Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    19-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven van Maria Magdalena : deel 1

    Het leven van Maria Magdalena - Anna Katarina Emmerick

    Lazarus zag er veel ouder uit dan Jezus; hij leek me wel 9 jaren ouder; hij had een groot huishouden, met talrijke dienstboden, uitgestrekte goederen en tuinen. Marta had haar eigen woning; zij had, naast Magdalena, nog een zuster, die, afgezonderd, op haar eigen leefde en Maria heette. Ook deze had een afzonderlijke woning. Maar Magdalena leefde nu te Magdalum (ten noorden van Tiberias op de westkust van het Meer Gennezaret) op haar kasteel.


    Magdala of Magdalum ligt boven Tiberias.


    Een steen dat van de synagoge was te Magdalum.


    Vergezicht over Magdalum aan het Meer van Galilea, Meer van Gennesareth.

    Lazarus is sedert lang met de H. Familie bekend. Reeds vroeger had hij Jozef en Maria bij hun vele aalmoezen ondersteund (giften gedaan om er aalmoezen mee te kunnen geven). Velen meenden dat Magdalena bezeten was door de duivel. Zij woonde reeds op een kasteel op haar eigen. Katarina zag Magdalena op haar kasteel staan. Achter haar verschijnt een licht als een maan! Maar vóór haar is het als een zwarte berg: die is het welke zij onder de voet moet krijgen, dan is zij gered! Zij is onvruchtbaar; anders had het donkere in haar een groter uitbreiding gekregen. Het zou haar vastgehouden hebben aan de wereld. Doordat zij Jezus erkend en boete gedaan heeft, heeft zij vele kinderen gebaard naar de geest! (geestelijk : Ik zie daar ook de Moeder van God. Deze trapt de zwarte berg neer, die vóór Magdalena oprijst. Daar staat Magdalena nu geheel in het licht van de maan. Zij is helder geworden en op de maan staat de Moeder van God.)

    Magdalena in de tijd toen Jezus pas begon te prediken

    Ik ging geestelijk op mijn reis, na Johannes de Doper verlaten te hebben – hij was nog aan het preken – naar Magdalena te Magdalum. Ik moest weer over de Jordaan gaan. Ik trof gasten bij haar aan. Ze lagen om een tafel in een zaal die met spiegels en groene boompjes versierd was. De maaltijd scheen ten einde te lopen. De deelnemers waren een twaalftal Joden en heidenen. Één van hen scheen daar te wonen en door de anderen als Magdalena’s man en Heer des huizes beschouwd te worden. Nochtans was hij haar man niet, doch slechts een minnaar die daar binnengedrongen was en met wie zij leefde. De overigen waren vrienden van hem en doorreizende vreemdelingen en officieren, onder dezen waren er ook Romeinen en meerdere van hen lagen hier in garnizoen. De bezoekers of gasten waren artiesten, officieren en avonturiers, volstrekt geen voorname personen.

    Magdalena scheen aan lager wal geraakt door haar verkwistend en slecht leven, hoewel ze anders nog zeer schoon was. Haar kleren waren niet bijzonder prachtig, maar opvallend door hun zonderlingheid, ook droeg zij geen sluier. Er waren hier bijna dagelijks zulke ontvangsten en gastmalen, want zij was zeer vrijgevig en verkwistend. Het huis en de hoven waren verwaarloosd en zagen er vervallen uit. Hierop maakten de zalen die zij bewoonde, een uitzondering.


    Zo zag Maria Magdalena eruit als ze zich had opgesmukt.

    Magdalena was in het begin ook bij de maaltijd en ik was getuige van een gesprek van de mannen, geheel in de trant, waarop men ook hedendaags over heilige zaken spreekt. Magdalena liet zich met hoogachting en met een heimelijke ontroering uit over Jezus, die zij in Jizreël eens had gezien; zij maakte ook gewag van Veronica als van een voorname vrouw, die haar vóór acht dagen op haar reis naar Maria had bezocht en die voor Jezus de hoogste achting en een onvoorwaardelijke toewijding had.

