Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    07-03-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belevenissen van de kinderen van Adullam : deel 2

    Het Paradijs is een park met planten, dieren en een herschapen natuur

    Het woord "paradijs" komt van de Latijnse term paradisus , van het Griekse parádeisos, van het oud Iraanse paridayda - "ommuurde omheining". In de 6e-5e eeuw v.Chr. was het oude Iraanse woord aangenomen als Assyrisch pardesu "domein". Het duidde de uitgestrekte ommuurde tuinen van het eerste Perzische Rijk aan. De term verscheen uiteindelijk in het Grieks als parádeisos "park voor dieren" in de vroege 4e eeuw v.Chr. Het Aramese pardaysa weerspiegelt eveneens "koninklijk park".

    In het Hebreeuws pardes verschijnt het driemaal in de Tenach; in het Hooglied van Salomo 4:13, Prediker 2: 5 en Nehemia 2: 8. In die context zou het kunnen worden geïnterpreteerd als een "boomgaard" of een "fruittuin". In de Septuagint (3e – 1e eeuw v. Chr.) werd het Griekse parádeisos gebruikt om het Hebreeuwse pardes, "tuin" te vertalen (bijv. Genesis 2: 8, Ezechiël 28:13): het is van dit gebruik dat "paradijs" om te verwijzen naar de Hof van Eden is afgeleid. 

    Ongetwijfeld zal de beschrijving van het Paradijs, zoals onze kinderen van Adullam het zagen, voor de meeste lezers net zo nieuw zijn als het voor ons was. Dat komt, omdat wij zo onverstandig zijn en traaf van hart, dat wij niet alles geloven wat geschreven staat. (Lucas 24:25)

    Deze opmerking maakt wel duidelijk dat wij niet in staat waren onze pleegkinderen iets over het paradijs te vertellen, maar dat zij ons leerden. Een stel van de allerkleinsten, die natuurlijk niets van deze dingen afwisten, bleken onze beste leraren te zijn. Dat zij hun licht van de Heer ontvingen zal u duidelijk worden wanneer u wat zij vertelden, vergelijkt met het getuigenis van de H. Schrift. Want de Bijbel zegt, dat er in de Hemel zo’n paradijs is. Paulus zegt, dat hij iemand kent, die tot in de derde Hemel werd opgetrokken in het paradijs. En in de Openbaring van Johannes 2:7 lezen wij: “Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de boom des levens, die staat in de tuin van God.” Ook kennen wij het gedeelte wel, waar staat: “Op haar oevers, aan weerszijden, stond het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, elke maand eens; en zijn loof brengt de volken genezing.” (Openb 22:2, Ezech 47:12) Zo bevestigt de H. Schrift het bestaan van een paradijs met stromend water en vruchtbomen.

    Het paradijs is een grote tuin van niet te overtreffen wonderbare schoonheid, en dat is nu juist datgene, wat het woord “paradijs” inhoudt.

    Het Bijbels woordenboek zegt, dat het woord van Perzische oorsprong is, en dat de Septuaginta het gebruikt voor ons woord Eden. Het betekent een begrensd stuk land, waarop de schoonheid van natuur en creatuur zodanig met elkaar verbonden is dat men er is tot wederzijds genoegen, evenals wij dit nastreven bij het aanleggen van onze parken. Maar het Hemels paradijs is nauwelijks met een aards park te vergelijken, alleen al vanwege Zijn uitgestrektheid en zijn Hemelse glans, die zoveel hoger is als ook Gods gedachten zoveel hoger zijn dan de gedachten van de mensen.

    De door mensen aangelegde parken die in unieke gebieden zijn gelegen, met snelstromende riviertjes, kristal heldere beken, goed verzorgde bomengroepen, fluweelgroene weiden, geurende bloemen, zingende vogels en enkele dieren, zijn per slot van rekening slechts een flauwe afspiegeling van het Eden uit de voortijd.

