Conferentie
van Pater Jan De Nil mSC – Missionariskerk
W E E S H E I L I G
in eenvoud en
vertrouwen
Ik
voel mijn ziel verwant met kleine simpele dingen,
die op onze wegen staan als bloemen van
het veld.
Verdoken in het gras, door weinigen
geteld,
al dragen
zij in hun kelk de zoetste zegeningen.
Ik
vind schoonheid overal! Maar dat wat er zo parelt
vanuit
een moede mond die luttele woorden vindt :
‘Goedenavond…
goedenacht’, met een zacht en eerlijk hart.
Dat maakt mij zaliger dan alle weelde
en grote macht.
Zo groeit in mijn gedacht een vrede,
niet te noemen!
Want al wat schoonheid is, met
simpelheid begint…
En ik noem liefde die de waarheid mint:
het zaak van alle schoonheidsbloemen.
(naar
Alice Nahon)
Kiezen
voor eenvoud en vertrouwen,
om als
bevrijde mensen vol aandacht te leven
voor
God en de medemensen
Een
levenswaarde die door Jezus sterk wordt beklemtoond!
Lees eens aandachtig het Evangelie en je zult merken met
welke liefde en met welk verlangen Jezus ons uitnodigt om deze eenvoud en
vertrouwen te bereiken. Een paar woorden van de Heer maken het ons al duidelijk:
Matt 6:32-33 “Uw hemelse Vader weet dat ge dit alles nodig
hebt, maar zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, en het overige zal
er u bijgegeven worden!”
Lucas 10:21 “Ik dank U, Vader, dat Gij deze dingen
verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen (volgens wereldse
opvattingen), maar ze hebt geopenbaard aan kleinen!”
Matt 19:14 “Laat deze kinderen tot Mij komen, want aan hen
die zijn zoals zij, behoort het Rijk der Hemelen!”
Joh 8:36 “Als de Mensenzoon u vrijmaakt, zult ge werkelijk
vrij zijn!”
Kiezen
voor eenvoud, een sobere levensstijl, en voor vertrouwen, kan ons dat helpen?
Het
gaat hier wel duidelijk om een bevrijde levenshouding,
vrij
van VERSLAVING en vrij van elke ZIEKELIJK GEHECHTHEID.
Maar laten we eens vertrekken van de houding van Jezus
zelf. Want reeds bij het begin van zijn openbaar leven, toont Jezus hoe meesterlijk
Hij staat tegenover de bekoringen van ‘groot gewicht’ in het leven van mensen.
Bij de evangelisten Lucas en Mattheüs kunnen we die
treffende woorden van Jezus terugvinden: “DE MENS LEEFT NIET VAN BROOD ALLEEN!”
Tijdens zijn verblijf in de woestijn (een eenzame plaats) om te vasten en te
bidden als voorbereiding op zijn actief optreden, het verkondigen van het
Evangelie in Palestina wordt Jezus, als Zoon van God en als de beloofde
Messias, door de duivel bekoord.
Lucas 4:3-4 De duivel zei nu tot Hem: 'Als Gij de Zoon van
God zijt, beveel dan aan die steen daar, dat hij in brood verandert.' Jezus
gaf ten antwoord: 'Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen.'
Op het
eerste zicht lijkt het voorstel van Satan niets verkeerds te bevatten: ‘Stenen
in brood veranderen om nu zijn honger te stillen’.
Want welke menselijke behoefte is radicaler dan deze van
honger? En had God door de profeten van het Oude Verbond niet beloofd dat
honger en ellende verdwenen zouden zijn in het Messiaanse Rijk? Zorg voor het
materiële brood is meer dan gerechtvaardigd!
Eigenlijk spoort deze verleider Jezus aan om zichzelf te
bevestigen en zijn kwaliteiten als Zoon van God op de voldoening van materiele
noden te richten, op de verovering van succes bij het volk en het bezit van de
macht.
Maar Jezus antwoordt dat Hij trouw wil blijven aan de weg
die zijn Vader voor Hem heeft bepaald, … ook al zal die weg verzet,
prestigeverlies en mislukking meebrengen.
Maar
let ook eens op de grofheid en de huichelarij van deze bekoring:
De satan wil zich bedienen van deze natuurlijke behoefte,
om de verhouding van Jezus met zijn hemelse Vader in het gedrang te brengen, om
Jezus – als Mens – aan te zetten God tot instrument te gebruiken… en dit gaat
brutaal in tegen de kinderlijke houding van ‘overgave’ aan en vertrouwen op de
Vader. En deze ‘overgave’ en verbondenheid met de hemelse Vader wil Jezus
voortdurend beleven en trouw blijven.
En in
ons leven?
Deze sluwe verleiding, ook vandaag in het leven van vele
mensen, tracht de idee naar voren te brengen dat het Rijk van God bestaat in
het bezit van vele materiële goederen. Maar dat is dodend voor het innerlijk
geestelijk leven.
Jezus zal tijdens zijn openbaar leven natuurlijk zorg tonen
voor het lichamelijk voedsel. Hij vermenigvuldigt het brood om de menigte die
Hem volgt eten te geven. Maar wanneer ze, enthousiast over wat Hij gedaan
heeft, Hem tot koning willen uitroepen, onttrekt Hij zich aan hun zoeken, want
Hij kan de verwarring van waarden, die daarachter schuilt, niet aanvaarden. Op
dit punt blijft Jezus onbuigbaar.
Hoe kostbaar en onontbeerlijk het materiële voedsel ook is,
dat alleen kan niet genoeg zijn! Het hart van elke mens is gemaakt voor een
ander brood, namelijk voor het Woord van God, dat is het ware brood dat uit de
hemel neerdaalt, in de persoon van Jezus zelf.
Jezus zal blijven weigeren, in heel zijn verkondiging en in
zijn handelen, om de vrijheid van de mens te beperken tot de bevrijding van de
honger, de ellende, de ziekte, de lichamelijk dood, dus alleen bevrijden van
materiële beperkingen.
De
vrijheid die Jezus ons wil geven is dieper
Het is de vrijheid van onszelf, d.w.z. bevrijding van ons egoïsme,
van de hoogmoed, de hebzucht, de haat, de rivaliteit, van de zucht naar macht
en genot, enz. Jezus wil in ons de “innerlijke vrijheid” tot stand zien komen.
En deze bestaat in de vreugde van te beminnen, van te dienen, van zich te geven
om een mooiere en betere wereld op te bouwen, en dat alles volgens de bedoeling
van het Hart van God.
Wij moeten dus waakzaam blijven tegenover de sterke
bekoring die altijd op de loer ligt, om het geluk hoofdzakelijk te doen afhangen
van uiterlijke omstandigheden en van materiële goederen. Vooral nu in onze tijd
waar we dankzij de technische ontwikkelingen en de snelle verplaatsingen, ook
de nieuwe mogelijkheden door de elektronica o.a. het internet, facebook, en heel
de sociale media, over heel veel middelen beschikken om de levensomstandigheden
te verbeteren, is de verleiding groot om te denken dat een luxueuze woning, een
mooi fit lichaam, veel geld voor ontspanning en duren reizen, ons gelukkig
zullen maken en al onze problemen zullen oplossen.
Maar Jezus blijft in zijn verkondiging en in zijn
levenshouding herhalen dat al die dingen niet volstaan. HET WOORD VAN GOD STAAT
BOVEN ALLES, zegt Jezus.
Beste vrienden, jullie van het Maria-Legioen en ikzelf, wij
zijn voor grote dingen gemaakt. Wij zijn er voor God, en voor het geluk dat God
voor ons bereid heeft!
Als we de Bijbel openslaan, dan lezen we reeds in het Oude
Verbond dezelfde gedachten. De profeten moesten die, in opdracht van God aan
het volk meedelen. Ook in het boek Psalmen lezen we het volgende: Psalm
103:15-18
Een mensje: als het gras zijn zijn dagen,
als de bloem op het veld,
zo bloeit hij.
Want een storm trekt over hem heen
en hij is weg, de plaats waar hij stond
kent hem niet terug.
Maar de vriendschap van de Ene
is van eeuwig tot eeuwig
Over wie hem vrezen,
zijn gerechtigheid
voor zonen van zonen;
voor wie zijn verbond bewaken,
voor wie gedenken zijn opdrachten
om die te doen.
Dus hoe groter de ‘sluwe belofte’ van het materieel welzijn
zich in ons leven aanbiedt, des te sterker moeten we ons aangespoord voelen om
het Woord van Jezus te beleven:
Eenvoud
en nederigheid!
Innerlijke
bevrijding!
Liefde
tot God bovenal!
Naastenliefde!
Kwaad
spreken…
Jaarlijks krijgen wij, als christenen, de aanbeveling om
tijdens de veertigdagentijd met meer aandacht de sacramenten te beleven, in het
bijzonder de Eucharistie en de Biecht, ook om het gebed te verzorgen en de
naastenliefde te beoefenen. Laten we dat blijven doen! Het is belangrijk!
Maar
vandaag wil ik uw aandacht uitdrukkelijk richten op iets nieuws.
