24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
4de uur : van 20 tot 21 uur op witte
donderdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.

Het eucharistisch avondmaal
Mijn zoete Liefde, altijd onverzadigbaar in uw liefde, zie
ik dat als U het avondmaal volgens de Mozaϊsche Wet beëindigt samen met uw lieve
leerlingen, U recht staat, en verenigd met hen, U een hymne van dankzegging tot
de Vader richt omdat Hij je voedsel heeft geschonken, en als genoegdoening voor
al het gebrek aan dankbaarheid van de schepselen, en voor alle middelen die Hij
ons heeft voor het behoud van het lichamelijk leven. Daarom hebt U, O Jezus, in
alles wat U doet, aanraakt of ziet, altijd op uw lippen de woorden: Dank U, O
Vader. Ook ik neem de woorden die U op uw lippen hebt, Jezus en verenigd met U
zal ik altijd en in alles zeggen: Dank U voor mijzelf en voor allen, om de
genoegdoening voort te zetten voor het gebrek aan dankzeggingen.
De voetwassing
Maar, O mijn Jezus, het lijkt erop dat uw liefde geen
uitstel heeft. Ik zie dat U uw geliefde leerlingen laat gaan zitten. U neemt
een emmer water, wikkelt een witte doek om uw middel en knielt neer voor de
voeten van de Apostelen, met een zo bescheiden gebaar dat het de aandacht van
de hele Hemel trekt en het extatisch maakt. De Apostelen zijn verbaasd als ze
zien dat U voor hun voeten knielt. Maar vertel me, mijn Lieveling, wat wilt U?
Wat ben je van plan met deze zo nederige handeling? Deze nederigheid werd nog
nooit eerder gezien en zal nooit meer gezien worden!
Ah, mijn kind, Ik wil alle
zielen, en aan hun voeten knielen als een arme bedelaar, Ik vraag naar hen, Ik
dring aan, huilend plant Ik valstrikken van liefde om hen heen om ze te
verkrijgen!
Aan hun voeten, met deze emmer
water gemengd met mijn tranen, wil Ik ze van elke onvolkomenheid wassen en hen
voorbereiden om Mij in de Eucharistie te ontvangen.
Ik koester zozeer deze daad om
Mij te ontvangen in de Eucharistie, dat Ik deze taak niet wil overlaten aan de
engelen, en zelfs niet aan mijn lieve Mama, maar Ik wil ze zelf reinigen, tot
de meest intieme vezels, om de vrucht van de Eucharistie te ontvangen; en in de
Apostelen was Ik van plan alle zielen voor te bereiden.
Ik wil genoegdoening schenken
voor al de heilige werken en voor de bediening van de Sacramenten, vooral
degene die door de priesters worden gedaan met een geest van hoogmoed, leeg van
goddelijke geest, en met een geest van desinteresse. Ah, hoeveel goede werken
bereiken Mij die Mij meer te schande maken dan om Mij te eren! Meer om Mij te verbitteren dan Mij tevreden te
stellen! Meer om Mij de dood te geven dan om Mij leven te geven! Dit zijn de
beledigingen die Mij het meest hebben bedroefd. Ach ja, mijn kind, tel al de
meest intieme overtredingen die ze Mij geven, en breng eerherstel met mijn eigen
genoegdoening. Troost mijn verbitterd Hart.
O mijn diepbedroefde Goedheid, ik maak uw leven tot het
mijne, en samen met U wil ik genoegdoening brengen voor al deze beledigingen. Ik
wil de meest intieme schuilplaatsen van uw Goddelijk Hart binnengaan en
genoegdoening brengen met uw eigen Hart voor de meest intieme en geheime
overtredingen, die U ontvangt van uw dierbaren. O mijn Jezus, ik wil U volgen
in alles, en samen met U wil ik door alle zielen gaan die op het punt staan U
te ontvangen in de Eucharistie, ik wil binnengaan in hun hart, en mijn handen
samen met de uwe plaatsen om hen te zuiveren.

O Jezus, alstublieft, laat ons de zielen wassen die U
moeten ontvangen, met uw tranen en dit water waarmee U de voeten van de
Apostelen hebt gewadden. Laat ons
hun harten reinigen. Laat we ze in vuur en vlam zetten en het stof waarmee ze
bevuild zijn afschudden, zodat wanneer ze U ontvangen, U in hen uw bevrediging
kunt vinden, in plaats van uw bitterheid.
