24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
21ste uur : van de 1 tot 2 uur op goede vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Een
overblijfsel van het opschrift (Titulus Crucis) dat gegraveerd om op het Kruis
te hangen wordt bewaard in de Romeinse Basiliek van het H. Kruis, dat in detail
te zien is. Het is een rechthoekig stuk hout van 25 bij 14 cm, 2,6 cm dik en weegt
687 gr. Het is niet helemaal duidelijk of het om het originele opschrift gaat
omdat er een pigment aan het hout werd toegevoegd om het opschrift beter
leesbaar te maken, wat het onderzoek moeilijk maakt.

Op
het opschrift op het Kruis stond: Jezus uit Nazareth, koning van de Joden in
Hebreeuws, Latijn en Grieks.
was hij aangebracht in
opdracht van Pontius Pilatus. De hogepriesters protesteerden en stelden
voor de tekst te veranderen in: "Deze man heeft beweerd: Ik ben de koning
van de Joden", maar Pilatus antwoordde daarop volgens Johannes: "Wat
ik geschreven heb, dat heb ik geschreven." (Quod scripsi, scripsi)

Psalm
22 is de psalm waar Jezus de woorden Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij
verlaten heeft vandaan gehaald :
Mijn
God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, ver van mijn roepen om uitkomst, ver
van mijn schreien om hulp. Bij dag roep ik, mijn God - Gij blijft zwijgen, bij
nacht - en ik word niet gestild. Gij die in heiligheid troont, Gij die van
Israël de roem zijt, op U hebben onze vaderen vertrouwd; zij vertrouwden en Gij
bracht hun uitkomst. Tot U riepen zij en er kwam redding: niet beschaamd werden
die op u bouwden.
Doch ik - een worm en geen mens, spot der schare, veracht door het volk. Die
mij zien treffen mij met hun hoon, grijnzen smadelijk, schudden het
hoofd: 'hij wentelt zijn last op de Heer!' 'Die zal hem wel komen
verlossen, die bevrijdt hem: hij staat in zijn gunst!'
Gij deed mij de moederschoot uitgaan, aan haar borst hebt Gij mij
gevlijd; u viel ik toe, nauwelijks geboren, van mijn oorsprong af zijt Gij
mijn God. O, blijf dan niet verre van mij: nu is mij wat dreigde genaderd; en
er is geen mens die mij helpt. Een troep stieren staat om mij heen, mij
omsingelen de bisons van Basan, en dreigend, met wijd open muil,
verscheurende, brullende leeuwen.
Als water dat wegloopt verga ik, alsof heel mijn gebeente is ontwricht;
mijn hart lijkt geworden tot was, het begint te begeven van binnen.
Een stuk potscherf - zo droog is mijn keel, en mijn tong voelt gekleefd in mijn
mond: stof des doods - daarin laat Ge mij liggen. Een troep honden is om
mij heen; rond mij hokt de wreedaardige bende die mijn handen doorstak en mijn
voeten. Al mijn beenderen kan ik tellen.
En zij komen mij zien, mij bekijken, zij verdelen samen mijn kleren:
er wordt om mijn mantel geloot.

Gij, o
Heer, houd U dan niet ver, Gij mijn kracht, kom mij ijlings te hulp; houd
mijn leven gered van het zwaard, van de moedwil der honden dit
laatste; bewaar mij voor de muil van de leeuw, voor de horens der bisons
mij schamele. Dat mijn broeders uw naam ik mag melden, uw lof zingen
temidden der schare; die de Heer vreest, zingt Hem uw lof,
geeft Hem eer, al gij nazaten Jakobs, ducht Hem, al gij nazaten Israëls!
Want Hij heeft niet veracht, niet versmaad de vernederde in zijn vernedering, zijn
gelaat niet van hem gewend; Hij hoorde naar wie tot Hem schreide. U mijn lof
waar de schare bijeen is: zo toch los mijn geloften ik in ten overstaan van wie
Hem vrezen. Eenmaal stillen de armen hun honger; loven mogen de Heer die Hem
zoeken; hun hart vinde leven voor immer.
In dit weten bekeert tot de Heer zich de aarde - tot haar verste grenzen,
buigen zich voor zijn aangezicht neer alle stammen der heidense volken.