    Als God niet de liefde voor de natuur en het verlangen naar mooie parken in het hart van de mens had gelegd, waar komt dan al in de vroegste geschiedenis de universele liefde voor de natuur met zijn flora en fauna vandaan? Moeten al de pogingen van de mens om een deel van het verdwijnende natuurschoon te bewaren van deze onder de vloek zuchtende aarde, in de paar jaar van zijn aardse leven op niets uitlopen? Is zijn liefde tot vogels, dieren, bloemen, bomen, bergen en dalen, rivieren en meren en alle werk van Gods hand alleen maar een voorbijgaand tijdverdrijf, dat hem van Gods hand geschonken is, enkel en alleen om de korte tijd van zijn aardse leven wat op te vrolijken? Zijn niet de mooiste composities hier op aarde schaduwen van de reine, onverderfelijke schoonheid uit het Hemels paradijs?

    Nee, de aardse schoonheden zijn niet alleen voorbijgaande beelden voor een pelgrim op aarde, maar tevens een wegwijzer van God, die heenwijst naar de komende schoonheden aan het eind van de pelgrimsreis. Bij hen, die verlost zijn door het Bloed van het Lam, en door het geloof in Hem door de poorten van Gods paradijs binnengaan, dat wil zeggen de tuin van het Hemelse Eden – dat door geen zonde meer van zijn schoonheid beroofd kan worden -, mag de liefde tot de natuur tot eeuwige liefde worden, die over alle grenzen van het aardse bestaan heenreikt.

    De kinderen van Adullam zien het Hemels paradijs

    Ongetwijfeld zal de lezer er belang in stellen, te weten, wat onze kinderen dan wel allemaal in het paradijs hebben gezien. Eén van de jonge helden was bijna onmiddellijk in het paradijs, toen hij de Hemelse stad binnenging. Daar ontmoette hij 2 jongens uit Adullam, die bij ons in Hokow waren gestorven. Terwijl zij nu met hem door de stad naar het paradijs gingen, kwamen zij al gauw aan een open terrein met een grote grasvlakte, en omgeven met geweldige bomen, die er blinkend en als van goud uitzagen. Het geheel was zo adembenemend om te zien, dat de jongen tot zijn Hemelse vrienden zei: “Dit is goed genoeg voor mij. Er bestaat niets mooiers. Hier wil ik blijven!” Maar de twee zeiden tegen hem: “Nee, blijf hier niet staan, want hier zijn nog veel meer en grotere wonderen.”

    Toen zij dan met hem verder gingen kwamen zij bij nog veel mooiere bomen, waaraan vruchten hingen. Het hele park hier was verrukkelijk en overtrof elke aardse ervaring. Onze nieuweling zei: “Hier wil ik blijven! Ik kan niet verder gaan en deze schoonheid hier verlaten. Wat ben ik gelukkig!” “Ga nog verder mee”, zeiden zijn beide begeleiders, “er is hier nog veel meer, dat nog mooier is.” Daarop zei onze kleine: “Gaan jullie dan maar verder, maar ik zou zo graag nog een poosje hier blijven.”

    En de twee lieten hem alleen achter op het fluweelachtige gras onder de bomen. Golven van vreugde en een gelukzalig gevoel, zoals hij dat op aarde nooit had gekend, doorstroomden hem. Hij was in het land der zaligheid, van de “onuitsprekelijke vreugde en heerlijkheid”, het land dat schoner is dan de middag.

    Zonder dat de jongen het gemerkt had waar hij terecht gekomen was, kwam plotseling een Engel naar hem toe, die zijn gezang met de harp begeleidde. Deze lachte hem toe en gaf hem de harp. ‘Ik kan niet spelen’, zei daarop onze kleine. Toen ging de engel verder. Al gauw daarna kwamen andere Engelen, die zongen en speelden en hem toelachten.

    De Engelen waren gehuld in witte gewaden zonder naad. Zij hadden volmaakt mooie gezichten; de ene was niet mooier dan de andere. “O, ik kan niet onder woorden brengen hoe het was als zij vriendelijk naar mij keken”, zei de jongen. “Op aarde is er niets, dat men zou kunnen vergelijken met het lache van een Engel.”

    Dergelijke taferelen, waarvan het ene het andere overtrof, werden vaker in het paradijs gezien en wel door een groter aantal kinderen van Adullam. Zij zagen daar bomen met de heerlijkste vruchten, de mooiste bloembedden, in kleur zowel als in grootte, die een ongekend heerlijke geur verspreidden. Daar zagen zij vogels met prachtige veren, die allen blij een loflied zongen. Zij zagen daar ook allerlei soorten dieren: grote en kleine herten, grote leeuwen en olifanten, aardige konijntjes, allerlei soorten leuke kleine dieren, waaronder ook die zij nog nooit gezien hadden.

