Het Koninkrijk van God (aangepast en aangevuld
- www.holyhome.nl)
In het Jodendom zet men de lijn van Jesaja en Daniël door.
De hoop op het duizendjarig Messiaanse Rijk is volgens de oudtestamentische
profeten een hoop voor het einde der tijden, maar niet eschatologisch in
strikte zin, want de komst van de Messias gaat volgens oudtestamentisch denken
aan de voltooide eindtijd vooraf.
Jesaja 65:17-25 Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een
nieuwe aarde; en aan wat vroeger is geweest wordt niet meer gedacht, het komt
niet meer in de gedachten op: maar vreugde ga Ik voor u scheppen en jubel
voor altijd; waarachtig, Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol
jubel met een bevolking vol blijdschap. Dan zal Ik jubelen om Jeruzalem en
Mij verblijden om mijn volk; en snikken noch kermen worden er nog
gehoord. Er is geen zuigeling meer aan wie slechts een kort leven
beschoren is, en geen grijsaard die zijn leven niet voltooit, want de jongste
sterft als man van honderd jaar, en wie de honderd jaar niet bereikt wordt als
vervloekt beschouwd. Zelf wonen zij in de huizen die zij hebben gebouwd,
en eten de vruchten van de wijngaard die zij zelf hebben geplant.
Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en planten
niets aan, waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen
even talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf
genieten van het werk van hun handen. Zij zullen zich niet moe maken voor
niets, geen kinderen ter wereld brengen voor de verschrikking. Zij zijn een
geslacht dat gezegend is door Jahwe, en hun nakomelingen met hen. Nog voor
zij roepen zal Ik hen antwoorden, terwijl ze nog spreken zal Ik hen
verhoren. Dan grazen de wolf en het lam eensgezind, de leeuw eet dan hooi
zoals het rund, terwijl de slang zich voeden zal met stof. Niemand zal nog
kwaad doen of onheil stichten op geheel mijn heilige berg, zo spreekt Jahwe.
De
belangrijkste kenmerken van de joodse eschatologie zijn:
- God zal Israël herstellen uit de gevangenschap die
begon met de Babylonische ballingschap
- God zal het Joodse volk doen terugkeren naar het
Land van Israël
- God zal het Huis van David en de tempel in
Jeruzalem herstellen
- God zal een heerser uit het Huis van David
aanstellen, de Joodse Messias, die het joodse volk zal leiden en de wereld
zal binnenleiden in een tijd van rechtvaardigheid en vrede
- Volken zullen erkennen dat de God van Israël de
enige ware God is
- God zal de doden opwekken
- God zal een nieuwe hemel en aarde scheppen
Sommigen geloven ook dat
de geschiedenis zichzelf zal voltooien en de eindbestemming zal worden bereikt
als de volledige mensheid terugkeert naar de Tuin van Eden.
In de tijd tussen de testamenten wordt dit nog concreter
gesteld, bijvoorbeeld in 4 Ezra: het duizendjarig messiaanse vrederijk is een
voorlopig Rijk. 4 Ezra spreekt zelfs concreet over 400 jaar. Pas daarna komt
het Laatste Oordeel en de eeuwige onvergankelijkheid.
Om een goed idee te krijgen waaraan men bij dit messiaanse rijk dacht, noemen
we een paar kenmerken. In de apocriefe Psalmen van Salomo wordt de Messias de
Zoon van David genoemd en zijn optreden heeft voornamelijk een politiek
karakter: hij zal het koningschap over Israël op zich nemen, alle onrecht,
zonde en boosheid uit hun midden verwijderen, Jeruzalem reinigen van heidenen
en heidense overheersing en alle volkeren zullen bevend voor Hem staan.
In het Nieuwe Testament blijkt deze achtergrond in Mattheus
19:28 : Jezus sprak tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer
de Mensenzoon zal gezeten zijn op de troon van zijn heerlijkheid, zult ook gij
die Mij gevolgd zijt, gezeten zijn op twaalf tronen en heersen over de twaalf
stammen van Israël.
Maar met de Psalmen van Salomo is niet het hele plaatje
compleet. Ook in 2 Baruch 29:5-7 worden een aantal kenmerken van het Messiaanse
rijk genoemd :
De aarde zal 10000maal vruchten voortbrengen. En op de
wijnstok zullen duizend taken staan, en 1 tak zal duizend trossen voortbrengen,
en een tros zal duizend druiven voortbrengen en een druif zal een grote kruik
van wijn voortbrengen.
