24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
17de uur : van 9 tot 10 uur op goede
vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Paleis van Herodes waar Pilatus in het rechtse gebouw zetelde, voor het plein in mozaiek
Lijdensweg in het rood die Jezus in werkelijkheid gevolgd heeft, in het groen de Via Dolorosa
Jezus wordt met
doornen gekroond. Hij wordt aan het volk getoond: Ecce Homo! Jezus wordt ter dood
veroordeeld.
Mijn Jezus, oneindige Liefde, hoe meer ik naar U kijk, hoe
meer ik begrijp hoeveel U lijdt. U bent
helemaal verminkt. Er is geen enkel stuk vlees heel gelaten. De
beulen zijn razend omdat U, met zoveel pijn, naar hen kijkt met zoveel liefde
en dat ze uw liefdevolle blik zien die een zoete betovering vormt, zoals vele
stemmen, die bidden en smeken om meer pijn en nieuwe pijn. Hoewel het onmenselijk is, wordt U gedwongen door uw
liefde, om op uw voeten te staan. U bent niet in staat om recht te staan, en U
valt opnieuw in uw eigen Bloed, en geirriteerd maken ze met stampen en geduw,
dat U de plaats bereikt waar ze U zullen kronen met doornen.
Mijn Lieveling, als U
mij niet steunt met uw liefdevolle blik, kan Ik niet blijven toekijken hoe U
lijdt. Ik
voel een rilling in mijn botten, mijn hart bonkt, ik voel dat ik dood ga. Jezus, Jezus, help me!
En mijn lieve Jezus zegt mij: Mijn kind, houd moed, mis
niets van wat Ik heb geleden. Let op
mijn leringen. Ik moet de mens in alles opnieuw doen. De zonde
heeft de kroon van hem verwijderd en heeft hem met schande en met verwarring
gekroond; hij kan dus niet voor Mijn Majesteit komen te staan. De zonde heeft
hem onteert, waardoor hij het recht op eer en glorie heeft verloren. Dit is
waarom Ik wil gekroond worden met doornen: om de kroon te plaatsen op het
voorhoofd van de mens, en om hem alle rechten op elke eer en glorie terug te
geven. Vóór Mijn Vader, zullen Mijn doornen eerherstel bieden en stemmen van
verdediging zijn voor de vele zonden van gedachten, vooral hoogmoed; en voor
elke geschapen geest zullen ze stemmen van licht en smeking zijn, opdat ze Mij
niet beledigen. Verenig je daarom
met Mij, en bid en bied eerherstel samen met Mij.