    Kinderen spelen in het paradijs met leeuwen en andere dieren die hier gevaarlijk zijn

    De kinderen namen de kleinere dieren op hun arm, liefkoosden ze en reikten ze elkander toe. Of zij zagen de prachtige leeuw vreedzaam onder een boom liggen en liepen, zonder dat zij bang waren, naar hem toe en klommen op zijn rug, kamden zijn ruige manen met hun vingers, streelden zijn kop en grepen met hun handen in zijn muil. Soms gingen ze naast hem liggen of leunden ze tegen hem aan, om samen te genieten van de liefde van hun Schepper. Waarom ook niet? Ergens moet de profetie in Jesaja 11:6-8 zijn toepassing vinden.

    De kleine kinderen reden op de hertjes, de grotere kinderen op de grote herten of op de vriendelijk olifanten. Allen waren volkomen in de liefde. Het was een volmaakte harmonie! Wat werd daar van vreugde gejuicht! Wat klonk daar het gelach van de kinderen! Wie anders dan onze liefhebbende Vader in de Hemel kon zo’n paradijs ontwerpen en tot stand brengen?

    Eten en drinken in de Hemel

    Er was een overvloedige keus aan vruchten en wanneer de kinderen honger kregen aten ze ervan, of raapten zij het manna op, dat men overal voldoende kon vinden. Kregen zij dorst? Hier en daar kabbelden kleine beekjes met verrukkelijk fris levenswater. De Schrift leert eveneens dat in die wereld gegeten en gedronken wordt, daarom mag het ons ook niet verwonderen, wanneer onze kinderen eveneens veel over eten en drinken spraken.

    Onze Adullam-kinderen zagen in de Hemel de Heiligen van het Oude Verbond

    In de open, weideachtige lanen, die met de mooiste bomen omzoomd waren, te midden van bloemperken en zangvogels, zagen onze jongens in het paradijs scharen verlosten uit de oudtestamentische tijd, die samen met de vele Engelen dansten en op trompetten bliezen. Vaak sloten zij zich bij deze feestende schare aan, waarbij kleine en grotere kinderen waren en ook volwassenen, maar geen ouderen. Wat een geluk en wat een vreugde om te zien! Wat een Hemelse zangers! Wat een geluk en wat een vreugde onder de Engelen en verlosten! De Engelen toonden hen Abraham, David, Daniel, de Profeten en de martelaren uit de oudheid. Zij zagen Petrus, Jacobus, Paulus en anderen, voor wie de wereld geen waarde meer had.

    Onze jonge uit de arme Miao stam zag zijn tante en zijn zusje, die hem daarheen waren voorgegaan. Ook onze kleine Mary, die bij ons in Kotchiu was gestorven, had onze jongen bij de hand genomen en leidde hem rond in de Hemel.

    Een jongen werd in een beeld het sterven van een christen getoond

    Terwijl familie en vrienden zich om zijn sterfbed verzamelden, stond er ook een Engel naast hem, die wachtte op de scheiding van geest en lichaam. Zodra dit had plaatsgevonden nam de Engel de geest bij de arm en steeg met hem op naar de Hemel. De overheden en machten van de boze geesten in de Hemelse gewesten, die de Engelen probeerden te hinderen, werden door het geloof van de Engelen en de lofprijzing tot God, overwonnen, tot zij uit hun gebied verdwenen waren.

    Nadat zij in de paarlenpoort waren begroet, werd de nieuw aangekomene door een schare Engelen ontvangen, die hem zingend, dansend en juichend een koninklijke ontvangst in de eeuwige stad bereidden.

    In ons midden

    De uitstoring van de H. Geest op onze kinderen en volwassenen werd altijd begeleid door beelden, waarin Engelen in ons midden werden gezien.

