Jezus over naastenliefde – barmhartigheid en liefde – genade – geloof –
gebed :
Naastenliefde
De apostel
Johannes heeft meer bemind dan de andere apostelen. Voor en na de Passie. Voor
en na Pinksteren. Ik en hem : twee oceanen van liefde waarvan de zijne
nauwelijks kleiner is dan de eerste waarin hij zich stort en waarmee hij zich
verenigt.
De apostel
die Ik het meest heb bemind daarentegen is Judas Iskariot. Meer dan alle
anderen heb Ik Judas Iskariot liefgehad. Ik zal je uitleggen waarom.
Johannes was
de uitverkorene. Hij was goed, rein en trouw. Vanzelfsprekend trok hij Gods
liefde en de liefde van Mij naar zich toe. Maar zeg eens : wat is het
moeilijkst ? Een daad te stellen die een voortdurende inzet vraagt en waarvan
men bij voorbaat weet dat ze tot niets dient ? Of een daad stellen die, om ze
te verwezenlijken een minimum aan inzet vraagt en vreugde oplevert ? De eerste,
is het niet ?
En wie zal
de meeste verdiensten verwerven ? Hij die de eerste daad volbrengt of de tweede
? De eerste wiens doel is zijn plicht te vervullen zonder hoop op beloning, of
de tweede die minuut na minuut ruimschoots wordt terugbetaald voor hetgeen hij
doet ? Hij die een daad stelt die voortdurende inzet vraagt en die soms tot
niets dient, zal het meest verdiensten verwerven.
De liefde
van iemand is heel groot, die uit heldhaftige liefde en plicht tegenover God en
zijn medemensen zich onophoudend met zijn slechte evenmens bezig houdt en er
zich om bekommert om hem tot Gods glorie op de rechte weg terug te brengen. Hij
bezit een volmaakte liefde. Een liefde die alles volbrengt en vergeeft. Een
liefde die alles overwint en hem ertoe aanzet een volmaakt werk te verrichten,
aangenaam aan God. Het is van geen belang of hij slaagt of niet. Trouwens weet
je op voorhand of hij zal slagen of niet ? God alleen kent zijn mislukking. Hij
moet gewoon verder doen. Het is de heldenmoed van de plicht die op een volmaakte
wijze volbracht wordt. Bovendien toont hij een volmaaktheid van gevoelens.
Want, alleen in God kan men iemand beminnen van wie men weet dat hij een
boosdoener is, een verrader. Maar bemin hem met de sublieme liefde van Mijn
hart op het Kruis, wanneer Ik niet voor de rechtvaardigen bad, maar vergiffenis
afsmeekte aan Mijn Vader voor hen die Mij kruisigden.
Ik verlang
dat je deze liefde koestert voor hen die je haten. De liefde tot onze koppige,
onverbeterlijke vijanden zorgt voor mirakels. Deze liefde werkt rechtstreeks,
zoals de liefde van Stefanus voor Saulus. Het is die liefde die ervoor zorgde
dat Paulus de genade bekwam om Mij op de weg naar Damascus te ontmoeten. Of
zelfs onrechtstreeks. Die liefde gaat niet verloren. Van die munt, van die
gist, van die balsem, die de liefde is, gaat geen deeltje, hoe klein ook,
verloren en draagt steeds vrucht. Ze wordt
opgetekend door God en ze stijgt tot de schat van de Hemelen. Daartoe
dient ze om de zielen, die slaven van Satan zijn, en reeds ontmoedigd waren bij
een nauwelijks ontloken rechtvaardigheid, gekwetste en zieke zielen te bekeren
door de liefde. Liefde gegeven voor de bekering van hen die ons kruisigen, gaat
genadevolle vrucht dragen in andere zielen, Zielen die ongekend zijn op Aarde,
maar gekend in de Hemel.
Ik zeg je :
Wie veel bemint wordt veel vergeven ! Dat is rechtvaardig. Hoe meer iemand
bemint, hoe meer vergiffenis hij van de beledigde verdient. Bovendien wie het
meest vergeeft, toont dat hij veel bemint ! En hij die altijd vergeeft, altijd
en alles, bemint niet alleen veel, maar totaal. Zo heb Ik Judas Iskariot
bemind. Totaal. Ook de anderen heb Ik zo bemind in het bijzonder Johannes. Maar
hem zo beminnen was rechtvaardigheid. De apostelen waren goed ondanks hun
gebreken en beminden Mij met al hun krachten. Zij waren klein en onvolmaakt. En
zo waren ze tot de Heilige Geest hen vernieuwde. Maar dat is van geen belang.
