|
Ik heb Mijn Moeder beloofd, en Ik beloof je nu, dat allen
die in de woonplaats komen van Haar Hart, Ik niet ongetroost, onverlicht en
alleen laat. Allen zullen bevrijd worden van hun lasten en verdriet die
binnengaan in het Onbevlekte Hart van Mijn Moeder, om hun knieën te buigen voor
God, God eerst te zoeken omdat Ik allen naar Mijn Vader neem. Dat alles wordt
gevraagd van Mijn Onbevlekte Moeder in de woonplaats van Haar Hart. Ze maakt degenen
goed, aangenaam en heilig voor God. En door Haar Liefde, zal alles gedaan
worden dat aan Haar gevraagd wordt. Want Ik zal de waarheid van de Onbevlekte
Ontvangenis verdedigen en Ik zal de onweerlegbare waarheid dat Zij
Medeverlosseres en Middelares van alle genade is verdedigen.
Dit is door Gods Wil, niet de wil van de mens. Ik had
jullie samenwerking niet nodig om jullie te scheppen, maar jullie moeten
meewerken aan jullie eigen redding, omdat jullie je vrije wil hebben. Jullie
hebben die gave dat geen enkel dier heeft. Jullie hebben een ziel dat geen
enkel dier heeft. Jullie hebben de gave van Mijn Liefde en de gave van Mijn
grootste Schat, en dat is Mijn Onbevlekte Moeder. Zij is Mijn vreugde, Zij is
Onze Liefde, en We geven Haar aan jullie, maar We geven Haar niet om ontkend te
worden of dat haar kwaad berokkend wordt.
Priester
Andrew: Heer, is het werkelijk waar dat er zovelen zijn die
proberen om OLVrouw, de Engelen en de Heiligen te scheiden van Uw Goddelijke
Aanwezigheid? Ik weet dat er eeuwenlang zovelen zijn geweest die Uw Goddelijke
Aanwezigheid in de Eucharistie willen ontkennen. En nochtans zijn vele mirakels
opgeschreven en gedocumenteerd door zowel Katholieken als niet-Katholieken,
gelovigen als ongelovigen. En toch worden deze zaken zo dikwijls onder de mat
geschoven en ontkend, zodat degenen die zwak staan in hun geloof het niet zien
en niet de kans hebben om zich te bekeren of Uw grote Liefde begrijpen als ze
deze zaken zien. Wat moeten we doen? Hoe moeten we reageren?
Jezus: Op deze manier zal je deze zaken aanpakken. Ik heb
jullie allen hier geroepen voor een reden en een doel. De minsten onder allen.
Maar niemand is een uitzondering behalve dan Mijn Moeder. Jullie hebben elk een
buitengewoon verlangen gekregen om Haar lief te hebben, om Mij te dienen, en de
wil om de liefde te verdedigen dat God geeft aan jou en aan alle zielen.
Dit vraag Ik aan jou en beveel Ik. Er zullen meer mensen
komen in de woonplaats van het Onbevlekt Hart van Mijn Onbevlekte Moeder. Trek
je altijd daar terug. En voor degenen die het nog niet weten, smeek namens hen.
Smeek voor degenen die lijden en smeek voor degenen die Mijn Goddelijke
Barmhartigheid niet kennen. En smeek voor degenen die de Grote en Oneindige
Liefde van Mijn Onbevlekte Moeder voor alle zielen nog niet kennen. Daardoor
zal Ik Mijn Dienaren, Mijn Engelen in de wereld zenden en zal Ik hen roepen,
hen allen, om te komen binnen Haar Hart. Dit is geen nieuwe oproep, maar Ik
herstel ze door Mijn aanwezigheid op het Heilige Altaar van Offering. Zoals
Mijn Moeder de kinderen in Fatima vertelde wanneer Ze Haar Onbevlekt Hart
openbaarde en de Grote Vlammen van Liefde die van Haar komen, zeiden ze en
begrepen ze dat Zij de woonplaats is van God en uit Haar komen de zuiverende
vlammen van Liefde. En die Liefde zal zo zoet zijn voor degenen die ze zoeken.
Het zal bitter zijn voor degenen die ze verwerpen. Toch zal het zoet zijn als
ze in hun hart bevestigen dat ze spijt hebben en zich bekeren van hun zwakheden
en de zonden in hun leven. Zonden tegen God, tegen heel Zijn schepping, Zijn
Engelen, Zijn Heiligen, tegen Mijn Moeder, tegen andere zielen en de hele
mensheid. Jullie moeten altijd naastenliefde in jullie hart hebben. Als wat
jullie doen, niet voor de liefde van anderen zielen is, laat het dan. Geef uit
je overvloed aan allen die in nood zijn, volgens hun noden.
Maar hier in deze woonplaats van Mijn Moeders Liefde voor
allen, zullen degenen die komen zoeken alles vinden wat ze vragen. Want Mijn
Moeder zal hun hart vullen met troost, met haar Liefde dat in het Tabernakel
van God is. Mijn zoon, Mijn broeder, herinner allen eraan dat vooraleer naar de
Aanwezigheid van God te komen, dat ze berouw tonen voor hun zonden, hun zonden
in woord belijden, om verzoening te bieden voor die zonden en nooit deze zonden
opnieuw te plegen.
Steeds opnieuw, moet je herhalen hoe het kwaad hen God wil
doen vergeten en te kiezen voor de verleidelijke pleziertjes van deze wereld.
Ik zal het niet wegnemen van hen, noch zal Mijn Vader, noch de H. Geest. Ze
zullen deze drang enkel verliezen wanneer ze in hun hart bevestigd hebben dat
ze enkel in de Liefde van God willen blijven. Dat wil zeggen het zuiverende
vuur van Mijn Liefde, verteerd worden in het Hart van Mijn Onbevlekte Moeder.
En zoals Ze jou heeft verteld, omdat je zocht om je te voeden van Haar
Onbevlekte Hart en te drinken van Haar troostende tranen, zal Ze jou een
oneindige honger geven voor Mijn Allerheiligste Hart.
Blijf de zielen zegenen en bid voor hen, Mijn Priesters.
Bid voor hen met oprechte en grote liefde, want het is de redding van zielen
dat Ik zoek en het is jouw taak in deze oogst om hen naar deze redding te
brengen. Vermeerder voorspraken, vermeerder gebed en vermeerder naastenliefde
boven alles. Heb geduld zoals Ik geduld heb met iedereen en verspreid deze
Liefde en Naastenliefde, die komt van deze woonplaats van Mijn Onbevlekte
Moeder, voor de hele mensheid.
Priester
Andrew: Heer, gaat U ons helpen om te begrijpen hoe deze dingen onze
conditie in de wereld zal veranderen?
Jezus:
Zeker. Keer terug naar het project dat Ik je heb gegeven en Ik zal onze
bespreking later opnieuw verderzetten. Ik zegen je en al de werken van Mijn
Moeder en alle goede zielen, in de Naam van de Drie-ene God… de Vader, de Zoon,
en de H. Geest.
Priester
Andrew: Onze Heer staat recht en Hij glimlacht. En als Hij
terugkeert naar het Heiligdom, lijken Zijn Engelen zich te verenigen rond Hem,
en Ik zie niet waar Hij is gegaan. De Engelen vullen het Heiligdom, het
Heiligste der Heiligen. Ze blijven daar in lofprijzing en glorie tot God, en ik
moet nu terugkeren naar mijn taken.
God zegene jullie allen.
|