Hij hangt aan het Kruis vol wonden en daarom moet elke
trouwe gelovige ziel terecht zijn medeleven met Hem betuigen. Vooral de vrome
geestelijken die aan de wereld hebben verzaakt. Merk daarom eerst op hoe
ernstig Christus leed en werd verwond in Zijn mooie en onschuldige voeten, waarmee
Hij door het land wandelde en het Woord van God predikte, waarmee Hij de golven
van de zee betrad, zonder een boot en zonder menselijke hulp, door die deugd en
macht waardoor Hij alle dingen schiep. Waarmee Hij ook de wind en de zee kon
gebieden en gebruiken zoals Hij verkoos. Maar helaas wat een wonderbaarlijke
verandering en wat een onbegrijpelijke verordening van God, de Auteur van alle
schepselen en de opperste Geneesheer van lichamen en zielen die veel kreupelen
en zwakkeren een plotselinge mogelijkheid gaf om te lopen, is nu zo fel verwond
in Zijn voeten, zo doorboord met ijzeren nagels dat Hij niet eens kan lopen,
maar zoals de boze dief aan het Kruis wordt vastgehouden door wrede banden.
Elke voet werd vastgemaakt van de smetteloze Christus die
volgens de Profeet de bannelingen verloste, de blinden het licht deed zien, de
verslagenen oprichtte, de rechtvaardigen beminde. En waarom dit? Zeker om de
banden van onze zonden te verbreken en de zondevlekken van onze voeten te
wassen die heel vaak rennen, wandelen, spelen en dansen. O, hoe grimmig
zondigen zij, die de armen onderdrukken, die verstoring veroorzaken in de kerk
en hen lastig vallen die bidden, die oneerbaar zijn geworden door vele
lichtzinnige daden en losbandig gedrag. Wee degenen die lauw zijn geworden in
goede werken en troost zoeken in nieuws en externe zaken, want als deze door
één spijker van de vreze des Heren vastgezet waren, zouden ze zeker
bereidwillig zijn om te denken aan het Lijden van Christus. Allen kunnen iets
lezen van de Heilige Schrift, waardoor ze geraakt kunnen worden, ontstoken tot
de liefde van Christus door wie ze al het bittere en zoete van de wereld zouden
overwinnen.
Gezegend zijn de voeten van hen die klaar zijn om te horen
over God, die ijdele dingen terzijde schuiven, zich naar de Kerk haasten, vaak
in gebed, hun zintuigen beteugelen om rond te dwalen, zodat ze met een goed
geweten kunnen zeggen: "Ik heb mijn voeten in bedwang gehouden van elke
kwade manier zodat ik Uw woorden kon naleven. Gezegend zijn de voeten die de
stappen van Jezus volgen tot zelfs naar het Kruis en die daar staan uit liefde
en huilen met Maria in plaats van naar banketten te gaan en te helpen bij vertoningen.
Christus was ook zwaar gewond in Zijn heilige handen, waarmee Hij vaak
zegeningen gaf, de zieken aanraakte en ze genas, waarmee hij brood nam en at, waarmee
Hij Zijn lichaam heiligde en aan Zijn discipelen gaf voor hun troost, maar O liefdevolle
God, waarom hebt U zoveel geleden in uw handen en hebt U daar zoveel bloed
vergoten? Wie heeft de Hemel uitgestrekt zonder te zwoegen en de aarde met
wonderbaarlijke schoonheid versiert. "Ach, heilige God, machtige en onsterfelijke,
kijk naar uw handen, die de eerste mens hebben gevormd in het Paradijs, perfect
en zonder ondeugden.
Nu zijn uw handen, helaas, door slechte mensen en
goddelozen doorboord met ijzeren nagels van de Joden en aan de zijde van uw
vrienden uitgestrekt op het Kruis. U bent vervloekt door allen en als het
grootste schandaal beschouwd. Maar O goede, allerliefste Jezus, U draagt dit
onrecht en geweld gewillig en geduldig voor onze eerste ouders en hun kinderen,
U verscheurd het handschrift van het besluit en uw heilig Bloed wast de
erfzonde weg. De erfzonde die er gekomen was door de aanraking van de verboden
boom en het eten van de fatale appel waaruit de dood door de zonde is
voortgekomen. Daarom zou de redding terugkomen door het lijden. Daarom, op
vraag van gerechtigheid, strekte u beide handen uit op het Kruishout om de schuld
weg te vegen en onder de impuls van naastenliefde besprenkelden Uw bloedende
handen alle zondaars.
