, de stille Maria, die haar zo bemind had. Zij bracht de hele nacht in tranen door, en toen Marta haar ‘s morgens een bezoek bracht, vond zij haar op het graf van de overleden stille Maria. Daar lag zij met loshangend haar en badend in tranen; reeds een hele tijd lag zij daar zo.

    De vrouwen uit Jeruzalem waren aanstonds daarheen teruggekeerd. Zij hadden de hele weg te voet afgelegd en ook Magdalena had niet anders willen reizen, hoewel zij nog zeer ziek was van de doorstane emoties, bezwijmingen en de lange reis te voet, iets wat zij volstrekt niet gewoon was. Ook waren haar voeten bebloed van het gaan. De vrouwen die haar sedert haar bekering onuitsprekelijk beminden, leidden en steunden haar keer op keer. Zij was bleek en kwijnde weg in tranen. Niettemin kon zij haar verlangen om Jezus te bedanken, niet bedwingen. Zij verwijderde zich heimelijk met haar dienstmeid, ging Hem meer dan een uur ver tegemoet, viel vóór zijn voeten neer en besprenkelde deze met tranen van berouw, dankbaarheid en liefde. Jezus reikte zijn hand, hief haar op en sprak vriendelijk met haar, ook over haar overleden zuster. Hij spoorde haar aan in haar voetstappen te treden en te boeten, zoals deze geboet had, hoewel zij heel haar leven van zonden vrij gebleven was. Na deze vermaning keerde Magdalena met haar dienstmeid langs een andere weg terug.

    Jezus te Betanië

    Jezus is deze morgen met Lazarus en de leerlingen vertrokken van Betsoer naar Betanië; dit was een reis van verscheidene uren, want zij volgden een weg om het noorden van Jeruzalem. Zij kwamen voorbij meerdere steden, ook voorbij Emmaüs. Onderweg leerde Jezus hier en daar, want zij zagen vele mensen, die met het opbinden en vlechten van de hagen bezig waren; overigens waren deze reeds groen. Zowat een uur vóór Betanië kwamen Marta, Magdalena en een weduwe Salome hun tegemoet; deze laatste woonde reeds lang te Betanië bij Marta. Wanneer allen in het huis van Lazarus ter rust gegaan waren, zag ik Jezus alleen en eenzaam nog in de nacht op de Olijfberg gaan en er bidden op een verlaten plaats, maar niet de tuin van Gethsemane. Magdalena bewoonde de woning van de godvruchtige stille Maria; dit zijn kleine kamers en dikwijls zie ik haar in een zeer eng plaatsje zitten als in een torentje, dat, geloof ik, een boeteplaatsje is; zij stort nog steeds overvloedige tranen; hoewel niet meer ziek, is zij toch van berouw, spijt en vermorzeling als vernietigd, bleek en uitgeteerd. Lazarus stond op het punt het kasteel van Magdalum te verkopen. De hele verkoopsom hadden Magdalena en Lazarus bestemd tot steun en hulpverlening aan armen, ongelukkige schuldenaars en zondaars. Dit landgoed was aanzienlijker en veel meer waard dan de eigendom te Betanië.

    Magdalena woont nu in Betanië

    Jezus houdt zich in Betanië nog stil. Op de sabbat leraart Hij in het huis en daarna gaan zij in de tuinen wandelen (sabbatwandeling). Hij is ernstig en ook hier spreekt Hij dikwijls over zijn lijden en geeft Hij ook duidelijker te verstaan dat Hij de Messias is. De eerbied en bewondering vermeerderen in allen. In Magdalena kunnen de liefde en het berouw niet sneller aangroeien; zij volgt Jezus overal, zit aan zijn voeten, staat overal op Hem te wachten, denkt slechts aan Hem, ziet alleen Hem, weet van niets dan van haar Verlosser en zonden. Zij onderscheidt zich nog door de edele schoonheid van haar gestalte en voorkomen, maar van haar wenen, treuren en boeten is haar schoonheid toch wat getaand. Zij zit bijna gedurig eenzaam in haar enge boetekamer en wijdt zich aan de nederigste armen- en ziekendienst.

    Lazarus en de zijnen hebben een ruim aandeel, samenwerking en vertrouwelijkheid met Jezus en al zijn leerlingen, want met hun have en goed (= al iemands bezittingen) en al hun krachten steunen zij met levensmiddelen de Gemeente en voorzien zij in al haar noodwendigheden. Ook thans was er weer sprake van het treffen van maatregelen op dit gebied.