    Maar dan vielen de mannen, op alle manieren en tegelijk, onder mekaar tegen haar uit. Vergetend dat zijzelf een goddeloos gezelschap waren van verblinde heidenen en joodse wetsovertreders, vroegen zij haar verwonderd hoe zij zulk een mens en zijn aanhang kon verdedigen? De vrouw van wie zij sprak, moest ook wel zeer verblind en weinig op haar eer gesteld zijn om zich met zulke mensen bezig te houden. Jezus’ familie toch was vervallen in hun ogen, zeer verarmd, bijna gespuis geworden. Jezus, lasterden zij, trekt als een gekke landloper zonder schoenen aan de voeten, overal rond. Als zijn vader gestorven was, heeft Hij, in plaats van een eerlijk ambacht uit te oefenen om voor zijn Moeder de kost te winnen, deze in de steek gelaten, en nu zwerft Hij door het land om overal het volk op te stoken.

    Ze zeiden verder over Jezus dat Hij in Galilea een mooi gezelschap van onwetende en luie vissers heeft gevonden; deze hebben ook hun familie laten zitten en zijn Hem nagelopen, in plaats van te werken. Maar men weet reeds met wie men te doen heeft. Wegens verspreiding van valse leer en onrust onder het volk, heeft men Hem op het paasfeest uit Jeruzalem gejaagd en bij dezelfde gelegenheid heeft men ook zijn Moeder naar haar huis teruggezonden. Doch in plaats van uit die les voordeel te trekken, draaft Hij nu in het Noorden van Galilea rond, brengt de mensen het hoofd op hol en verwekt overal stoornis, onrust en wanorde.

    Er waren ook Romeinen in het gezelschap en dezen zeiden van hun kant: “Het is wonderbaar welk een opzien die landloper baart. Tot in Rome heeft Hij vrienden. Lentulus, een figuur uit de aristocratie, een patriciër en staatsman, is een geestdriftig bewonderaar er van. Telkens als er schepen uit Judea aankomen, is hij er als de kippen bij, in de hoop door zijn navraag enig nieuws over Jezus en zijn werken te bekomen. Vrienden en ondergeschikten in Judea draagt hij op hem inlichtingen over Jezus te bezorgen.

    In het begin van dit gesprek zag ik de goede gesteltenis van Magdalena weerom verkoelen. Die lastertaal scheen indruk op haar te maken, doch toen het spotten té banaal werd, begaf zij zich in een zijvertrek, waar ze zich gewoonlijk ophield. Haar zelfrespect kwam tegen zulke gemeenheid en ongemanierdheid in opstand; zij voelde hoe laag ze gezonken was. Vroeger was haar vriendenkring ten minste verfijnder. Zij voelde haar slavernij. Zij dacht aan de woorden van Veronica, aan de zeden van haar eigen zusters: de ellende drukte haar neer.

    De man met wie zij samenleefde – hij was zeer schoon – volgde haar om te vragen of er haar wat deerde. Zij antwoordde slechts met tranen en wilde alleen zijn; haar kamervrouwen waren bij haar; ze had er 2: de ene was ondeugend, maar de andere goed, en deze laatste zond aan de familie regelmatig berichten over Magdalena’s toestand, het leven en de gang van zaken op het kasteel. In dit visioen zag ik de zielsgesteldheid van Magdalena op dit tijdstip: ze was zeer diep gezonken.