O, hoe dankbaar en aanvaardbaar was dat offer voor ons
wanneer U, liefdevolle Jezus, enige Zoon van God, U presenteerde als een
eeuwigdurend offer om het aangezicht van God, de Almachtige Vader, te kalmeren. Wij die U in veel dingen hebben
beledigd en die onszelf niet kunnen rechtvaardigen dan enkel door de tussenkomst
van uw heiligste Lijden en Dood aan de Kruisboom. Eenmaal onze heiliging en
verlossing werden bewerkstelligd en gehoor werd gegeven aan de smart van alle
zonden en de bitterheid van Christus wonden en we zo eeuwige redding verkregen,
bleek ook de genegenheid van Zijn naastenliefde tegenover zijn vijanden, zijn
mildheid voor al degenen die Hem hebben getroffen. Heel vaak bad Christus en
leerde Zijn discipelen om te bidden. Soms met gebogen knieën, soms met ogen
naar de hemel, maar nergens vinden we Hem zo droevig en liefdevol biddend wanneer
Hij met uitgestrekte handen en voeten, al zijn ledematen uiteengetrokken en
gewond, Hij bad voor zijn vijanden op het altaar van het Kruis.
Want toen stortte Hij een gebed uit dat het zoetst was in
de oren van de Vader, dat Hij hen zou vergeven die tegen Hem gezondigd hadden. Om
de boosheid te onderdrukken van mensen die snel boos zijn en traag om goed te
doen aan hun vijanden, ontving Christus de grootste wonden in Zijn handen, en leerde
allen goed te doen en kwaad te lijden. Want het is een zeer grote winst als een
man niet de vergelding van wraak, maar de gave van het gebed terugbetaalt aan
zijn vijanden. Wacht u daarom, o mens, die arm, zwak en wreed bent, niemand met
kwade woorden of goddeloze daden te verwonden of bedroeven, want het is iemand
voor wie Christus heeft geleden en is gestorven. Want elke ziel die trouw in
Hem gelooft en echt Zijn geboden houdt, is kostbaar in Zijn ogen. Maar het is gepast
dat u het goede denkt over uw naaste en hoopt op betere dingen voor hem. Zo
iemand is al goed, of kan door genade snel eerherstel bieden. Betoon daarom
naastenliefde en smeekt ook God de Vader dat Hij vijanden tot beter inzicht
brengt. En als iemand u onrecht heeft aangedaan, vergeef hem dan van harte om
de liefde van Jezus Christus, die u in vele dingen heeft gespaard.
Want Hij was liefhebbend en meedogend tegenover allen. Hij
verachtte geen armen, Hij vermeed de melaatsen niet, Hij spotte niet met de
zwakkeren, Hij troostte de bedroefden, Hij kalmeerde degenen die woedend waren,
Hij ontving degenen met berouw, Hij gaf Zijn leer aan degenen die dwaalden, Hij
verdedigde de onschuldigen, Hij sterkte degenen die wankelden, Hij betoonde
liefdadigheid tegenover allen en nog wonderbaarlijker was, dat Hij niet stopte
met bidden hoewel Hij werd geslagen en verwond. Christus gaf een uitstekende
lering in Zijn Lijden door het kwade te verdragen en door het goede te troosten
aan zowel zieke als gezonde mensen. Hij trok als het ware met de twee armen van
Zijn liefde zowel vijand als vriend tot Zich. Hij houdt geen rekening met de
misdaden van de mensen als zij zich met God verzoenen, alle overtredingen
vergeven van hun vijanden, en bovendien de onderlinge naastenliefde bewaren. Christus
heeft ook zeer veel pijn geleden in Zijn heiligste Hoofd, het belangrijkste
deel van Zijn lichaam, voor alle lagere leden, die wij zijn, die in Hem geloven
en aan Hem gehecht zijn door geloof en liefde.