    In dit verband is het wel op zijn plaats eens kennis te nemen van wat de Schrift ons leert over de dienst van Engelen. De Bijbel zegt, dat Engelen betrokken zijn bij het werk van de H. Geest. Omdat “de geesten (of Engelen) de profeten onderworpen zijn” volgens 1 Kor 14:32, zo blijkt daar reeds uit, dat Engelen er deel aan hebben, wanneer een profeet spreekt door inspiratie van de H. Geest. Zo ontving ook Johannes zijn openbaringen door een Engel, toen hij op Patmos “in de geest” was (Openb 1:1-10). Engelen hebben er iets mee te maken, als iemand in vervoering geraakt of beelden ziet en door de H. Geest openbaringen ontvangt.

    Het kan zijn, dat elke ware groep gelovigen een Engel heeft, die haar op bijzondere wijze dient (Openb 1:20). Ieder die gered is heeft een Engel (Hebr 1:14; Hand 12:15). Elk kind wordt door Engelen gediend (Matt 18:10). Engelen zien ons te allen tijde (1 Kor 4:9).

    Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament staan voldoende bewijzen waaruit blijkt, dat het Engelen waren die ons in wezen dienden in ons Adullam-huis. De kinderen zagen hoe Engelen andere kinderen bevrijdden, die op afschuwelijke wijze door demonen gebonden waren en naar de Hel zouden gesleept worden. Daaruit blijkt, dat Engelen deel hebben aan de redding van verlorenen. Daar Engelen de kinderen naar de Hemel begeleidden en hen door de poort in de stad en het paradijs brachten, lijkt het wel, alsof zij met het hele huis van Adullam wat de maken hebben. Het was soms onmogelijk om de kinderen te begrijpen omdat ze spraken met de tong der Engelen.

    In elk geval zagen de kinderen in hun beelden scharen van Engelen door de Hemel vliegen en dikwijls zagen zij deze Engelen ook naar de aarde afdalen.

    Engelen in ons huis en rondom ons

    In de tijd dat de aanwezigheid van de H. Geest heel bijzonder werd ervaren, zagen verschillende kinderen Engelen in de omgeving of in de zaal. Toen zij door demonen lastig werden gevallen, zagen zij Engelen komen om hen te bevrijden. Toen wij in de samenkomst de heerlijkste nabijheid van de Heer ervoeren in harmonie en liefde, zagen de kinderen een grote Engel boven ons zweven, terwijl om ons heen een kring van kleine engelen werd gezien, die naast elkaar stonden, en wel zo dicht, dat de ene de andere aanraakte. Er waren geen openingen in de kring, waardoor de demonen konden binnen komen. Bij zo’n gelegenheid zagen de kinderen ook geen demonen in het vertrek, zoals anders vaak het geval was.

    Op een avond, toen wij ook weer zo door Engelen omgeven waren zeiden de kinderen, dat zij konden horen dat de demonen buiten de kring van de Engelen op ergerlijke wijze hun ontevredenheid tot uitdrukking brachten over het feit, dat zij onze gezegende gemeenschap niet konden storen of verhinderen. Jongens in Kotchiu hebben eveneens zo’n kring van Engelen gezien.

    Ik zal mijn hele leven niet het gezegende uur vergeten, waarop de nabijheid van God in onze samenkomst zo merkbaar was en de jongens de grote engel boven ons zagen. Deze Engel keek op ons neer en keek dan opzij naar de kring van Engelen die ons omgaven, opdat er nergens een opening zou zijn voor de macht der duisternis. Ik denk, dat de Engel boven ons wellicht het toezicht op ons hele huis was toevertrouwd en dat de kleinere Engelen van lagere orde de Engel van ieder persoonlijk was. Hoe het ook zij, de kinderen zagen de Engel. Meestal hadden zij daarbij hun ogen gesloten, maar soms ook wijd open, en in beide gevallen zagen zij hem. Wij konden geloven, dat wij ons in de tegenwoordigheid van Engelen bevonden, en hoefden daaraan niet te twijfelen.

    Het Rijk van de duivel  

    Ieder die in de tijd van de uitstorting van de H. Geest in ons midden zou geweest zijn en nauwlettend had toegezien, zou niet aan het bestaan van twee koninkrijken hebben kunnen twijfelen, die voortdurend met elkaar in oorlog zijn. Zo zeker als het is dat de H. Geest en de Engelen hun best doen om mensen het Rijk van het Licht binnen te voeren, zo zeker proberen demonen het werk te verhinderen, doordat de duivel temidden van een schare boze geesten iemand ontrukt naar het rijk der duisternis. Het bestaan van het ene rijk werd ons net zo duidelijk als het bestaan van het andere, en de mens vormt het slagveld.