Een concreet punt om dit jaar goed te beleven. Het is een
levenshouding die bij de christenen absoluut zou moeten uitgeroeid worden : het kwaadspreken !
Heilig is degene, die in zijn of haar spreken nooit
misdoet! Zo iemand is in staat zichzelf helemaal in toom te houden!
De apostel Jacobus helpt ons om dat te overwegen en te beheersen.
Jacobus 3:1-18
Wilt niet met velen leermeesters zijn, broeders-en-zusters
van mij -wetend dat wij een strenger oordeel zullen moeten aannemen; want in
véle dingen struikelen wij allen;
als iemand in het woord niet struikelt is hij een
volmaakt man, bij machte om ook heel het lichaam te beteugelen;
als we de paarden teugels in de monden leggen om
ze ons gehoorzaam te laten zijn, wenden we daarmee heel hun lichaam;
zie ook de schepen, die zo groot zijn en door hevige
winden worden voortgedreven, maar door het kleinste roer worden
gewend waarheen het believen van de stuurman wil; zo is ook de tong maar
een klein lid en kan ze bogen op grote dingen; zie welk een vuur welk
een woud aansteekt!-
ook de tong is een vuur: als de wereld der
ongerechtigheid bestaat de tong bij onze leden, zij die heel het
lichaam besmet en het rond der schepping in brand zet, zelf in brand
gezet door de hel;
want elke soort van wilde beesten en vogels, reptielen
en zeedieren, wordt getemd en ís getemd
door de menselijke soort, maar de tong: niemand der mensen is bij machte
die te temmen, - een rusteloos kwaad, vol dodelijk venijn!
Met haar zegenen we de Heer en Vader, en met haar
vervloeken wij de mensen die naar Gods gelijkenis geschapen zijn; uit
dezelfde mond komt voort zegen en vervloeking; dat mag,
broeders-en-zusters van mij, níet zo wezen!
De bron laat toch niet uit dezelfde opening het zoete
en het bittere opwellen?
Een vijgenboom is toch niet bij machte, mijn
broeders-en-zusters, olijven te maken, of een wijnstok vijgen? - evenmin
kan zout zóet water maken!
Wie is er wijs en verstandig bij u?- laat hij door
zijn goede wandel zijn werken tonen, in een zachtmoedigheid die
bij wijsheid hoort;
maar als ge bittere naijver en twistgierigheid in uw
hart houdt, beroem u niet en liegt niet tegen de waarheid! - dat is niet
de wijsheid die van bóven komt, maar een aardse, al-te-menselijke,
demonische; want overal waar naijver en twistgierigheid is, daar
heersen onrust en allerlei laakbare praktijken;
maar de wijsheid van bóven is allereerst kuis, en dan
ook vredelievend, vriendelijk, volgzaam,-
vervuld van barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en
ongeveinsd; maar de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede
gezaaid door* hen
die vrede dóen.
Laten
we hierover nadenken met een gezond verstand!
Iemand die op een leugenachtige wijze kwaad spreekt van
anderen, en dat in grote aangelegenheden doet, doodt een reputatie met zijn
tong. Een moordenaar doodt alleen een lichaam, maar een lasteraar doodt ook de
goede naam, het aandenken van een mens, en schaadt zowel de eer van de
belasterde als van diens hele familie. Ik spreek van iemand die met leugens
verdenking wekt en anderen overhaalt tot verachting van een onschuldige. Waarom
doet hij dat? Ofwel uit haat zonder reden. Of uit hebzucht, om te hebben wat de
ander heeft. Of ook wel uit angst.
Lasteren uit haat: Een
goede mens haat niet. Nooit! Om geen enkele reden. Ook al wordt hij veracht of
benadeeld, hij vergeeft. Hij haat nooit. De haat is het getuigenis dat een
bedorven ziel heeft van zichzelf, en het is het beste bewijs dat aan een
onschuldige kan worden gegeven. Want de haat is de opstand van het slechte
tegen het goede, iemand die niet vergeeft aan wie goed is.
Lasteren uit hebzucht:
Iemand die lastert uit hebzucht denkt: ‘Hij heeft datgene wat ik niet heb. Ik
wil hebben wat hij heeft. Maar alleen door minachting over hem te verspreiden
kan ik zijn positie verkrijgen. En ik doe het! Als ik lieg? Wat zou dat? Als ik
steel? Wat zou dat? Zal ik een hele familie ruϊneren? Wat zou dat?