Want elke trouwe gelovige ziel, die een levend en gezond
lid is, behoort te lijden en te worden verwond tezamen met Christus, het Hoofd,
in al Zijn pijnen voor het lid dat geen medelijden voelt en treurt om zijn
gewonde en zieke Hoofd. Dit lid is ofwel corrupt ofwel vol ondeugd. Daarom, als
u een lid van Christus bent, en dat u in de geest van Christus leeft, geef dan
nu gehoor aan het Hoofd van Christus, de Zoon van de levende God. Overweeg door
welke scherpe doornen het Hoofd voor uw zonden werd doorboord. Het is moeilijk
te zeggen hoe pijnlijk en diepgaand deze pijn was in het heilige en nobele Hoofd
van Jezus, dat verheven is boven alle hoofden van Heiligen. Het heilig Hoofd
waarvan geen enkel haar op de grond was gevallen, tenzij door de goddeloze
Joden, de bewakers van de Prefect, die furieus haren uit Zijn heiligste Hoofd
trokken, of met onwaardige handen haren uit Zijn heilige baard rukten.
Want zij worden verondersteld vele beledigingen en slagen
op Christus te hebben toegebracht: die niet afzonderlijk worden vermeld door de
Evangelist. Hoe dan ook, de Heilige Lukas vertelt ons dat ze godslasteringen en
vele andere dingen uitten tegen Hem. Ze bespotten Hem openlijk als een dwaas en
er waren nog anderen die extra perverse en beledigende woorden eraan
toevoegden. Sommigen waren wreder dan brute beesten en sloegen Hem. Misschien trapten
ze zelfs naar de heilige voeten van Jezus, die met veel tranen door Maria
Magdalena waren gewassen en gezalfd. O Heer God, hoe diep drongen de punten van
de doornen in uw heiligste hoofd, hoe verscheurden ze de tere huid van uw vlees
met botten en zenuwen zodat er uit de wonden bloedstromen vloeiden van uw hoofd,
over uw ogen, in uw oren en gezicht en uw mooie gelaat en al zijn vroegere
schoonheid volkomen verduisterden. O goddeloze en opstandige generatie, waarom
bestraft u uw broeders zo zwaar, waarom onderdrukt u de liefdevolle en nederige
mensen en martelt u Zijn Hoofd. U beschuldigt Hem valselijk dat Hij zich Koning
noemt. Hij heeft nooit koninklijke versieringen overeenkomstig de stijl van de
wereld gedragen.
Hij droeg geen schoenen en wenste geen kroon. Hij bracht
geen mens pijn door woord of daad. Hij verloste zelfs degenen die onrecht waren
aangedaan en onderdrukt werden door de duivel. Dochters van Jeruzalem en alle
vrome gehuwde vrouwen, kom en kijk naar Christus, de Koning, Jezus van
Nazareth, de ware en vrede stichtende Salomo, ontsproten uit het koninklijk
huis van David. Zie hoe hij op de dag van zijn kroning wordt gekroond met een
doornenkroon door zijn slechte stiefmoeder, de synagoge. Terwijl de duivel de
jaloersheid van de priesters aanmoedigt, huilen Zijn Allerheiligste Moeder
Maria en de Heilige Maria Magdalena overvloedige tranen en is heel haar
gezelschap volkomen verlaten. Ook de discipelen wenen die verstrooid zijn in de
Joodse menigte uit schaamte en verdriet bij het zien van de doornige diadeem
die wreedaardig op het heilige Hoofd van Christus werd gedrukt.