Want de koningsmacht is aan de Heer: Hij is heerser over de volkeren.
Dan zullen wie rijk zijn op aarde Hem nederig hulde bewijzen, dan zullen
knielen voor Hem die in het stof zijn gezonken, die geen kracht hadden verder te
leven.
Hun nakomelingschap zal Hem dienen en zegt zijn nageslacht wie de Heer
is. En dit komt zijn gerechtigheid melden aan het volk dat geboren gaat
worden. Omdat het door Hem is volbracht.
Het tweede uur van Jezus doodsstrijd op het
Kruis. Het tweede, derde en vierde woord van Jezus.
Tweede woord op het
Kruis
Mijn doorstoken liefde, terwijl ik met U bid, houdt de overvloedige
kracht van uw liefde en van uw pijnen mijn blik op U gericht. Maar mijn hart
breekt als ik zie dat U zoveel lijdt. U verkeert in doodsstrijd met liefde en
met pijn, en de vlammen die uw Hart verbranden, rijzen zo hoog dat ze U tot as
verpulveren. Uw bedwongen liefde is sterker dan de dood; en U wilt het
uitstorten. U kijkt naar de dief aan uw rechterkant, en U steelt hem uit de hel.
Met uw genade raakt U zijn hart, en de dief is volledig veranderd. Hij herkent
u. Hij belijdt U als zijnde God en berouwvol zegt hij: "Heer, denk aan mij
wanneer U in uw Koninkrijk bent." En U aarzelt niet om te antwoorden: "Vandaag zal je
met Mij in het Paradijs zijn", wat van hem de eerste triomf van uw
liefde maakt.
Maar ik zie dat U in uw liefde niet alleen het hart van die
dief steelt, maar ook dat van velen die sterven! Ach, U plaatst uw Bloed, uw
liefde, uw verdiensten tot hun beschikking, en u gebruikt alle goddelijke instrumenten
en krijgslisten om hun harten te raken en ze allemaal voor U te stelen. Maar
ook hier wordt uw liefde belemmerd! Hoeveel afwijzingen, hoeveel gebrek aan
vertrouwen, hoeveel wanhoop! En de pijn is zodanig hevig, dat het U opnieuw tot
zwijgen brengt!
O mijn Jezus, ik wil eerherstel brengen voor hen die
wanhopen voor de Goddelijke Barmhartigheid in hun stervensuur. Mijn zoete
Liefde, inspireer vertrouwen en onbeperkt vertrouwen in U voor allen, vooral
voor degenen die zich in de greep van de doodsstrijd bevinden; en geef hun
krachtens uw woord licht, kracht en hulp, om op een heilige manier te sterven
en van deze aarde naar de hemel te gaan. O Jezus, omsluit alle zielen - allemaal,
in uw Allerheiligste Lichaam, in uw Bloed, in uw wonden. Sta niet toe dat zelfs
één ziel verloren gaat, door de verdiensten van uw kostbaarste Bloed! Moge uw
Bloed, samen met uw stem, voor iedereen nogmaals roepen: "Vandaag zal je
met Mij in het Paradijs zijn."

Derde woord op het Kruis
Mijn Jezus, gemartelde Gekruisigde, uw pijn neemt steeds
meer toe. Ach, aan dit Kruis bent U de ware Koning der Smarten. Temidden van
zoveel pijnen ontsnapt niet één ziel aan U. Meer zelfs, U geeft uw leven aan
elk van hen. Maar uw liefde wordt gehinderd, veracht, verwaarloosd door de schepselen,
en niet in staat om zich uit te storten, wordt uw liefde intenser. Het bezorgt
U onuitsprekelijke martelingen. Bij deze martelingen blijft uw liefde
onderzoeken wat ze nog meer aan de mens kan geven, en om hem te overwinnen,
laat de liefde U zeggen: "Zie, O ziel, hoeveel Ik van je heb gehouden. Als
je geen medelijden met jezelf wilt hebben, heb dan tenminste medelijden met
Mijn liefde!
Intussen, als U ziet dat U niets anders hebt om de mens te
geven, omdat U hem alles hebt gegeven, keert U uw vermoeide blik naar uw Mama.