En degenen die hongerig zijn zullen zich dik kunnen eten en
zullen elke dag wonderen zien gebeuren.
De wind zal me elke dag het parfum van aromatische vruchten
brengen en wolken zullen op het eind van de dag alles bevochtigen met een dauw.
Er is in het Nieuwe Testament dus sprake van een tweeledige
vorm van het Koninkrijk, een voorlopige vorm nu en een volmaakte vorm straks.
Het voorlopige geestelijke Koninkrijk van God
De mens kan deel krijgen aan het Koninkrijk van God, nu en
straks. Een ingaan nu en straks wordt in het Nieuwe Testament dan ook
onderscheiden. In deze tijd kan iemand deel krijgen aan het Koninkrijk door
bekering en geloof:
Marcus 1:15 Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods
is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.
Door bekering kan iemand hier en nu al deze goddelijke
heerschappij ervaren. Zo zegt Jezus:
Lucas 12:32 Weest niet bevreesd, kleine kudde: het heeft
Uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken.
De vraag kan gesteld worden waarom er nog bekering nodig is
als het Koninkrijk van God al aanwezig is. Het antwoord is omdat we er niet
vanzelfsprekend deel aan hebben. Het Koninkrijk breekt in eerste instantie door
in de geestelijke wereld en is onzichtbaar en verborgen voor de ongelovigen.
Marcus 4:11-12 Hij antwoordde hun: Aan u is het geheim van
het Rijk Gods geschonken, maar zij die erbuiten staan, krijgen alles in
gelijkenissen, opdat zij wel scherp kijken met hun ogen maar niet zien, en
wel luisteren met hun oren maar niet verstaan, opdat zij zich niet zouden
bekeren en vergiffenis krijgen.
Paulus zegt dat de nabijheid van de Heer en het Koninkrijk
van God niet wordt opgemerkt tenzij men zich bekeert en gelooft:
1 Korintiërs 1:23 In Gods wijsheid heeft de wereld met al
haar wijsheid God niet gevonden; daarom heeft God besloten hen die geloven te
redden door de dwaasheid van de verkondiging. Want Joden eisen wonderen,
heidenen verlangen wijsheid. Maar wij verkondigen een gekruisigde
Christus, voor de Joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid, maar
voor hen die geroepen zijn, joden zowel als heidenen, is Hij Gods kracht en
Gods wijsheid.
In de toekomst bij Jezus' komst in heerlijkheid gaan de
gelovigen voor de tweede keer het Rijk in. Zij die in het heden in overgave en
nederig als een kind hebben geleefd mogen het Rijk binnengaan. Jezus stelt wel 2
voorwaarden om in het Koninkrijk binnen te kunnen komen :
Mattheus 18:3-4 Voorwaar, Ik zeg u: als gij niet opnieuw
wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet
binnengaan. Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in
het Rijk der hemelen. Dit gaat over een bekering tot Jezus en Zijn geboden.
Mattheus 24:13 Wie echter ten einde toe volhardt, hij zal
gered worden. Dit gaat om voor Jezus te blijven kiezen, zelfs temidden van
vervolging.
We gaan dus twee keer het Koninkrijk van God binnen, nu en
straks. Dit is in overeenstemming met de twee vormen van het Koninkrijk, de
voorlopige in het heden, en de voltooide in heerlijkheid straks.
Het Koninkrijk van God en de Kerk
Koninkrijk en de Kerk zijn niet identiek en het zijn ook
geen gelijke grootheden. We kunnen zelfs niet zeggen dat de Kerk een deel van
het Koninkrijk is. Het Koninkrijk is het Koningschap van God en de Kerk is een
gemeenschap van mensen. Maar uiteindelijk zal de Restkerk, die zal
ontstaan uit de Kerk, een groep mensen zijn die werkelijk zal streven om
in het Koninkrijk van God te komen, ondanks vervolging en die zullen volhouden
tot het einde van alle beproevingen. De relatie tussen Koninkrijk en Kerk
bestaat uit drie delen:
De Kerk getuigt van het Koninkrijk van God : Mattheus
24:14 De Blijde Boodschap van het Koninkrijk zal over heel de wereld verkondigd
worden tot getuigenis voor alle volkeren en dan zal het einde komen.
De Kerk is het middel van het Koninkrijk van God : Mattheus
10:8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit.
Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven.
De Kerk is de beheerder van het Koninkrijk : Mattheus
18:18 Voorwaar, Ik zeg u: wat gij
zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat gij zult
ontbinden op aarde zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Dit laatste werd ook al aan Petrus gezegd, maar hij kreeg
de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen, het Koninkrijk van God. Hij kreeg
het gezag, de autoriteit van het Koninkrijk omdat hij Plaatsvervanger zou zijn
van Jezus.
Het geven van de sleutels' symboliseert het overdragen van
de macht van de heer aan de beheerder, de zaakwaarnemer. De beheerder krijgt
dezelfde macht als zijn heer. 'In de hemel gebonden en ontbonden zijn' wil
zeggen door God bevestigd worden. 'Binden en ontbinden' spreekt over de
rechterlijke volmacht iemand vrij te spreken van zonden of schuldig te
verklaren. Het betreft de volmacht de verlossing uit te spreken of het oordeel
aan te zeggen, de vrede van God mee te delen of het stof van de voeten te
schudden. Deze volmacht van de Kerk in het heden is de voorlopige vorm van het
heersen met Christus, dat ten volle zal aanvangen bij Zijn komst in
heerlijkheid.
Het Koninkrijk van God en de wereld
Het Koninkrijk van God is fundamenteel een geestelijk en
dynamisch gegeven. Het is dan ook beter te spreken over koningschap in plaats
van koninkrijk en over volmacht in plaats van macht. In dit verband wordt ook
duidelijk waarom we zoveel horen over de prediking van het Koninkrijk bij
Johannes de Doper en bij Jezus en relatief weinig bij de Apostelen. Het
Koninkrijk van God is het koningschap van God en dat is gelijk aan het
koningschap van zijn Messias, Jezus. Als de Apostelen de opgestane Jezus
prediken, verkondigen zij het koningschap van Jezus, wat gelijk is aan het
koningschap van God :
1 Korintiërs 15:25 Want het is vastgesteld dat Hij het
koningschap zal uitoefenen, tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft
gelegd.
Jezus predikte het Koninkrijk, de Apostelen de Koning; het
is fundamenteel dezelfde prediking. Omdat het over het koningschap van God en
zijn Messias gaat, is dit rijk niet op één lijn te plaatsen met andere rijken
in deze wereld. Jezus zegt:
Johannes 18:36 Mijn koningschap is niet van deze wereld.
Zou mijn koningschap van deze wereld zijn, dan zouden mijn dienaars er wel voor
gestreden hebben, dat Ik niet aan de Joden werd uitgeleverd. Mijn koningschap
is evenwel niet van hier.
Daarom ook gaat het ingaan hier en nu gepaard met een
geestelijke geboorte:
Johannes 3:3 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet
wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.
Bij Jezus' komst in heerlijkheid zal er wel een
natuurlijke en politieke manifestatie van het Rijk
plaatsvinden:
Openbaring 15:4 Wie zou, o Heer, niet vrezen en uw naam
niet verheerlijken? Want Gij alleen zijt heilig. En alle volken zullen komen en
U aanbidden, omdat uw gerechte oordelen openbaar zijn geworden.
Openbaring 17:14 Zij (de 10 koningen) zullen oorlog voeren
tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, want Hij is de Heer der heren
en de Koning der koningen, en zij die met Hem zijn, de geroepenen,
uitverkorenen, getrouwen, zullen delen in zijn overwinning.
Als we de gegevens in het Nieuwe Testament samenvatten
kunnen we stellen dat het Koninkrijk van God zich manifesteert in twee
gestalten die parallel lopen met Jezus' komst in nederigheid en zijn komst in
heerlijkheid.
In het heden sinds Jezus' komst in nederigheid zien we eerst een doorbraak van
het Koninkrijk in de geestelijke wereld en op microniveau.
In de toekomst bij Jezus' komst in heerlijkheid verwachten
we een totale doorbraak van Gods Rijk over alle levensgebieden, zowel
geestelijk als natuurlijk, op micro- zowel als op macroniveau, over Israël
alsook over alle volkeren in de wereld.
Wat nu de grijze en gouden sleutel in de kerkelijke
heraldiek betekenen :
Katholiek pausschap
De sleutels, een van goud,
de andere van zilver vinden we in de kerkelijke heraldiek terug in
het wapen van de pausen en in wapens van basilieken.