Maar, mijn liefhebbende Goedheid, terwijl U helemaal
gericht bent op het wassen van de voeten van de Apostelen, kijk ik naar U, en
zie ik een andere smart dat Uw Allerheiligste Hart doorboort. Deze Apostelen
vertegenwoordigen al de toekomstige kinderen van de Kerk, en elk van hen, de
soort van elk van uw zorgen. In sommige zijn zwakheden, bedrog, hypocrisie, in
andere zijn overdreven liefde voor interesses. In de H. Petrus het gebrek aan
standvastigheid en alle overtredingen van de Kerkleiders. In de H. Johannes de
beledigingen van uw getrouwen. In Judas alle afvalligen, met alle soorten van
groot kwaad die ze begaan.
Ach, uw smart wordt
verstikt door pijn en liefde; zozeer zelfs, dat U het niet kunt beheersen. U
pauzeert aan de voeten van elke Apostel en barst in tranen uit, bid en brengt
genoegdoening voor elk van deze beledigingen en doordringt U hen met de juiste
remedie voor iedereen.
Mijn Jezus, ook ik
verenig mij met U; ik maak uw gebeden, uw eerherstel en uw gepaste remedies
voor elke ziel tot de mijne. Ik wil mijn tranen Mengen met de uwe,
zodat U nooit alleen meer bent, maar mij altijd bij U kunt hebben, om te delen
in uw pijn.
Maar mijn zoete Liefde, terwijl U doorgaat met het wassen
van de voeten van de Apostelen, zie ik dat U nu bij Judas voeten bent. Ik hoor je moeizame adem. Ik zie
dat U niet alleen huilt, maar snikt, als U zijn voeten wast, U kust ze, U drukt
ze aan uw Hart. U bent niet in staat om te praten omdat uw stem verstikt is
door het huilen. U kijkt naar hem met gezwollen ogen van tranen, en U zegt hem
met uw Hart: Mijn kind, alsjeblieft, Ik smeek je met de stemmen van mijn
tranen ga niet naar de Hel! Geef
mij je ziel. Ik vraag het je, geknield aan je voeten. Vertel me, wat wil je?
Wat vraag je? Ik zal je alles geven, op voorwaarde dat je jezelf niet
verliest. O alsjeblieft, bespaar
me deze smart, je God! En nogmaals drukt U zijn voeten aan uw Hart.
Maar door het zien van de hardheid van Judas, is uw Hart in het nauw gedreven. Uw
Hart verstikt U en U staat op het punt flauw te vallen. Mijn Hart en mijn
Leven, sta me toe om U in mijn armen te houden. Ik begrijp dat deze je
liefdevolle listen zijn, die U gebruikt bij elke hardnekkige zondaar.
O alstublieft, ik bid U, mijn Hart terwijl ik U troost en
genoegdoening bied voor de beledigingen die U ontvangt van de koppige zielen
die zich niet willen bekeren, laten we rond de aarde gaan, en waar er
hardnekkige zondaar zijn, laten we dan uw tranen geven om ze te verzachten, uw
kussen en uw omhelzingen van liefde om ze aan U te binden, op zon manier dat
ze niet zullen kunnen ontsnappen, en daarom zal het U van de pijn van het
verlies van Judas verlossen.
De
instelling van de Eucharistie
Mijn Jezus, mijn vreugde en genoegen, ik zie dat uw liefde
stroomt en snel stroomt. U staat recht, diepbedroefd, en U rent bijna naar het
altaar waar brood en wijn klaar staan voor de Consecratie. Mijn Hart, ik zie U
een nieuw uiterlijk aannemen dat nog nooit eerder gezien werd. Uw goddelijke
persoon neemt een teder en liefdevol uiterlijk aan vol genegenheid; uw ogen
schitteren van licht, meer dan dat het zonnen waren; uw roze gezicht is
stralend; uw lippen glimlachen en branden met liefde; uw scheppende handen nemen
de houding van scheppen aan. Ik zie u, mijn Liefde, helemaal getransformeerd:
uw goddelijkheid lijkt te overstromen van uw mensheid.