    Eens had een blik van Jezus te Jizreël haar diep en heilzaam getroffen. Toen liep Jezus in de straat met zijn leerlingen en Magdalena stond voor een raam in een herberg. Maar die indruk was stilaan weer vervlogen, raakte uitgewist en daarna was zij nog dieper gezonken. Maar de gedachte dat zij vervallen was van de vorige glans van haar zondig leven, werd aanleiding tot een nieuwe emotie; het stormde in haar ziel; de inwendige strijd herbegon. Toen Veronica haar kwam bezoeken, overnachtte zij er ook. Deze eerbare, reeds bejaarde vrouw bezocht Magdalena telkens als zij naar Maria reisde; ze ging intiem met Magdalena’s familie om en gebruikte haar invloed om Magdalena tot beter gevoelens en bekering te brengen. Veronica en bevriende bezoekers kwamen nooit in dat gedeelte van het kasteel, waar Magdalena zich aan haar vermaken overleverde. (Niet in het hoofdgebouw, dat ruim was, maar in een ontvangstplaats in een zijvleugel of ook in het voor- of inganggebouw).

    Zulke bezoeken vielen haar enerzijds smartelijk, omdat zij zich schaamde en vermaningen moest slikken. Anderzijds vleiden ze haar trotsheid: zij hoopte dat die bezoeken van vrome mensen haar in de ogen der wereld zouden doen doorgaan voor een fatsoenlijke vrouw, over wie haar achtbare en voorname verwanten zich niet hoefden te schamen. Ook de latere apostel Jakobus de Meerdere zag ik eens hij haar, enige tijd vóór Marta haar uitnodigde tot de prediking van Jezus, waardoor zij bekeerd zou worden. Vol hartelijk medelijden met haar lot ging Jakobus haar opzoeken te Magdalum om haar hetzelfde besluit te doen nemen, nl. naar Jezus’ preek te gaan luisteren. Hij wilde eigenlijk weten hoever haar weerspannigheid ging. Ik zag hem later nog meermalen bij haar. Hij schiep zich de gelegenheid daartoe door boodschappen die Marta hem toevertrouwde. Magdalena ontving hem niet in haar kasteel (of hoofdgebouw van haar kasteel), maar in een bijgebouw. Ze vond behagen in zijn verschijning.

    Jakobus had inderdaad een voornaam en imponerend voorkomen. Hij sprak bezadigd, verstandig en op innemende wijze. Zijn woorden waren vol wijsheid. Zij veroorloofde hem haar te bezoeken, telkens als hij in het gewest zou komen. Anderzijds hield zij die bezoeken zo verborgen mogelijk, want ze was toen niet zonder relaties. De man met wie ze leefde, bleef onkundig van die gesprekken met Jakobus. Deze toekomstige apostel sprak haar op geen berispende wijze toe, maar met achting en vriendelijkheid. Hij prees haar groot verstand en nodigde haar uit om toch eens naar Jezus te komen luisteren, want een geestrijker man, een welsprekender redenaar zou zij nooit hebben gehoord. Er was werkelijk bij Hem veel te leren. U hoeft u niet bekommerd af te vragen, redeneerde hij, van welk een stand en gezindheid en klederdracht de andere toehoorders zullen zijn, U mag er in uw gewone opschik verschijnen.

    Magdalena nam deze vriendelijke uitnodiging goedwillig aan. Zij wilde er eens over nadenken; ze was ook zeer geneigd het te doen, en toch stelde ze zich nog zo ruw en weerbarstig aan, toen Marta haar daarna hetzelfde dringend verzoek herhaalde. Overigens was Marta niet nader op de hoogte van Jakobus’ betrekkingen met Magdalena; ik zag hem meerdere keren bij haar.

    Geboortefeest van Magdalena’s minnaar

    Terwijl Jezus van Zedad huiswaarts reist wordt Joannes de Doper in de late namiddag gevangen genomen. Heden op mijn weg naar Kafarnaüm kwam ik ook te Magdalum bij Magdalena. De namiddag was reeds gevorderd; er was een dansfeest aan de gang, ik meen naar aanleiding van de verjaardag van de man met wie zij toen samenhokte en die ik onlangs reeds gezien had. Hij was een jood en soldaat en lag hier te Magdalum in garnizoen. Magdalena’s minnaar heette Pappus ben Juda. Na met hem gebroken te hebben, knoopte zij later betrekkingen aan met een officier van Herodes Antipas. Hij heette Panter en lag te Magdalum in garnizoen.

