Zonde
Zonde wordt gedefinieerd als
het overtreden van Gods geboden (1 Joh 3:4) en als een opstandigheid
tegen God (Deut 9:7, Jozua 1:18). Het Nieuwe Testament staat voor een
belangrijk deel in het teken van vergeving van zonden, aangezien alle
mensen zondig zijn door de erfzonde, als gevolg van de zondeval.
In het katholicisme kan alleen
vergeving bekomen worden door de biecht. Bij alle christelijke stromingen staat
echter centraal dat vergeving alleen mogelijk is door geloof in Jezus Christus,
het "lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt".
Wat is de toegerekende zonde : Toegerekend
betekent dat er iets wordt weggenomen van de rechtmatige eigenaar en vervolgens
aan iemand anders wordt toegewezen. Voordat de Wet van Mozes werd
uitgevaardigd, werd de zonde nog niet aan de mens toegewezen, hoewel mensen wel
al zondaars waren vanwege de erfzonde. Maar nadat de Wet aan de mensen werd
gegeven, werden overtredingen van die Wet aan hen toegewezen; ze werden hen nu
aangerekend (Rom 5:13). Zelfs al vóór de overtredingen van de wet aan de mensen
werden toegeschreven heerste de uiteindelijke straf voor de zonden (de dood,
zie Rom 5:14). Alle mensen in de tijd van Adam tot Mozes waren aan de dood
onderworpen, niet vanwege hun zondige daden die de Mozaïsche Wet overtraden
(die zij indertijd niet hadden), maar vanwege hun eigen geërfde zondige natuur.
Na Mozes waren mensen aan de dood onderworpen vanwege zowel de van Adam geërfde
zondige aard als de zonden die hen werden aangerekend omdat zij Gods wetten
overtraden.
God gebruikte het principe van deze toewijzing in het voordeel van de
mensheid toen Hij de zonde van alle gelovigen op de rekening van Jezus Christus
bijschreef, die aan het kruis de straf voor die zonden (de dood) betaalde. Door
onze zonden zo aan Jezus toe te rekenen behandelde God Hem alsof hij een
zondaar was, ook al was Hij dat niet, en liet Hij Hem sterven voor de zonden
van alle mensen die ooit in Hem zouden geloven. Het is belangrijk dat we
begrijpen dat onze zonden aan Hem werden overgedragen, maar dat Hij de zondige
aard nooit van Adam had geërfd. Hij droeg de straf voor onze zonden, maar Hij
werd Zelf nooit een zondaar. Zijn pure en perfecte aard werd door de zonde niet
aangetast. Hij werd behandeld alsof Hij schuldig was aan alle zonden die ooit
werden begaan door de mensen die in Hem geloven, ook al beging Hij zelf nooit
enige zonden. In ruil hiervoor wees God de rechtschapenheid van Christus aan de
gelovigen toe en werd Zijn rechtschapenheid op onze rekening bijgeschreven, net
zoals onze zonden op Zijn rekening werden bijgeschreven (2 Kor 5:21).
Het begin van de zonde
De zonde begon met Lucifer, de
morgenster, zoon van de dageraad, de mooiste en machtigste van alle engelen.
Hij nam echter geen genoegen met deze positie en hij verlangde er zelfs naar om
zelf de hoogste God te zijn. Dit betekende zijn ondergang en het begin van de
zonden (Jes 14:12-15). Hij kreeg zijn nieuwe naam Satan en verleidde het
menselijk ras tot de zonde in de hof van Eden, waar hij Adam en Eva de
verleiding voorschotelde dat zij dan als God zouden zijn. Gen 3 beschrijft
hun opstand tegen God en Zijn geboden. Sinds die tijd is de zonde door de
generaties van de mensheid heen overgeleverd en hebben wij, Adams nakomelingen,
de zonde van hem geërfd. (zie erfzonde)
Evangeliën
De evangeliën gaan
ervan uit dat ieder persoon zondig is, waardoor grofweg twee concepten van
zonde onderscheiden kunnen worden:
Mattheus en Lucas zien
"zonden" als een persoonlijk ethisch-moreel wangedrag, zoals ook
in het Onzevader. De persoonlijke zonde komt voort van de zondige aard dat
we van Adam hebben geërfd. Dit zijn alle soorten zonden van schijnbaar
onbeduidende leugentjes om bestwil tot moord. Meestal wordt zonde gebruikt in
het meervoud en ze worden als tegenstelling gebruikt ten opzichte van de
Christus, die kwam om zijn volk van hun zonden te verlossen. In dit proces
verdeelt de mensheid zich in rechtvaardigen en zondaars, waarbij Jezus
specifiek voor de laatsten kwam.