    De Bijbel leert, dat er ook onder de boze geesten zowel hogere als lagere machten zijn (Rom 8:38) en dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is, “maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de Hemelse gewesten” (Ef 6:12). Het Nieuwe Testament leert het bestaan van een rijk der duisternis en de aanwezigheid van demonen.

    Demonen

    Er werd ook een demon verdreven uit een leraar. Een grote demon werd waargenomen en men zag hoe hij hevig vertoornd door de kamer liep en tenslotte de Chinese leraar overweldigde en op de grond wierp. Daarbij zagen twee van onze jongens hoe de op mensen gelijkende demonen bezit namen van de leraar. Toen de demon door een jongen, die met de H. Geest vervuld was, werd uitgedreven, zagen later sommige van de andere jongens dat hij zich achter in onze tuin verstopte. Deze demon en zijn begeleider, die ongeveer half zo groot was, werden door enkele jongens gezien, die met gesloten ogen baden, en door sommigen die dat met open ogen deden. Maar zij zagen allen tegelijkertijd de demonen in diezelfde gestalte. Daarbij was voor ieder die hen zag het uiterlijk van de demonen hetzelfde.

    Wij hadden in ons AduHam-Reddingshuis een jong meisje, wiens lichaam kennelijk toeliet dat de demonen het bij herhaling in bezit namen. Het meisje vertelde ons, dat zij reeds, voordat ze bij ons kwam, herhaaldelijk aan aanvallen van bewusteloosheid had geleden. Toen zij een tijdje bij ons was, maakte zij met enkele andere meisjes van ons huis een wandeling even buiten de stad. Op weg naar huis bleef één van de nieuw aangekomen meisjes, dat half blind en wat achterlijk was, achter en verdwaalde. Dat eerstgenoemde meisje ging nu het verdwaalde meisje zoeken. Toen zij bijna thuis waren, zagen zij plotseling enige stappen voor zich drie demonen. Eén van hen was groot en slank en werd door twee anderen vergezeld die zo groot waren als een jongen van twaalf jaar. Zij waren alle drie donker van uiterlijk, met grote ogen en hele gemene gezichten. De twee kleineren schenen onderdanen te zijn van de grote en volgden hem. Het meisje schrok van hetgeen ze zag. De grote demon kwam dichterbij en greep haar hoofd vast, waardoor zij duizelig en half bewusteloos werd, zodat zij de straat niet meer kon herkennen en door het ander meisje naar huis moest worden gebracht. Toen zij thuis was gekomen, werd zij beter, totdat wij de avondboterham aten. Toen werd ons bericht dat het meisje weer bewusteloos in haar kamer lag. Wij vonden haar liggend op de grond en zij ademde alsof zij diep in slaap was, maar wij konden haar niet wakker krijgen.

    Nadat wij voor haar gebeden hadden, kwamen wij voor het dagelijkse gebedsuur bij elkaar en bleven bidden, tot zij in goede toestand in de gebedskamer kwam. Zij vertelde dat het haar toescheen alsof zij met ketenen gebonden was geweest en door demonen over een lange duistere weg naar beneden was gesleept, terwijl zij al die tijd in haar hart tot de Heer had gebeden om haar te bevrijden. Opeens was zij weer tot bewustzijn gekomen en had zij kunnen opstaan. Toen zij was opgestaan van het bed waarop zij haar hadden neergelegd voor wij haar verlieten, zag zij weer die drie demonen in haar kamer. Maar nu was zij niet bang meer, omdat zij wist, dat de Heer haar had bevrijd. Daarom vatte zij moed en beval de demonen in “de Naam van Jezus” en verdreef hen tot buiten de grote poort van onze binnenplaats. Zij heeft deze aanvallen niet meer gehad.

    Ik heb die twee voorvallen in de kleinste bijzonderheden verteld, omdat het werk van de demonen in beide gevallen zo duidelijk was, dat ieder die dit gezien zou hebben wel zou moeten toegeven, dat hier sprake was van een bovennatuurlijke tussenkomst. Wij zouden inderdaad nog veel bewijzen kunnen aanvoeren over de werkzaamheid van demonen, waar wij de laatste jaren ooggetuige van waren, maar laten de beide voorgaande voorbeelden in dit verband voldoende zijn, want wij zouden nog iets willen vertellen over een demonische beïnvloeding die in samenhang met de uitstorting van de H. Geest bij ons plaatsvond.