Gekroonde Jezus, uw wrede vijanden doen U zitten; ze hangen
een purperen doek op U, ze nemen de doornenkroon, en met helse woede zetten ze
het op je beminnelijk hoofd. Dan slaan ze met een roede en de doornen dringen
in uw voorhoofd en sommigen reiken in uw ogen, in uw oren, in uw schedel, en
zelfs in uw nek. Mijn Lieveling,
wat een marteling, welke onuitsprekelijke pijnen! Hoeveel
wrede doodservaringen moet U lijden!
Uw Bloed stroomt neer op uw Gezicht, op zon manier dat men
niets anders dan Bloed kan zien. Maar onder die doornen en dat Bloed verschijnt
uw heiligste Gezicht, stalend van zachtheid, vrede en liefde. En de beulen, die
de tragedie willen voltooien, blinddoeken U, plaatsen een riet in uw hand als
scepter en beginnen hun spotternij. Ze begroeten U, Koning van de Joden, ze
slaan U op de kroon, ze geven U slagen en zeggen U: Raad eens wie U sloeg!
En U blijft stil U antwoordt door eerherstel te bieden
voor de ambitie van degenen die streven naar koninkrijken, naar waardigheid,
naar eerbewijzen, en voor degenen die zich in posities van autoriteit bevinden
en zich verkeerd gedragen, en zo de ondergang van volkeren en hun zielen veroorzaken,
die aan hen waren toevertrouwd. Hun slechte voorbeelden duwen anderen naar het
kwaad en veroorzaken het verlies van zielen.
Met dit riet dat U in uw hand vasthoudt, biedt U eerherstel
voor zovele werken goede, maar zonder innerlijke geest en ook werken die
gedaan werden met kwade bedoelingen. In de beledigingen en het blinddoek biedt
U eerherstel voor degenen die de heiligste zaken belachelijk maken, hen in
diskrediet brengen en hen ontheiligen. U biedt ook eerherstel voor degenen die het
aanblik van hun intelligentie blinddoeken om het licht van de Waarheid niet te
zien. Met dit blinddoek, smeekt U aan dat de blinddoek van hartstochten,
rijkdom en genoegens van ons worden verwijderd.
Jezus, Mijn Koning, uw vijanden gaan door met hun
beledigingen. Het is zoveel Bloed dat uit uw heiligste Hoofd stroomt, dat het
uw mond bereikt. Het zorgt ervoor dat ik uw liefste stem niet duidelijk hoor.
Ik kan dus niet doen wat U doet. Daarom kom ik in uw armen. Ik wil uw
doorboorde en lijdende Hoofd ondersteunen, en ik wil mijn hoofd onder die
doornen plaatsen om hun prikken te voelen.
Maar terwijl ik dit zeg, roept mijn Jezus mij met Zijn
liefdevolle blik en snel omhels ik Zijn Hart en probeer ik Zijn Hoofd te
ondersteunen. O hoe mooi is het om bij Jezus te zijn, zelfs temidden van
duizend martelingen! En Hij zegt : Mijn kind, deze doornen zeggen dat ik de
Koning van elk hart wil worden; aan Mij behoort elke heerschappij. Neem deze doornen
en prik in je hart; laat alles wat niet van Mij is eruit en laat één doorn
achter, als het zegel dat Ik je Koning
ben, en om te voorkomen dat iets anders binnenkomt. Ga dan door elk hart en
prik hen, laat alle dampen van hoogmoed en verrotting dat ze bevatten eruit, en
maak Mij de Koning van allen.
Mijn Lieveling, mijn hart breekt als ik U moet verlaten;
daarom bid ik U om mijn oren met uw doornen aan te raken zodat ik enkel uw stem
hoor; bedek mijn ogen met uw doornen, zodat ik enkel naar U kan kijken; vul
mijn mond met uw doornen, zodat mijn tong stom is voor alles wat U zou kunnen
beledigen; en vrij is om U te prijzen en U te zegenen in alles. O Jezus, mijn
Koning, omring mij met doornen, zodat ze mij bewaren, verdedigen, en mij
allemaal op U kunnen richten. En nu wil ik uw Bloed afdrogen en U kussen, omdat
ik zie dat uw vijanden U naar Pilatus brengen, die U zal ter dood veroordelen. Mijn
Lieveling, help me om uw smartelijke Weg te volgen, en zegen mij.

Jezus wordt opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem toont aan het volk.
Mijn gekroonde Jezus,
verwond door uw liefde en overmand door uw pijnen, kan mijn arme hart niet
leven zonder U, daarom zoek ik naar U, en vind ik U opnieuw voor Pilatus.
Maar wat een ontroerende scène! De Hemel is geschokt, en de
hel beeft van angst en woede! Leven van mijn hart, mijn blik kan uw aanblik
niet verdragen, zonder zelf te sterven. Maar de extatische kracht van uw liefde
dwingt mij naar U te kijken, zodat ik uw pijn goed begrijp; en ik ben in
gedachten verzonken bij U, temidden van tranen en zuchten.
Mijn Jezus, U bent naakt, maar toch, kleed U zich ik zie
dat u gekleed bent met bloed, uw vlees is gescheurd, uw botten zijn onbedekt,
uw heiligste Gezicht is onherkenbaar. De doornen steken in uw heiligste hoofd
en bereiken uw ogen in uw gezicht zie ik niets dan bloed dat drupt op de
grond, en een bloedige plas achter uw voeten vormt.
Mijn Jezus, ik kan U
niet langer herkennen vanwege de manier waarop U bent vernederd! Uw staat heeft
de meest extreme excessen van vernederingen en huivering bereikt! Ach,
ik niet langer het aanblik van U verdragen, zo smartvol ik voel dat ik sterf.
Ik zou U willen wegrukken van de aanwezigheid van Pilatus, om U in mijn hart te
omsluiten en U rust te geven. Ik zou uw wonden met mijn liefde willen genezen, en
de hele wereld met uw Bloed willen overstelpen, om alle zielen erin te sluiten
en hen naar U toe te leiden, als de overwinning van uw pijn!

En U, O geduldige Jezus, lijkt met moeite naar mij te
kijken door de doornen, en U zegt: Mijn kind, kom in Mijn gebonden armen,
plaats je hoofd op Mijn borst, en je zult meer intense en bittere pijn zien,
omdat wat je aan de buitenkant van Mijn Mensheid ziet niets anders is dan de
uitstorting van mijn innerlijke pijn. Let op Mijn Hartslagen, en je zult horen
dat Ik eerherstel biedt voor de onrechtvaardigheden van degenen die bevelen
geven, voor de onderdrukkingen tegen de armen en onschuldigen die ondergeschikt
zijn aan koningen, voor de hoogmoed van degenen die om hun waardigheid,
positie, rijkdom te behouden niet aarzelen om een wet te overtreden en hun
naaste schade toe te brengen, en hun ogen sluiten voor het licht van de
waarheid. Met deze doornen wil Ik de hoogmoed van hun heerschappij verbrijzelen;
en met de gaten die ze in Mijn Hoofd vormen, wil Ik me een weg banen in hun
gedachten, om alle dingen erin te ordenen, volgens het licht van de Waarheid. Door
zo vernederd te blijven voor deze onrechtvaardige rechter, wil ik iedereen
laten begrijpen dat alleen de deugd hetgeen is wat de mens koning over zichzelf
maakt; en Ik leer degenen die het bevel voeren dat enkel de deugd verenigd met rechtvaardige
kennis hetgeen is wat een mens in staat stelt om te regeren over anderen,
terwijl alle andere waardigheid, zonder de deugd gevaarlijke en
betreurenswaardige zaken zijn. Mijn kind, doe mijn eerherstel weerklinken, en
blijf alert op mijn pijn.
Mijn Lieveling, ik zie dat Pilatus huivert omdat Hij U in
zon slechte staat ziet en diep onder de indruk zeg hij: Hoe kan er zoveel
wreedheid zijn in de menselijke borst? Ach, het was niet mijn wil om Hem te
veroordelen tot het geselen! Hij wil U bevrijden uit de handen van de vijanden
en hij wil geschikte redenen daartoe vinden. Hij is heel nederig en wend zijn blik af omdat hij U
niet kan aankijken. Het is te pijnlijk. Daarom ondervraagt hij U
opnieuw: Maar vertel me eens, wat hebt U gedaan? Uw mensen hebben U in mijn
handen gegeven vertel me, bent U een koning? Wat is uw koninkrijk?
Bij de bestormende vragen van Pilatus, antwoord U niet, en
blijft U nadenkend in Uzelf. U
denkt eraan om mijn arme ziel te redden, ten koste van zoveel pijn!
Omdat U niet antwoordt, voegt Pilatus eraan toe: Weet U
niet dat het in mijn macht ligt om U te verlossen of om U te veroordelen? Maar
O mijn Lieveling, U wil het licht van de waarheid in de geest van Pilatus laten
schijnen en U antwoordt: U zou geen macht over Mij hebben, als het niet van
boven werd gegeven. Degenen echter die Mij in uw handen hebben gegeven, hebben
een zwaardere zonde begaan dan U.
Bijna ontroerd door de zoetheid van uw stem, is hij
besluiteloos en verkeert zijn hart in een storm. Hij denkt dat de Joden meer
medelijden zullen hebben en besluit U te tonen vanuit de voorzaal in de hoop
dat ze tot medelijden zullen worden bewogen door U zo gemarteld te zien. Hij hoopt om U te kunnen vrijlaten.
Smartvolle Jezus, mijn hart verzwakt als ik U Pilatus zie
volgen. U loopt moeizaam, gebogen, onder die vreselijke doornenkroon. Uw Bloed
markeert uw stappen, en terwijl U verder gaat, hoort U de tumultueuze menigte
verlangend wachten op uw veroordeling. Pilatus legt het zwijgen op, om de
aandacht van iedereen te trekken en door iedereen te worden gehoord. Hij neemt
met afkeer twee randen van het purperen doek vast die uw borst en schouders
bedekt. Hij tilt het op, zodat allen zien in welke vernederende staat U zich
bevindt en zeg met een luide stem: Ecce homo! (Ziehier de mens) Kijk naar hem
hij heeft niet langer de trekken van een mens. Kijk naar zijn wonden hij kan
niet langer worden herkend. Als hij kwaad heeft gedaan, heeft hij al
genoeg geleden of liever gezegd teveel. Ik
heb er al spijt van dat hij zoveel moeten lijden heeft; laten we hem daarom
vrijlaten.

Jezus, mijn Lieveling, sta me toe om U te ondersteunen,
omdat ik zie dat U niet in staat bent om onder het gewicht van zoveel pijn recht
te staan en dat U wankelt. Ach,
op dit plechtige moment wordt uw lot bepaald. Bij de woorden van Pilatus worden
allen stil in de Hemel, op aarde en in de hel! En dan, als met één
stem, hoor ik het geroep van iedereen: Kruisig Hem, kruisig Hem we willen
Hem ten koste van alles dood!
Jezus, Mijn Leven, ik zie dat U beeft. De kreet des doods
daalt af in uw Hart, en onder deze stemmen herkent U de stem van Uw lieve
Vader, die zegt: Mijn Zoon, Ik wil dat je dood gaat, de kruisdood! Ach, U
hoort ook uw Moeder die, hoewel doorboord en verlaten, Uw lieve Vader laat
weerklinken: Zoon, ik wil dat je dood gaat! De Engelen, de Heiligen, de hel
iedereen schreeuwt in één stem: Kruisig Hem, kruisig Hem! Er is niet één ziel die U levend wil. En ah! Tot mijn
diepste smart en afschuw voel ook ik me gedwongen door een onweerstaanbare
kracht om uit te roepen: Kruisig Hem!
Mijn Jezus, vergeef me als ook ik, een ellendige zondige
ziel, U dood wil hebben! Maar ik bid U om mij samen met U te laten sterven.
O mijn gekwelde Jezus, ondertussen lijkt U bewogen door
mijn verdriet, te zeggen: Mijn kind, klamp je vast aan Mijn Hart en neem deel
aan Mijn pijn en eerherstel. Dit is een plechtig moment: Mijn dood of de dood
van alle schepselen moet beslist worden. Op dit moment zijn er twee stromen in Mijn
Hart. In de ene zijn alle zielen die, als zij Mij dood willen, het is omdat zij
leven in Mij willen vinden; en dus door Mijn aanvaarding van de dood, zijn ze
bevrijd van de eeuwige veroordeling, en staan de deuren van de Hemel open voor
hen om hen te ontvangen. In de andere stroom zijn degenen die Mij dood willen
uit haat en als bevestiging van hun eigen veroordeling: Mijn Hart is verscheurd
en voelt de dood van elk van hen, en de pijnen van de hel! Ach, Mijn Hart kan
deze bittere pijnen niet verdragen; Ik voel de dood bij elke hartslag, bij elke
ademhaling, en Ik blijf herhalen: Waarom zal er zoveel bloed tevergeefs worden
vergoten? Waarom zullen mijn pijnen voor zovelen nutteloos zijn? Ach kind,
ondersteun Mij, want Ik kan het niet meer aan. Neem deel aan Mijn pijnen; moge
je leven een voortdurend offer zijn voor de redding van zielen, om zo Mijn pijnen
te verzachten die zo ondraaglijk zijn!
Jezus, Mijn Hart, uw pijnen zijn de mijne, en ik herhaal uw
eerherstel. Maar ik zie dat Pilatus verbaasd is, en hij haast zich om te
zeggen: Hoe kan dit? Moet
ik uw koning kruisigen? Ik vind geen schuld in hem om hem te
veroordelen. En de Joden schreeuwen oorverdovend: Wij hebben geen andere
koning dan de Keizer, en als U Hem niet veroordeelt, bent U geen vriend van de
Keizer. Kruisig Hem, Kruisig
Hem!

Niet wetend wat anders te doen, uit angst afgezet te
worden, laat Pilatus een kruik water brengen, en wast zijn handen. Hij zegt: Ik
ben niet verantwoordelijk voor het bloed van deze rechtvaardige. En hij
veroordeelt U ter dood. Maar de Joden schreeuwen: Moge Zijn Bloed over ons en
over onze kinderen komen! Ze zien dat U veroordeeld wordt en ze feesten,
klappen in hun handen, fluiten en schreeuwen; terwijl U, O Jezus, eerherstel
biedt voor degenen die zich op hoge posities bevinden. Zij overtreden de
heiligste wetten uit ijdele angst of om hun plaats niet te verliezen, en zijn
allerminst bezorgd om de ondergang van hele volkeren, het kwaad te bevoordelen
en de onschuldigen te veroordelen. U
biedt ook eerherstel voor degenen die na de zonde de goddelijke toorn uitlokken
om hen te straffen.
Maar terwijl U hiervoor eerherstel biedt, bloedt uw Hart
van verdriet in het zien van uw uitverkoren volk, getroffen door de vloek van
de Hemel, die zij zelf met volle wilsovertuiging hebben gewild. Ze hebben de
vloek verzegeld met uw Bloed dat zij vervloekten! Ach, uw Hart verzwakt; sta me
toe het met mijn handen te ondersteunen. Ik doe uw eerherstel en maak uw pijnen
tot de mijne. Maar uw liefde duwt U hoger en ongeduldig bent U reeds op zoek
naar het Kruis!
Mijn Leven, ik zal U volgen, maar rust nu in mijn armen;
dan zullen we de Berg Calvarie samen bereiken. Blijf daarom in mij, en zegen mij.
Overweging
Van 9 tot 10 wordt Jezus die gekroond wordt met doornen,
bespot als koning en onderworpen aan ongehoorde beledigingen en pijnen. Hij biedt
eerherstel op een bijzondere manier voor de zonden van hoogmoed. En wij
vermijden wij gevoelens van hoogmoed? Bieden we God de eer voor het goede dat
we doen? Beschouwen we ons als
minderwaardig aan anderen? Is onze geest altijd leeg van enige andere
gedachte om aanleiding te geven tot genade? Vaak geven we geen aanleiding tot
genade omdat onze geest vervuld is met andere gedachten. Omdat onze geest niet
volledig gevuld is met God, veroorzaken we dat de duivel ons hinder, en
misschien brengen we zelfs bekoringen teweeg. Wanneer onze geest vervuld is met
God en de duivel benadert ons, vindt hij niet de plaats waarnaar hij zijn
bekoringen kan richten en vlucht hij in verwarring. In feite hebben heilige
gedachten zoveel macht tegen de duivel dat, als hij op het punt staat ons te
naderen, zij hem als vele zwaarden verwonden en hem verwerpen.
Daarom betreuren we het
onterecht als onze geest last heeft en bekoord wordt door de vijand. Het is
onze slechte bewaking die onze vijand aanzet om ons aan te vallen. Hij
bespioneert onze geest om kleine ingangen te vinden en valt ons aan. Dan duwen
we ondankbaar de doornen in Zijn Hoofd in plaats van Jezus door onze heilige
gedachten te bevrijden en voelt Hij de prikken nog sterker. Op deze manier
blijft de genade gefrustreerd, en kan de heilige inspiratie niet in onze geest
werken.
Vaak doen we het nog erger. Als
we het gewicht van de bekoringen voelen, maken we ons zorgen, worden we
bedroefd en speculeren we op die bekoringen, in plaats van ze naar Jezus te
brengen en er een bundel van te maken om te worden verbrand door het vuur van
Zijn liefde. Daarom blijft niet alleen onze geest in beslag genomen door
slechte gedachten, maar blijft ons arme wezen doorweekt met hen; en zo is er
bijna een mirakel van Jezus nodig om ons ervan te bevrijden. Jezus kijkt naar
ons door die doornen heen, roept ons en lijkt te zeggen: Ach, mijn kind, jij
wilt je niet aan Mij vastklampen. Als je snel naar Mij was gekomen, zou ik je
hebben geholpen om je te bevrijden van de strubbelingen die de vijanden in je
bewust zijn heeft gebracht, en zou je me niet zo hebben laten zuchten voor je
terugkeer. Ik vroeg je om hulp om bevrijd te worden van de scherpe doornen;
maar Ik wachtte tevergeefs, omdat je bezig was met het werk dat je vijand je
heeft gegeven. Oh! Hoe minder zou je bekoord worden, als je snel in mijn armen
zou komen. De vijand zou onmiddellijk vluchten, omdat hij Mij vreest, en niet jij.
Mijn Jezus, mogen uw doornen
mijn gedachten verzegelen in uw geest, en voorkomen dat de vijand enige
bekoring veroorzaakt.
Wanneer Jezus zich in onze geest
en in ons hart laat voelen, beantwoorden we dan Zijn inspiratie, of vergeten we
ze? Jezus wordt bespot als koning. En wij respecteren we alle heilige
zaken? Gebruiken we alle eerbied die bij deze heilige zaken past, alsof we
Jezus Christus zelf aanraken?

Mijn gekroonde Jezus, laat me uw
doornen voelen, zodat ik uit hun prikken kan begrijpen hoeveel U lijdt, en ik U
als Koning van mijn hele wezen kan aanstellen.
Jezus werd getoond uit de
voorzaal en werd ter dood veroordeeld door die mensen die zozeer geliefd waren
en die zoveel voordeel van Hem hadden genoten.
Liefdevolle Jezus, U aanvaardt
de dood voor ons, om ons leven te geven. Zijn we klaar om pijn te aanvaarden om
te voorkomen dat Jezus beledigd wordt en moet lijden? Onze pijn moet aanvaard
worden om Jezus niet te laten lijden. Omdat Hij oneindig geleden heeft in Zijn
Mensheid, en omdat we Zijn leven op aarde moeten voortzetten, moeten we de
pijnen van de Mensheid van Jezus Christus beantwoorden met onze eigen pijnen.
Hoe kunnen we medelijden hebben
met de pijnen die Jezus lijdt als Hij ziet dat vele zielen uit Zijn Hart worden
weggerukt? Maken we Zijn pijnen tot de onze om Hem te verlichten van alles wat
Hij lijdt? De Joden willen Hem gekruisigd hebben, zodat Hij als een misdadiger
kan sterven, en dat Zijn Naam van de aardbodem gewist wordt. Streven we ernaar
om Jezus op aarde te laten leven? Met onze daden, met ons voorbeeld, met onze
stappen, moeten we een goddelijk merkteken in de wereld aanbrengen, zodat Jezus
door iedereen herkend kan worden, en zodat door onze werken, Zijn leven een goddelijk
echo kan hebben dat gehoord wordt van het ene einde van de wereld tot het
andere. Zijn we klaar om ons leven te geven zodat de geliefde Jezus kan worden
verlost van alle beledigingen en overtredingen, of volgen we liever de Joden na,
het volk dat zoveel begunstigd werd bijna zoals onze eigen ziel, die zo
geliefd is door Jezus en schreeuwen zoals hen: Crucifigatur (laat Hem
gekruisigd worden)?
Mijn veroordeelde Jezus, moge uw
veroordeling de mijne zijn, die ik accepteer uit liefde voor U. En om U te
troosten, zal ik mezelf voortdurend in U storten, om U in de harten van alle
mensen te brengen, om U bekend te maken aan iedereen en om uw leven aan
iedereen te geven.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik zegen
U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank U en
zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor elke
hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Via
Dolorosa (de traditionele kruisweg)
Dit is NIET de werkelijke kruisweg die Jezus
afgelegd heeft, maar wel de traditionele kruisweg die reeds eeuwenlang zo wordt
herinnerd.
Kaart van de traditionele Kruisweg:

1e statie : Plaats waar Jezus werd ter dood
veroordeeld door Pilatus (nu Al-Omariyyeh college):

Glasraam van de kapel waar Jezus werd gegeseld:

Lithostrotos of stenen plaveisel dat door Hadrianus werd
gebouwd. Volgens de traditie had Pilatus daar zijn troon (Joh 19:13):

Er is nog een soort Romeins spel met teerlingen dat in deze
stenen plaveisels is gegraveerd:

2e statie : De Ecce Homo-boog waar Pilatus Jezus
aan het volk liet zien en waar Jezus het kruis op Zijn schouders neemt:

|