Mijn Hart en mijn Leven,
Jezus, uw verschijning, dat nog nooit eerder werd gezien, trekt de aandacht van
alle Apostelen. Ze worden geraakt door een zoete betovering en
durven zelfs niet ademen. Uw lieve Moeder loopt in geest naar de voet van het
altaar om de voortekenen van uw liefde te bewonderen. De Engelen dalen neer uit de Hemel en vragen zich af: Wat
is dit? Wat is dit? Dit is een echte dwaasheid, een echte
buitensporigheid! Een God die niet de Hemel of de aarde schept, maar Zichzelf.
En waar? In de meest ellendige materie van een beetje brood en een beetje wijn.
Maar terwijl alle rond U staan, O onverzadigbare Liefde,
zie ik dat U het brood in uw handen neemt; het offert aan de Vader, en ik hoor
uw zoete stem zeggen: Heilige Vader, dank U om uw Zoon altijd te beantwoorden.
Heilige Vader, wees het met Mij eens. Op een dag stuurde U Mij vanuit de Hemel
naar de aarde om Mij mens te laten worden in de schoot van mijn Moeder, om Onze
kinderen te redden. Sta Mij nu
toe om in elke hostie te worden, om hun redding voort te zetten en het leven
van elk van mijn kinderen te zijn. Zie je, O Vader? Er zijn nog maar enkele
uren van mijn leven over: wie zou het hart hebben om mijn kinderen verweesd en
eenzaam achter te laten? Ze hebben vele vijanden duisternis, hartstochten,
zwakheden waaraan ze onderworpen zijn. Wie zal hen helpen? O alstublieft, Ik smeek U om Mij in elke Hostie te
laten verblijven om het leven van iedereen te zijn, en hun vijanden op de
vlucht te jagen; om hun licht, kracht en hulp in alles te zijn. Waar kunnen ze anders
naartoe? Wie zal hen helpen? Onze werken zijn eeuwig, mijn liefde is
onweerstaanbaar! Ik kan mijn kinderen
niet verlaten en Ik wil het ook niet.
De Vader is bewogen door de tedere en liefdevolle stem van
de Zoon. Hij daalt neer uit de Hemel; Hij is reeds op het altaar, en verenigd
met de H. Geest, stemt Hij in met de Zoon. Em Jezus spreekt met een heldere en
ontroerende stem de woorden van de Consecratie uit, en zonder Zich te verlaten,
schept Hij Zich in het brood en de wijn.
Dan spreekt U met uw Apostelen, en ik geloof dat onze
hemelse Moeder niet bleef zonder U te ontvangen. Ach, Jezus, de Hemelen buiten
en allen zenden een aanbiddingsdaad in uw nieuwe staat van diepe vernietiging.

Maar, O lieve Jezus, terwijl uw liefde verheugd is, zie ik,
O mijn Goedheid, op dit altaar Hosties die zullen blijven bestaan tot het einde
der eeuwen; elk bevat uw hele smartelijk Lijden, omdat de schepselen bij uw
buitensporige Liefde, voor U buitensporige ondankbaarheid en enorme
overtredingen voor U voorbereiden. En
ik wil, Hart van mijn hart, altijd bij U zijn in elk Tabernakel, in al de pyxen
en in elke geconsacreerde Hostie die er ooit zal zijn tot het einde van de
wereld, om mijn daden van eerherstel uit te dragen, volgens de beledigingen die
U ontvangt.
O Jezus, ik aanschouw U in de Heilige Hostie, en hoewel ik
U zie in uw aanbiddelijke Persoon, kus ik uw majestueuze voorhoofd; maar door U
te kussen voel ik de prikken van uw doornen. O mijn Jezus, hoeveel schepselen
sparen U niet van doornen in deze Heilige Hostie? Zij komen vóór U te staan, en
in plaats van U hulde te brengen van hun goede gedachten, zenden ze U hun
slechte gedachten; en U laat uw hoofd zakken zoals U deed in het Lijden. U
ontvangt en draagt de doornen van deze slechte gedachten. Oh mijn Liefde, ik
nader tot U om te delen in uw pijn; ik plaats al mijn gedachten in uw geest om
deze doornen te verdrijven die U zo bedroeven. Moge elk van mijn gedachten in
elk van uw gedachten stromen, om een daad van eerherstel te bieden voor elke kwade
gedachte, en zo uw bedroefde geest te troosten.