    Toen de eerste bovennatuurlijke uitingen van geestelijke aard zich voordeden, begrepen wij die niet, maar bleven wij bidden en vertrouwen op de Heer. Wij wilden slechts dan onderbreken, wanneer wij iets zouden waarnemen wat schadelijk of zondig was. Na 8 wekten van die wonderbare uitingen van de H. Geest waren wij zeer verheugd en dankbaar, dat wij de kinderen zo’n vrijheid hadden gelaten. Wij zagen hoe wonderbaarlijk en veilig de Heer de kinderen leidde, en dingen die wij eerst niet begrepen, bleken later deel uit te maken van Gods plan om ons enkele van de meest wonderbaarlijke en meest verblijdende openbaringen te geven. Onder deze ongewone openbaringen was ook die van het werk van de demonen, zoals de kinderen het zagen. Terwijl enige kinderen hun gelukkigste tijd van de H. Geest beleefden, vielen anderen tijdens het gebed in slaap. Degenen die vervuld waren met de H. Geest, konden vaak bij hen die zo met slaap te kampen hadden, demonen zien die hen lastig vielen met slaap. Zij werden gezien als zij door het open raam, en veelal door de deur naar binnen kwamen. Soms zagen de kinderen hen luierend onder de tafel of op een sofa liggen.

    Degenen die onder de zalving van de H. Geest stonden, dreven dan, hoewel zij de ogen gesloten hadden, de demonen eruit in de “Naam van Jezus”, hen stap voor stap in de gaten houdend, totdat zij door het venster of door de deur de kamer verlaten hadden.

    Dikwijls volgden zij de demonen buiten de kamer, openden een voordeur of een binnendeur in het gebouw en joegen de demonen van het terrein af. Wanneer er demonen verschenen werden zij vaak gelijktijdig door verscheidene kinderen gezien.

    Enkele kinderen hadden vroeger reeds demonen gezien. Wij bemerkten, dat zij niettegenstaande alle onderwijs over de Heer toch nog bang voor hen waren en het niet waagden ’s avonds alleen naar hun kamer te gaan: en voor zij gingen slapen trokken zij een deken over hun hoofd. Maar door deze openbaringen leerde de kinderen, dat de grootste en wildste demonen machteloos waren tegenover het kleinste kind dat gedekt was onder het Bloed van Jezus, zodat wij voor het eerst een groot aantal Chinese kinderen hadden, die hun angst voor demonen kwijt waren, niet meer bang waren in het donker en met ongedekt hoofd durfden te gaan slapen. U zou wellicht kunnen vragen hoe demonen eruit zien.

    Men kan ze het beste beschrijven als men ze vergelijkt met de afgodsbeelden in de Chinese tempels. Volgens de Bijbel en wat betreft de Chinezen is godsdienst vaak demonen-aanbidding. De demonische gestalte van de afgodsbeelden heeft men geprobeerd te maken naar het uiterlijk van de demonen die men gezien had.

    De kinderen zagen demonen “zo groot als een deur”, met spitse kin en hoofden vol wratten. Er waren er ook die maar half zo groot waren en er anders uitzagen. Er kwamen kleinere, die ongeveer 90 cm groot waren en hele kleine die slechts 10 cm groot waren, die de grotere demonen volgden.

    Voor de grote demonen met uitpuilende ogen en woest uiterlijk moet men bevreesd zijn, want zij hebben macht om te binden en gevangenen naar de Hel te slepen.

    De vorsten en machthebbers in de Hemelse gewesten

    De geweldige legers in de lucht en hun duister samenspel met de demonen op aarde werd in Adullam door verscheidene getuigen gezien en zij gaven daarvan de volgende beschrijving:

    De legerleiding van de boze zetelt in de middelste Hemel. Hier zijn tronen, van waaruit de engelen van Satan hun satanische heerschappij over de aarde voeren. De vorsten der duisternis zien er verschillend uit: sommigen zijn groter van gestalte dan anderen, ze verschillen in kleding, hebben verschillende kronen, verschillen in gelaatsuitdrukking, in aanleg en in rang en stand. In elk opzicht zien ze er echter satanisch uit en handelen zoals men dat van de legers van Satan kan verwachten.