Pilatus schreeuwde voor de woedende menigte "Ziehier,
jullie Koning". Bedenk, al jullie gelovigen, of u ooit hebt gehoord of
gelezen van zon schande en zo bittere pijn en aan alle heilige koningen of
profeten vanouds als nu in deze tijd doorstaan door de Heer der Profeten, door
de Koning der Engelen, door de prelaat van alle priesters, door het Lam van God
die kwam om de zonden van de wereld weg te nemen door marteling. Hij die
tevoren schitterde door tekenen en grote vermogens wordt nu het meest oneerbiedig
met veel spot behandeld en wordt met gesels geslagen. Hij die door de prinsen
buitengewoon geëerd zou moeten worden en die ontvangen zou moeten worden als de
ware Koning en Hogepriester, wordt nu door hen onteert met ongehoorde
beledigingen en martelingen, met een doornenkroon voor al het gedane werk en in
tegenstelling tot de vele gunsten die ze hebben ontvangen.
Ze tonen hun woede tegen de bron van hun redding, want in
plaats van rozen en lelies, bieden ze Hem scherpe doornen, voor edelstenen en
juwelen, geven ze Hem wrede slagen, voor een koninklijke kroon, een doornenkroon,
voor een gouden kraag, slagen zonder medelijden, voor een gewaad van fijn
linnen, het wit kleed van een dwaas, voor koninklijk purper, de druppels van Zijn
rode bloed, voor een zilveren riem, een riem van dun katoen, voor een koninklijke
scepter, een riet dat buigt door de wind, voor een paard, had Hij een ezel,
voor een teugel, een touw, voor een zwaard, een staaf, voor schild, de gesel,
voor berenhuiden, naakte dijen, voor handschoenen, handboeien, voor vergulde
sporen, ijzeren spijkers in zijn voeten, voor de standaard, het Kruis met de
titel opgeschreven, voor borstplaat, de naadloze tuniek, voor helm, de sluier
voor zijn ogen, voor koninklijke speer, de lans van de soldaten, voor pontificale
mijter, het doek op zijn naakte hoofd, voor de troon, de marmeren pilaar, voor
beker, een spons, voor heupfles een kruikje azijn, voor wijn, azijn, voor
nectar, mirre, voor honingwijn, de meest bittere gal, voor een kus, spuug, voor
mededogen, minachting, voor begroeting ontving Hij vervloeking.
Naast deze dingen al hier nog andere tekenen van extreme
verlatenheid, want Hij werd verlaten door de Vader in Zijn grootste nood, alsof
Hij niet Zijn geliefde Zoon was. Hij werd verlaten door al Zijn vrienden en
discipelen als een vreemdeling en zwerver. Hij verloor Zijn nobele metgezellen.
Hij vond de bitterste vijanden. Hij verloor de Heilige Petrus, Zijn verdediger.
Hij vond Malkus, de beschuldiger van Petrus. Als page had Hij een dief, voor
secretaris, een verrader, voor standaarddrager Simon van Cyrene die het Kruis
droeg, voor kamerheer de boze dief die Hem verweet, voor ziekenverzorger, een
spotter, voor kleermaker iemand die hem ontdeed van zijn kleren, voor een wijnschenker,
een brouwer van gal, voor slaapzaal, het graf, als bed, de harde steen uit de
rots gehouwen. Maar te midden van deze wandaden die begaan werden tegenover de
Heer Jezus Christus, waren geen klaagzangen van vrienden, want ze verborgen zich
en stonden ver weg. Ze waren stil en rouwden. Want in Israël werd nooit zo'n
kwaad gezien sinds de dag waarop Jezus werd geboren in Bethlehem. Maar al deze
dingen werden uitgevoerd door de goddelijke verordening voor onze redding en om
de heilige woorden van de profeten te vervullen.
Zie, met deze wapens is onze Koning Jezus Christus van
Nazareth bewapend om tegen de Prins van de wereld te vechten en door Zijn
kostbaar Bloed het menselijk ras te verlossen. Hij vocht zelfs tot de dood, Hij
overwon de trots van de duivel door nederigheid, de woede van de wereld door
geduld, de nukkigheid van het vlees door het bitterste lijden van het Kruis.
Hij liet ons heilige voorbeelden na van leven, heilige goede woorden voor
meditatie; en tegen alle ondeugden gaf hij uitstekende remedies om de zonde te
vermijden en beloningen van eeuwige leven te verkrijgen door het Kruis. Aan Hem
is lof en roem voor alle goeds in de Hemel en op aarde voor eeuwig en altijd. Amen.
|