|
24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
24ste uur : van de 4 tot 5 uur op goede vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep mededogen en begrip van Uw lijden.

Jezus wordt in het graf gelegd. De
Allerheiligste Maria verkeert in bittere verlatenheid.
Mijn bedroefde Moeder, ik zie dat U zich overgeeft aan het
laatste offer om een begrafenis te geven aan uw levenloze Zoon Jezus. De
meesten leggen zich neer bij de Wil van God, maar U vergezelt Hem en plaatst
hem in het graf met uw eigen handen. Maar als U die ledematen samen plaatst en
op het punt staat Hem de laatste vaarwel en de laatste kus te geven, voelt U
dat uw Hart in uw borst wordt verscheurd door de pijn. Liefde nagelt U aan die
ledematen vast en met de kracht van liefde en smart staat uw leven op het punt
te vervagen samen met dat van uw levenloze Zoon. Arme Mama, hoe moet U verder
zonder Jezus? Hij is uw Leven - uw Alles. Toch is het de Wil van de Eeuwige die
het zo wil. U zult moeten vechten tegen twee onoverkomelijke krachten: Liefde
en de Goddelijke Wil. De Liefde houdt U op een zodanige manier vast dat U niet
van Hem kunt scheiden en de Goddelijke Wil legt zichzelf op en wil het offer.
Arme Mama, hoe moet U verder? Hoeveel mededogen voel ik voor jou! O alstublieft,
Engelen van de Hemel, kom om Haar op te tillen van de verstijfde ledematen van
Jezus, anders zal Ze sterven!
Maar, ogenschijnlijk, terwijl zij samen met Jezus leek te
worden gedoofd, hoorde ik Haar stem, bevend en onderbroken door snikken,
zeggen: "Geliefde Zoon, O zoon, dit was de enige verlichting die Mij werd overgelaten
en die mijn pijn halveerde: uw Allerheiligste Mensheid - Ik stort mezelf uit over
deze wonden, Ik aanbid ze, Ik kus ze. Nu wordt ook dit van Mij weggenomen,
omdat de Goddelijke Wil het zo beschikt; en Ik berust erin. Maar weet, Zoon,
dat ik het wil, en het niet kan. Alleen al door de gedachte dit te doen,
verlaat mijn kracht Mij en het leven vloeit uit Mij weg. O alstublieft, O Zoon,
sta Mij toe om helemaal begraven te blijven in U, zodat Ik leven en kracht heb
om te kunnen vertrekken. Om uw Leven, uw pijnen, uw eerherstel en al wat U bent
op Mij te nemen. Ach, alleen een uitwisseling van Leven tussen U en Mij kan Mij
de kracht geven om het offer te brengen om van U te vertrekken!
Zo vastberaden, mijn ellendige Mama, zie ik dat U opnieuw
door die ledematen gaat en U uw hoofd plaatst in het hoofd van Jezus. U kust
het, U sluit daarin uw gedachten in, en U neemt zelf Zijn doornen, Zijn
gekwelde en beledigde gedachten, en alles wat Hij leed in Zijn Allerheiligste Hoofd.
O, wat zou U de Intelligentie van Jezus met uw eigen intelligentie willen bezielen,
om leven voor leven te kunnen geven! U wordt nu nieuw leven ingeblazen door de
gedachten en de doornen van Jezus in uw gedachten te hebben genomen.
Smartvolle Mama, ik zie U de levenloze ogen van Jezus
kussen, en ik voel me doorboord in het zien dat Jezus niet langer naar U kijkt.
Hoe vaak hebben Zijn blikken U vervuld met het Paradijs, en liet U weer opstaan
van dood tot leven; en nu, terwijl U zich niet bekeken voelt, voelt U zich
alsof U sterft! Daarom plaatst U uw ogen in die van Jezus, en U neemt Zijn
ogen, Zijn tranen en Zijn bitterheid tot U als U de overtredingen van de schepselen,
de vele beledigingen en minachting ziet.