Jezus, mijn Goedheid, ik kus uw mooie ogen; ik zie uw
liefdevolle blik naar degenen die vóór uw aanwezigheid komen te staan,
verlangend dat hun blikken van liefde beantwoordt worden. Maar hoevelen komen vóór
U te staan, en in plaats van naar U te kijken en U te zoeken, kijken ze naar
dingen die hen afleiden, en ontnemen ze U zo het plezier dat U voelt in
wederzijdse blikken van liefde! U huilt en terwijl ik U kus, voel ik mijn
lippen nat worden van uw tranen. Mijn Jezus, huil niet; ik wil mijn ogen
in de uwe plaatsen om te delen in deze pijn, en met U te huilen. En omdat ik
genoegdoening wil brengen voor al de afgeleide blikken van de schepselen, bied
ik U mijn blikken aan, die altijd op U gericht zijn.
Jezus, mijn Lieveling, ik kus uw heiligste oren; ik zie nu
dat U luistert naar wat de schepselen willen van U, om ze te troosten. Maar in
de plaats zenden ze U slecht opgezegde gebeden, onverschillig, afgerammelde
gebeden; en in deze Heilige Hostie wordt uw gehoor meer gemolesteerd dan in uw
Lijden. O mijn Jezus, ik wil al de harmonieën van de Hemel opnemen en hen in uw
oren leggen om eerherstel te bieden. Ik wil mijn oren in de uwe plaatsen, niet alleen
om deze pijn met U te delen, maar om U mijn voortdurende daad van eerherstel
aan te bieden en mijn troost.
Jezus, mijn Leven, ik kus uw Allerheiligste Gezicht; ik zie
het bloeden, gekneusd en opgezwollen. De schepselen, O Jezus, komen voor de
Heilige Hostie, en met hun onfatsoenlijke houding en oneerbiedige gesprekken, lijken
ze U te slaan en te bespuwen in plaats van U eer te betuigen. En net zoals in
het Lijden ontvangt U hen in alle rust en geduld, en verdraagt U alles! O
Jezus, ik wil mijn gezicht dicht bij het uwe houden, niet alleen om U te kussen
en de beledigingen te ontvangen van uw schepselen, maar al uw pijn te delen. Met
mijn handen wil ik U strelen, het spuug afvegen, en U dicht aan mijn hart
drukken. Ik maak van mijzelf kleine stukjes en leg ze voor U neer, zoals vele
zielen die U aanbidden. Verander mijn bewegingen in voortdurende buigingen, om
eerherstel aan te bieden voor de oneer die U ontvangt van alle schepselen.
Mijn Jezus, ik kus uw allerheiligste lippen; ik zie dat U
in het sacramenteel afdalen in de harten van uw schepselen, U gedwongen wordt
te leunen op veel onzuivere, kwade tongen. Oh, wat blijft U verbitterd! U
voelt alsof U vergiftigd wordt door deze tongen, en het is nog erger wanneer U
afdaalt in hun hart! O Jezus, als het mogelijk was, zou ik in de mond van elk
schepsel willen zijn, om al de beledigingen die U van hen ontvangt, te
veranderen in lof!
Mijn afgematte Goedheid, ik kus uw Allerheiligste Hoofd. Ik
zie dat het moe, uitgeput en benomen is door het scheppen van uw liefde. Vertel
me, wat doet U? En U zegt: Mijn kind, in deze Hostie ben Ik van s morgens tot
s avonds bezig ketenen van liefde te vormen; en als de zielen naar Mij komen,
bind ik ze vast aan Mijn Hart. Maar weet je wat ze doen? Velen wrikken zich met
geweld los en vernietigen mijn liefdevolle ketenen; en omdat deze ketenen
verbonden zijn met mijn Hart word Ik gemarteld en word Ik zinneloos. Bij het
breken van mijn kettingen, maken ze mijn werk nutteloos, en zoeken ze naar
ketenen van de schepselen. En ze doen dit zelfs in Mijn aanwezigheid, door Mij
te gebruiken om hun eigen doelstellingen te bereiken. Dit bedroeft Mij zo erg
dat het Mij doet ijlen en schreeuwen.