    Ik zag een dans. Hij speelde zich af in een ruime prachtige zaal, naast de eetzaal. Ook hier in deze zaal konden de dansers en danseressen in grote spiegels hun eigen wendingen en buigingen zien. Aan de ene zijde was een verhoog met zitplaatsen met kussens en met aan de voorkant een afhangend behangsel. Hier zat Magdalena of wandelde zij met gasten op en neer; ik zag haar niet meedansen en ook schonk zij weinig aandacht aan de genodigden, noch dezen aan haar. Het feest scheen ingericht tot hulde aan haar minnaar. De gasten beschouwden heel dit gebeuren als iets gewoons, normaal behorend bij het leven, waarbij geen angstvallige hoofdbrekerij te pas komt.

    Het gezelschap bestond inderdaad uit lichtzinnig gespuis, ijdele vrouwen en meisjes, die naar de wereld en buiten de Wet leefden, uit officieren en beambten van Magdalum, uit avonturiers. De muzikanten waren bijna allemaal kinderen, jongens en meisjes met kransen, fluiten en triangels. De dans was niet springend, noch ronddraaiend gelijk bij ons, maar bestond in een bestendig, sierlijk door mekaar wandelen, met kleine zwevende passen, die samengingen met een gestadig en bevallig heen en weer bewegen van het hele lichaam, van hoofd en handen. Op zichzelf waren die wiegende bewegingen gemeten en welvoeglijk, maar in zijn geheel was die dans niettemin een vertolking van allerhande driften en dwaasheden, een bestendig pronken, ophitsen en lokken met het lichaam.

    De vrouwen hadden zeer lange slepen, maar waren niet gesluierd, zoals alle deftige Jodinnen bij de dans. Ook waren de handen hier niet bedekt, zoals bij deze, maar nochtans raakten zij mekaars handen niet aan, tenzij met doeken die zij in de hand hielden. Ik heb in het algemeen, zelfs bij lichtvaardige Jodinnen, nooit een aanstotelijke vertrouwelijkheid met de mannen in de tegenwoordigheid van anderen gezien, ook geen kus, maar bij de heidenen en Romeinen was het gedrag tussen beide geslachten zeer los en lichtzinnig.

    De dansenden behoorden tot die zondige wereld van uiterlijk voorname, maar inwendig bedorven mensen, die volgens het vlees leven en hun schande en afschuwelijkheid met mooie kleren en verfijnde manieren bedekken. Nochtans, ook wat dit punt betreft, waren ze minder voornaam en beschaafd dan Magdalena’s vroeger gezelschappen, die meer uit ontwikkelde, geestrijke mannen, geleerden en kunstbeoefenaars bestonden. In de vorige jaren las en maakte men er gedichten en raadsels. Hierdoor voelde zij duidelijker hoe diep zij gezonken was; daarom liet het feest haar onverschillig. De dans had overdag plaats. Ik zag hen daarna in de spiegelzaal aan een prachtig bedekte tafel aanliggen. De vrouwen zaten aan de ene zijde bij elkaar, de mannen lagen aan de andere zijde aan. Magdalena zat tussen hen op een met kussens beklede zetel. Nadat zij ter tafel gegaan waren, kwamen nog enige gasten binnen en dezen brachten het nieuws mee dat Herodes Joannes de Doper gevangen had doen nemen.

    Deze tijding werd op instemmende toejuichingen, die deden walgen, onthaald. Daar Magdalena er bedroefd over scheen en met enige woorden haar afkeuring te verstaan gaf, lachten de mannen haar uit en begonnen met Joannes te spotten. Magdalena was hierover misnoegd en van droefheid overstelpt. Zij verliet aanstonds de tafel en begaf zich in een aangrenzende kamer, waar zetels met kussens stonden; het was haar woonkamer naast de eetzaal. Hierop verliet ik haar.