Mensen die hun geloof niet in
Jezus Christus hebben geplaatst moeten de prijs voor deze persoonlijke zonden
betalen, net als voor de erfzonde. Maar katholieke gelovigen die zijn gedoopt,
in Jezus geloven en Gods geboden volgen zijn verlost van de eeuwige straf voor
de zonde als ze hun doodzonden biechten in het sacrament van de biecht. We
moeten altijd ervoor zorgen dat de H. Geest in ons woont omdat deze ons de
kracht geeft om zonden te weerstaan. Wanneer we onze persoonlijke zonden aan
God bekennen in het sacrament van de biecht en Hem om vergeving voor deze
zonden vragen, dan worden we hersteld tot een perfecte gemeenschap en relatie
met Hem. Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is,
ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. (1 Joh 1:9)
Johannes beschouwt de zonde als het ongeloof van de wereld, die
gevangenschap, kindschap van de duivel, geestelijke blindheid, eigenliefde
en haat insluit. Het gevolg van de zonde is, net als bij Paulus, de dood.
"Zijn denken over de zonde is ingebed in het concept van een geschil
tussen de openbaarder en de ongelovige wereld, waarin Christus naar voren komt
als een gerechtvaardigde, maar de wereld is veroordeeld vanwege hun
zonden." De H. Geest neemt vervolgens de rol van aanklager
en rechter van de zondige wereld op zich.
Paulus
Voor Paulus heeft de zonde naast
een individuele, ook een structurele dimensie, maar deze kan door God worden
verbroken. Hij spreekt over zonde in het enkelvoud. "De zonde is
voorafgaand aan ieder menselijk bestaan een dodelijke kracht [...] De mens
bevindt zich altijd in het rijk van zonde en dood en is verstrikt in een onheilssituatie,
die hij zelf niet heeft veroorzaakt. Als lid van de mensheid wordt hij
beïnvloed door de kracht van zonde." Toch is deze vorm van zonde niet
alleen dodelijk, maar ook een daad waarvoor iemand zich moet verantwoorden.
Definities van zonde
In het Nieuwe Testament worden
verschillende zaken concreet veroordeeld, zoals :
Mattheus 15:18-19 boze gedachten,
moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster
Marcus 7:20-23 hebzucht,
kwaadaardigheid, bedrog, ... afgunst, ... hoogmoed, dwaasheid
Galaten 5:19-21 afgoderij en
toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en
rivaliteit, ... bras- en slemppartijen
Kolossenzen 3:5-9 lage begeerten,
... drift ... en schelden.
Op basis hiervan beschouwen
sommige christenen zaken die niet expliciet als zonde worden bestempeld toch
als zondig, bijvoorbeeld echtscheiding - omdat Jezus zei dat wie zijn
vrouw verstoot en een ander trouwt, overspel pleegt en overspel expliciet wordt
veroordeeld. (Mattheus 19:9) Wat ook als zondig wordt beschouwd zijn:
homoseksualiteit, seks voor het huwelijk, abortus, euthanasie, genetische
manipulatie.
Soorten zonde
Zonde gaat in het christendom
verder dan het alleen maar doen van zonden, de mens wordt vanwege de zondeval
ook beschouwd als een wezen met een zondige natuur en daardoor met een hang
naar de zonde. Voorts brengt de zonde en de zondige staat van de mens een
scheiding tussen deze mens en God teweeg. Uiteindelijk leidt de zonde daarom
naar de dood (zowel in lichamelijke als in geestelijke zin).
Fysieke zonde : zonden begaan met behulp van het lichaam, zoals vb
stelen, iemand doden, overspel
Verbale zonde : zonden begaan via het medium van de spraak vb
spreken op een beledigende manier, vertellen van leugens, onnodige
communicatie, kwaadwillig spreken
Mentale zonde : mentale zonden bv afgunstig zijn op rijken,
slecht denken over anderen
Zonden volgens wie getroffen is :
Beschadigen onszelf : vb Gods gebod van de zondag heilig te houden niet
uitvoeren, geen controle uitoefenen op lust en verlangens
Beschadigen anderen : vb stelen van iemands bezittingen
Collectieve zonde :
Alleen mensen hebben de
bekwaamheid gekregen de gehele Schepping blij te maken. Alsnog, gebruiken ze
deze potentie voor redenen zoals het vervullen van individuele zelfzuchtige
motieven, het berokkenen van onrechtvaardigheid op onschuldige mensen, het
domineren van anderen, enz. Als resultaat, raakt de maatschappij vervuilt met
collectieve lot. Dit beïnvloedt de gehele Schepping en verstoort de balans van
de cyclus van de natuur. Dientengevolge, overkomt de mensheid calamiteiten
zoals overstromingen, droogte, aardbevingen, oorlogen, enz. Alhoewel deze
catastrofes zichtbaar zijn, zijn de werkelijke onderliggende oorzaken
onzichtbaar. Als zulke collectieve lot de Aarde overkomt, samen met slechten,
moeten ook de deugdzame mensen de gevolgen van deze calamiteiten ondergaan.
Onvergeeflijke zonde
Markus 3:28-29 Voorwaar, Ik zeg u:
alle zonden zullen aan de mensen vergeven worden, ook alle godslasteringen die
zij uitgesproken hebben, maar als iemand lastert tegen de heilige Geest,
krijgt hij in eeuwigheid geen vergiffenis; hij is bezwaard met een eeuwig
blijvende zonde.
Wat bedoelt Jezus? Dat is je
willens en wetens tegen de Heilige Geest verzetten en in de zonde volharden en
verharden. Dan kan er van vergeving namelijk geen sprake zijn want de Geest wil
juist de bekering en het geloof werken. Het is het duidelijke werk van de
Heilige Geest, die je bekering wil brengen, wegslaan, terwijl je wel van dat
werk van de Heilige Geest weet. Zie maar hoe de Farizeeërs het duidelijke
verlossingswerk van Jezus, dat Jezus doet door de Geest van God, wegslaan met
de woorden: Hij doet dat door Beëlzebul, de overste der duivelen.
In de katholieke leer
Zonde is een vrijwillige
handeling of daad tegen Gods wet, die uitgevoerd wordt met toestemming en
met voldoende kennis. Ontbreken deze voorwaarden dan bedrijft men geen
zonde. Hierin is ze tegengesteld aan de erfzonde. De zonde is het grootste
kwaad dat er bestaat: omdat zij aan God, die oneindig volmaakt is; tekort doet
en Hem beledigt; en omdat zij de grootste oorzaak is van het lijden, zowel op
aarde als in het hiernamaals.
We kunnen op vier manieren
zondigen: in woord en gedachte en in doen en laten.
Voorbeelden: Door lichtzinnig te
veroordelen zondigen we in gedachten, door te vloeken in woorden. Op zondag
werken is een zonde in doen en niet naar de mis gaan op zondag is een zonde
door laten.
Welke soorten zonden in de katholieke leer
1 Erfzonde
De erfzonde is de zondigheid die
ieder mens door zijn geboorte aankleeft als gevolg van de zondeval van
het eerste mensenpaar. In het Bijbelverhaal Genesis van de zondeval
waren Adam en Eva, de eerste paradijsbewoners, aan wie het door God
verboden was te eten van de Boom van kennis van goed en kwaad. Op aanraden
van een slang, die gelijk wordt gesteld aan Satan, aten zij toch van die
boom. Hierdoor verwierven ze kennis van goed en kwaad en werden zij onderworpen
aan zonde en dood. Door deze eerste zonde werd de gehele mensheid als zondaar
geboren, zijn wij onderworpen aan hetzelfde lijden en sterven en zijn wij het
hemels geluk onwaardig. De zonde van Adam heeft al deze rampen op ons doen
neerdalen omdat zijn zonde door een rechtvaardig oordeel van God, de zonde van
alle mensen is geworden. Wij vinden in het menselijk rechtssysteem een beeld
van Gods rechtvaardig oordeel. Indien bijvoorbeeld een rechter iemands goederen
verbeurd verklaart, zijn deze goederen zowel voor de persoon in kwestie als
voor zijn kinderen verloren.
Deze zondige en sterfelijke aard
wordt, door ieder mens in de lijn van de geslachten 'geërfd' van de eerste
voorouders. Met erfzonde wordt niet bedoeld dat men de specifieke zonden of de
schuld voor de specifieke zonden van de ouders erft.
De erfzonde veroorzaakt een
verwijdering tussen mens en God en maakt een verzoening noodzakelijk. De
erfzonde veroorzaakt tevens sterfelijkheid en lijden van de mens waardoor de
zondige mens verlossing nodig heeft. Deze verlossing van de mens, tevens
verzoening tussen mens en God, is gekomen met de kruisdood en opstanding van de
in Jezus Christus, de vleesgeworden God.
In de katholieke leer wast het
doopsel de erfzonde af, maar er blijven sporen in de mens achter waardoor de
geneigdheid tot zonde blijft bestaan, de zgn. 'begeerlijkheid'.
De gevolgen van de
erfzonde in de katholieke leer
De gevolgen van de erfzonde,
zelfs voor de gedoopten, zijn:
1. de onwetendheid,
2. een zwakke wil,
3. de geneigdheid tot het kwaad,
4. ellende in dit leven,
5. de dood.
Deze onwetendheid, als gevolg van
de erfzonde, houdt in dat wij weinig kennis hebben van God, onze ziel, onze
plichten en het einde tot hetwelk wij geschapen werden. De zwakke wil houdt in
dat de erfzonde onze vrijheid dusdanig beperkt heeft, dat wij in veel gevallen,
zonder Gods bijstand, noch het goede zouden kunnen doen, noch het kwade
vermijden. De geneigdheid tot het kwaad betreft een overdreven liefde tot
onszelf, tot rijkdom en tot wellust.
God liet deze noodlottige
gevolgen bestaan, ook na de uitwissing van de erfzonde doorheen het Doopsel, om
ons te laten oefenen in deugdzaamheid. Zodoende kunnen wij onze verdiensten
vermeerderen.
Dankzij de ontwetendheid kunnen
wij ons aan de studie wijden, de geneigdheid tot het kwaad laat ons toe
waakzaam te zijn, dankzij de ellende in dit leven kunnen wij ons versterven en
de dood heeft als gevolg dat wij ons onttrekken aan de aardse dingen.
Vanwaar komt de leer
van de erfzonde
Romeinen 5:12-19 Door een mens is
de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over
alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben. Er was immers reeds
zonde in de wereld, voor de wet er was; maar zonde wordt niet aangerekend, waar
geen wet is. Toch heeft de dood als koning geheerst in de tijd van Adam
tot Mozes, dus ook over hen die zich niet op de wijze van Adam schuldig hadden
gemaakt aan de overtreding van een gebod. Adam nu is het beeld van de Mens die
komen moest. Maar de genade van God laat zich niet afmeten naar de misstap
van Adam. De fout van een mens bracht allen de dood, maar allen schonk Gods
genade rijke vergoeding door de grote gave van zijn genade, de ene mens Jezus
Christus. Zijn gave is sterker dan die ene zonde. Het oordeel dat volgde
op de ene misstap liep uit op een veroordeling, maar de gratie die na zoveel
overtredingen verleend werd betekende volledige kwijtschelding. Door
toedoen van een mens begon de dood te heersen, als gevolg van de val van die
mens. Zoveel heerlijker zullen zij die de overvloed der genade en de gave der
gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dankzij de ene mens Jezus
Christus. Dit betekent: een fout leidde tot veroordeling van allen, maar
een goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen. En
zoals door de ongehoorzaamheid van een mens allen zondaars werden, zo zullen
door de gehoorzaamheid van Een allen worden gerechtvaardigd.