Ze worden in het wapen van de paus met een koord samengebonden. Leden van
de pauselijke families dragen
ook de sleutels van Petrus in hun wapen maar dan ontbreekt het koord.
Heraldisch gaat
het om een gouden sleutel dexter (heraldisch voor rechts) die een
bovennatuurlijke, zich tot in de hemel uitstrekkende, macht symboliseert en een
zilveren sleutel sinister (heraldisch voor links) die de macht over de
gelovigen tot uitdrukking brengt. De sleutels zijn met een koord van keel
(rood) gebonden en de baard van de sleutels heeft de vorm van een kruis. Het
schild van de Paus kan op de sleutels worden gelegd en deze kunnen ook boven
het schild onder de tiara, of recentelijk de mijter, worden geplaatst.
IK GELOOF IN ÉÉN HEILIGE, KATHOLIEKE EN
APOSTOLISCHE KERK
Tijdens de Vijfde Gewone Consistorie van dit pontificaat waaronder 6 nieuwe
kardinalen werden gecreëerd - Sint Pietersbasiliek
Beste broeders en zusters,
Deze woorden, die de nieuwe kardinalen straks zullen
uitspreken als onderdeel van hun plechtige geloofsbelijdenis, komen uit
de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, de synthese van het geloof
van de Kerk dat ieder van ons bij het Doopsel ontvangt. Alleen door deze
waarheidsregel in één geheel te bewaren en te belijden kunnen we ware
leerlingen van de Heer zijn. In dit Consistorie wil ik in het bijzonder de
betekenis van het woord katholiek overwegen, een woord dat een essentieel
onderdeel van de Kerk en haar missie aangeeft. Er kan veel over dit onderwerp
gezegd worden en verschillende benadering kunnen worden gevolgd: vandaag zal ik
mij beperken tot één of twee gedachten.
De kenmerkende tekenen van de Kerk komen overeen met Gods
plan, zoals de Catechismus van de Katholieke Kerk ons leert: Christus
bewerkt door de heilige Geest dat zijn kerk één, heilig, katholiek en
apostolisch is, en Hij is het ook die haar oproept ieder van deze hoedanigheden
te verwezenlijken. Wat de Kerk specifiek katholiek maakt is het feit dat
Christus in Zijn verlossingswerk de gehele mensheid omarmt. Terwijl Zijn missie
tijdens Zijn aardse leven tot het Joodse volk beperkt was, de verloren schapen
van het huis van Israël (Mt. 15, 24), was het vanaf het begin bedoelt om het
licht van het Evangelie naar alle volkeren te brengen en alle naties naar het
Koninkrijk van God te leiden. Toen Hij het geloof van de centurion in Kafarnaüm
zag, riep Jezus uit: Ik zeg u dat velen uit oost en west zullen komen en aan
tafel zullen gaan met Abraham, Isaak en Jakob in het koninkrijk der hemelen (Mt.
8, 11). Dit universele gezichtspunt is onder andere zichtbaar in het feit dat
Jezus niet alleen de titel Zoon van David op zichzelf toepaste, maar ook
Mensenzoon (Mc. 10, 33), zoals in het Evangelie dat we zojuist hebben
gehoord.
In de taal van de Joodse apocalyptische literatuur,
geïnspireerd door het visioen van de geschiedenis dat we vinden in het boek van
de profeet Daniël, roept de uitdrukking Mensenzoon het beeld op van de figuur
die verschijnt met de wolken van de hemel (Dan. 7, 13). Dit is een beeld dat
een volledig nieuw koninkrijk voorspeelt, niet slecht door menselijke krachten
bijeen gehouden, maar door de ware kracht die van God afkomstig is. Jezus neemt
deze rijke en complexe uitdrukking over en verwijst ermee naar zichzelf om het
ware karakter van Zijn messiasschap te laten zien: een missie tot de gehele
mens en tot elke mens, elke etnische, nationale en religieuze bijzonderheden
overstijgend. En juist door Jezus te volgen, door zich te laten opnemen in Zijn
menselijkheid en zo in gemeenschap met God, gaat men binnen in dit nieuwe
koninkrijk dat verkondigd en verwacht wordt door de Kerk, een koninkrijk dat
versplintering en verspreiding overwint.