Bij de vele vragen die een leugenachtige lasteraar zich
stelt, wil hij bewust de volgende vraag vergeten, namelijk: En als ik zou
worden ontmaskerd? Deze vraag stelt hij zich niet, want vervuld van hoogmoed en
hebzucht is hij als iemand die geblinddoekt is. Hij ziet het gevaar niet. Hij
heeft zich overgegeven aan de ‘leugen’ en vertrouwt, dwaas genoeg, op die
leugen. Maar hij denkt er niet aan dat God sterker is dan alle kwaad, en dat
God het op zich neemt om de belasterde mens te beschermen.
Lasteren uit angst: Vaak
lastert iemand om zichzelf te verontschuldigen. En dit is de meest voorkomende
vorm van liegen. Het kwaad is gebeurd. Men vreest dat wordt ontdekt wie de
dader is. Dus, gebruik makend en misbruik makend van de achting die men nog
geniet bij de anderen, verdraait men de feiten, en datgene wat men heeft
misdaan schuift men in de schoenen van een ander, van wie men alleen de
eerlijkheid vreest. Men doet het ook omdat de ander, zonder het te willen, soms
getuige is geweest van die slechte daden, en men zich dan wil beschermen tegen
zijn getuigenis. Men beschuldigt hem om hem onpopulair te maken waardoor, als
hij iets zegt, niemand hem zou geloven.
Wat is
de gulden regel hier?
Laten we goed handelen. Laten we altijd goed handelen! En
we zullen nooit hoeven te liegen. Laten we er aan denken hoe mensen die liegen,
zichzelf een zwaar juk opleggen! Het is de voortdurende angst voor ontdekking,
en de noodzaak om de leugen met alle omstandigheden en details gedurende jaren
niet te vergeten zonder zichzelf tegen te spreken. Wat een last om dat in het
leven mee te sleuren!
Helpt de leugen om met de Heer meer verbonden te leven?
Nee! Ze is de oorzaak dat mensen steeds verder van God verwijderd raken!
Daar tegenover is een goed mens, die de leugen vermijdt,
vol inwendige vrede. Hij zal misschien arm zijn, misschien ook onbeschaafd en
onbekend? Maar is hij dat werkelijk, of is hij dat niet? Hij is een oprecht
mens! En de oprechtheid is heerlijker dan een valse machthebber met veel geld
en een kroon. Een oprecht mens heeft goede mensen rondom zich, meer dan de
hofhouding van een verdorven machthebber.
De nabijheid van een oprechte mens geeft een gevoel van
veiligheid en verlichting. Terwijl de getoonde vriendschap en nabijheid van een
onoprecht mens een gevoel van onbehagen geeft. Deze laatste zou er moeten aan
denken dat de leugen vroeg of laat toch aan het licht komt, en dat hij dan
altijd onder verdenking zal staan.
Laten wij eenvoudig zijn, zoals God en een kind eenvoudig
zijn; en ook waarheidlievend op alle momenten van ons leven. Wanneer we goede
mensen willen zijn, laten we het dan ook werkelijk zijn! En als een lasteraar
ons zwart wil maken, dan zullen honderd goede mensen rondom ons zeggen: “Nee,
dat is niet waar. Die is goed. Al wat hij doet spreekt voor hem!”
Als we de Bijbel nog eens openslaan, dan kunnen we in het
boek van Wijsheid het volgende vinden: “De afvallige mens met verdorvenheid op
zijn lippen, bereidt in zijn verdorven hart het slechte voor en altijd zaait
hij onenigheid. Maar dit is het wat de Heer mishaagt:
Hoogmoedige ogen,
leugenachtige lippen,
Handen die
onschuldig bloed vergieten,
Een hart dat
misdadige plannen smeedt,
Voeten die
naar het kwaad lopen,
Het vals en
leugenachtig getuigenis,
Degene die
tweedracht zaait onder broeders.
De vijand die verraad uitbroedt wordt herkend aan zijn
spreken. Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in, en de steen die
hij aan het rollen brengt, treft hem zelf. Zo oud als de wereld is de zonde van
de leugen, maar ook onveranderlijk is het oordeel van de Heer over de leugenaar”
(Spreuken 6, 12, 13, 17, 19).
Het getuigt van uw schoonheid en volwassenheid als u maar
een taal spreekt, namelijk: Matt 5:37 Uw “ja” zij “ja”, en uw “neen, “neen”, en
dat ook tegenover gezagsdragers! Dan zal uw loon groot zijn in de Hemel!
Laten we dan heilig zijn in eenvoud en vertrouwen, en in
liefde voor de waarheid, om zo deze vastentijd te beleven. Pasen zal een feest
van diepe vrede en vreugde zijn voor ieder van ons!
Ik
wens u een gezegende Veertigdagentijd!
En
nu reeds een ZALIG PASEN!
|