    Deze vorsten in het rijk van Satan strijden voortdurend tegen elkaar, de ene neemt de andere kwalijk dat die boven hem staat. Iedereen is afgunstig op iedereen, en allen zijn begerig naar de zetels in de hoogste rang. Zij die een hoge rang bekleden handhaven hun positie, niet met toestemming van de ondergeschikten, maar door hun eigen grotere macht en wreedheid. Groepen en enkelingen vechten en strijden voortdurend met elkaar.

    Allen dragen kronen die de verschillende klassen en rangen aangeven. Allen wensen liever daarboven op de tronen te zitten en toezicht uit te oefenen op het werk op aarde, dan als afgevaardigde naar beneden te komen, met de plicht de demonische machten hier beneden aan te zetten.

    Diegenen, die de hoogste rang hebben zitten op tronen in de middelste Hemel en heersen over ontelbare legers van boze geesten, waaruit voortdurend afgevaardigden naar de aarde worden gezonden om de bewoners te verleiden tot weerstand tegen de gerechtigheid, en de zwakkere demonische machten op aarde te versterken en om de zielen van stervende boze mensen te binden en in de Hel te slepen.

    Hoewel deze boze engelen in de hoogste Hemelen tot aan de poorten van het nieuwe Jeruzalem vliegen en ook neerdalen naar de aarde en rondvliegen in de lucht, ligt het centrum waar zij zich in ontelbare menigten verzamelen in de middelste Hemelsfeer waar zich de zetel van hun macht bevindt. Hier vliegen legers boze geesten van elke grootte heen en weer en bewegen zich daar vrijelijk. De boze engelen die een hoge rang hebben zijn omgeven met een soort lichtglans als bij de Heiligen.

    In zeker opzicht lijken ze allemaal op elkaar: allen hebben vleugels, allen hebben kronen, allen behoren ze in de Hemel. Slechts van tijd tot tijd gaan ze als afgevaardigde naar de aarde. Wanneer ze hun boze opdracht vervuld hebben, keren ze naar de Hemel terug.

    De menigte boze geesten op aarde verschillen zeer van de engelen van Satan. Zij die zich op aarde bevinden hebben geen vleugels. Zij kunnen zich snel verplaatsen en lopen. Zij bewegen zich vrijelijk en zo te zien raken zij de aarde niet aan. Zij variëren in grootte van zo’n 10 cm tot 3 m. Ze gaan zeer bont gekleed, versierd met vele tressen en met eigenaardige mutsen van verschillende vorm en kleur. Andere geesten daarentegen dragen lompen of vuile kleren.

    Sommige van deze demonen op aarde hebben zeer weinig macht en vormen een tamelijk onschuldige groep. Anderen daarentegen zijn groot en wild en hebben grote macht. Ze werken de arbeid tegen van de rechtvaardige mensen en Hemelse Engelen, die tot de mensen zijn gezonden. In één zo’n strijd met een Engel verzamelden zich de aardse demonen van hoge rang, gesteund door lageren, rondom de Engel en probeerden hem met knuppels, zwaarden en andere wapens te slaan, maar door geloof en door de Heer te loven en te prijzen weerstond de Engel de aanval, zodat geen enkele slag hem trof, en geen vijandelijk hand hem kon aanraken. Op enige afstand stonden de demonen die minder macht hadden en zij stonden naar de strijd te kijken, en toen zij zagen dat hun soortgenoten geen succes hadden, baden zij tot de Hemelse machten der duisternis of die voor een versterking van engelen wilden zorgen.

    Als antwoord op dat gebed werd een afdeling van tien engelen gezonden. Toen die de aarde naderden klapten de lagere demonen bij wijze van welkom verheugd in de handen. Toen de boze engelen van boven het strijdterrein bereikten, hielden de lagere demonen die op een afstand stonden, zich eerbiedig stil voor de delegatie van boven, die nu ingreep in de strijd tegen de Engel. Ook deze macht weerstond hij door lofprijzing en geloof, totdat plotseling de heerlijkheid van God neerdaalde en alle boze geesten wegvaagde.