Jezus stuurt Zijn Kerk dus niet naar één bepaalde groep,
maar naar de gehele mensheid, en zo verenigt Hij hen in geloof tot één volk, om
het zo te redden. Het Tweede Vaticaans Concilie vatte dit beknopt samen in
de Dogmatische Constitutie Lumen Gentium: Tot het nieuwe volk Gods zijn
alle mensen geroepen. Daarom moet dit volk één en enig blijvend, zich
uitbreiden over de gehele wereld door alle tijden heen, opdat zo het besluit
van Gods wil verwezenlijkt wordt. Daarom komt de universaliteit van de Kerk
voort uit de universaliteit van Gods unieke verlossingsplan voor de wereld. Dit
universele karakter komt duidelijk naar voren op de dag van Pinksteren, als de
Heilige Geest de eerste christelijke gemeenschap met Zijn aanwezigheid vult,
zodat het Evangelie onder alle naties kan worden verspreid, en zo het ene Volk
van God in alle volkeren laat groeien. Vanuit haar oorsprong is de Kerk
dus katholon georiënteerd, het omhelst het gehele universum.
De Apostelen getuigen van Christus en richten zich tot
mensen van over de hele wereld, en elk van hun toehoorders verstaat hen als zij
in hun eigen taal spraken (Hand. 2, 7-8). Vanaf die dag verkondigt de Kerk, in
de kracht van de Heilige Geest, volgens de belofte van Jezus, de gestorven en
verrezen Heer in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van
de aarde (Hand. 1, 8). De universele missie van de Kerk verrijst niet van
beneden, maar daalt af van boven, van de Heilige Geest: vanaf het begin wil
deze zich in elke cultuur uitdrukken om zo één Volk van God te vormen. In
plaats van te beginnen als een plaatselijke gemeenschap die langzaam groeit en
zich uitbreidt, is het als gist gericht op een universele horizon, op het
geheel: universaliteit is er binnen in gegrift.
Onze Heer verkondigt: Trek heel de wereld door om aan elk
schepsel de goede boodschap te verkondigen (Mc. 16, 15); Ga, en maak alle
volkeren tot leerling (Mt. 28, 19). Met deze woorden zendt Jezus de Apostelen
tot de hele schepping, zodat Gods verlossende handelen tot overal kan reiken.
Maar als we het moment van Jezus opneming in hemel overwegen, zoals verteld in
de Handelingen van de Apostelen, zien we dat de apostelen nog altijd gesloten
zijn in hun denken en uitkijken naar het herstel van een Davidisch koninkrijk.
Ze vragen de Heer: herstelt U in deze tijd het koninkrijk voor Israël? (Hand.
1, 6). Hoe antwoord Jezus? Hij antwoord door hun horizon te verbreden en hun
zowel een belofte als een opdracht te geven: Hij belooft hen dat ze vervuld
zullen worden van de kracht van de Heilige Geest, en Hij geeft hen de opdracht
op in de gehele wereld van Hem te getuigen, de culturele en religieuze
begrenzingen overstijgend waarin zij gewend waren te leven en te denken, en hen
zo open te stellen voor het universele Koninkrijk van God.
Aan het begin van de reis van de Kerk gingen de apostelen
en leerlingen zonder enige menselijke zekerheid op weg, puur in de kracht van
de Heilige Geest, het Evangelie en het geloof. Dit is de gist die zich over de
wereld verspreid, verschillende gebeurtenissen en een grote reeks aan culturele
en sociale contexten binnengaat, terwijl zij één Kerk blijft. Rondom de
apostelen ontstaan christelijke gemeenschappen, maar zij zijn de Kerk die
altijd dezelfde is, één en universeel, of zij nu in Jeruzalem, Antiochië of
Rome is. En als de apostelen over de Kerk spreken, spreken zij niet over een
eigen gemeenschap, maar over de Kerk van Christus, en zij staan op de unieke,
universele en alomvattende identiteit van de Catholica die in
elke plaatselijke Kerk wordt gerealiseerd. De Kerk is één, katholiek en
apostolisch, zij geeft in zichzelf de bron van haar leven en reis weer: de
eenheid en gemeenschap van de Drie-eenheid.
Binnen de context en het perspectief van de eenheid en
universaliteit van de Kerk bevindt zich het Kardinalencollege: het toont een
veelheid aan gezichten, want het vertegenwoordigt het gezicht van de universele
Kerk. In dit Consistorie wil ik in het bijzonder het feit belichten dat de Kerk
de Kerk van alle volkeren is, en dat zij zo spreekt in de verschillende
culturen in de verschillende werelddelen.
|