Hoeveel medelijden voel ik voor U, O Jezus! Uw liefde wordt
in het nauw gedreven, en om U te bevrijden van de beledigingen die U ontvangt
van deze zielen, vraag ik U om mijn hart te ketenen met die kettingen die door
hen zijn verbroken, om U mijn liefde te geven in hun plaats.
Mijn Jezus, mijn goddelijke Boogschutter, ik kus uw borst.
Het vuur dat erin vervat is, is zodanig dat U om een beetje lucht te geven aan
uw vlammen en een kleine pauze te nemen van uw werk, U speelt met de zielen die
naar U komen, en pijlen van liefde richt op hen die komen uit uw borst. In uw
spel vormt U pijlen en speren; en dan richt U ze op zielen, en U wordt blij. Maar
velen, O Jezus, verwerpen ze, en zenden U pijlen van koelheid, lauwheid en
speren van ondankbaarheid. En U blijft zo diepbedroefd dat u bitter huilt! Oh
Jezus, hier is mijn borst, gereed om niet alleen uw pijlen te ontvangen die
voor mij zijn bedoeld, maar ook die welke de andere zielen afwijzen. U zult dus niet langer verslagen blijven in uw
liefdesspel. Op deze manier wil ik U eerherstel bieden voor de koelheid,
lauwheid en ondankbaarheid die U van hen ontvangt.
O Jezus, ik kus uw linkerhand, en ik wil eerherstel bieden
voor alle ongeoorloofde of schandelijke aanrakingen die gedaan werden in uw
aanwezigheid; en ik bid U om mij altijd stevig vast te houden aan uw Hart!
O Jezus, ik kus uw rechterhand, en ik wil eerherstel bieden
voor al de heiligschennissen, vooral de H. Missen die slecht werden opgedragen!
Hoeveel keer, mijn Lieve, werd U gedwongen om vanuit de Hemel naar onwaardige
handen en monden neer te dalen; en ook al voelt U zich misselijk omdat U in die
handen bent, dwingt Liefde U om te blijven. Sterker nog, in sommige van uw
dienaren vindt U degenen die uw Lijden vernieuwen, omdat ze met hun enorme
misdaden en heiligschennissen de Godsmoord vernieuwen! Jezus, ik ben bang voor deze gedachte! Maar
helaas, net zoals U in het Lijden in de handen van de Joden was, bent U in
onwaardige handen zoals een zachtaardig lam, opnieuw wachten op uw dood en ook
op hun bekering. Oh Jezus, hoezeer
lijdt U! U zou een liefdevolle hand willen om U te bevrijden van die
bloeddorstige handen. O Jezus, als U in die handen bent, bid ik U om mij bij U
te roepen, en om U genoegdoening te geven zal ik U bedekken met de zuiverheid
van de Engelen. Ik zal u parfumeren met uw deugden om de misselijkheid te
verminderen die U voelt door in die handen te zijn, en ik zal U mijn hart
aanbieden als een ontsnapping en toevlucht. Terwijl U in mij bent, zal ik voor
de priesters bidden, dat zij uw waardige bedienaren mogen zijn. Amen.
O Jezus, ik kus uw linkervoet, en ik wil eerherstel bieden
voor degenen die U ontvangen uit gewoonte en zonder de noodzakelijke
ingesteldheid.
O Jezus, ik kus uw rechtervoet, en ik wil eerherstel bieden
voor degenen die U ontvangen om U te beledigen. O alstublieft, wanneer ze dit
aandurven, bid ik U om het wonder dat U bij Longinus gedaan hebt opnieuw te
doen. Net zoals U hem genezen en bekeerd hebt door de aanraking van het bloed
dat uit uw met een lans doorboord Hart stroomde, kunt U door uw sacramentele
aanraking, de beledigingen in liefde veranderen, en de overtreders in minnaars!
O Jezus, ik kus uw Allerzoetste Hart, waarin alle
overtredingen gegoten worden, en ik wil U eerherstel bieden voor alles, om U
liefde terug te geven voor allen, en te delen in uw pijn, altijd samen met U!
O Hemelse Boogschutter, als een belediging mijn eerherstel
ontloopt, smeek ik U om mij in uw Hart en in uw Wil op te sluiten, zodat ik voor
alles eerherstel kan bieden. Ik zal bidden tot de lieve Mama om me altijd bij
Haar te houden, om voor alles en iedereen eerherstel te bieden. We zullen U
samen kussen, en U beschutten, we zullen de golven van bitterheid die U
ontvangt van de schepselen verdrijven. O alstublieft, O Jezus, onthoud dat ook
ik een arme zondige ziel ben. Sluit me in uw Hart en sluit me niet alleen op
maar bind met de ketenen van uw liefde één voor één mijn gedachten, mijn
gevoelens, en mijn verlangens. Keten mijn handen en mijn voeten aan uw Hart,
opdat ik geen andere handen en voeten heb dan de Uwe!
En zo, mijn Lieveling, zal mijn gevangenis uw Hart zijn,
mijn ketenen zullen van liefde worden gemaakt; uw vlammen zullen mijn voedsel
zijn, uw adem zal de mijne zijn, het hek dat verhindert dat ik eruit zou gaan, zal
uw Allerheiligste Wil zijn. Ik zal niets dan vlammen zien, ik zal niets dan
vuur aanraken; en terwijl ze me leven geven, zullen ze me de dood geven, zoals
U lijdt in de Heilige Hostie. Ik zal U mijn leven geven, en terwijl ik gevangen
blijf in U, zult U in mij worden vrijgelaten. Is dit niet uw bedoeling om U op
te sluiten in de Hostie, om te worden vrijgelaten door de zielen die U
ontvangen, erin te levend te worden? En nu, als teken van liefde, zegen mij,
geef de mystieke kus van liefde aan mijn ziel, terwijl ik me vasthoud aan U.
O mijn liefste Hart, ik zie dat nadat U het Allerheiligste
Sacrament hebt ingesteld en de enorme ondankbaarheid en beledigingen van de
schepselen hebt gezien bij de overvloed van uw liefde, hoewel U verwond en
verbitterd bent, U zich niet terugtrekt. U wilt eerder alles verdrinken in de onmetelijkheid
van uw liefde.
Ik zie U, O Jezus, als U zich toedient aan uw Apostelen en
dan voegt U eraan toe dat ook zij moeten doen wat U hebt gedaan. U heeft hen
autoriteit om te wijden; zo stelt U hen aan als priesters en stelt U de andere
Sacramenten in. U zorgt voor alles en U biedt eerherstel aan voor alles: de
preken die slecht worden gegeven, de Sacramenten die worden toegediend en
ontvangen zonder de juiste ingesteldheid, en daarom zonder effect gebleven; de
verkeerde roepingen van priesters, van hun kant en van degenen die hen hebben
gewijd, waarbij niet alle middelen gebruikt werden om de ware roepingen te
onderscheiden. Ach, niets ontgaat U, O Jezus, en ik wil U volgen en eerherstel
bieden voor al deze beledigingen.
Nadat U alles hebt vervuld, verzamelt U de Apostelen en
gaat U op weg naar de Tuin van Gethsemane om uw smartelijk Lijden te beginnen. Ik zal U in alles volgen om U trouw gezelschap te
houden.

Overweging
Jezus is verborgen in de Hostie
om aan allen leven te geven. In Zijn verborgenheid omarmt Hij alle eeuwen en
geeft Hij licht aan allen. Op dezelfde manier door ons te verbergen in Hem,
zullen we leven en licht geven aan allen met onze gebeden en ons eerherstel,
zelfs aan de ketters en aan de ontrouwen, omdat Jezus niemand uitsluit.
Wat moeten we doen in onze
verborgenheid? Om gelijkaardig te worden aan Jezus Christus moeten we alles
verbergen in Hem: gedachten, blikken, woorden, hartslagen, genegenheden, verlangens,
stappen en werken; zelfs onze gebeden we moeten ze verbergen in de gebeden
van Jezus. En net zoals de liefdevolle Jezus, alle eeuwen omarmt in de
Eucharistie, zullen we ze ook omarmen. Vasthoudend aan Hem, zullen we de
gedachte zijn van elke geest, het woord van elke tong, het verlangen van elk
hart, de stap van elke voet en het werk van elke hand. Door dit te doen, zullen
we alle kwaad dat de schepselen Hem willen aandoen, afleiden van het Hart van
Jezus. We proberen om dit kwaad te vervangen door al het goede wat we kunnen
doen, en Jezus ertoe bewegen om redding, heiligheid en liefde te geven aan alle
zielen.
Om het leven van Jezus te
beantwoorden, moet ons leven volledig in overeenstemming zijn met het Zijne. De
ziel moet de intentie hebben om in alle Tabernakels van de wereld te zijn om
Hem voortdurend gezelschap te houden, en Hem voortdurend verlichting en
eerherstel te bieden; en met deze intentie voeren we alle taken van de dag uit.
Het eerste tabernakel is in ons, in ons hart; daarom moeten we veel aandacht
schenken aan al het goede dat Jezus in ons wil doen. Vele keren, als Jezus zich
in ons hart bevindt, laat Hij ons de behoefte aan gebed voelen. Ah, het is
Jezus die wil bidden, en Hij wil ons samen bij Hem, Zich bijna identificerend
met onze stem, met onze genegenheid en met heel ons hart om ons gebed met het
Zijne te verenigen! Om het gebed van Jezus te eren, zullen we aandachtig zijn
om Hem ons hele wezen te geven, zodat de liefdevolle Jezus Zijn gebed kan
verheffen om tot de Vader te spreken en in de wereld de gevolgen van Zijn eigen
gebed kan vernieuwen.
We moeten aandacht schenken aan
elk van onze innerlijke bewegingen, omdat de goede Jezus ons nu laat lijden, ons
nu in gebed wil, ons nu in één innerlijke staat plaatst, en nu in een andere,
om Zijn leven in ons te herhalen.
Laten we veronderstellen dat Jezus ons in een omstandigheid plaatst om
geduld te oefenen. Hij ontvangt zon
ernstige en zo vele beledigingen van de schepselen dat Hij zijn toevlucht neemt
tot kastijdingen om de schepselen te treffen. En hier geeft Hij ons de
gelegenheid om geduld te oefenen. We moeten Hem eren, en alles met vrede
dragen, net zoals Jezus dat doet. Ons geduld zal de kastijdingen uit Zijn
handen rukken die anderen schepselen uitlokken, omdat Hij Zijn goddelijk Geduld
in ons zal uitoefenen. Hetzelfde met alle andere deugden, net als met geduld.
In het Sacrament, beoefent de liefdevolle Jezus alle deugden; van Hem zullen we
vastberadenheid, volgzaamheid, geduld, verdraagzaamheid, nederigheid en
gehoorzaamheid putten.
De goede Jezus geeft ons Zijn
vlees als voedsel en wij zullen Hem onze liefde, wil, verlangens, gedachten en
genegenheden voor Zijn voeding geven. Op deze manier zullen we wedijveren met
de liefde van Jezus. We zullen niets in ons laten binnenkomen wat niet van Hem
is; daarom is alles wat we willen doen zorgen dat alles dient om onze
geliefde Jezus te voeden. Onze gedachte moet de goddelijke gedachte voeden
dat wil zeggen, denken dat Jezus verborgen is in ons, en dat Hij de voeding van
onze gedachte wil. Door op een heilige manier te denken, voeden we de
goddelijke gedachte. Onze woorden, hartslagen, genegenheden, verlangens,
stappen, werken alles moet dienen om Jezus te voeden. We moeten de intentie
hebben om de schepselen in Jezus te voeden.

O mijn Geliefde, in dit uur hebt U zich getransformeerd tot
brood en wijn. Alstublieft, O Jezus, laat alles wat ik zeg en doe een
voortdurende consecratie zijn van Uzelf in mij en in de zielen.
Mijn lieve Leven, wanneer U in mij komt, laat dan mijn hartslag,
verlangen, genegenheid, gedachte en woord de kracht van de sacramentele
consecratie voelen, zodat door geconsacreerd te worden mijn hele kleine wezen
zoveel mogelijk Hosties wordt om U aan de zielen te geven.
O Jezus, Mijn Lieveling, moge ik uw kleine Hostie zijn om U helemaal in
mij te sluiten, zoals een levende Hostie.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
|