Maar ik zie, mijn doorboorde Mama, dat U Zijn heiligste
oren kust, en U roept Hem steeds opnieuw, zeggende: "Mijn zoon, hoe kan
het dat U niet langer naar Mij luistert - U, die mijn minste beweging zou
horen? En nu huil Ik, Ik roep U, en U hoort mij niet? Ach, liefde is de wreedste
tiran! U was meer dan mijn eigen leven voor Mij, en nu zal Ik zoveel pijn
moeten overleven? Daarom, O Zoon, laat Ik mijn gehoor in het Uwe, en neem Ik
wat U hebt geleden in uw heiligste gehoor, en de echo van de beledigingen die
daarin weerklonken. Alleen dit kan Mij leven geven - uw pijn, uw
verdriet!" En terwijl U dit zegt, is de pijn en greep op uw Hart zo groot,
dat U uw stem verliest en bewegingloos blijft. Mijn arme Mama, mijn arme Mama,
hoeveel mededogen voel ik voor U! Hoeveel wrede doodservaringen hebt U geleden!
Maar de Goddelijke Wil legt zichzelf op en doet U bewegen;
en U kijkt naar Zijn Allerheiligste Gezicht, U kust het en roept uit:
"Aanbeden Zoon, hoe misvormd bent U! Ach, als de liefde Mij niet heeft
verteld dat U mijn Zoon bent, mijn Leven, mijn Alles, zou ik U niet langer
herkennen, zo onherkenbaar dat U het bent! Uw schoonheid is getransformeerd in
misvorming; uw wangen in kneuzingen, en het licht, de gratie van uw Gezicht want
U zien en zalig blijven was hetzelfde - is veranderd in bleekheid van dood, O
geliefde Zoon. Zoon, hoe ben je vernederd! Wat een vreselijke zonde heeft uw heiligste
ledematen zo gemaakt! Ach, hoezeer zou uw onafscheidelijke Moeder uw originele
schoonheid willen teruggeven! Ik wil mijn gezicht in het Uwe versmelten en uw
gezicht voor Mij nemen, samen met de klappen, het speeksel, de minachting en
alles wat U hebt geleden in uw Allerheiligste Gezicht. Ach, Zoon, als U wilt
dat Ik leef, geef Mij dan uw pijnen; anders zal Ik sterven!"
En uw pijn is zo groot dat het U verstikt, het verbreekt uw
spraak, en U blijft als levenloos op het Gezicht van Jezus liggen. Arme Mama,
hoeveel mededogen voel ik voor U! Mijn Engelen, kom om mijn Mama te troosten.
Haar smart is immens - het overspoelt Haar, het verstikt Haar en laat Haar niet
meer leven of geeft Haar geen kracht. Maar de Goddelijke Wil, die door deze
golven breekt, geeft Haar het leven terug.
U bent nu bij de mond van Jezus en als U hem kust, voelt U
uw verbitterde lippen door de gal die Zijn mond zo verbitterde; en snikkend,
vervolgt U: "Zoon, zeg één laatste woord tegen uw Moeder. Hoe kan het dat
Ik niet langer in staat zal zijn naar uw stem te luisteren? Alle woorden die U
in het leven tegen Mij hebt gesproken, zijn zoals vele pijlen die mijn Hart verwonden
van verdriet en liefde. En nu, terwijl zij U als verstomd zien liggen, brengen
zij zich opnieuw in beweging in mijn verscheurde Hart. Ze brengen Mij veel
doodservaringen en willen met kracht een laatste woord van U ontrukken. Maar
als ze geen woorden ontvangen, kwellen ze Mij en zeggen ze tegen Mij: 'Je zult
Hem niet langer horen. Je zult zijn zoete accent, de melodie van Zijn scheppende
woord niet langer horen!' Hij schiep evenveel Paradijzen in Me als woorden die Hij
sprak. Ach, mijn Paradijs is volbracht en Ik zal niets anders dan bitterheid
hebben! Ach, Zoon, ik wil U mijn tong geven om de Uwe te bezielen. Geef mij
hetgeen U hebt geleden in uw heiligste mond - de bitterheid van de gal, uw
vurige dorst, uw eerherstel en gebeden; en door zo uw stem te horen, zal mijn smart
draaglijker zijn, en uw Mama zal in staat zijn om te leven doorheen uw pijn. "
Gekwelde Mama, ik zie U haasten, omdat degenen die U
omringen het graf willen sluiten. U neemt de handen van Jezus tussen de uwe, U
kust ze, U drukt ze op uw Hart; en als U uw handen in de Zijne legt, neemt U de
pijnen en de wonden van de nagels tot U. Dan kijkt U naar de wrede marteling
die de nagels in Zijn heiligste voeten hebben gemaakt; en terwijl U uw voeten
erin legt, neemt U die wonden voor zichzelf, en U biedt zich aan om naar de
zondaars toe te rennen in plaats van Jezus, om hen van de hel weg te rukken.
Lijdende Mama, ik zie dat U afscheid neemt van het
doorboorde Hart van Jezus. Hier wacht U eventjes. Het is de laatste aanval op uw
moederhart. U voelt dat uw Hart uit uw borst wordt gerukt vanwege de heftigheid
van liefde en pijn en uw Hart plaatst zich haastig in het Heiligste Hart van
Jezus. En U, bij het zien dat U geen hart meer hebt, haast U zich om Zijn
Heilig Hart in het uwe te brengen. Zijn liefde dat verworpen wordt door vele
schepselen, Zijn vele vurige verlangens die niet vervuld worden vanwege hun
ondankbaarheid en de pijn en wonden van dat Heilig Hart, die zullen U de rest
van uw leven gekruisigd houden. Als U naar de grote wonde kijkt, kust U ze, en
U neemt Zijn Bloed op; en als U het leven van Jezus in U voelt, hebt U de
kracht om de bittere scheiding te vervullen. Dan omhelst U Hem en staat U toe
dat de grafsteen wordt gesloten.
Mijn smartvolle Mama, huilend bid ik U dat U voorlopig niet
toestaat dat Jezus van onze blik wordt weggenomen. Wacht tot ik mezelf eerst in
Jezus sluit, om Zijn Leven in mij te nemen. Als U, die zonder Smet bent, de
Allerheiligste, degene die vol Genade is, niet zonder Jezus kunt leven, laat
staan dat ik het dan kan. Ik die zwak ben, ellendig en vol zonden. Hoe kan ik
leven zonder Jezus? Bedroefde Mama, laat me niet alleen, neem mij met U mee;
maar plaats mij eerst helemaal in Jezus. Maak mij van alles leeg, om mij
helemaal in Jezus te kunnen plaatsen, net zoals U zich in Hem plaatste. Begin
de moederlijke zorg, dat Jezus U heeft gegeven op het Kruis, bij mij. Laat mijn
extreme armoede door uw moederlijk Hart breken en sluit mij met uw handen
volledig in Jezus op.
Sluit de gedachten van Jezus in mijn gedachten, zodat er geen
andere gedachte in mij kan binnendringen. Sluit de ogen van Jezus in de mijne,
opdat Hij mij nooit zal ontvluchten; en plaats Zijn gehoor in het mijne, dat ik
altijd naar Hem luister en altijd Zijn Allerheiligste Wil doe. Plaats Zijn
Gezicht in het mijne, zodat ik, door naar Hem te kijken die zo misvormd is
vanwege de liefde voor mij, Hem mag liefhebben, mededogen met Hem mag hebben en
eerherstel kan bieden. Plaats Zijn tong in de mijne, dat ik mag spreken, bidden
en onderwijzen met de tong van Jezus. Plaats Zijn handen in de mijne, zodat
elke beweging die ik maak en elk werk dat ik uitvoer, het leven heeft van de
werken en daden van Jezus. Plaats Zijn voeten in de mijne, zodat elk van mijn
stappen een leven van redding, van kracht en van ijver voor de andere
schepselen is.
En nu, mijn gekwelde Mama, sta mij toe Zijn Hart te kussen
en zijn kostbaarste Bloed tot mij te nemen. Sluit Zijn Hart in het mijne, opdat
ik mag leven van Zijn liefde, van Zijn verlangens, van Zijn pijnen. Neem
tenslotte de verstijfde rechterhand van Jezus, zodat Hij mij de laatste zegen
kan geven.
De steen sluit het graf. Gemarteld, kust U het en huilend
geeft U Hem het afscheid en vertrekt. Maar uw pijn is zo groot, dat U bijna verstijft
blijft terwijl uw bloed koud wordt. Mijn doorboorde Mama, samen met U, zeg ik huilend
vaarwel aan Jezus. Ik wil U troosten en U vergezellen in uw bittere
verlatenheid. Ik wil aan uw zijde staan, om U een woord van troost te geven,
een blik van mededogen bij elke zucht en verdriet van U. Ik zal uw tranen
verzamelen, en Ik zal U ondersteunen in mijn armen, als ik zie dat U flauwvalt.
Maar ik zie dat U gedwongen bent om terug te keren naar
Jeruzalem, op het pad waar U vandaan kwam. Na slechts een paar stappen staat U
al voor het Kruis waarop Jezus zoveel geleden heeft en stierf. U loopt om het
Kruis te omhelzen, en door het zien dat het gekleurd is met Bloed, worden de
pijnen die Jezus daar leed, één voor één in uw Hart vernieuwd. Niet in staat om
de pijn te bedwingen, roept U uit:
"O Kruis, hoe kon U zo wreed zijn met mijn Zoon? Ach, U
hebt Hem niets bespaard! Wat heeft Hij U verkeerd gedaan? U hebt Mij, Zijn
bedroefde Mama, niet toegestaan om Hem zelfs maar een slok water te geven,
terwijl Hij erom vroeg en aan Zijn uitgedroogde mond gaf U gal en azijn! Ik
voelde mijn doorboorde Hart smelten en Ik wilde het aan Zijn lippen aanbieden
om Zijn dorst te lessen, maar Ik had het verdriet om Mij afgewezen te zien
worden. O Kruis, wreed, ja, maar heilig, omdat U vergoddelijkt en geheiligd werd
door het contact met mijn Zoon! Verander de wreedheid die U met Hem gebruikte
als mededogen voor de erbarmelijke stervelingen; en omwille van de pijnen die
Hij op U heeft geleden, smeek genade en kracht af voor de zielen die lijden,
zodat niet één van hen verloren gaat vanwege beproevingen en kruisen. Zielen
hebben Mij te veel gekost. Ze hebben Mij het leven van een Zoon God gekost en
als Medeverlosseres en Moeder, bind ik ze aan U, O Kruis.
En na het steeds opnieuw te kussen, vertrekt U. Arme Moeder,
hoeveel mededogen voel ik voor U! Bij elke stap en ontmoeting ontstaan nieuwe
pijnen, die toenemen in hun onmetelijkheid en bitterder worden. Zij overstromen
U, zij verdrinken U en U voelt dat U op elk moment doodgaat. U bent nu op het
punt gekomen waarop U Jezus deze morgen hebt ontmoet - uitgeput, onder het
enorme gewicht van het Kruis, druipend van Bloed, en met een bundel doornen op
Zijn Hoofd, die stuitend tegen het Kruis, steeds dieper doordrongen en Hem
doodspijn gaven bij elke slag. Bij het ontmoeten van uw blik, keek Jezus naar
mededogen, maar de soldaten, duwden Hem en deden Hem vallen om U deze troost te
ontzeggen, waardoor Hij nieuw Bloed vergoot. U ziet de grond doordrenkt met het
Bloed. U werpt Uzelf op de grond, en terwijl U dat Bloed kust, hoor ik U
zeggen: "Mijn Engelen, kom als bewakers van dit Bloed, zodat er op geen
enkele druppel getrapt wordt en het Bloed ontheiligd wordt."
Treurende Mama, sta mij toe U mijn hand te geven om U op te
tillen, omdat ik zie dat U flauwvalt in Jezus Bloed. Terwijl U loopt, vindt U
nieuwe zorgen. Overal ziet U sporen van Zijn Bloed en herinnert U zich de
pijnen van Jezus. U haast U en sluit Uzelf binnen in het Cenakel. Ook ik sluit
me binnen in het Cenakel - maar mijn Cenakel is het Heiligste Hart van Jezus;
van daaruit wil ik naar U toe komen om U gezelschap te houden in dit uur van
bittere verlatenheid. Mijn hart kan het niet verdragen U alleen te laten in
zoveel verdriet.