Zij is ook meer dan stervende vanwege uw pijnen; en de liefde die Haar martelt
is zo groot dat de liefde Haar zoals U gekruisigd zal maken. Moeder en Zoon - U
begrijpt elkaar, en U zucht tevreden en voelt U getroost als U ziet dat U uw
Mama aan het schepsel kunt geven; en als U de hele mensheid in Johannes
beschouwt, zegt U met een stem die zo lief is om alle harten te bewegen, zegt U:
"Vrouw, ziedaar uw zoon"; en tot Johannes: "Ziedaar, uw Moeder."
Uw stem daalt af naar Haar moederhart en verenigt zich met de stemmen
van uw Bloed, en blijft maar zeggen: "Mijn Moeder, Ik vertrouw al mijn
kinderen aan U toe; voel voor hen al de liefde die U voor Mij voelt. Moge al uw
moederlijke zorgen en tederheid voor mijn kinderen zijn. U zal ze allemaal voor
Mij redden. Uw Moeder aanvaardt de taak. Intussen zijn de pijnen zo intens dat
ze U opnieuw tot zwijgen brengen.
O mijn Jezus, ik wil eerherstel bieden voor de
overtredingen die zijn gedaan aan de Allerheiligste, voor de godslasteringen en
de ondankbaarheid van velen die niet de gunsten willen erkennen die U hebt
verleend door Uw Moeder aan ons te geven.
Hoe kunnen we U danken voor zo'n groot geschenk? O Jezus,
wij keren ons tot uw eigen bron en wij bieden U uw Bloed, uw wonden, de
oneindige liefde van uw Hart aan! O Allerheiligste Maagd, hoe ontroerd bent U,
door de stem van de goede Jezus te horen, dat Hij U aan ons overlaat als
Moeder!
Wij danken U, O Heilige Maagd, en om U te danken zoals U
het verdient, bieden wij U de dankbaarheid van uw Jezus aan. O lieve Mama, wees
onze Moeder, zorg voor ons en sta ons niet toe om U zelfs maar een beetje te
beledigen. Houd ons altijd vast aan Jezus, met uw handen die ons helpen
vastklampen aan Hem -wij allemaal, aan Hem, dat we Hem nooit meer mogen
ontvluchten. Met uw eigen intentie wil ik eerherstel bieden voor de beledigingen
en overtredingen die werden begaan tegenover uw Jezus en tegenover U, mijn
lieve Mama!
O mijn Jezus, terwijl U ondergedompeld bent in zoveel
pijnen, bemiddelt U nog meer voor de redding van de zielen. Maar ik zal niet
onverschillig blijven, als een duif wil ik op je zitten en uw wonden zoenen,
kalmeren en in uw Bloed duiken, om met U te kunnen zeggen: 'Zielen, zielen!' Ik
wil uw doorstoken en smartelijk Hoofd ondersteunen, herstellen en vragen om
genade, liefde en vergeving voor iedereen.
Heers in mijn gedachten, O Jezus, en genees ze op grond van
de doornen die uw Hoofd doorboren; en laat me niet verstoord worden. Majestueus
voorhoofd van mijn Jezus, ik kus U; breng al mijn gedachten samen om U te
overdenken en U te begrijpen. Liefste ogen van mijn Goedheid, hoewel ze bedekt zijn
met bloed: Kijk me aan. Kijk naar mijn ellende, kijk naar mijn zwakheid, kijk
naar mijn arme hart en laat het de bewonderenswaardige effecten van uw goddelijke
blik ervaren. Oren van mijn Jezus, hoewel doof geworden door de beledigingen en
de godslasteringen van de goddelozen, zijn ze toch gericht op het luisteren
naar ons. O alstublieft, luister naar mijn gebeden en veracht mijn eerherstel
niet. Ja, O Jezus, luister naar de roep van mijn hart; pas als U mijn hart hebt
gevuld met uw liefde, zal het gekalmeerd zijn. Mooiste Gezicht van mijn Jezus,
laat u zien. Laat me U zien, dat ik mijn arme hart kan losmaken van alles en iedereen.
Moge uw schoonheid mij voortdurend betoveren en houd me altijd in vervoering
binnenin U. Zoetste mond van mijn Jezus, spreek tot mij. Moge uw stem altijd in
mij weerklinken en moge de kracht van uw woord alles vernietigen wat niet de
Wil van God is - alles wat geen liefde is.

O Jezus, ik leg mijn armen om uw nek om U te omhelzen, en U,
omhels mij. Alstublieft, mijn goedheid, laat deze omhelzing van liefde zo strak
zijn, dat geen enkele menselijke kracht ons kan ontbinden. En terwijl we op
deze manier worden omhelsd, zal ik mijn gezicht op uw hart leggen en dan, met
vertrouwen, zal ik uw lippen kussen, en U zult me uw liefdeskus geven. U zult
me uw zoetste adem, uw liefde, uw wil, uw pijnen en al uw goddelijke leven doen
ademen. Heiligste schouders van mijn Jezus, altijd sterk en constant in lijden uit
liefde voor mij, geven me de kracht, de standvastigheid en het heldendom om te
lijden voor uw liefde.
O Jezus, alstublieft, sta niet toe dat ik veranderlijk ben
in liefde. Integendeel, laat me delen in uw onveranderlijkheid! In vlammen
verkerende borst van mijn Jezus, geef me uw vlammen. U kunt ze niet langer bedwingen
en mijn hart zoekt verlangend naar hen door dat Bloed en die pijnen. Het zijn
de vlammen van uw liefde, O Jezus, die U het meest kwellen. O mijn Goedheid,
laat mij erin delen. Beweegt een ziel die zo koel en arm is in uw liefde U niet
tot medelijden? Heiligste handen van
mijn Jezus, jullie die hemel en aarde hebben geschapen, kunnen nu niet bewegen!
O mijn Jezus, ga door met uw schepping het scheppen van liefde. Maak nieuw
leven - Goddelijk Leven, in heel mijn wezen. Spreek uw woorden uit over mijn
arme hart en verander het volledig in het Uwe. Heiligste voeten van mijn Jezus,
laat me nooit alleen. Sta me toe altijd met U mee te lopen en niet één stap van
U te wijken. Jezus, met mijn liefde en met mijn eerherstel, wil ik U bevrijden
van de pijnen die U lijdt in uw heiligste voeten.
O mijn gekruisigde Jezus, ik aanbid uw kostbaarste Bloed.
Ik kus uw wonden één voor één, en wil al mijn liefde, mijn aanbidding, mijn
meest oprechte eerherstel erin vermengen. Moge uw Bloed voor alle zielen, het licht
in de duisternis zijn, troost in het lijden, kracht in zwakheid, vergeving in
schuld, hulp in verzoekingen, verdediging in gevaren, steun in de dood, en
vleugels om ze allemaal van deze aarde naar de hemel te brengen.
O Jezus, ik kom tot U, en in uw Hart vorm ik mijn nest en
mijn huis. O mijn zoete Liefde, ik zal iedereen naar U toe roepen vanuit uw
Hart; en als iemand dichterbij wil komen om U te beledigen zal ik niet toestaan
dat hij U verwondt. Meer zelfs, ik zal hem in uw Hart omsluiten. Ik zal
spreken over uw liefde, en ik zal ervoor zorgen dat de beledigingen en overtredingen
in liefde veranderen.
O Jezus, sta mij niet toe ooit uw Hart te verlaten. Voed me
met uw vlammen en geef me leven met uw leven, dat ik van U mag houden zoals U
verlangt om bemind te worden.
Vierde woord op
het Kruis
Lijdende Jezus, terwijl ik in de steek gelaten word, mij vastklampend
aan uw Hart en je pijn tellend, zie ik dat een krampachtige beven uw
Allerheiligste Mensheid binnendringt. Uw ledematen trillen, alsof de ene zich
van de andere wil losmaken en temidden van verwrongen ledematen en
afschuwelijke pijnspasmen, roept U luidt: "Mijn God, mijn God,
waarom hebt U mij me verlaten? (Eli, Eli, lema sabachthani) Bij deze
schreeuw beeft iedereen. De duisternis wordt dikker. U Mama, ontzet, wordt
bleek en valt flauw!
Mijn leven! Mijn alles! Mijn Jezus, wat zie ik? Ach, U
staat op het punt te sterven. Uw pijnen, die U zo trouw zijn, staan op het
punt om U te verlaten. En op hetzelfde moment, na zoveel lijden, ziet U met
enorme smart dat niet alle zielen in U worden opgenomen. U ziet dat er velen
zullen verloren gaan, en U voelt de pijnlijke scheiding, terwijl zij zich
losmaken van uw ledematen. En U, die de Goddelijke Gerechtigheid ook voor hen
moet bevredigen, voelt de dood van elk van hen, en de pijnen die zij in de Hel
zullen moeten lijden. En U roept hardop tot alle harten: "Laat Mij niet in
de steek. Als je meer pijn wilt, ben Ik er klaar voor, maar verwijder je niet
van Mijn Mensheid. Dit is de smart van alle smarten het is de dood van alle
dood zijn. Al het andere zou niets betekenen, als Ik niet hoefde te lijden voor
je scheiding van Mij! O alstublieft, heb medelijden met mijn Bloed, met mijn
wonden, met mijn dood! Deze schreeuw zal je hart blijven najagen. O
alstublieft, verlaat Mij niet!

Mijn Lieveling, hoe rouw ik samen met U! JU hijgt en uw
heiligste Hoofd valt op uw borst - het leven verlaat U.
Mijn Lieveling, ik voel dat ik sterf. Ik wil ook met U
uitroepen: 'Zielen, zielen!' Ik zal me niet losmaken van dit Kruis, van deze
wonden, zodat ik om zielen kan vragen. En als U wilt, zal ik afdalen in de
harten van de schepselen. Ik zal hen
omringen met uw pijnen, zodat zij mij niet zullen ontgaan. En als het mogelijk
was, zou ik bij de poort van de hel willen staan, om de zielen die bestemd zijn
om daarheen te gaan, terug te trekken en ze naar uw Hart te leiden. Maar U verkeert
in doodsstrijd en zwijgt, en ik ween over uw naderende dood. O mijn Jezus, ik
heb medelijden met U, ik druk uw Hart stevig op de mijne, ik kus uw Hart en bekijkt
het met al mijn tederheid; en om Uw pijn te verzachten, maak ik de goddelijke
tederheid de mijne, en daarmee wil ik mijn hart veranderen in rivieren van
zoetheid en het in Uw Hart gieten, om de bitterheid te troosten die U voelt
vanwege het verlies van zielen. Uw kreet, O mijn Jezus is, helaas, pijnlijk;
meer dan het verlaten van de Vader. Het is het verlies van de zielen die zich
ver van U verwijderen, die deze pijnlijke klaagzang uit uw Hart laat
ontsnappen! O mijn Jezus, vergroot de genade in iedereen, opdat niemand
verloren gaat; en moge mijn eerherstel voor het welzijn van de zielen zijn die
verloren zouden moeten gaan, opdat ze niet verloren gaan.
O Jezus, ik bid U ook omwille van deze extreme overgave, om
zoveel liefhebbende zielen te helpen, die U schijnbaar van Uzelf berooft en hen
in het duister laat, hen als metgezellen in uw overgave te hebben. O Jezus,
moge hun pijnen als gebeden zijn die zielen tot U roepen en U uit uw pijn
verlossen.
Overweging
Jezus vergeeft de goede dief met zoveel liefde dat Hij hem
onmiddellijk zelf naar het Paradijs meeneemt. En wij - bidden we altijd voor de
zielen van de zovelen die een gebed nodig hebben, zodat de hel voor hen kan
worden gesloten en de poorten van de Hemel worden geopend?
De pijnen van Jezus aan het Kruis nemen toe, maar Hij denkt
niet aan Zichzelf, maar bidt altijd voor ons. Hij laat niets voor Zichzelf
achter, geeft alles aan ons, zelfs zijn Allerheiligste Moeder, en biedt Haar
aan als de liefste gave van Zijn Hart. En wij - geven wij alles aan Jezus?
Hebben we in alles wat we doen - gebeden, daden en andere
dingen - altijd de intentie om nieuwe liefde in ons op te nemen om zo alles terug
te geven aan Hem? We moeten het opnemen om het te kunnen geven, zodat alles wat
we doen het zegel van de Jezus werken draagt.
Wanneer de Heer ons vurigheid, licht en liefde geeft,
gebruiken we het dan voor het welzijn van anderen? Proberen we zielen in dit
licht en in deze vurigheid te omsluiten, om zo het Hart van Jezus te bewegen om
hen te bekeren? Of houden we zelfzuchtig Zijn genade alleen voor onszelf?
O mijn Jezus, moge elke kleine vonk van liefde die ik in
mijn hart voel een vuur worden dat alle harten van de schepselen kan verteren
en ze in uw Hart kan omsluiten.
Hoe gebruiken we de grote gave van Zijn Mama, dat Hij ons
gaf? Maken we de liefde van Jezus, de tederheid van Jezus en alles wat Jezus deed
tot de onze, om Zijn Mama tevreden te stellen? Kunnen we zeggen dat onze
goddelijke Moeder in ons de tevredenheid vindt die ze vond in Jezus? Zijn we
altijd dicht bij Haar, als trouwe kinderen en gehoorzamen we Haar? Volgen we
Haar deugen na? Proberen we elke manier om niet te ontsnappen aan Haar Moederlijke
blik, zodat ze ons kan helpen vasthouden aan Jezus? Doen we in alles wat we
doen, een beroep op de Hemelse Moeder om ons te leiden, om op een heilige
manier te handelen, als Haar ware kinderen, onder Haar medelevende blik? Laten
we aan Jezus alle liefde vragen die Hij had voor Zijn Allerheiligste Moeder, de
glorie die Hij voortdurend aan Haar gaf, Zijn tederheid en al Zijn finesses van
liefde om Haar dezelfde tevredenheid te geven als Haar Zoon. Laten we dit
allemaal tot de onze maken, en laten we tot de Hemelse Moeder zeggen: 'We
hebben Jezus in ons en om U tevreden te stellen, zodat U alles kunt vinden wat
U in Jezus hebt gevonden, geven wij alles aan U. Bovendien, mooie Mama, willen
we ook aan Jezus alle genoegens geven die Hij in U vond. Daarom willen we uw
hart binnengaan en al uw liefde, al uw tevredenheid, al uw tederheid en
moederlijke zorgen nemen en ze allemaal aan Jezus geven. Onze Mama, moge uw
moederlijke handen de zoete ketenen zijn die ons gebonden houden aan U en aan
Jezus.'

Jezus spaart zichzelf nergens in. Hij bemint ons met de
grootste liefde, wil ons allemaal redden en, als het mogelijk was, alle zielen
uit de hel roven, zelfs ten koste van al hun pijnen te lijden. Desondanks ziet
Hij dat de zielen zich door voortdurend wringen willen bevrijden uit Zijn armen
en, niet in staat om Zijn pijn te bedwingen, roept Hij uit: "Mijn God,
mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?" En wij - kunnen we zeggen dat onze
liefde voor zielen vergelijkbaar is met die van Jezus? Zijn onze gebeden, onze
pijnen en al onze kleinste daden verenigd met Jezus daden en gebeden om zielen
uit de hel te roven? Hoe bieden we Jezus troost in Zijn immense verdriet? Als
ons leven zou kunnen worden verteerd in een voortdurende holocaust, zou het nog
niet genoeg zijn om deze smart te troosten. Elke kleine daad, lijden en
gedachte die we verenigen met Jezus, kan worden gebruikt om zielen te grijpen,
zodat ze niet in de hel vallen. Verenigd met Jezus, hebben we Zijn eigen kracht
in onze handen. Maar als we onze daden niet verenigen met Jezus, zullen ze niet
dienen om te voorkomen dat zelfs maar één ziel naar de hel gaat.
Mijn Liefde en mijn Alles, houd
mij stevig vast aan uw hart, zodat ik onmiddellijk kan voelen hoeveel de
zondaar U bedroeft als hij zich wil losmaken. Dan kan ik onmiddellijk mijn deel
doen om ze tegen te houden. O mijn Jezus, moge uw liefde mijn hart binden,
zodat, verbrand door uw vuur, ik de liefde die U voor de zielen hebt, kan
voelen. Wanneer ik leed, pijn en bitterheid verdraag, stort dan uw
gerechtigheid over mij uit, O Jezus, en neem de voldoening die U wilt. Maar laat
de zondaar gered worden, O Jezus. Moge mijn pijnen de band zijn die U en de
zondaar bindt. En moge mijn ziel de troost ontvangen om uw Gerechtigheid
tevreden te zien.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
|