Hun krachten reikten niet verder. Maar Judas, van wie Mij geen enkele plooi van
zijn duister hart onbekend was, was beminnen met een totale liefde. Hem
beminnen omdat er gezegd is : Ge zult uw naaste beminnen als uzelf !
Gij zult uw
naaste beminnen als uzelf, betekent elke naaste, goed of slecht, gewillig of
onhandelbaar, liefdevol of hatelijk. ALLEN met een vreugdevolle of pijnlijke liefde !
Die liefde
voor ALLE naasten vereist een sterk gevormde geest van barmhartigheid,
zachtmoedigheid en nederigheid. Want het is zeer moeilijk om sommige naasten
lief te hebben ! Volg Mij na en jullie zullen volmaakt zijn zoals Ik het wil
voor jullie eeuwige vreugde. (Jezus geeft onderricht deel 3 – Maria Valtorta)
Barmhartigheid en liefde
Nooit zullen
jullie de grens van Mijn Barmhartigheid bereiken omdat ze eindeloos is. In Mijn
oneindige liefde voor de zielen stel Ik alles in het werk om alles wat de arme
zielen, of de zielen die reeds de weg naar de volmaaktheid betraden, Mij geven
te gebruiken. Dit als ze Mij beminnen zoveel als ze in staat zijn en Mij
beminnen met heel hun wezen door te proberen hun bekwaamheid steeds te
verhogen. Er is zelfs geen heilige die, hoewel hij op Aarde de volmaakte weg
bewandelde, geen enkel foutje hoe klein ook heeft gemaakt.
Wel, ook
deze kleine menselijke deeltjes van een rechtvaardige heb Ik gebruikt. Mijn
liefde heeft er zich van bediend en heeft ze bewerkt. Van schijnbaar nutteloze
ballast heeft ze er voor de andere zielen iets nuttigs van gemaakt.
De mensen
bedienen zich alleen maar van het goede en nuttige; ook in de liefde houden ze
alleen van de goede kanten van degene die ze beminnen. Mijn liefde daarentegen
bedient zich ook van hun zwakheden. Ze neemt en verandert de meest eenvoudige
dingen van het gewone leven van een ziel die Mij bemint. Haar eenvoudige daden
maakt ze verdienstelijk. Mijn liefde gaat nog verder.
Soms bedient
ze zich menselijke ellende en zwakheden, van hun soms kleine leugentjes, in
zover ze onvolmaakt en niet schadelijk zijn voor de evenmens. Die kleine
zwakheden worden door Mij opgewekt en
vergelijkbaar aan een onvoorzichtige, bespottelijke nieuwsgierigheid en bluf
van een kind. De onvolmaaktheid ondoordacht begaan of de onvolmaaktheid uit een
ogenblik gebrek aan beheersing worden door de Liefde gebruikt om andere zielen
op het goede pad te brengen. Dat is het wat de schuld opgelopen door de
onvolmaaktheden vermindert tegenover de Gerechtigheid. Tegelijkertijd groeit de
liefde voor Mij in een ziel die de onvolmaaktheden bedreef door haar dankbaarheid
tegenover Mijn Barmhartigheid. Want deze straft niet door de Ziel van Zich af
te stoten, maar zij wordt een hulp wanneer ze ziet dat zij sterker wordt, door
één van haar zwakheden tegenover anderen. Dat is Mijn eigen unieke manier van
liefhebben en redden. Maar ze wordt door zo weinigen begrepen.
Wanneer Ik
Mij dan van de ellende van de zielen bedien om andere zielen te sterken, zeg Ik
aan de ziel : Heeft niemand je veroordeeld ? Ook Ik veroordeel je niet. Ga en
zondig niet meer.
Weten jullie
niet, dat wanneer er geen wil is Mij te beledigen maar alleen te eren, er ook
geen zonde is ? Mijn zielen, weten jullie niet dat de nederigheid van de eigen
ontoereikendheid, het berouw verkeerd te hebben gehandeld om het goede, goed te
willen doen, jullie liefde na één van die kinderstruikelingen nog meer doet
opflakkeren ? Zij geven Mij glorie en scheppen een goed voor de zielen, méér
nog dan wanneer jullie nooit die zwakheden had begaan. Dat schijnt
ongeloofwaardig maar het is de waarheid.
Stel je dus
gerust : Mijn en jouw liefde reinigen je van alle stof dat je wil om Mij
volmaakt te beminnen, probeert te bedekken. (Jezus geeft onderricht deel 3 –
Maria Valtorta)
Genade
De genade is
licht, kracht en wijsheid van God in zich dragen. M.a.w. de geestelijke
gelijkenis aan God bezitten, onweerlegbaar teken van Gods kindschap.