Maar ik voel me doorboord bij het zien dat, terwijl U uw
hoofd beweegt, U de doornen voelt die U van Jezus hebt meegenomen en erin
doorboord wordt. Het zijn de prikkels van al onze zondige gedachten die zelfs uw
ogen doordringen en U tranen van bloed laten huilen. Aangezien U de aanblik van
Jezus in uw ogen hebt, gaan alle beledigingen en overtredingen van de schepselen
voor uw ogen voorbij. Wat bent U verbitterd! U begrijpt alles wat Jezus heeft
geleden, want U hebt Zijn eigen pijnen in U! Maar de ene pijn volgt op de
andere. Terwijl U uw oren spitst, voel U zich doof door de echo van de stemmen
van de schepselen, door de verscheidenheid van hun overtredingen die uw Hart
bereiken en het doorboren; en U zegt: "Zoon, hoeveel hebt U geleden!"
Door verlatenheid getroffen Mama, hoeveel mededogen voel ik
voor U! Laat me uw gezicht afdrogen, nat van tranen en met bloed besmeurd. Maar
ik deins terug als ik zie dat het nu bedekt is met blauwe plekken, onherkenbaar
en dodelijk bleek. Ik begrijp het. Dit zijn de mishandelingen tegen Jezus die U
op zich hebt genomen en die U zo laten lijden. Terwijl U uw lippen beweegt in
gebed of als uw door vlammen vervulde borst zucht, voelt U uw verbitterde adem
en uw lippen verbrand door de dorst van Jezus. Arme Moeder, wat voel ik een
medelijden voor U! Uw smarten nemen toe, en terwijl ik uw handen in de mijne
neem, zie ik dat ze door nagels zijn doorboord. Het ligt in uw handen dat U de
pijn voelt en de moorden, het verraad, de heiligschennis en alle slechte werken
ziet, de herhaalde slagen, de wonden die groter en steeds bitterder worden. Wat
een medelijden voel ik voor U! U bent de ware gekruisigde Moeder, zo zeer zelfs
dat zelfs uw voeten niet zonder nagels blijven. U voelt dat ze niet alleen
worden doorboord, maar verscheurd door de vele stappen van ongerechtigheid, en
door de zielen die naar de hel gaan. En U loopt achter hen aan, opdat zij niet
in de helse vlammen vallen.
Maar dit is niet alles, doorstoken Mama. Al uw pijnen
verenigen zich, en weerklinken in uw Hart en doorboren het niet met zeven
zwaarden, maar met duizenden en duizenden zwaarden. Meer zelfs, omdat U het
Goddelijk Hart van Jezus in U hebt, dat alle harten bevat, en waarvan de
hartslag de hartslagen van allen omsluit zegt het bij elke hartslag:
"Zielen! Liefde!". En in de hartslag "Zielen!", voelt U
alle zonden in uw hartslag stromen, en de dood wordt U toegebracht; terwijl in
de hartslag "Liefde!", U voelt dat het leven aan U wordt gegeven.
Daarom verkeert U in een voortdurende daad van leven en dood.
Gekruisigde Mama, terwijl ik naar U kijk, heb ik medelijden
met uw smarten. Ze zijn onuitsprekelijk. Ik zou mijn wezen willen veranderen in
taal en stem om U medelijden te bieden, maar voor zoveel pijn is mijn medeleven
niets. Daarom roep ik de Engelen, de Allerheiligste Drie-eenheid, en ik bid Hen
om hun harmonieën, hun tevredenheid en hun schoonheid om U heen te plaatsen, om
uw intense smarten te kalmeren en U medelijden te geven; om U in hun armen te
houden en al uw pijnen met liefde te vergelden.
En nu, verlaten Mama, dank ik U namens allen voor alles wat
U hebt geleden; en ik vraag U, omwille van uw bittere verlatenheid, om mij te begeleiden
op het moment van mijn dood. Wanneer ik alleen ben en door iedereen verlaten,
temidden van duizend zorgen en angsten, kom dan, en geef dan het gezelschap dat
ik U vele malen heb gegeven in het leven. Kom mij dan te hulp, sta naast mij,
en verdrijf de vijand. Was mijn ziel met uw tranen, bedek me met het Jezus Bloed,
kleed me met Zijn verdiensten, verfraai me en genees me met uw zorgen en met
alle pijnen en werken van Jezus; en laat daardoor al mijn zonden verdwijnen,
waardoor ik totale vergeving krijg. En terwijl ik mijn laatste ademtocht haal, ontvang mij in uw armen, plaats mij
onder uw mantel, verberg mij voor de blik van de vijand, breng mij recht naar
de hemel en plaats mij in de armen van Jezus. Laten we deze overeenkomst
sluiten, mijn lieve Mama!
En nu bid ik U om het gezelschap dat Ik U heb gegeven aan
al diegenen te geven die pijn lijden. Wees de Mama van iedereen. Dit zijn
extreme momenten en er zijn grote hulpmiddelen nodig. Ontferm U daarom over
iedereen en ontzeg daarom aan niemand uw Moederschap.
Nog een laatste woord: als ik U verlaat, smeek ik U om mij
in het Allerheiligste Hart van Jezus te sluiten; en U, mijn smartvolle Mama,
wees mijn wacht, zodat Jezus mij niet uit Zijn Hart sluit; en ik er niet kan
weggaan, ook al zou ik het misschien willen. Ik kus uw moederlijke hand en U,
zegen mij.
Overweging
Jezus is begraven. Een steen verzegelt Hem en verhindert
dat Zijn Moeder langer naar Haar Zoon kijkt. En wij - verbergen we ons voor de
blikken van de schepselen? Zijn we onverschillig als iedereen ons vergeet? Blijven
we onverschillig in heilige dingen, met die heilige onverschilligheid waardoor
we nooit ongehoorzaam zijn? Overwinnen we alles in totale overgave aan Jezus, met
een heilige onverschilligheid die ons voortdurend naar Hem leidt? En vormen we
met onze standvastigheid een zoete keten, om Hem naar ons toe te trekken? Ligt
onze blik begraven in de blik van Jezus, zodat we niets anders zien dan wat
Jezus wil? Is onze stem begraven in de stem van Jezus, zodat als we willen
spreken, wij niet spreken maar dat we spreken met de tong van Jezus? Zijn onze
stappen begraven in de Zijne, zodat als we lopen, we de sporen van Jezus
achterlaten, en niet de onze? En is ons hart begraven in Zijn Hart, om lief te
hebben en te verlangen zoals Zijn Hart liefheeft en verlangt?
Mijn Mama, wanneer Jezus zich voor mij verbergt voor het
welzijn van mijn ziel, geef mij de genade die U had in het gemis van Jezus,
zodat ik Hem alle glorie geef die U Hem gaf, toen Hij in het Graf werd gelegd.
O Jezus, ik wil tot U bidden met uw stem. En net als uw
stem de Hemel binnendrong en weerklonk in de stemmen van allen, mag mijn stem
op dezelfde manier in de Hemel doordringen, ter ere van uw stem, om U de liefde
en de glorie van uw woord te geven.
Mijn Jezus, mijn hart klopt, maar ik ben niet tevreden als U
mijn hart niet laat kloppen samen met uw Hart. Met uw hartslag, zal ik
liefhebben zoals U liefhebt. Ik zal U de liefde van alle schepselen geven, en samen
met U zal er één schreeuw weerklinken: 'Liefde, Liefde ...!' O mijn Jezus, geef
eer aan Uzelf, en plaats het zegel van uw kracht, van uw liefde en van uw
glorie in alles wat ik doe.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Via
Dolorosa
Steen waarop Jezus werd gebalsemd:
14e statie : Jezus wordt in het graf gelegd : in
de H. Grafkerk staat een tempeltje of Aedicula over het graf van Jezus:


Ingang van de Aedicula:

In de Aedicula zijn twee kamers: de kapel van de Engel en
de kapel van Jezus graf. In de eerste kapel is een deel van de steen te zien
die voor het graf van Jezus was gerold en die door de Engel werd weggerold:

Het graf van Jezus in de tweede kapel:

Het icoon van Jezus in de koepel boven de Aedicula:

|