    Karakterschets van enige H. Vrouwen

    Jezus heeft enige mensen bezocht en is bij de H. Vrouwen in het huis van de weduwe geweest. Hij was bij hen in de tuin en op- en neerwandelend spraken zij beurtelings en afzonderlijk met Hem.

    Magdalena en de Sufanietin zijn bij lange zo schoon niet meer als voorheen. Zij zijn bleek en vermagerd, hun ogen zijn rood van het wenen. Zij zijn zwijgzaam, teruggetrokken en ingetogen. Marta is zeer actief en bedreven in allerhande werkzaamheden. Joanna Chusa is een lange, bleke, flinke vrouw, ernstig en krachtdadig. Veronica heeft in haar wezen (zijn en doen) veel weg van de H. Catharina: zij is onbeschroomd, dapper, beslist en stoutmoedig. Wanneer zij bij elkaar zijn, dan werken zij. Zij naaien, vervaardigen en bereiden alle voorwerpen, die voor de Gemeente nodig zijn. Dit wordt naar de herbergen en opslagplaatsen verzonden, en daar komen de leerlingen het nodige afhalen, hetzij tot eigen gebruik, hetzij tot aalmoezen voor de armen. Wanneer zij met de nodige voorraad klaar zijn, dan werken zij ook nog voor de arme synagogen. Zij hebben gewoonlijk hun dienstmeiden bij zich, die hen vooruitgaan of volgen en de stoffen en confecties brengen, gedeeltelijk in een lederen reistas als een waterzak, gedeeltelijk om de gordel onder de mantel. De H. Vrouwen werken ook onvermoeid aan dekens, klederen, sandalen en gordels; zij bereiden voorraad, bakken brood en bezoeken armen en zieken.

    De dienstmeiden dragen om het bovenlijf nauwer klederen en hun rokken zijn korter. Wanneer de vrouwen op de een of andere plaats bij elkander zijn, zoals hier te Naïm, dan verwijderen zich ook wel de dienstmeiden en wachten onderweg in herbergen hun meesteressen af. Veronica’s meid was lang bij haar. Zij diende haar nog na het lijden van Christus.

    De ziekte en dood van Lazarus

    Ook één van de neven van Jozef van Arimatea van Jeruzalem is tot Jezus gekomen met de boodschap van Lazarus’ ziekte (1e boodschap). Lazarus is uiterst zwaarmoedig; hij voelt niets meer voor de tempeldienst, is zeer bleek en vermagert zienderogen. Marta en Magdalena verlangen vurig naar de komst van de Heer (2e boodschap) maar Hij gaat nog naar Samaria. Lazarus is nu gevaarlijk ziek geworden. Zijn zusters verlangen zo vurig naar Jezus, dat zij dikwijls tot in de nabijheid van Jericho komen, in de hoop Jezus, als Hij met hun boden meekomt, te ontmoeten (3e boodschap). Maar Hij onderneemt nog een reis naar Jericho en van daar af naar Samaria. Maria is echter te Jeruzalem en gaat vaak naar Betanië.

    Er kwamen boden van Betanië, die Jezus smeekten toch tot Lazarus te komen (4e boodschap), maar zij richtten hun verzoek slechts tot de leerlingen, want Jezus had verklaard dat Hij er nog niet heen zou gaan, daar zijn tijd nog niet gekomen was. De leerlingen wensten vurig dat Jezus naar Betanië tot Lazarus zou trekken, waar zij rustiger en minder gestoord zouden zijn; het oponthoud te Jericho verdroot hen allen.

    Ik zag de Heer, op zijn reis door het bergland van Judea naar Hebron toe, waar Zakarias gewoond heeft, het ene herdershuis na Hij komt nog niet naar Betanië. Ik zie 3 Maria’s Hem tegemoet gaan: de H. Maagd, Maria Heli en de dochter van deze laatste Maria van Kleofas. De H. Vrouwen komen bij Jezus en een bode van Lazarus komt Hem smeken naar Betanië te willen komen (5e boodschap), maar Hij gaat op hun verzoek nog niet in en trekt er nog niet naar toe.

    Jezus is terug in Jeruzalem, waar de H. Vrouwen op Hem waren blijven wachten. Hier waren apostelen en leerlingen bij Hem; zij verbleven in een herberg en ontvingen daar de boodschap van Lazarus’ dood (6e boodschap). Katarina kwam ook te Betanië en ik zag de overleden Lazarus. Zijn zusters verlieten na zijn dood het huis; zijn lijk werd op een plank gelegd en volgens de joodse gebruiken gebalsemd. Hierna werd het in lijkbanden ingewikkeld. In het huis hielden zich vele mensen op. Het lijk werd met de plank in een kist van doorzichtige staven gelegd en ten grave gedragen.

    Marta en Magdalena zag ik na de dood van hun broer Betanië verlaten en zich op weg begeven naar hun landgoed bij Ginea. Op dit landgoed hadden zij (of de bestuurder van het landgoed) Jezus vaak ontvangen. Het leek dat zij daar op Jezus wilden wachten. Maar Jezus ging met zijn gezelschap eerst naar de synagoge van Ginea en hield er een leerrede.

    De opwekking van Lazarus

    ‘s Avonds na de sabbatoefening nam Jezus met de apostelen op het kasteel van Lazarus bij de H. Vrouwen een maaltijd. Magdalena kwam Hem tegemoet gelopen en zei dat Lazarus overleden was. Ach! was Hij toen maar te Betanië geweest (7e boodschap). Maar Jezus antwoordde haar dat het zijn tijd nog niet was, dat het goed was dat hij gestorven was. Zij aten in een grote zaal die aan de ene zijde open was en op een binnenhof uitzicht had. De vrouwen traden pas in de zaal, wanneer Hij begon te leren en hielden zich bescheiden op de achtergrond. Jezus sprak ook over de ergernis, die men in het laatste stadje aan Hem genomen had, en over de nog groter, op komst zijnde ergernis (waarvan zijn lijden en dood het gevolg zouden zijn).

    Jezus zei de volgende dag tot de zusters van Lazarus het hele huisraad van hun broer op zijn plaats te laten. Hij wilde komen, maar pas na enige dagen. De vrouwen gaan immers naar Betanië terug. Jezus keerde met de apostelen echter naar het naburige Ginea terug. En die avond kwamen Jezus en de apostelen aan in een herberg een uur voordat ze in Betanië zouden aankomen. Hier kwamen de boden van Lazarus’ zusters Hem opnieuw uitnodigen (8e boodschap). Jezus liet hen door de leerlingen antwoorden dat Hij na 2 dagen zou komen. In het Evangelie van de H. Johannes staat dat Jezus de boodschap van de ernstige ziekte van Lazarus reeds 3 weken tevoren heeft gekregen. De tijding van zijn dood ontving Jezus in de stad bij Samaria waar Hij bij de H. Vrouwen was en zei dat hij slaapt. Maar op het kasteel van Lazarus sprak Jezus dat hij dood was. Jezus berispte Zijn leerlingen over hun ongeduld. Ze morden omdat Hij zolang talmde om naar Betanië te gaan.

    De dag na het loofhuttenfeest kwam Jezus naar Betanië. Er lagen vele weiden, boomgaarden, open tuinen en lustplaatsen met schaduwrijke bomen. Katarina zag de Heer de apostelen onderrichten, hetzij wandelend, hetzij stilstaand, hetzij neerzitten. Het huis en domein van Lazarus lag tussen de vervallen ringmuren van het dorp, maar een deel van de tuinen en voorhoven erbuiten. Lazarus was nu 8 dagen dood. Ze hadden hem 4 dagen laten liggen, in de hoop dat Jezus hem zou komen opwekken. Zijn zusters waren naar het buitengoed te Ginea de Heer tegemoet gegaan, maar omdat Hij weigerde spoedig mee te komen, waren zij teruggekeerd en hadden Lazarus laten begraven. Nu bevonden zich vele vrouwen en mannen uit Betanië en Jeruzalem bij hen, om met hen, volgens het gebruik de dode te bewenen.

    De vrouwen zaten tezamen, en zo ook de mannen, van de vrouwen afgezonderd. Marta kreeg het bericht dat de Heer naderde. Marta ging in een tuin achter het huis, waar Magdalena eenzaam in een loofhut zat van het uitgestrekte domein en haar zei dat de Heer kwam. Marta liet uit liefde Magdalena het eerst de Heer tegemoet gaan. Maar als Jezus in het gezelschap van zijn apostelen en leerlingen was, liet Hij niet gemakkelijk de vrouwen bij Zich komen. Marta kwam naar Jezus en richtte het woord tot Hem en keerde naar Magdalena terug om haar te melden dat Jezus was aangekomen. Nu snelde Magdalena tot de Heer, en andere Joden gingen haar achterna. Jezus stond aan de rand van Marta’s tuinen. Hij stond te midden van een toeloop van mensen. De zon ging reeds onder. Magdalena viel aan Jezus’ voeten neer en sprak: “Heer! Was U hier geweest, was mijn broer niet gestorven.” Toen zag ik de Joden wenen en ook Jezus werd door weemoed aangegrepen en weende (Joa. 11, 35). Hij ging in de voorhof dat als loofhut was ingericht en Hij stak een lamp aan. Hij en de apostelen aten iets en dronken uit bekers.

    Hij onderrichte zeer lang de aanwezigen. Katarina hoorde dat sommige van de toehoorders, waarvan velen buiten de loofhut stonden talrijker werden en fluisterend morden, omdat Hij Lazarus niet in leven had gehouden. De Heer was zeer bedroefd en ontroerd en Hij hield in de loofhut een lange toespraak over de dood, die tot tegen de morgen duurde. Het was zeer vroeg in de morgen, toen de apostelen en Jezus naar het graf gingen. Ook waren Lazarus’ zusters en nog 7 andere vrouwen erbij en bovendien een massa volk. Zij volgden een pad met aan beide zijden aftuiningen en gingen dan naar het kerkhof. Die begraafplaats was met een muur omgeven. Het was een heuvel met keldergewelven, waarin graven waren. De eerste kelder werd geopend en Jezus en de apostelen traden erin. Magdalena, Marta en de andere vrouwen stonden in de deur. Het gedrang was zo groot dat de mensen nieuwsgierig op de grafheuvel en op de muren van het kerkhof klauterden om te kunnen zien. Vóór het graf staande, beval Jezus aan de apostelen de steen op te lichten. Zij deden het en plaatsten de steen en ook de deur die er onder lag, tegen de muur. Nu zei Marta tot Jezus dat hij reeds 4 dagen in het graf was en al rook, en Jezus antwoordde haar.

    De apostelen namen nu ook het lichte, gevlochten deksel van de kist, zodat men het omwonden lijk zag liggen. Jezus schouwde naar omhoog, bad luidop en riep dan met luide stem: “Lazarus! kom buiten!” Op dit geroep verhief zich het lijk in zittende houding, en onder de menigte daar buiten ontstond een geweldig dringen en drommen naar binnen. Maar de Heer beval aan sommige apostelen de mensen weg te drijven; zij deden dit en dwongen hen tot buiten het kerkhof te gaan. De overige apostelen stonden in het graf naast de kist, en namen de zweetdoek van het aangezicht van Lazarus, die als slaapdronken was. Zij ontdeden zijn handen en voeten van de banden, welke zij overhandigden aan personen die buiten het graf stonden en die hun een mantel overreikten. Nu steeg Lazarus uit de kist en uit het graf, maar hij wankelde nog als een schim. Zij hingen hem de mantel om en hij schreed als een slaapwandelaar de Heer voorbij en de deur uit, waar zijn zusters en andere vrouwen schuw als voor een geest achteruit weken en, zonder hem aan te raken, op hun aangezicht neervielen.

    Maar Jezus trad achter Hem uit het graf en nam hem vriendelijk en ernstig bij de handen. Nu begaven zij zich naar de woning van Lazarus. Het gedrang was groot, maar er was een zekere schrik onder de mensen, en zo kreeg de stoet ruimte, dwars door de toegelopen menigte, die zich nu bij de stoet aansloot. Lazarus ging als zwevend, en had nog de schijn van een lijk. Jezus ging naast hem; de anderen gingen al wenend en snikkend in stomme, bange verwondering er omheen. Zij kwamen weer door dezelfde oude poort, op de weg tussen de met groen begroeide aftuiningen en keerden terug naar de loverzaal, vanwaar zij uitgegaan waren. Hier trad de Heer met Lazarus en de zijnen binnen. De volksmenigte verdrong zich er omheen en er heerste een groot gewoel. Hier ging Lazarus voor Jezus plat op de grond liggen. Jezus sprak hier nog een tijdlang en men zond de menigte weg. De Heer trad met zijn gezelschap omstreeks de middag in het huis van Lazarus, dat een honderdtal stappen van daar was. Hier gingen zij in een open eetzaal die gesloten werd en de vrouwen gingen in de keuken de maaltijd bereiden.

    Jezus, de apostelen en Lazarus waren nu alleen. De apostelen stelden zich op in een kring rondom Jezus en Lazarus. Lazarus knielde neer voor de Heer, die Zijn rechterhand op Lazarus’ hoofd legde en met een lichtverspreidende adem zevenmaal over hem blies. Katarina zag toen een donkere damp van Lazarus wijken en daarin zag ik de duivel als een zwarte vliegende gestalte achteruit wijken buiten de kring, in de hoogte, grimmig en onmachtig. Hiermee wijdde Jezus Lazarus toe aan zijn dienst. Hij reinigde hem van alle samenhang met de wereld en haar zonden, en sterkte hem met geestelijke gaven. Hij sprak hem nog lang toe en zei dat Hij hem opgewekt had, om door hem gediend te worden. Ook voorzegde Hij hem dat hij grote vervolgingen van de Joden te lijden zou hebben. Tot nog toe was Lazarus met de lijkdoeken omhuld en nu ging hij ze afleggen en zich kleden en pas dan omhelsden hem zijn zusters en zijn vrienden, want te voren geleek hij nog enigszins op een lijk, dat schrik inboezemde. Ik heb ook gezien dat zijn ziel, sedert ze van zijn lichaam gescheiden was, in een stille, halfverlichte plaats zonder pijn was geweest, en dat zij daar aan de rechtvaardigen, aan Jozef, Joakim, Anna, Zakarias, enz. vertelde hoe ver het met de Verlosser en Zijn werk op aarde gekomen was.

    Lazarus ontving door het aanademen van de Heer de 7 gaven van de H. Geest en werd van alle aardse banden die hem verstrikt konden houden, bevrijd. Hij heeft deze gaven vóór de apostelen bekomen, omdat hij door zijn dood de kennis van grote geheimen had verkregen. Hij had een andere wereld gezien. Hij was reeds eenmaal gestorven en nu wedergeboren; daarom kon hij deze gaven nu reeds ontvangen. De persoon van Lazarus is de belichaming van een verheven en hoogst belangrijk geheim. Nu werd een grote maaltijd bereid en zij lagen allen aan tafel aan. Een man nam de tafeldienst waar. De vrouwen naderden na de maaltijd, maar bleven op de achtergrond, om eveneens Jezus’ lering te horen. Lazarus zat naast Hem. Rondom het huis was een verbazend gewoel, want vele mensen waren zelfs van Jeruzalem gekomen. Er waren zelfs ordehandhavers die het huis rondom bezet hielden. Jezus belastte de apostelen ermee de mensen en de wachten weg te sturen. Na nog een toespraak bij het licht van de lampen gehouden te hebben, zei Jezus tot de leerlingen dat Hij met 2 apostelen naar Jeruzalem wilde gaan. Toen zij zijn aandacht op het gevaar vestigden, antwoordde Hij: “Niemand zal Mij herkennen, Ik zal er incognito zijn.” Vervolgens sliepen zij nog enige uren tegen de wanden.

    Betanië en graf van Lazarus

    Betanië betekent ‘Huis der dadelen’. Het HUIDIGE dorp heette bij zijn ontstaan rondom het graf van Lazarus: Lazarium. Later veranderde deze naam in de mond der Arabieren in el Azarijeh, ‘dorp van Lazarus’, aan wie het ook zijn naam ontleend had. Het ligt een paar honderd meter ten oosten van het oude Betanië, waarvan de ligging duidelijk blijkt uit de overgebleven waterbakken en grotten. Deze treft men aan, zoals overigens ook de el Azarijeh, aan de moderne weg naar Jericho en aan de voet van de heuvel Azarijeh, die de verlenging of uitloper is van de Olijfberg.

    Lazarus’ domein strekte zich uit van de heuvel dj. El Azarijeh tot tegen het oude Betanië en bevatte ook het graf. Achter Betanië daalt de bodem vlug naar het oosten en begint de woestijn, die zich uitstrekt tot aan de voet van het gebergte nabij Jericho. Uit het oosten gezien heeft het arme, ellendige Musselmans dorp een schilderachtig uitzicht. Het graf van Lazarus is nog steeds een aantrekkingspunt voor de pelgrims. Toch wordt de echtheid ervan wel eens in twijfel getrokken, niet wat de omgeving betreft, maar wat de juiste plek, de bepaalde grot betreft. De heuvel met zijn verschillende grafruimten verdween door de bouw van de constantijnse basiliek en werd alles rond Lazarus’ graf weggehouwen, om alleen dit graf ter verering te bewaren en achteraan in de kerk onder te brengen. Zo deed men ook te Jeruzalem. Alleen Jezus’ graf en de rotsblok van Calvarie werden behouden, maar alle overige rots rondom werd voor de basiliek weggehouwen.


    trap afdalen om naar Lazarus' graf te gaan


    ingang van grafkamer van Lazarus


    ingang van het complex waar vroeger al de grafkamers waren gelegen, enkel de grafkamer van Lazarus werd behouden


    complex van grafkamers