Zonder het
bezit van de genade zouden jullie dierlijke wezens zijn, gekomen tot een zekere
hoogte van evolutie, die jullie voorzag van verstand. Maar met een ziel die
alleen bekwaam is zich op aards peil en naar aardse normen te gedragen. Onbekwaam
om zich te verheffen tot het niveau waar men het leven leeft van de Geest.
Daarom zouden jullie in weinig verschillen met de dieren die zich alleen
gedragen volgens hun instinct en jullie dikwijls overtreffen in hun manier van
handelen.
De genade is
dus een subliem geschenk, zo maar gekregen.
De genade is
: de Vader bezitten en in Hem leven + de
Zoon bezitten en genieten van Zijn oneindige verdiensten + de H. Geest in zich
dragen en de vruchten plukken van Zijn zeven gaven. Bovendien betekent genade
in zich dragen : de Ene en Drievoudige God bezitten en jouw sterfelijke persoon
omgeven weten door Engelen die God in jou aanbidden.
Een ziel die
de genade verliest, verliest alles. Haar schepping door de Vader en de
verlossing door Mij was voor deze ziel nutteloos. Eveneens heeft de H. Geest
nutteloos zijn gaven over deze ziel uitgestort en blijven de sacramenten zonder
werking. Die ziel is dood !
Als een ziel
in de staat kon blijven waarin ze zich bevindt na het Doopsel en het Vormsel,
zou deze ziel bijna gelijk zijn aan God zelf. En dat zegt toch genoeg !
Wanneer je
de wonderen leest die Mijn heiligen deden, sta je verbaasd, nochtans is er
niets verbazends aan. Mijn heiligen waren schepselen in het bezit van de
genade, zij waren als goden. Waarom ? Omdat de genade vergoddelijkt. Zei Ik
niet in Mijn Evangelie dat de Mijnen dezelfde wonderen zouden doen als Ikzelf ?
Maar om de Mijnen te zijn is het nodig te leven van Mijn Leven ofwel van het
leven van de genade.
Als je het
wilde, zouden jullie allen bekwaam zijn tot wonderen en tot heiligheid. Ik
vraag niets liever. Dan zou Ik kunnen zeggen dat Mijn Offer werd bekroond met
de overwinning en dat Ik jullie werkelijk had onttrokken aan $atans
heerschappij en kon Ik hem definitief naar de hel verbannen. Ik zou de hel
vergrendelen met een onverplaatsbare steen waarop Ik de troon van Mijn Moeder
zou oprichten. Zij was trouwens de Enige die Haar hiel op de draak hield,
onmachtig Haar schade te berokkenen.
Niet alle
zielen bezitten de genade in dezelfde graad, omdat zij ze niet allen in
dezelfde mate hebben weten te behouden. De doodzonde vernietigt de genade, de
dagelijkse zonde vermindert ze en de onvolmaaktheden doen haar verflauwen. Er
bestaan zielen, die door geestelijke tering wegkwijnen omdat zij, wegens hun
luiheid of traagheid die hen steeds weer onvolmaaktheden doet bedrijven, de
genade verdunnen tot een kwijnend vlammetje. Het zou een hevig, mooi, zuiverend
vuur moeten zijn. De wereld vergaat tot puin omdat de genade in bijna alle
zielen ineenstort en in de anderen wegkwijnt. De genade werpt haar vruchten af
naar gelang ze in de harten levendig wordt gehouden. Dit zijn de levende
elementen die zorgen dat de genade vruchten draagt : leven volgens Mijn Wet
: zuiver, barmhartig, nederig, God en de evennaaste beminnend, en bovendien leven
van ‘belevend’ gebed. Dan groeit en bloeit
de genade, schiet diep wortel en verheft zich tot een boom van eeuwig
leven. Dan overstroomt de H. Geest die zielen als een zon met zijn 7
stralenbundels, met zijn 7 gaven doordring Ik, de Zoon hen met de goddelijke
zegen van Mijn Bloed en kijkt de Vader met welbehagen op hen neer omdat Hij in
hen Zijn gelijkenis ziet. Dan streelt Maria die zielen, hen drukkend aan Haar
Hart, dat Hart dat ook Mij heeft gedragen. Ze drukt haar kleine en lieve
kindjes aan Haar Hart. Dan vormen de 9 Engelenkoren een kroon rond die zielen,
die tempels zijn van de H. Geest en zingen het sublieme ‘Gloria’. Dan is jouw
dood ‘Leven’ en is jouw ‘Leven’ in Mijn Rijk, ‘Gelukzaligheid’.
Jullie die
beweren geen spontane gevoelens van vergiffenis te kunnen opbrengen, omdat
jullie menselijke natuur neigt naar de geest van wraak, en enkel om Mijnentwil
vergeven kunt, hebben jullie er ooit aan gedacht dat het juist die geest van
wraak is geweest die jullie, kinderen van Adam, heeft doen verloren gaan, en
Mij, Zoon van God, aan het Kruis heeft gehangen ?
De oneindige
Barmhartigheid, die de Drievuldigheid bezielt, schonk aan uw geest alle
mogelijk middelen om de kuren van de duivel te weerstaan. Zij gaf u het
Sacrament dat $atans teken in uw vlees van kinderen van Adam gegrift (=
zondeval) uitwist, en prent er Mijn teken in. Zij gaf u Mijn Woord van Leven,
Zij gaf u Mijzelf, Leraar en Verlosser, Zij schonk u Mijn Bloed in de
Eucharistie en op het Kruis, Zij gaf u de H. Geest : Geest van Waarheid.
Hij die in
de Geest blijft, baart vruchten van de Geest. Vanuit het schepsel, vervuld van
de Geest, borrelt liefde op, zachtheid, zuiverheid, wetenschap en alle goede
werken en handelingen gekenmerkt door een grote nederigheid.
Maar de
wereld hunkert niet naar die Geest die van jullie goede mensen maakt. De wereld
begeert alleen en lastert de H. Geest en bestrijdt Zijn Waarheid. God trekt
zich hoog in de Hemelen terug, omdat de mens Zijn liefde verwerpt en leeft in
en voor het vlees. Dit is de oorzaak van jullie ondergang en van Ons
stilzwijgen. Vanuit de diepten komen $atans voelhorens boven. Op de aarde roept
de mens zichzelf uit tot god en vervloekt de ware God. De Hemelpoorten sluiten
zich.
Dat is op
zichzelf al barmhartigheid, want wanneer de hemelpoorten gesloten zijn houden
zij ook de bliksemschichten tegen die jullie verdienen. (Jezus geeft onderricht
deel 1 – Maria Valtorta)
Geloof
Ik spreek
over het ware Geloof. Over Mijn Geloof. Er is slechts één God. Er is slechts één
Christus. Er is slechts één Geloof. Dit ware Geloof dat geboren is met de mens.
Dit Geloof, waarvan de Kerk de behoedster is, de bewaarster van de schatten van
het Woord. Het geloof is onveranderlijk omdat het met de Schepper de
eigenschappen deelt van onveranderlijkheid en volmaaktheid.
Welke
zekerheden geeft het Geloof ?
Mijn komst,
een daad van een zo verheven liefde dat zij alleen al volstaat om zeker te
kunnen zijn van een God, de Vader van het menselijk geslacht. Het verzekert het
eeuwig leven, voorbehouden aan allen die sterven in de Heer en kondigt eveneens
de eeuwige straf aan voor de overtreders van Gods Wet. Het Geloof geeft de
zekerheid van EEN en Drievoudig Wezen en van de Heilige Geest waarvan alle
bovennatuurlijk geestelijk licht uitgaat.
Veranderde
Ik iets aan het Geloof ?
Nee, niets.
Integendeel : Ik bevestigde het en bouwde het op, rond de sterke burcht van
Mijn Roomse, Katholieke en Apostolische Kerk, waarin Ik de Waarheid heb gelegd.
Het Geloof zal nooit veranderen. Als jullie Mij zeggen dat de wereld evolueert,
antwoord Ik daarop dat een evolutie geen hinderpaal is voor het Geloof maar het
jullie integendeel gemakkelijker maakt te geloven.
Geloven is,
volgens het licht van het verstand, datgene begrijpen en aanvaarden wat jullie
gezegd werd door hen die nooit gelogen hebben nl. door Gods Heiligen en dit
vanaf de aartsvaderen.
Geloven is,
in het licht van de Genade, verstaan wat nog duister is voor het verstand.
Geloven is, bovenal beminnen. Geloven is heilig omdat men de geest van de
gehoorzaamheid bezit om in de Mysteries van de Heer te geloven.
Gelukkig
zijn degenen die een rotsvast geloof hebben en die trouw blijven aan de Heer.
Het geloof geeft aan gelovigen : liefde, verering, vrede en zekerheid. Met
menselijke woorden kan je onmogelijk beschrijven wat het Geloof in het hart van
een mens betekent. En zij die geloven kunnen ook niet begrijpen wat een afgrond
van verschrikking en duisternis is van een hart is dat niet gelooft. Daarom :
Veroordeel nooit jullie ongelovige naasten. Geloof in hun plaats, om hun
ontkenningen te herstellen.
Ik alleen
oordeel en veroordeel. En Ik alleen beloon en weet, omdat Ik jullie bemin, hoe
Ik wil belonen. Ik bemin jullie met een zo grote liefde dat Ik voor jullie
allen ben gestorven om je te kunnen redden. En jullie kunnen Mij dan ook geen
groter verdriet aandoen dan Mijn geschenk voor jullie redding te weigeren en zo
jullie ziel te willen verliezen. (Jezus geeft onderricht deel 1 – Maria
Valtorta)
Gebed
Het gebed is
een goede en heilige zaak. Maar niets is nuttiger voor de mens dan overtuigd te
zijn van het bestaan van God. Wanneer iemand werkelijk God heeft ervaren, dan
vergist hij zich niet meer. Hij bidt met een ware Godsovergave en neemt zich
voor Gods Wet altijd beter te onderhouden om door God te worden gezegend.
Wanneer
iemand werkelijk weet wie de Heer is, bezit hij voor altijd de Kennis, de
Rijkdom en de Kracht die aan God behaagt.
Tegenwoordig
maakt men gebeden bij de vleet, maar ze zijn niet dienstig zoals het zou
moeten. Denk je niet dat God Zijn natuur van oneindige Goedheid en volmaakt
Vaderschap geenszins heeft gewijzigd en dat je aan Hem gebeden aanbiedt die
door teveel andere zaken bezoedeld zijn?
Weg met
schijnheiligheid, haat en zinnelijkheid. Je kunt elkaar bedriegen door een godvruchtig
gezicht op te zetten, maar Mij niet. Want Godsdienst betekent gehoorzaam zijn
aan de dingen die God verlangt en Zijn Wil eerbiedigen. Jullie zijn echter in
grote en kleine dingen ongehoorzaam aan God. Maar vergeet niet dat je God niet
kunt bedriegen. Haten doe je. Je geest is zo toegetakeld dat je niet eens merkt
dat je van egoïsme en wrok vervuld bent.
Wanneer je
bidt en je herinnert dat je iets tegen je medemens heeft of dat hij iets tegen
jou heeft, kom dan niet tot Mij voordat je jezelf verzoend hebt met je
medemens. De onontbeerlijke voorwaarde om te krijgen wat je vraagt is, haat te
verbannen uit het hart, de haat die de liefde doodt ! Hoe kun je tot Mij komen,
Ik die Barmhartigheid ben, wanneer je zelf niet barmhartig bent. Hoe zou je zelf
oordelen en denken dat Ik, die Gerechtigheid ben, jou niet zal oordelen ? Zie
je niet dat wanneer je iemand veroordeelt die jou benadeelt, je jezelf
veroordeelt ? Het zou zelfs kunnen dat hij niet begonnen is, maar jijzelf !
Jullie zijn
wellustigen. De zinnelijkheid van het vlees, de geest en het hart verspreidt
zich over de aarde. Het is als een zondvloed die zich over de aarde uitstort en
die jullie het Licht, de Waarheid en het Leven ontneemt. Gewild door $atan aan
wie je jezelf hebt overgeleverd.
Het Licht,
de Waarheid en het Leven trekken zich terug in de Hemelen zoals duiven die het
rotte slijk schuwen. In hun vlucht verzamelen ze zich op de zeldzame
schepselen, die als bergtoppen, hoog uitsteken boven de modderpoel.
Ik verliet
Mijn verblijfplaats onder de mensen door hun eigen schuld. Weersta aan de golf
van verderf uit liefde tot de Vader en Mij. In Mij is redding, omdat Ik de
Eeuwige Verlosser ben en de oneindige verdiensten van Mijn onmetelijk lijden in
eeuwigheid werkzaam zijn. Jullie maken deze verdiensten onvruchtbaar door de
verdorvenheid die jullie vervult. Jullie vernietigen de uitwerking van Mijn
Bloed in jezelf door jullie zonden waarvan jullie houden net zoals van jullie
leven van ‘één uur’.
Jullie
veroordelen jezelf en roepen zo straffen over jezelf. Jullie hebben verstokte
harten. Voor Mijn tussenkomst is boete en berouw nodig. Zonder deze twee dingen
zijn al je gebeden en godsdienstige daden een leugen en een belediging
tegenover Mij. (Jezus geeft onderricht deel 1 – Maria Valtorta)
|