    De jongen, die de dood van een Christen had gezien, zag ook wat er gebeurt wanneer degenen die niet bekeerd zijn sterven. Wanneer een mens die het Evangelie niet heeft WILLEN aannemen, sterft dan dwaalt zijn ziel, nadat die het lichaam heeft verlaten, ongehinderd op aarde rond, totdat één van de engelen van die duivel met ketenen uit de lucht naar beneden komt, hem bindt en hem in de Hel werpt. De dood van een mens, die Christus heeft beleden, die de Heer heeft gekend, maar zich niet echt heeft bekeerd, is nog vreselijker. Wanneer zo iemand ligt te sterven, wachten demonen met boosaardige vreugde totdat de ziel zich losmaakt van deze huichelaar, die eens Christus heeft beleden. Nog voordat de ziel helemaal los is van het lichaam beginnen de demonen die te binden en voltooien dat binden op het moment dat de mens zijn laatste adem uitblaast. De huichelaar is hier op aarde geen moment vrij. Hij is een voorwerp van spot voor zijn duivelse beul en wordt meteen de Hel ingeduwd.

    Zo’n slecht mens wordt vooral door demonen, die hem met ketenen hebben gebonden, als speelbal gebruikt. Ze laten hem over de aarde heen en weer trekken, gooien hem omhoog en trekken hem weer naar beneden en springen met hem rond als met een dode hond. Nadat zijn beulen voldoende plezier aan hem hebben beleefd, wordt hij via een duistere weg naar de gebieden van de Hel gesleept.

    Zo werd een jongen van Adullam naar de Hel gesleept. Omdat hij zo buitengewoon slecht was geweest, werd hij slechts in het leger als loopjongen gebruikt door een officier. Toen wij hem verscheidene dagen op straat zagen bedelen, namen wij hem op in het reddingshuis van Adullam. Hij beloofde beterschap, maakte zo te zien een bescheiden indruk, hoorde een tijdlang het Evangelie en deed schijnbaar boete.

    Diverse dingen verdwenen uit het huis, maar de dief kon niet worden ontdekt, totdat deze jongen op straat werd gesnapt toen hij probeerde de gestolen goederen te verkopen. Toen stuurden wij hem weg.

    Nadat hij maandenlang het leven van een bedelaar had geleid, gaven wij hem opnieuw een kans omdat hij keer op keer verbetering beloofde als wij hem maar wilden toestaan terug te komen.

    De Heer zelf gaf hem ook een mogelijkheid, want wij hadden voldoende bevestigingen van de H. Geest en bovennatuurlijke openbaringen om ook de meest simpele ziel de weg van het Leven duidelijk te maken. Ja, deze jongen kende soms momenten, dat de H. Geest tot hem sprak over zijn zonden en hem de rechte weg toonde. Ondanks dat alles liep hij weer weg en sloot zich aan bij een bende bedelende dieven. Enige maanden later viel hij en brak een arm. Er volgde een infectie, en hij lag op sterven toen een verpleger hem opraapte. In het ziekenhuis was hij  zo hopeloos ongehoorzaam, dat men hem eruit zette, en zo stond hij weer stervend op straat. Toen hij bij ons kwam met beloften zich te beteren, hadden wij opnieuw medelijden met hem en namen hem weer op.

    Elke dag kwam de dood dichterbij. De nacht voor zijn sterven werd ik gewekt door een heel onnatuurlijk gekrijs. Het klonk als het woeste huilen van een wild dier, of van een vijand. De volgende dag, toen de jongen stierf, was ik niet thuis. Toen hij in doodstrijd lag, verzamelden zich om hem afschuwelijke, helse demonen, vol leedvermaak. Toen de ziel het lichaam verliet en de knaap zijn beul zag, weende, huilde, krijste en schreeuwde hij vol afgrijzen in alle toonaarden: “Mijnheer Baker, help! Help! Help! O, mijnheer Baker, kom gauw! Mijnheer Baker, mijnheer Baker! Mijnheer Baker! Help, zij omringen mij allemaal met ketenen! Zij willen mij komen halen. Help! Help! Mijnheer Baker, help! O, o, o, help! Help! Zij binden mij met ketenen. Help! Help! O, o, o, help! O… h…”



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs