|
24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
18de uur : van 10 tot 11 uur op goede
vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.

Jezus neemt het Kruis op en loopt naar de Berg
Calvarie waar Hij wordt ontdaan van Zijn gewaad
Mijn Jezus, onverzadigbare
liefde, ik zie dat U Zichzelf geen vrede schenkt, ik voel uw zenuwachtigheid
van liefde en uw pijnen. Uw Hart bonkt; in elke hartslag voel ik uitbarstingen,
martelingen, gewelddadigheden van liefde; en niet in staat om het vuur te
bedwingen dat U verslindt, hijgt U, kreunt U, zucht U, en bij elk gekreun hoor
ik U zeggen: 'Kruis!' Elke druppel van Uw bloed herhaalt: 'Kruis!' Al uw
pijnen, waardoor U als in een eindeloze zee zwemt, herhalen zich onderling:
'Kruis!' En U roept uit: "O Kruis, mijn geliefde, Ik heb naar U verlangd, U
alleen zal mijn kinderen redden, en ik richt op U al mijn liefde!"

Tweede kroning met
doornen
Ondertussen nemen Uw vijanden U
mee naar het Praetorium en verwijderen ze de paarse mantel, ze willen U opnieuw
kleden met Uw gewaden. Maar helaas, hoeveel pijn! Het zou beter zijn voor mij
als ik zou sterven dan dat ik U zoveel zie lijden! Het gewaad blijft aan de kroon
hangen en ze kunnen het niet aftrekken. Met een nooit eerder gezien wreedheid,
trekken ze alles af, het gewaad en de kroon. Bij het wrede trekken breken veel
doornen, die blijven steken in Uw heiligste Hoofd. Bloed stroomt langs U naar
beneden en Uw pijn is zodanig hevig dat U kreunt. Maar de vijanden, die niet op
de folteringen letten, kleden U met uw eigen gewaad, zetten de kroon terug op,
en duwen die met geweld op uw Hoofd. De doornen worden in Uw ogen gedreven en
in Uw oren. Er is niet één deel van Uw heiligste Hoofd dat niet doorboord
wordt. U hebt zodanig veel pijn dat U wankelt onder die wrede handen, rillend
van kop tot teen. U staat op het punt om te sterven onder afschuwelijke pijnkrampen,
en met Uw wegkwijnende ogen, gevuld met Bloed, kijkt U met moeite, naar hulp
vragend bij zoveel pijn!
Mijn Jezus, Koning der Smarten,
laat me U ondersteunen en dicht aan mijn hart vasthouden. Ik zou het vuur
willen nemen dat U verslindt om uw vijanden tot as te verbranden en U te
redden; maar U wilt het niet, omdat uw verlangens naar het Kruis vuriger worden
en U wil zich snel op erop opofferen - ook voor uw vijanden! Maar terwijl ik U
stevig vasthoud en aan mijn hart drukt, houdt U mijn stevig vast aan Uw Hart en
zegt: "Mijn kind, laat Mij mijn liefde uitstorten; en bied samen met Mij
eerherstel voor diegenen die goed doen en toch Mij onteren. Deze Joden bekleden
Mij met mijn eigen gewaad om Mij nog meer voor het volk in diskrediet te
brengen, om het volk ervan te overtuigen dat Ik een misdadiger ben. De daad om
Mij te kleden was uiterlijk goed, maar in wezen slecht. Ach, hoeveel mensen
doen goede werken, bedienen Sacramenten of wonen ze bij, met menselijke of
zelfs kwade bedoelingen. Maar het goede dat slecht gedaan wordt, leidt tot
hardheid; en daarom wil Ik voor de tweede keer gekroond worden, met pijn die
scherper is dan de eerste keer, om deze hardheid te vernietigen, en met mijn
doornen, trek ze naar Mij. Ach, mijn kind, deze tweede kroning is veel
pijnlijker. Ik voel mijn hoofd zwemmen temidden van doornen; bij elke beweging
die ik maak, of klap die ze Mij geven, lijd ik veel wrede doodservaringen. Op
deze manier bied Ik eerherstel voor de boosaardigheid van de misdaden; Ik bied
eerherstel voor diegenen, die, in welke innerlijke staat ze zich ook bevinden,
in plaats van te denken aan hun eigen heiliging, mijn genade verspillen en
afwijzen. Zo geven ze Mij opnieuw doornen die Mij doorboren, terwijl ik
gedwongen ben te klagen, bloedtranen te storten en te zuchten om hun redding.
Ach, Ik doe er alles aan om van
ze te houden, en de schepselen doen er alles aan om Mij te beledigen! Jij - laat
me tenminste niet alleen in mijn pijnen en eerherstel.

Jezus omhelst het
Kruis
Mijn gemartelde Goedheid, met U bied ik eerherstel, met U
lijd ik. Maar ik zie dat Uw vijanden U van de trap gooien; de mensen wachten op
U met woede en gretigheid. Zij zorgen ervoor dat U het kruis gereed vindt,
waarnaar U met veel zuchten verlangt. En U - met liefde kijkt U naar het Kruis,
en met vaste stap nadert U het Kruis en omhelst het. Maar eerst, kust U het, en
als een rilling van vreugde die door Uw Allerheiligste Mensheid stroomt, kijkt
U opnieuw met de hoogste tevredenheid naar het Kruis, en neemt de lengte en
breedte in U op. Daarin vestigt U alvast het deel voor elk schepsel. U geeft aan
allen een deel, genoeg om ze met een goddelijke huwelijksband aan de Godheid te
binden en ze tot erfgenamen van het Koninkrijk der Hemelen te maken. Niet in
staat om de liefde waarmee U van de schepselen houdt in bedwang te houden, kust
U het Kruis opnieuw en zegt:
"Aanbeden Kruis, ten slotte omhels Ik jou. Jij was het
verlangen van mijn Hart, het martelaarschap van mijn liefde. Maar jij, O Kruis,
hebt het tot nu toe uitgesteld, terwijl mijn stappen altijd op jou gericht
waren. Heilig Kruis, jij was het doel van mijn verlangens, het doel van mijn
bestaan hier beneden. In jou richt Ik mijn hele wezen, in jou plaats Ik al
mijn kinderen, en jij zult hun leven zijn, hun licht, hun verdediging, hun
bewaring en hun kracht. Je zult ze in alles helpen en ze glorierijk naar Mij in
de Hemel brengen. O Kruis, Preekstoel van Wijsheid, jij alleen zult ware
heiligheid onderwijzen; jij alleen zal de helden vormen, de atleten, de martelaren,
de Heiligen. Mooi Kruis, jij bent mijn Troon en omdat Ik de aarde moet
verlaten, blijf jij in mijn plaats. Aan jou geef ik alle zielen als bruidsschat:
bewaar ze, red ze; Ik vertrouw ze toe aan jou!
Door dit vol verlangen te zeggen, laat U
het Kruis op uw heiligste schouders worden gelegd. Ach, mijn Jezus, het Kruis
is te licht voor je liefde, maar het gewicht van onze zonden verenigt zich met
dat van het Kruis - enorm en immens, als het uitspansel van de hemelen. En jij,
mijn vermoeide Goedheid, U voelt u verpletterd onder het gewicht van zoveel
zonden. Uw ziel is met afschuw vervuld bij het zien van de zonden en ze voelt
de pijn van elke zonde. Uw Heiligheid blijft geschokt door zoveel lelijkheid,
en terwijl het Kruis op uw schouders weegt, wankelt U, U hijgt, en een dodelijk
zweet breekt U in uw Allerheiligste Mensheid. O alstublieft, mijn lieveling, ik
heb niet het hart om U alleen te laten - ik wil het gewicht van het kruis met U
delen; en om U van het gewicht van zonden te verlossen, blijf ik mij aan uw
voeten klampen. Ik wil U, in naam van alle schepselen, liefde geven voor hen
die niet van U houden, lofprijzen voor degenen die U verachten. Zegeningen,
dankwoorden en gehoorzaamheid bieden namens iedereen. Ik beloof dat ik, in elke
overtreding die U ontvangt, mij helemaal aan U zal aanbieden als eerherstel, om
de tegengestelde daden te doen die de schepselen U geven, en U te troosten met
mijn kussen en voortdurende daden van liefde.
Maar ik zie dat ik te onwaardig ben; Ik heb U nodig om U
echt eerherstel te kunnen bieden. Daarom verenig ik mezelf met Uw Allerheiligste
Mensheid, en samen met U verenig ik mijn gedachten met de Uwe om eerherstel te
bieden voor de kwade gedachten de mijne den degene van allen; mijn ogen met
de Uwe verenig om eerherstel te bieden voor de kwade blikken; mijn mond met de
Uwe verenig, om eerherstel te bieden voor godslasteringen en de boze
redevoeringen; mijn hart met het Uwe verenig, om eerherstel te bieden voor
slechte neigingen, verlangens en genegenheden. In één woord, ik wil eerherstel
bieden voor alles dat Uw Allerheiligste mensheid herstelt, mij verenigen met de
onmetelijkheid van uw Liefde voor alles, en met het immense goed dat U allemaal
doet. Maar ik ben nog niet tevreden. Ik wil me verenigen met uw Goddelijkheid
en ik smelt mijn nietigheid erin en op deze manier geef ik U alles. Ik geef U
uw liefde om uw bitterheid te lessen. Ik geef U uw Hart om U te verlossen van
onze koelheid, ons gebrek aan overeenstemming met U, onze ondankbaarheid en onze
kleine liefde.
Ik geef U uw Harmonieën om uw gehoor te verheffen van de
oorverdovende godslasteringen die uw gehoor ontvangt. Ik geef U uw Schoonheid
om U te ontheffen van de lelijkheid van onze zielen, wanneer wij ons besmeuren
met modder in zonde. Ik geef U uw Zuiverheid om U te ontheffen van het gebrek
aan rechtvaardige intenties, en van de modder en de verrotting die U ziet in
vele zielen. Ik geef U uw immensiteit om U te bevrijden van de vrijwillige
beperkingen waarin zielen zich bevinden. Ik geef U uw Vurigheid om alle zonden
en alle harten te ontvlammen, zodat iedereen van U kan houden en niemand U ooit
nog kan beledigen. Kortom, ik geef U alles wat U bent, om U oneindige voldoening,
eeuwige, immense en oneindige liefde te geven.

De pijnlijke Weg naar
de Berg Calvarie
Mijn meest geduldige Jezus, ik zie dat U de eerste stappen
zet onder het enorme gewicht van het Kruis. Ik verenig mijn stappen met de uwe,
en wanneer U, zwak, doodbloedend en wankelend, op het punt staat te vallen, zal
ik aan uw zijde staan om U te ondersteunen. Ik zal mijn schouders onder het
Kruis plaatsen, om het gewicht van het Kruis met U te delen. Minacht me niet,
maar accepteer me als uw trouwe metgezel. O Jezus, U kijkt naar mij, en ik zie
dat U eerherstel biedt voor degenen die hun kruisen niet met berusting dragen,
maar eerder vloeken, geïrriteerd worden, zelfmoord plegen of moorden plegen. En
voor allen smeekt U om liefde en berusting voor hun kruisen. Maar uw pijn is
zodanig hevig dat U zich verpletterd voelt onder het Kruis. U hebt alleen de eerste
stappen genomen en valt er al onder. Als U valt, val je op de grond. De doornen
worden meer in uw hoofd gedreven, terwijl al uw wonden opnieuw geopend zijn en
er nieuw bloed vloeit. En omdat U niet de kracht hebt om op te staan, proberen
uw vijanden geïrriteerd te stampen en duwen om U te doen rechtstaan.
Mijn gevallen Liefde, laat me U helpen recht te staan, laat
me U kussen, uw Bloed afdrogen en eerherstel bieden samen met U voor degenen
die zondigen uit onwetendheid, kwetsbaarheid en zwakheid. Ik smeek U om deze
zielen te helpen.
Jezus, mijn Leven, uw vijanden zijn erin geslaagd om U op
uw voeten te doen staan, ondanks de felle pijnkrampen die U lijdt. Terwijl U wankelend
loopt, hoor ik uw hijgende ademhaling. Uw Hart bonkt en nieuwe pijn doordringt
het met hevigheid. Je schudt je hoofd om je ogen te zuiveren van het Bloed dat
hen vult, en je kijkt angstig rond. Ach, mijn Jezus, ik begrijp alles - uw Moeder,
die als een treurend duifje op zoek is naar U, wil U nog één laatste woord zeggen,
en uw laatste blik zien; en U voelt Haar pijnen. Haar hart is verscheurd in het
Uwe, ontroerd en verwond door Haar en Uw liefde. U ziet Haar een weg banen door
de menigte, om U kost wat kost te zien, om U te omhelzen, om U een laatste
vaarwel te zeggen. Maar U bent meer ontdaan door het zien van Haar dodelijke
bleekheid, en al uw pijnen die in Haar opnieuw gebeuren door de kracht van de liefde.
Als zij leeft, is het alleen maar door een wonder van uw almacht. U richt uw
stappen naar Haar, maar U kunt nauwelijks elkaar zien!

O, pijnlijke steken in Uw twee Harten! De
soldaten merken het op en met slagen en duwen voorkomen ze dat Moeder en Zoon het
laatste vaarwel uitwisselen. De kwelling van beiden is zodanig fel dat uw Moeder
verstijfd blijft door de pijn en op het punt staat te sterven. De trouwe
Johannes en de vrome vrouwen ondersteunen Haar, terwijl U weer onder het Kruis
valt. Dan doet uw smartelijke Moeder met Haar ziel wat zij niet met Haar
lichaam kan doen, omdat Zij wordt tegen gehouden: Zij komt in U, maakt de Wil
van de Eeuwige Haar eigen, en verbindt zich met al uw pijnen, neemt Haar taak
van Moeder op, kust U, herstelt U, kalmeert U, en giet de balsem van Haar smartelijke
liefde in al uw wonden!
Mijn lijdende Jezus, ik verenig me met de doorboorde Mama.
Ik maak al uw pijnen, en elke druppel van uw Bloed de mijne; in elke wond wil
ik optreden als een mama voor U, en samen met Haar en met U bied ik eerherstel
voor alle gevaarlijke ontmoetingen, en voor degenen die zichzelf blootstellen
aan gelegenheden tot zonde, of, gedwongen door noodzaak om blootgesteld te
zijn, verstrikt blijven in zonde.
Ondertussen, kreunt U en bent U gevallen onder het Kruis.
De soldaten vrezen dat U zult sterven onder het gewicht van zoveel martelingen
en door het vergieten van zoveel Bloed. Ondanks alles slagen ze met moeite erin,
door zweepslagen en trappen, om U weer op de been te houden. En U biedt
eerherstel voor het herhaalde vervallen in zonder, voor begane doodzonden door
elke klasse van mensen, en U bidt voor hardnekkige zondaars. Terwijl U
bloedtranen vergiet voor hun bekering.
Mijn Lieveling, U bent overweldigd door pijn, terwijl ik je
volg in dit eerherstel. Ik zie U wankelen onder het enorme gewicht van het Kruis.
U rilt helemaal. Bij het voortdurend geduw dat U krijgt, dringen de doornen
steeds dieper door in uw allerheiligste Hoofd. Het Kruis, met zijn zware
gewicht, drukt zodanig op je schouder, dat het een wond vormt die zo diep is
dat de botten zichtbaar zijn. Bij elke stap lijkt het erop dat U sterft en niet
verder kunt gaan. Maar uw liefde, die alles kan, geeft U kracht en als U voelt
dat het Kruis op uw schouder doordringt, biedt U eerherstel voor de verborgen
zonden. Zonden die niet worden hersteld en zo de bitterheid van uw pijnkrampen
vergroten. Mijn Jezus, laat mij mijn schouder onder het Kruis plaatsen om U te
verlichten en samen met U eerherstel te bieden voor alle verborgen zonden.

Maar uw vijanden dwingen degene uit Cyrene om U te helpen
met het Kruis dragen, uit angst dat U eronder zou kunnen sterven. Onwillig en klagend,
helpt hij U niet uit liefde, maar door geweld. Dan weerklinken alle klachten
van hen die lijden, het gebrek aan berusting, de rebellie, de woede en
verachting van het lijden, in je Hart. Maar U wordt nog meer doorboord in het
zien vluchten van die zielen die U toegewijd zijn, degenen die U roept om uw
hulp en metgezellen te zijn in uw lijden. En als U ze omhelst door lijden dan
wringen ze zich los uit uw armen om te zoeken naar genoegens, en zo laten ze U
alleen in uw lijden!
Mijn Jezus, terwijl ik met U eerherstel bied, bid ik U om
mij in uw armen te houden, maar zo stevig dat er geen pijn meer is dat U lijdt,
waarin ik geen deel aan heb, om zo omgevormd te worden in hen en eerherstel te
bieden voor het in de steek laten van alle schepselen. Mijn Jezus, overmand
door vermoeidheid, loopt helemaal gebogen. U kunt nauwelijks lopen. Maar ik zie
dat U stopt en probeert te kijken. Mijn Hart, wat is er? Waar zoekt U naar?

Ach, het is Veronica, die onbevreesd en moedig, met een
doek je gezicht afdroogt, dat helemaal bedekt is met bloed, en U laat uw
gezicht erop drukken als een teken van dankbaarheid. Mijn milde Jezus, ook ik
wil U afdrogen, maar niet met een doek. Ik wil mij helemaal blootstellen om U
te verlichten, ik wil in uw binnenste komen en U, O Jezus, hartslag na hartslag
geven, adem na adem, genegenheid na genegenheid, verlangen na verlangen. Ik ben
van plan om in Uw Heiligste Intelligentie te duiken, en al deze hartslagen,
ademhalingen, genegenheden en verlangens te laten vloeien in de onmetelijkheid
van uw Wil. Ik ben van plan ze te vermenigvuldigen tot in het oneindige. Ik
wil, O mijn Jezus, golven van hartslagen vormen, zodat geen enkele slechte
hartslag weerklinkt in uw Hart, en al uw innerlijke bitterheid gesust wordt. Ik
ben van plan golven van genegenheid en verlangens te vormen om alle kwade
gevoelens en verlangens weg te werpen die je Hart misschien zelfs maar
enigszins zouden verdriet doen. Nog meer zelfs, mijn Jezus, ik ben van plan
golven van ademhaling en gedachten te vormen, om elke ademhaling of gedachte
die U enigszins onaangenaam zou kunnen zijn, weg te werpen. Ik zal op mijn
hoede zijn, O Jezus, zodat niets anders U kan kwellen, of meer bitterheid aan uw
innerlijke pijnen kan toevoegen. O mijn Jezus, alstublieft, laat mijn hele innerlijk
zwemmen in uw onmetelijkheid. Op die manier zal ik in staat zijn om genoeg
liefde en goede wil te vinden, zodat er geen slechte liefde in uw innerlijk kan
binnendringen, noch een slechte wil U kan mishagen.
O mijn Jezus, om er zeker van te zijn, smeek ik U om mijn
gedachten te verzegelen met de Uwe, mijn wil met de Uwe, mijn verlangens met de
Uwe, mijn genegenheden en hartslagen met de Uwe; zodat ze, verzegeld, geen ander
leven dan het Uwe kunnen nemen. Ik vraag U nogmaals, O mijn Jezus, om mijn arm
lichaam te accepteren dat ik zou willen verscheuren uit liefde voor U, in
kleine stukjes om over elke wonde aan te brengen. Op die wonde, O Jezus, die U
pijn geef van zovele godslasteringen, breng ik een klein stukje van mijn
lichaam aan. Ik wil dat het voortdurend tot U zegt: ik zegen U. Op die wonde
dat U zoveel pijn geeft van de vele ondankbaarheid, wil ik, O Jezus een deel
van mijn lichaam aanbrengen, om mijn dankbaarheid aan U te bewijzen. Op die
wonde, O Jezus, die U zoveel koelheid en gebrek aan liefde doet lijden, wil ik
vele kleine stukjes van mijn vlees aanbrengen die voortdurend tot U zeggen: ik
houd van U, ik houd van U, ik houd van U! Op die wonde die U zoveel pijn
bezorgt door de vele oneerbiedigheden van uw Allerheiligste Persoon, wil ik een
deel van mijzelf aanbrengen, om U altijd te vertellen: ik aanbid U, ik aanbid
U, ik aanbid U! O mijn Jezus, ik wil mezelf in alles verspreiden, en in die
wonden die verbitterd zijn door de vele misvattingen, verlang ik dat de flarden
van mijn lichaam U altijd zeggen: "Ik geloof - ik geloof in U, O mijn
Jezus, mijn God, en ik geloof in uw heilige Kerk, en ik wil mijn leven geven om
mijn Geloof in U te bewijzen! O mijn Jezus, ik stort mij in de onmetelijkheid
van uw Wil en het tot mijn eigen wil makend, wil ik voor allen compensaties
bieden en de zielen van allen insluiten in de kracht van uw Allerheiligste Wil.
O Jezus, ik heb nog steeds mijn bloed over, dat ik over uw
wonden wil gieten als balsem en kalmerende zalf, om U te verlichten en U
volledig te genezen. Ik wil, O Jezus, mijn gedachten doen vloeien in het hart
van elke zondaar, om hem voortdurend te berispen, opdat hij U niet durft te
beledigen. En ik bid tot U met de stem van uw Bloed, zodat iedereen zich
overgeeft aan mijn arme gebeden. Op deze manier zal ik hen in uw Hart kunnen
brengen! Ik vraag U nog een genade, O mijn Jezus: dat ik in alles wat ik zie,
aanraak en hoor, ik U altijd kan zien, aanraken en naar U luisteren; en dat uw
Heiligste Beeld en uw Heiligste Naam altijd ingeprent zijn in elk deeltje van
mijn arme wezen.

Intussen slaan en duwen de vijanden U op weg, omdat ze deze
daad van Veronica fel afkeuren. Nog een paar stappen en U stopt weer. Zelfs
onder het gewicht van zoveel lijden, houdt uw liefde niet op en als U de vrome
vrouwen ziet wenen vanwege uw pijnen, vergeet U zichzelf en troost hen,
zeggende: "Dochters, huil niet over mijn pijnen, maar over uw zonden en
over uw kinderen. Wat een sublieme leer, hoe zoet is uw woord! O Jezus, met U bied
ik eerherstel voor het gebrek aan naastenliefde, en ik vraag U om de genade om
mijzelf te vergeten, om niets anders te onthouden dan U alleen.
Als ze U horen spreken, worden uw vijanden woedend. Ze
trekken U bij de touwen en duwen U met een zodanige woede verder dat U valt. U
valt op de stenen. Het gewicht van het Kruis verplettert U en U voelt dat U
gaat sterven! Laat me U ondersteunen en uw heilig Gezicht beschermen met mijn
handen. Ik zie U op de grond vallen en naar adem snakken. Maar uw vijanden
willen dat U rechtstaat. Ze trekken aan uw touwen. Ze trekken aan uw haar. Ze
geven U stampen, maar allemaal tevergeefs. U gaat dood, mijn Jezus! Wat een
pijn - mijn hart breekt van verdriet! Ze slepen U verder en brengen U naar de
Berg Calvarie. Terwijl zij U slepen, hoor ik U eerherstel bieden voor alle
overtredingen van de zielen die U zijn toegewijd. Ze wegen zoveel op U dat,
zelfs als U probeert recht te staan, U niet kunt! En zo bereikt U, gesleept en
vertrapt, Golgotha, terwijl U een rood spoor van uw Kostbaar Bloed achterlaat.
Jezus wordt ontdaan van Zijn gewaad en Hij
wordt voor de derde keer gekroond met doornen
Maar hier wacht U opnieuw lijden. Ze ontdoen U weer van Uw
gewaad, en trekken zowel uw gewaad als uw doornenkroon af. Ach, U kreunt als U
de doornen uit uw Hoofd worden getrokken. En als zij aan uw gewaad trekken, trekken
ze ook aan het verscheurde vlees dat erin is gedroogd. De wonden scheuren open,
uw bloed stroomt naar beneden. De pijn is zodanig hevig dat U bijna dood bent
en U valt.
Maar niemand is bewogen door medelijden, mijn Goedheid!
Integendeel, met beestachtige razernij zetten ze de doornenkroon opnieuw op. Ze
slaan er hevig op, en de marteling die ze veroorzaken vanwege de rijtwonden en
het trekken aan uw haar dat in het gestolde bloed hangt, is zodanig hevig dat
alleen de Engelen kunnen vertellen wat U lijdt. Ze draaien met afschuw vervuld
hun Hemels hoofd weg om de marteling niet te zien en wenen!
Mijn uitgeklede Jezus, sta mij toe om U bij mijn hart te
houden om U te verwarmen, want ik zie dat U bibbert en een ijskoud dodelijk
zweet dringt uw Allerheiligste Mensheid binnen. Wat zou ik U mijn leven willen
geven - mijn bloed om de plaats van Uw Bloed in te nemen, dat U hebt verloren
om mij leven te geven!
Intussen lijkt Jezus me nauwelijks te zien met Zijn smachtende
en stervende ogen, en Hij lijkt te zeggen: "Mijn kind, hoeveel zielen heeft
Mij dit gekost! Dit is de plaats waar Ik op iedereen wacht om hen te redden,
waar Ik eerherstel wil bieden voor de zonden van degenen die zichzelf verlagen en
erger zijn dan beesten, en zo hardnekkig zijn om Mij te beledigen dat ze het
punt bereiken dat ze niet in staat zijn te leven zonder zonden te begaan. Hun
geest blijft verblind en ze zondigen maar op. Dit is de reden waarom zij Mij
voor de derde keer kronen met doornen. En door te worden ontdaan van kleren,
bied Ik eerherstel voor degenen die luxueuze en onfatsoenlijke kleding dragen,
voor de zonden tegen bescheidenheid, en voor degenen die zo gebonden zijn aan
rijkdom, eer en plezier, dat ze er hen tot god maken van hun hart.
Ach ja, elk van deze overtredingen is een doodservaring dat
Ik voel; en als Ik niet sterf, komt dat omdat de Wil van mijn Eeuwige Vader het
moment van mijn dood nog niet heeft verordend!"
Mijn ontklede Goedheid, terwijl ik met U eerherstel bied,
bid ik U om me van alles te ontdoen met uw allerheiligste handen, en niet toe
te staan dat enige slechte genegenheid in mijn hart kan binnendringen. Waak over
mijn hart; omring mijn hart met uw pijnen; vul mijn hart met uw liefde. Moge
mijn leven niets anders zijn dan een herhaling van het Uwe. Versterk het
ontdoen van slechte genegenheden met uw zegen. Zegen mij vanuit uw Hart en geef
mij de kracht om aanwezig te zijn bij uw smartelijke kruisiging, om met U
gekruisigd te blijven!
Overweging
Jezus draagt het Kruis. De
liefde van Jezus voor het Kruis en Zijn bezorgde ijver om op het Kruis te
sterven voor de redding van zielen, zijn immens! En wij - houden we van lijden
zoals Jezus? Kunnen we zeggen dat onze hartslagen een weerklank vinden in Zijn
goddelijke hartslag en dat ook wij om ons kruis vragen?
Wanneer we lijden, hebben we dan
de intentie om metgezellen van Jezus te worden om Hem te verlichten van het
gewicht van Zijn Kruis? Hoe begeleiden we Hem? Als Hij beledigingen ontvangt,
staan we dan altijd klaar om Hem ons kleine leed als verlichting van Zijn
pijnen te geven?
Als we werken, bidden en lijden
onder het gewicht van innerlijke pijnen, laten we dan onze pijn opstijgen naar
Jezus, dat als een doek Zijn zweet kan afdrogen en Hem kan aanmoedigen, terwijl
we Zijn ontbering ons eigen maken?
Allen: O mijn Jezus, roep mij
altijd om dicht bij U te zijn, en blijf altijd bij mij in de buurt, zodat ik U
altijd met mijn pijnen kan troosten.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Via
Dolorosa
Kaart van de traditionele Kruisweg:

3e statie : Jezus valt voor de eerste maal onder
het kruis:
4e statie : Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder
Maria:
5e statie : Simon van Cyrene helpt Jezus het
Kruis te dragen:
6e statie : Veronica droogt het gezicht af van
Jezus:

7e statie : Jezus valt voor de tweede maal:

8e statie : Jezus troost de wenende vrouwen:

9e statie : Jezus valt voor de derde maal:

10e statie : Jezus wordt van Zijn kleren
ontdaan:

|