De leer van de erfzonde is ook gebaseerd
op het werk van de kerkvaders, onder wie Augustinus en is op verschillende
concilies vastgesteld, bevestigd en toegelicht zoals bijvoorbeeld in de concilies
van Carthago, Orange, Florence en Trente.
De erfzonde geldt voor het gehele
menselijke geslacht. Er is één uitzondering: Maria, de Moeder van Jezus.
Zij is zondeloos geboren of Onbevlekt Onvangen. Op grond daarvan kon ook Jezus
zonder zonde worden geboren.
2 Doodzonde
De doodzonde brengt ons onder de
slavernij van de duivel en veroordeelt ons tot de eeuwige straffen van de hel.
We noemen deze zonden doodzonden omdat ze ons beroven van de heiligmakende
genade die het leven van onze ziel is.
Om een doodzonde te begaan zijn drie
voorwaarden noodzakelijk:
* het moet een ernstig vergrijp /
zwaarwichtig zijn tegen Gods wetten;
* de zondaar moet volle kennis
gehad hebben van de zwaarte van de zonde
* en bovendien de wil /
instemming gehad hebben om ze te bedrijven.
Bij het begaan van een doodzonde
verliest de mens de heiligmakende en bovennatuurlijke genade, de
gemeenschap met God, en kan derhalve niet de Hemel binnengaan. Men wordt
een vijand van God. Degenen die in staat van doodzonde sterven worden tot
de Hel veroordeeld.
Wie in staat van doodzonde
terecht komt, krijgt ook geen toegang meer tot de gaven van God en verliest
hoofdzakelijk het vermogen om God te beminnen. Die twee elementen samen, gebrek
aan Liefde voor God en geen toegang tot zijn gaven, geven de zware zondaar de
subjectieve indruk dat God vertoornd is tegen hem. Dat kan hem helpen beseffen,
vóór het te laat is voor zijn bekering, hoe onwijs het is zich tegen God te
keren.
3 Dagelijkse zonde
Een dagelijkse zonde is een licht
vergrijp tegen Gods heilige wil. Een dagelijkse zonde begaan we wanneer we
zondigen in een zaak van weinig belang, of wanneer we ongewild zondigen.
Ook dagelijkse zonden zijn
nochtans zeer kwalijk:
* ze doen onze vurigheid voor
Gods liefde verslappen;
* ze kunnen makkelijk aanleiding
geven tot zwaardere zonden;
* ze leiden tot tijdelijke
straffen. (als deze niet op aarde worden uitgeboet moeten ze uitgeboet worden
in het Vagevuur)
Onderscheid tussen
doodzonde en dagelijkse zonde
Er zijn tal van bezwaren tegen
deze onderscheiding in te brengen. Allereerst blijkt bijv. uit de uitvoerige
uiteenzettingen van het Katholiek Theologisch Woordenboek (red. H. Brink) dat
het heel moeilijk is de grens tussen deze twee soorten nauwkeurig aan te geven.
Een dagelijkse zonde kan een doodzonde worden en omgekeerd. Diefstal bijv. kan
een doodzonde zijn, maar is ook dikwijls een vergeeflijke dagelijkse zonde.
Verder hangt veel af van de bedrijver van de zonde. Hoe is zijn gesteldheid?
Het scheelt nl. of je een overtreding min of meer onbewust bedrijft, of met
echt boze opzet. Zo ben je voortdurend in onzekerheid. En in twijfelgevallen
ben je maar het veiligst door aan te nemen dat je een doodzonde bedreven hebt.
Hoe terug zich verzoenen met God
Tegenover de zonde staan de
begrippen vergeving, verzoening en verlossing. Christenen geloven dat Jezus zijn leven
als zoenoffer gaf aan het Kruis, om als plaatsvervanger de straf
voor de menselijke zonden op zich te nemen.
De hoofdstromingen binnen het
christendom leren dat de verzoening met God, en dus vergeving en verlossing van
zonden en het verkrijgen van eeuwig leven, enkel mogelijk is door het
geloof in dit offer en in het verlengde daarvan in het aanvaarden van Jezus
als Messias en het navolgen van hem. Men spreekt ook wel van
de term "wedergeboorte", waarmee wordt bedoeld dat men niet alleen
een vergeven persoon wordt maar ook een andere innerlijke natuur krijgt,
namelijk één die op God is geënt.
Hoe zich verzoenen met God in de katholieke
leer
Hoe de zonden kunnen vergeven
worden
De erfzonde kan
weggewassen worden door het sacrament van het doopsel. Zonder het doopsel
kunnen wij niet zalig worden.
De doodzonde kan vergeven
worden:
1 In het sacrament van de biecht
2 Door een oprecht volmaakt
berouw en de intentie om de zonde te biechten
Het volmaakt berouw (berouw over
de zonden enkel omwille van een pure liefde tot God) vergeeft de zonden in
doodsgevaar ook buiten de biecht. De persoon die de genade van een volmaakt
berouw krijgt zal echter zonder uitzondering verlangen een oprechte biecht uit
te spreken bij een priester of bisschop.
In het Concilie van Trente werd
uitgesproken, dat men alle doodzonden waarvan men zich na vlijtig zelfonderzoek
bewust is, moet belijden. En dat kan alleen weer goed komen, wanneer men
met oprecht berouw bij een priester de overtreding biecht en eventuele
boetewerken in de penitentie volbrengt. Deze doodzonden worden dan
onderscheiden van de dagelijkse zonden. Daarin vallen wij vele malen.
De dagelijkse zonde kan
vergeven worden:
1 Door te biechten
2 Door de akte van berouw te
overwegen
3 Door de H. Mis bij te
wonen
4 Door goede werken voor de
medemens te verrichten
5 Opofferen van onszelf ter wille
van een anderen
Hoofdzonden
of karaktereigenschappen die tot zonde leiden
Het gaat hier om zeven zonden die ieder aan de basis
liggen van vele andere zonden. Ze werden als lijst in de 6e eeuw opgesteld
door Paus Gregorius I, maar zijn al in de 4e eeuw door geestelijken in
een gesystematiseerd overzicht beschreven. In de Bijbel zijn
verschillende opsommingen van zonden te vinden, die echter niet
overeenkomen met de lijst van de zeven hoofdzonden.
De zeven hoofdzonden zijn:
1.
Superbia (hoogmoed - hovaardigheid - ijdelheid)
2.
Avaritia (hebzucht - gierigheid)
3.
Luxuria (onkuisheid - lust - wellust)
4.
Invidia (nijd - jaloezie - afgunst)
5.
Gula (onmatigheid - gulzigheid - vraatzucht)
6.
Ira (woede - toorn - wraak -
gramschap )
7.
Acedia (gemakzucht - traagheid - luiheid -
vadsigheid)
Hoogmoed,
hovaardigheid, ijdelheid
Deze zonde wordt beschouwd als de
ergste van de zeven zonden en eveneens de eerste. Alle andere zonden komen
eruit voort. De hoogmoed of trots is een ongeregeld verlangen naar eigen eer en
grootheid.
De duivel bedreef deze zonde toen
hij tegen God in opstand kwam.
De gevolgen van hoogmoed zijn:
praalzucht, verwaandheid, huichelarij, ongehoorzaamheid en het neerkijken op
zijn naaste, narcisme. Dit betekent:
* Iemand die hoogmoedig is laat
graag aan anderen zien hoe goed hij wel niet is.
* Hij denkt dat hij alles kan.
* Hij wil zich beter voordoen dan
hij eigenlijk is.
* Hij is ongehoorzaam tegenover
zijn ouders en oversten.
* Hij ziet neer op zijn gelijken
en zijn ondergeschikten.
Typerende
demon: Lucifer
Hebzucht, gierigheid
Gierigheid is een overdreven
verlangen naar bezittingen, macht, geld, rijkdom. De misdaden die hieruit voortkomen zijn
ontrouw, verraad, omkoping en diefstal. Ze ontstaan door geweld, manipulatie of
de autoriteit van de zondaar. Ook wordt simonie (verkopen van heilige
zaken) tot deze hoofdzonde gerekend.
Het nastreven van aardse goederen
is op zich niet verkeerd. We mogen aardse goederen proberen te verwerven om
daarmee de naaste te helpen en op die manier God te dienen. Zo kunnen we zalig
worden.
Wanneer we echter bereid zijn om
Gods geboden te overtreden om goederen te behouden of er meer te verwerven,
zijn we verkeerd bezig.
Gierig zijn is een zware zonde:
Sint-Paulus noemt het zelfs een afgoderij en verklaart dat gierigaards het Rijk
Gods niet zullen binnengaan.
Ook arme mensen kunnen deze zonde
begaan. Het betreft immers niet enkel de gehechtheid aan de goederen die men
bezit, maar ook de overdreven drang om goederen te verkrijgen die men nog niet
heeft.
Wanneer we gierig zijn, vergeten
we God en zijn we onbarmhartig tegenover de armen. We zullen ons schuldig maken
aan bedrog en onrechtvaardigheid.
Tegenover de gierigheid staat de
deugd van de onthechting van aardse goederen.
We kunnen de gierigheid
beteugelen op deze manieren:
* Wanneer we er ons rekenschap
van geven dat Christus arm was en niet eens een steen had om zijn hoofd op te
leggen;
* Wanneer we er ons bewust van
zijn dat we onze aardse goederen niet kunnen meenemen in het graf;
* Wanneer we armen bijstaan in de
mate van het mogelijke.
Typerende
demon: Mammon
Onkuisheid, lust, wellust
Onkuisheid is de schandelijke
ondeugd van de onzuiverheid die God verbiedt in het zesde en negende gebod. Dit
wordt beschouwd als een ongewenst aspect voortkomend uit de
voortplantingsdrift. Wanneer we onkuis zijn, haten we God, komen we onze
plichten niet meer na. Ons hart versteent en we worden goddeloos.
Het tegenovergestelde van
onkuisheid is zuiverheid.
Typerende
demon: Asmodeus
Nijd, jaloezie, afgunst
Jaloers of nijdig
zijn betekent dat we ons droevig voelen om de voorspoed van iemand
anders. We zien zijn geluk als ons eigen ongeluk.
Jaloersheid of nijd is een grote zonde, omdat: zij strijdig
is met de naastenliefde en zij de jaloerse persoon gelijk maakt aan de duivel.
Satan heeft immers zelf de jaloezie op aarde
geïntroduceerd. Hij zelf wil ons uit jaloezie benadelen. Jaloezie is een
aanhoudende kwelling. Zij verscheurt het hart van de mensen die deze gevoelens
koesteren. Uit jaloezie komen vele onrechtvaardigheden voort zoals haat,
roddelen, lasterlijke taal en zelfs moord!
Tegenover de zonde van de jaloezie staat de deugd van de
broederlijke liefde. Deze doet ons deelnemen in de pijn en vreugde van de
medemens, alsof hun gevoelens de onze waren.
Om te strijden tegen jaloerse gevoelens, moeten we:
* Ons herinneren dat we allemaal broeders van Christus
zijn;
* Bidden voor de mensen waarop we jaloers zijn en goed
tegenover hen zijn;
* In alles de nederigheid nastreven.
Typerende
demon: Leviathan
Onmatigheid, gulzigheid, vraatzucht
Gulzig zijn betekent dat we overdreven gericht zijn om eten
en drinken. De drang is overdreven wanneer we overmatig eten en drinken, of
wanneer we dat louter doen om er lichamelijk genot uit te halen. Wanneer we
eten, moeten we dit doen met het doel om in leven te blijven om zo God te
dienen en zijn plichten te vervullen.
Gulzigheid is een zware zonde. Sint-Paulus vergelijkt
gulzigaards met heidenen die hun maag als afgod vereren.
De gevaarlijkste gulzigheid is de dronkenschap, waarmee we
vrijwillig onze verstandelijke vermogens verminderen. Uit gulzigheid volgen
andere ondeugden zoals dronkenschap, onkuisheid, vijandschap, ruzie en
vechtpartijen. Dronkenschap brengt ook schade toe aan de gezondheid, de goede
naam en het gezinsleven. Niet zelden is drankmisbruik de oorzaak van een
voortijdige dood.
Tegenover gulzigheid staat de deugd van de matigheid.
Op deze manieren kunnen we strijden tegen gulzigheid:
* Bidden voor en na het eten;
* Tijdens het eten een versterving doen;
* Vermijden om op café te gaan en contact te hebben met
mensen die er ons naartoe lokken.
Typerende
demon: Beëlzebub
Woede, toorn, wraak, gramschap
Wraakzucht werd vroeger ook gramschap of toorn genoemd en staat voor het verlangen om wraak te nemen.
Wraakzucht is geen zonde wanneer zij tot doel heeft om het kwaad te voorkomen
en wanneer ze met mate wordt uitgeoefend. De eerste aanzet tot wraakzucht is
ook geen zonde, op voorwaarde dat dit spontaan gebeurt en dat men zich ertegen
verzet van zodra men het gevoelen ervaart.
De vaakst voorkomende oorzaken
van wraakzucht zijn de hoogmoed en de koppigheid. Wraakzucht leidt tot
godslastering, verwensingen, gevechten en moorden.
Tegenover de zonde van de
wraakzucht staat de deugd van de zachtmoedigheid, die ons toelaat om alle
tegenslagen geduldig te verdragen.
Om te strijden tegen
wraakzuchtige gevoelens, moeten we:
* Dikwijls overwegen hoe zachtmoedig
en geduldig Christus was tijdens zijn leven en in zijn lijden en op het kruis;
* Ons altijd inhouden en niets
zeggen wanneer we door één of andere gebeurtenis sterk getroffen worden.
Er bestaat een gewettigde en
zelfs heilige wraakzucht, namelijk de wraakzuchtige gevoelens die Jezus
koesterde tegenover de koopmannen in de tempel en ook de wraakzucht van ouders
tegenover hun weerspannige kinderen.
Typerende
demon: Satan
Gemakzucht, traagheid,
luiheid, vadsigheid
Luiheid, vroeger ook traagheid genoemd, is een vrijwillige
lauwheid, een afkeer van de deugd zodat men zijn christelijke deugden verzuimt.
Er zijn twee soorten luiheid:
* De geestelijke luiheid, die ons
onze christelijke plichten doet veronachtzamen;
* De tijdelijke luiheid, die ons
onze wereldlijke plichten doet verzuimen.
Luiheid maakt ons slap en stelt ons
bloot aan alle mogelijk onheil, omdat ze ons aan onze belangrijkste plichten
doet verzaken. Luiheid is de moeder van alle ondeugden; zij baart leegheid en
tijdverlies, die onwetendheid en onbekwaamheid veroorzaken. Luiheid maakt een
leven nutteloos.
Het tegenovergestelde van luiheid
is de deugd van de ijverigheid. Die houdt in dat we al onze plichten moedig en
stipt uitvoeren.
Dit zijn onze wapens tegen de
luiheid:
* We moeten steeds in gedachte
houden dat God alle mensen voorschrijft om te werken;
* We moeten onszelf een geregelde
levenswijze opleggen en ons daaraan houden;
* We moeten op tijd opstaan s
morgens;
* We mogen geen tijd verkwisten.
Typerende
demon: Belfagor
|