    Marta ging naar Magdalena om haar ertoe te bewegen zich met Maria de Sufanietin en met Dina de Samarietin naar een grote bergprediking te begeven, welke Jezus deed op de berg die boven Gabara uitsteekt. Magdalena ontving haar in de ene zijde van haar ietwat vervallen kasteel, tamelijk welwillend, en zij leidde haar in een kamer niet ver van haar salons, maar niet in die prachtzalen zelf. Er was een mengeling van goede en slechte schaamte in haar; enerzijds schaamde zij zich over haar eenvoudige, godvruchtige, zedig geklede zuster, die met Jezus door het land trok in een gezelschap waarvoor haar vrijers niets dan verachting aan de dag legden. Anderzijds zag zij er tegen op Marta in die zalen te brengen, die het toneel van haar dwaasheden en ondeugden waren.

    Magdalena was neerslachtig en haar gemoed reeds gebroken. Alleen ontbrak haar de kracht om haar banden te breken. Zij was bleek en aan de droefheid ten prooi. Ik heb reeds vroeger, toen ik de laatste maal haar situatie en haar gemoedsstemming mocht aanschouwen, bemerkt dat zij zich gebonden, ellendig en vernederd voelde. De man met wie zij een zondig leven leidde en die haar domineerde, begon haar bezwaarlijk te zijn. Zij leed onder zijn lage gevoelens, te meer daar reeds eenmaal een prediking van Jezus, die een eenvoudige blik op haar wierp, haar omgewoeld had.

    Marta behandelde haar met veel takt en liefde. Ongeveer als volgt sprak zij haar toe: “Dina de Samarietin en Maria de Sufanietin, die gij beide kent, twee innemende, geestrijke, beminnenswaardige vrouwen, nodigen u uit om met hen de prediking van Jezus op de berg te gaan aanhoren; het zal hier dichtbij zijn; zij gaan er heen en zouden u dolgraag in hun gezelschap hebben. Gij hoeft u over haar voor het volk niet te schamen; gij weet, het zijn bevallige vrouwen, net en keurig gekleed en wel gemanierd. Het is een indrukwekkend schouwspel: die massa mensen, het ongehoord redenaarstalent van de Profeet, de zieken die Hij geneest, de moed en durf, waarmee Hij Farizeeën de waarheid zegt zonder hun tegenwerking te vrezen.

    Veronica, Maria Chusa en de Moeder van Jezus zelf, die het zo goed met u meent, wij allen zijn overtuigd dat gij ons voor deze uitnodiging dankbaar zult zijn. Vast en zeker zal dit u in een gelukkiger stemming brengen; gij zult nieuwe levenslust krijgen en herleven. Gij schijnt hier nu zo verlaten; wie uit uw gezelschap weet uw hart en uw talenten te waarderen? Wie laat deze recht wedervaren? Aan zulke vriendinnen hebt gij behoefte. O, indien gij slechte een korte tijd bij ons in Betanië waart! Wij horen zoveel wonderbare dingen en hebben zoveel voor de goede zaak te doen en ge hebt altijd zulk een goed en liefderijk hart gehad! Een hart altijd vol menslievendheid en barmhartigheid! In elk geval moet ge ten minste morgen met ons eens naar Damna meegaan. Daar is een herberg voorbehouden voor onze vrouwengroep. Ge kunt er een aparte kamer hebben en afgezonderd blijven en slechts spreken met hen die gij kent!”

    Op deze manier sprak Marta nog langer tot haar zuster. Elk woord, elke toespeling die haar had kunnen kwetsen, wist zij te vermijden en voorop alle moeilijkheden te beantwoorden. Van haar kant was Magdalena in haar neerslachtigheid geheel gewillig. Wel opperde zij nog enige moeilijkheden, maar gaf eindelijk toe en beloofde Marta morgen vroeg met haar naar Damna te reizen; zij at ook met haar en kwam ‘s avonds uit haar kamers dikwijls tot haar.

    Marta en Anna van Kleofas baden ‘s avonds nog tot God opdat Jezus deze reis voor Magdalena rijk aan heilzame gevolgen zou laten worden. Magdalena schijnt een grote emotie (tot haar bekering leidend) nabij te zijn, maar me dunkt dat zij daarna nog eens zal hervallen; hoe zij door Jezus van zeven duivelen verlost is geworden, heb ik nog nooit aanschouwd.

    Magdalena vervoegt de H. Vrouwen te Damna

     ‘s Middags zag ik Maria Magdalena met haar dienstmeid en met Marta en Anna van Kleofas van Magdalum naar Damna tot de H. Vrouwen reizen; zij reed op een ezel, want nooit ging zij te voet. Wel was zij opvallend sierlijk gekleed, maar toch niet zo potsierlijk en overdreven getooid, zoals later bij haar tweede bekering. Damna kan ongeveer 2 uren van Magdalum zijn. Zij kwam daar in dezelfde herberg, maar betrok een afzonderlijke kamer voor zich alleen en sprak niet met Maria noch met Veronica. De Sufanietin en de Samarietin bezochten haar beurtelings; ik zag ze samen in zacht, hoffelijk en vertrouwelijk gesprek; de vertrouwelijkheid van de bekeerde zondaressen evenwel was ietwat onwennig en terughoudend. Maar deze vervreemding loste zich weldra op in tranen en uitlatingen van vrouwelijke mededeelzaamheid, in blijken van begrip en genegenheid.

    In de namiddag zag ik Magdalena met de Sufanietin en de Samarietin, met haar meid en Anna van Kleofas in een herberg aan de voet van de leerberg hun intrek nemen. De overige vrouwen gingen niet naar de prediking om Magdalena niet hinderlijk te zijn. Zij waren naar Damna gegaan, omdat zij wensten dat Jezus daar tot hen zou komen en niet naar Kafarnaüm zou gaan, waar de Farizeeën, zoals de laatste maal, ten getale van zestien bijeengekomen waren; dezen verbleven weerom in hetzelfde huis en ook waren weer alle gewesten in die commissie vertegenwoordigd; zij hebben zich nu daar vast genesteld, omdat Kafarnaüm het middel- en uitgangspunt van Jezus’ reizen is.

    Prediking op de berg boven Gabara. – Eerste bekering van Magdalena

    Reeds ‘s morgens en goed bijtijds was Magdalena met haar meid, met Maria de Sufanietin, Dina en Anna van Kleofas op de berg, die met verscheidene heuvelen (terrassen) van de kant van Magdalum oprijst. Ontelbare mensen waren daar reeds in het rond gelegerd en velen hadden met ezels spijzen naar boven gebracht. Zieken van alle aard werden naar boven gedragen en gevoerd en in afdelingen, overeenkomstig de aard van hun ziekte, op verschillende plaatsen, nader of verder neergezet; er waren lichte tenten of ook loofhutten voor hen opgericht, die schaduw verleenden. Er waren leerlingen van Jezus op de berg, die de mensen met liefde en voorkomendheid hun plaats aanwezen, die ze rangschikten en op alle wijzen hielpen.

    Om de leerstoel was een halfcirkelvormige muur, doch de ruimte binnen de muur was geen diepe kom, was niet uitgediept. Boven de leerstoel was een dak en hier en daar waren tenten boven de toehoorders gespannen. Magdalena en de vier vrouwen hadden op enige afstand een gemakkelijke zitplaats op de hoogte; de vrouwen zaten tezamen. Jezus kwam met de leerlingen om 10 uur boven op de berg aan. De Farizeeën, Herodianen en Sadduceeën vergezelden Hem en Jezus beklom de leerstoel, terwijl de leerlingen aan de ene zijde en de Farizeeën aan de andere zijde binnen de kring van de halfronde muur plaats namen.

    Er werden in de toespraak meerdere rustpozen gehouden, waarin de mensen met elkaar van plaats verwisselden en een andere groep nader tot de leerstoel trad. Vele gedeelten van zijn boetprediking herhaalde Jezus voor de nieuwe groepen toehoorders en in zijn onderbrekingen namen de mensen en ook Jezus een kleine verversing; men bood Hem brood aan en reikte Hem drank toe.

    De rede die Jezus hield, was een van de scherpste en geweldigste die Hij ooit heeft gedaan. Nog eer Hij bad, aanstonds in het begin, waarschuwde Hij de toehoorders om geen aanstoot aan Hem te nemen, wanneer Hij God zijn Vader zou noemen. Immers, al wie de wil van zijn hemelse Vader doet, is zijn zoon, en Hij getuigde en bewees dat Hij de wil van zijn Vader deed. Hierop bad Hij tot zijn Vader met luide stem en dan begon Hij een strenge boetprediking in de trant van de toespraken vol bedreiging van de oude godsmannen. Hij overliep alles wat van de tijd der Belofte van de komst van de Messias af geschied was, haalde de bedreigingen der profeten en de vervulling daarvan aan als voorbeelden en bewijzen, zo voor de tegenwoordige tijd als voor de naaste toekomst.

    Jezus bewees de komst van de Messias in deze tijd uit de vervuiling van de profetieën; Hij sprak over zijn voorloper Joannes de Doper, de wegbereider, van wie Hij getuigde dat hij Zijn voorbereidingswerk behoorlijk volbracht had, maar dat zij nog altijd versteend bleven. Hij hekelde striemend al hun ondeugden, hun schijnheiligheid, hun afgoderij ten opzichte van het zondige vlees, waarvan zij de slaven en aanbidders waren. Hij schilderde de Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen met hun kenmerken zeer scherp af. Hij dreigde zeer nadrukkelijk met Gods toorn en naderend vonnis. Hij toonde reeds in het verschiet de verwoesting van Jeruzalem en de tempel en riep “WEE” over dit land.

    Hij haalde ook veel aan uit de profeet Maleachi en paste een passage toe op de voorloper en de Messias (Mal. 3, 1-4); Hij verklaarde dat zijn profetie wees op een rein, nieuw spijsoffer (Mal. 1, 11), hetgeen ik duidelijk van het H. Misoffer verstond, maar de Joden verstonden het niet. Ook sprak Hij nog van het vonnis over de goddelozen en de terugkeer van de Messias op de jongste dag (tweede komst) en van het vertrouwen en de troost der godvrezenden (Mal. 3, 18; 4, 3-5; Ps. 2, 13).

    Hij voorspelde ook dat de genade hen zou verlaten en naar de heidenen overgaan (cfr. Mt. 8, 11; 21, 43). Hij richtte het woord tot de leerlingen, eiste van hen getrouwheid en geduld, uithouding en volharding en kondigde hun aan dat Hij hen tot alle volken zou zenden om aan allen de zaligheid te verkondigen. Hij waarschuwde hen om het niet met de Farizeeën, noch met de Sadduceeën, noch met de Herodianen te houden en Hij tekende deze openlijk scherp af en karakteriseerde hen met treffende vergelijkingen, ja, Hij wees zelfs recht naar hen; dit was voor de Herodianen des te pijnlijker, omdat niemand van hen als een Herodiaan nagewezen wilde worden. Nochtans waren zij bijna allen heimelijk aan die sekte verkleefd.

    Jezus heeft in deze boetprediking meest uit de profeten gesproken; eens zei Hij dat het hun, indien zij de zaligheid niet wilden aannemen, duurder te staan zou komen dan Sodom en Gomorra. Hiermee nu geloofden de Farizeeën Hem te kunnen vangen; en zo vroegen zij Hem eens in een tussenpoos of dan deze berg, deze stad en dit land met hen allen verzinken zou? En hoe er dan nog iets ergers was? Hierop antwoordde Jezus: “In Sodom zijn de stenen verzonken, maar niet alle zielen, want zij hadden de Belofte niet gekend noch de Wet en de Profeten gehad.” Hij voegde daar nog woorden aan toe, die ik verstond als van zijn nederdaling ter helle, waar Hij vele van die zielen zou verlossen. De Joden verstonden dit niet, maar voor mij was het een kinderlijke vreugde uit zijn woorden af te kunnen leiden, dat niet alle zielen bij de ondergang van die steden verloren waren gegaan.

    “Maar aan de tegenwoordige Joden,” zei Jezus, “is alles gegeven; God heeft hen tot zijn uitverkoren volk gemaakt, heeft hun alle wet en voorschrift, alle onderricht en vermaningen, belofte en vervulling gegeven; indien zij nu deze hoogste genaden afwijzen en in hun ongeloof volharden, zullen niet de stenen en bergen, die hun Heer gehoorzamen, verzinken, maar zullen hun stenen harten, hun zielen door de afgrond verzwolgen worden; ja, klaarblijkelijk is dit erger dan het lot van Sodom.”

    Nadat Jezus de zondaars zo streng en dringend tot boetvaardigheid vermaand en opgevorderd had, veranderde Hij van toon en vloeide weer over van liefde. Hij riep alle zondaars tot zich, ja, Hij stortte tranen van liefde. Hij bad zijn Vader de harten te ontroeren en de zielen te trekken. Indien slechts één groep, of in die groep slechts enige mensen, ja, ook maar één enkele ziel tot Hem kwam, al was ze ook met alle schuld beladen, indien Hij maar één ziel kon winnen, Hij wilde alles met haar delen. Hij wilde alles voor haar ten beste geven, Hij wilde zichzelf voor haar slachtofferen en graag met zijn leven voor haar en haar schuld betalen.

    Hij strekte de handen naar allen uit en riep hen tot zich met de woorden: “Komt! komt! gij ten minste die het lastig hebt, gij die beladen zijt. Komt gij! zondaars! doet boetvaardigheid en deelt het Rijk met Mij!” Ook tot de Farizeeën en tot al zijn vijanden strekte Hij de armen uit met het verlangen ook maar één van hen tot Hem te zien komen. Magdalena had in het begin als een schone, zelfvoldane, voorname vrouw en zeker van zichzelf ten minste in de schijn, bij de andere vrouwen gezeten, doch inwendig was zij reeds beschaamd en ontroerd naar hierboven gekomen. In het begin zag zij rond in de menigte, maar zodra Jezus verscheen en zijn preek begon, werden haar ogen en haar ziel meer en meer door Hem geboeid. Door zijn afschildering van de ondeugd en zijn bedreigingen met straffen werd zij hevig in haar ziel ontsteld en geschokt.

    Zij kon aan de indruk niet weerstaan, beefde en weende onder haar sluier. Toen Jezus nu zo liefdevol en smekend de zondaars toeriep om tot Hem te komen, waren vele mensen als meegesleept en er ontstond een beweging in de kring der toehoorders. Het volk drong nader tot Jezus; ook Magdalena naderde en om harentwil ook haar gezellinnen. Maar toen Hij zei: “Ach! indien ook maar één enkele ziel tot Mij naderde”, voelde Magdalena zich zo aangetrokken, dat zij naar Hem toe wilde; ze trad reeds voorwaarts, doch de andere weerhielden haar om storing te vermijden en zeiden: “Wacht nog even! later!” Deze ontroering van haar wekte nauwelijks de opmerkzaamheid van haar naaste omgeving, omdat aller aandacht geheel op Jezus gevestigd was.

    Jezus echter, als kende Hij Magdalena’s ontsteltenis, antwoordde er aanstonds op met troost, door te vervolgen: “Indien ook maar één vonkje van boetvaardigheid, van berouw, liefde, geloof en hoop door mijn woorden in een verdwaald, arm hart gevallen is, zal het vrucht dragen; het zal aangerekend worden; het zal leven, kiemen en zich ontwikkelen; Ik zal het voeden, het grootbrengen, het terugvoeren tot de Vader.” Deze woorden troostten Magdalena; zij voelde ze door en door en ging weer bij haar gezellinnen neerzitten.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs