Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    14-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dossier: de Israelisch-Palestijnse kwestie - deel 1

    Dossier : de Israëlisch-Palestijnse kwestie – deel 1

    Gods wil:

    1 Elk volk, elke natie heeft recht op een grondgebied dat van hen is en waar ze op kunnen wonen. Er mag geen inlijving van andere gebieden en andere volkeren gebeuren.

    2 Uitzondering : Er is geen enkel volk op deze planeet die zijn grondgebied van God beloofd en gekregen heeft dan de Israëlieten. God heeft hen, zijn eerste geliefde volk, geholpen aan het Beloofde Land. Alle vreemde stammen die nog afgoden aanbaden werden van het Land verdreven en de Israëlieten kregen het grondgebied.

    Bij God is eens gekregen, altijd gekregen. Daarom bij de diaspora van de Joden werd het grondgebied ingenomen, maar dat betekent niet dat het grondgebied niet meer van de Joden is. De Joden werden over de hele aarde verspreid maar ze wilden terug een grondgebied hebben dat van hen was. Ze hebben zelfs gekeken naar andere gebieden die niet op de vroegere locatie waren gelegen. Maar er werd beslist het grondgebied te nemen dat ze van God hebben gekregen. Het Jodendom hangt onlosmakelijk vast aan het grondgebied dat ze hebben gekregen. Er kan dus geen sprake zijn van enkel een geestelijk verenigd Jodendom.

    Eerst wat info over het zionisme:

    Zionisme volgens wikipedia :

    Zionisme is het streven van Joden naar een eigen Joodse staat. De naam refereert aan Zion, een van de heuvels van Jeruzalem. De term zionisme komt het eerst voor in het tijdschrift Selbstemanzipation (1890) van N. Birnbaum. De twee pijlers van de beweging zijn:

    • de Joodse diaspora
    • het mislukken van de emancipatie van de Joden in de 19de eeuw.

    Theodor Herzl, geboren in Boedapest, gaf in 1896 met zijn pamflet 'Der Judenstaat' de stoot tot het georganiseerde zionisme. In 1897 riep hij het eerste Internationale Zionisten Congres te Basel bijeen. Er zouden tot 1902 nog vijf congressen volgen, die resulteerden in de stichting van de 'World Zionist Organization'.

    Componenten van zionisme

    Het zionisme heeft politieke, culturele, socialistische en religieuze componenten.

    Politiek

    Het politieke zionisme ontstond in het 19de eeuwse Europa onder seculiere Joden, en kwam vooral voort uit de visie dat de emancipatie van Joden in Europa mislukt was doordat ze geen eigen staat hadden, en ook door hun afwijkende positie in de maatschappij (met vooral beroepen in de dienstensector). Moorden op Joden en vernietiging van Joods eigendom door pogroms in Oost-Europa versterkten deze visie maar ook in West-Europa groeide het antisemitisme.

    Cultureel

    Het culturele zionisme, dat vaak samenging met het politieke zionisme, wilde de Hebreeuwse taal en Joodse cultuur behouden en versterken, die door de vergaande assimilatie van Joden in met name West-Europa verloren dreigde te gaan.

    Socialistisch

    Socialistisch zionisme domineerde vanaf de jaren 20 tot in de jaren 70 van de 20e eeuw in het Mandaatgebied Palestina en speelde een hoofdrol in het opbouwen van een Joodse staat. Zij stond aanvankelijk een socialistische maatschappij voor en benadrukte dat Joden zich de beroepen in landbouw en industrie (weer) eigen moesten maken om een volledige zelfvoorzienende natie te kunnen vormen.

    Religieus

    Religieus zionisme was in de 19e eeuw nog uiterst marginaal, daar de meeste godsdienstige Joden ervan overtuigd waren dat alleen de toekomstige joodse Messias de Joden naar hun 'Beloofde Land' kon terugleiden. Sinds de jaren 30 van de 20e eeuw groeide echter de aanhang van dit religieus zionisme. Bij de oprichting van de staat Israël en met name na (de Zesdaagse Oorlog) van 1967 is het een bepalende factor geworden in de politiek van Israël. Samen met de seculiere revisionistische zionisten (een afsplitsing uit de jaren twintig) streven ze een groter grondgebied voor die staat na. Het religieus zionisme, vrijwel identiek aan wat bekendstaat als modern-orthodox jodendom, combineert een liberale interpretatie van orthodox jodendom met zionisme. In tegenstelling tot charedische joden dragen de mannen 'normale' westerse kleding, geen hoed, maar enkel een keppel.

    Houding van Joden tegenover het zionisme

    Asher Zvi Hirsch Ginsberg (1856-1927) was een cultureel-zionist en filosoof. Hij schreef onder de Hebreeuwse schrijversnaam Ahad Ha’am (letterlijk: Eén het Volk). Hij keek kritisch naar het zionistische plan van kolonisatie. Al helemaal toen hij in 1891 een bezoek had gebracht aan Palestina: "En wat doen onze joodse broeders in Palestina? In de diaspora waren zij zelf slaven, in Palestina voelen zij zich vrij. Dit nieuwe gevoel roept een verlangen in hun op naar despotisme. Zij behandelen de Arabieren wreed en vijandig, ontnemen hen alle rechten, kwetsen hen zonder reden en gaan bovendien nog prat op hun handelwijze"

    De voortdurende vervolging in Oost-Europa vanaf eind 19e eeuw en nadien de Shoa (Holocaust) tijdens het nazibewind, waarbij een derde van alle Joden in de wereld werd vermoord, groeide ook onder minder religieuze Joden de mening dat, met het oog op zelfbehoud, een thuisland nodig zou zijn, en ontstond er meer steun voor het verkrijgen van een eigen land. Seculiere Joden geloofden in meerderheid dat liberalisme ofwel socialisme uiteindelijk het antisemitisme zou overwinnen en hen veiligheid en gelijkheid zou bieden in de landen waar zij woonden. Voor een meerderheid van de Joden die vervolging in Oost-Europa ontvluchtten, was Amerika een aantrekkelijker toevluchtsoord dan het onherbergzame Palestina. Er was veel scepsis over de haalbaarheid van het zionistische project.

    Van de religieuze Joden is er vanuit de ultraorthodoxie verzet tegen het zionisme, gebaseerd op de joodse wet (halacha) die een Joodse staat vóór de komst van de Messias strikt verbiedt; veel religieuze Joden vinden het bijna godslasterlijk om dit op seculiere gronden te willen bereiken. Chareidische (ultraorthodoxe) rabbijnen en hun volgelingen blijven tegenstanders van het zionisme; sommigen sterker dan anderen.

    De grootste en een van de meest felle antizionistische bewegingen tot op de dag van vandaag is de Satmar-beweging. De vorige Rebbe (leider) ervan, Groot Rabbijn Joel Teitelbaum, is de schrijver van het beroemde fel antizionistische boek Vayoel Moshe. Ook de Edah HaChareidis, de extreem-orthodoxe rabbinale raad van Jeruzalem, is fel antizionistisch, evenals de kleine ultraorthodox-joodse groep Neturei Karta die fel gekant is tegen een eigen Joodse staat.

    Geschiedenis

    Opkomst zionisme

    De zionistische ideologie werd hoofdzakelijk ontwikkeld door joden in Midden-Europa. De feitelijke emigratie naar Palestina in de 19e en vroege 20e eeuw vond vooral plaats vanuit Oost-Europa, waar discriminatie en vervolging van joden het hevigst was. De Duitse socialist Moses Hess (1812 - 1875) riep in 1862 in zijn boek Rom und Jerusalem op tot het vormen van een Joodse nationale beweging en terugkeer naar Palestina. De Russische arts en vroegere assimilationist Leon (Yehuda Leib) Pinsker (1821-1891) schreef in 1882 in het Duits het pamflet Selbstemanzipation, waarin hij eveneens Joden opriep zichzelf te bevrijden door vestiging in een eigen land. Pinsker richtte daarna Hovevei Tzyion in Rusland op om het zionisme te bevorderen. De Weense journalist Nathan Birnbaum (1864-1937) bouwde op de ideeën van Pinsker voort onder andere in zijn eigen tijdschrift (1884-1894) dat eveneens Selbst-Emanzipation! heette. Theodor Herzl, een stads- en vakgenoot van Birnbaum, presenteerde in 1896 in zijn boek Der Judenstaat een praktisch plan en een visie hoe een Joodse staat te verwezenlijken zou zijn. Een jaar later richtte hij de internationale zionistische beweging op.

    Zionistische beweging

    In augustus 1897 kwam te Bazel onder leiding van Herzl en Birnbaum het eerste Internationale Zionistische Congres bijeen met zo'n 200 deelnemers, die een programma aannamen waarin Palestina als thuisland voor Joden werd nagestreefd. Naast het stimuleren en faciliteren van daadwerkelijke emigratie naar Palestina, was de hoofdzorg van de zionistische beweging steun en legitimiteit te verkrijgen van de toenmalige grootmachten. Herzl sprak met de Sultan van Turkije, de Duitse Keizer en de Russische regering, en zelfs met de Paus, maar geen van hen wilde medewerking verlenen aan het zionistische project. Het Ottomaanse rijk dat Palestina al eeuwen overheerste, stond negatief tegenover het zionisme en wierp obstakels op tegen immigratie en landaankopen.

    Niet alle zionisten zagen het toenmalige Palestina als de enige plaats waar een thuisland voor Joden kon worden gevestigd. Ook vestiging in Argentinië, Brits Guyana en Oeganda werd aanvankelijk overwogen, maar na de oprichting van de zionistische beweging in 1897 verdwenen deze opties al snel van het toneel. Een uitzondering hierop was het Saramaccaproject uit omstreeks 1946. Een thuisland in Palestina kon echter op het grootste draagvlak rekenen.

    Aanvankelijk had het zionisme maar weinig aanhang onder Joden in Europa en Amerika.

    Het Britse mandaatgebied Palestina

    Tijdens de Eerste Wereldoorlog sprak de Britse regering bij monde van Lord Balfour zich uit voor het oprichten van een "Joods nationaal tehuis" in Palestina (de Balfour-verklaring). Dit lijkt in tegenspraak met de zogenoemde Hoessein-McMahon-correspondentie, waarin de Britten onafhankelijkheid toezegden aan de Arabieren in een groot deel van het Midden-Oosten, met uitzondering van de kuststrook westelijk van Syrië. De Arabische leider Faisal I sloot op de Vredesconferentie van Parijs in 1919 een overeenkomst met de zionistische leider Chaim Weizmann, waarin beiden elkaar steun toezegden voor hun nationale aspiraties. Faisal maakte zijn deel van de overeenkomst echter afhankelijk van het verkrijgen van Syrië: een Britse toezegging die niet werd nagekomen.

    Korte tijd na de Balfour-verklaring 1917 veroverde Groot-Brittannië het gebied op de Ottomanen en kreeg in 1922 van de Volkenbond officieel het mandaat over Palestina met de opdracht om van het gebied en zijn bewoners op termijn een zelfstandig land te maken. Daarnaast werd in het mandaat ook de Balfour-verklaring opgenomen, die de mandataris verplichtte zijn steun te geven bij het vestigen van een Joods nationaal tehuis in Palestina. Deze twee doelstellingen bleken weldra onverenigbaar. De Arabische bevolkingsmeerderheid wees de Balfour-verklaring af, en al snel rees er gewelddadig verzet tegen de groeiende Joodse immigratie en het Britse bestuur. Na onlusten in 1920 en 1921, waarbij 95 doden vielen, splitsten de Britten in 1923 het grootste deel van het mandaatgebied af en verboden daar Joodse vestiging. Dit deel, ten oosten van de rivier de Jordaan gelegen, werd later het koninkrijk Trans Jordanië (tegenwoordig Jordanië).

    De Joods-zionistische gemeenschap in Palestina (de Jisjoev) zette eigen instituties op, zoals scholen, medische voorzieningen, openbare werken en een vakbond, en ontwikkelde zich zo langzaam tot een staat binnen een staat. Na de eerste Arabische rellen werd in 1920, onder leiding van de radicale zionist Ze’ev Jabotinski (1880-1940), ook een militante zionistische organisatie opgericht, de Hagana. "Hagana" betekent letterlijk "verdediging,", waarvan de latere premier van Israël, Itzhak Ben-Zvi een van de eerste leiders werd. De organisatie kwam in een twijfelachtig licht te staan door betrokkenheid bij terroristische activiteiten. Nadat in 1929 bij een Arabische opstand 133 Joden waren vermoord (onder andere in Hebron), werd de Hagana door de leiding van de Jisjoev uitgebouwd tot een ondergronds leger, waaruit later de Palmach voortkwam.

    Na de eerste Arabische rellen in 1920 en 1921 benoemden de Britten, in een poging de Arabische weerstand te neutraliseren, Haj Amin al-Husseini tot moefti van Jeruzalem. Deze bleef vanuit zijn nieuwe positie echter het verzet tegen de zionisten aanwakkeren, en speelde een leidende rol tijdens de grote opstand van 1936-1939, waarbij meer dan 5000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten om het leven kwamen. In 1937 moest de moefti voor de Britten vluchten, eerst naar Irak en later naar nazi-Duitsland.

    Revisionistisch zionisme

    Na de afsplitsing van Transjordanië scheidde zich een groep radicale zionisten onder leiding van Ze’ev Jabotinski af, en vormden de oppositionele revisionistische stroming binnen het zionisme. De agenda van deze beweging werd lange tijd bepaald door verzet tegen de deling van het Brits mandaatgebied (in 1922). Daarnaast was ze tegen de overwegend socialistische oriëntatie van de Jisjoev en de voorzichtige opstelling ervan tegenover de Arabieren en de Britten. Hij richtte in 1923 de Zionistische Joodse Jeugdvereniging Betar op, die gevechtstrainingen kregen met o.a. houten stokken, geweren en sabels en zich inzetten voor de stichting van een Joodse staat. (Jabotinsky zelf werd in 1929 uit Palestina verbannen). De revisionisten richtten in 1937 een eigen guerrilla leger op, de Irgun, die wraakacties uitvoerde tegen Arabische burgers en die ook Britse doelen aanviel. In 1944 werd Menachem Begin (1913-1992) leider van de Irgun en ging de organisatie zich steeds meer toeleggen op terroristische acties tegen de Britten. Toen de Lechi, een revisionistische afsplitsing, in 1944 de hoge Britse diplomaat Lord Moyne vermoordde, keerde de Britse premier Winston Churchill zich tegen het zionisme, en begon de Hagana een campagne tegen de revisionistische guerrillastrijders in een poging de verloren sympathie terug te winnen. Daarbij werden zo'n 1000 strijders uitgeleverd aan de Britse autoriteiten,

    De stichting van de staat Israël

    In reactie op de grote Arabische opstand stelden de Britten in 1937 voor het Mandaatgebied Palestina op te splitsen in een kleine Joodse en een grotere Arabische staat -met al dan niet vrijwillige verhuizingen- om de bevolkingsgroepen in het gebied zo veel mogelijk te scheiden. De zionisten namen het plan in overweging, maar de Arabieren wezen het resoluut af. In 1939 werd Joodse immigratie naar het gebied door de Britten sterk beperkt. Dit werd veel Joden die aan de vervolging door de nazi's probeerden te ontkomen noodlottig, temeer daar veel andere landen (waaronder Nederland) Joodse vluchtelingen weerden. Vanwege deze immigratiebeperkingen verklaarde, in navolging van de revisionisten, ook de hoofdstroom van de zionistische beweging af te willen van het Britse mandaat en belegde een buitengewone conferentie (de Biltmore conferentie/Biltmore Programma) in mei 1942 in het gelijknamige hotel in de stad New York. Men eiste volledige controle over de immigratie en de oprichting van een onafhankelijke Joodse staat na de Tweede Wereldoorlog met steun van de Verenigde Staten. Dit betekende een nederlaag voor de bi-nationalisten, die een gezamenlijke Joods-Arabische staat voorstonden.

    Na de Tweede Wereldoorlog probeerde een deel van de honderdduizenden Joodse overlevenden van de Shoa naar Palestina te komen. De Britten hielden echter strikt vast aan hun immigratiequota en stuurden schepen met illegale immigranten terug naar Europa of detineerden migranten op Cyprus. De Hagana en de Irgun verenigden zich in een gemeenschappelijke strijd tegen de Britten en organiseerden op grote schaal illegale immigratie (Aliyah Bet of Ha'apala). Ook werden terroristische aanslagen gepleegd tegen de Britten, onder meer de bomaanslag in het Koning Davidhotel waarbij 91 personen omkwamen. In 1947 besloot Groot-Brittannië het mandaat terug te geven aan de Verenigde Naties (de opvolger van de Volkenbond) die op 29 november 1947 het verdelingsplan van de VN aannam dat het gebied opdeelde: 55% voor Joden en 42% voor Arabieren en Palestijnen, en de zone rond Jeruzalem (Arabisch: Al-Quds) onder internationaal bestuur. Dit werd door de Arabieren -zowel in Palestina als daarbuiten- afgewezen. Te midden van een burgeroorlog (de Palestijnen pleegden daden van verzet) begon de Hagana vanaf december 1947 met steeds systematischer acties de Palestijnse bevolking angst aan te jagen. De Britten zouden daarop het mandaatgebied op 15 mei verlaten, waarna de Jisjoev onder leiding van David Ben-Goerion op 14 mei 1948 de staat Israël uitriep. Een dag later vielen verschillende Arabische buurlanden Palestina en Israël binnen. (De burgeroorlog en de navolgende oorlog tussen Israël en zijn buren wordt aangeduid als de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog of de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948). Deze leidde tot de verdrijving en vlucht van ruim 700.000 Arabische Palestijnen uit Israël. Na de wapenstilstanden in 1949 had Israël een veel groter grondgebied veroverd en zich toegeëigend dan dat volgens het VN-verdelingsplan, namelijk 78% van Palestina. Op 11 mei 1949 trad de nieuwe staat Israël toe tot de Verenigde Naties.

    Joodse immigratie naar Palestina en Israël

    Door de eeuwen heen waren kleine Joodse gemeenschappen in Palestina blijven bestaan. In de 18e en 19e eeuw arriveerden regelmatig groepjes Joden die, meestal onder leiding van een rabbijn, uit de diaspora terugkeerden naar hun heilige land, in de hoop daar een beter bestaan te vinden. De Joodse bevolking in Palestina groeide daardoor geleidelijk van 17.000 in 1844 naar circa 25.000 in 1880 (te midden van een Arabische bevolking van circa 425.000).

    De eerste grote trek van ongeveer 35.000 immigranten naar Palestina begon rond 1882; vanaf 1904 volgde een tweede golf van zo'n 40.000 immigranten. Deze eerste zionisten werden sterk gedreven door socialistische en communistische idealen. Dit kwam tot uiting in een sterke gemeenschapszin, en leidde tot het unieke systeem van de kibboets (collectieve landbouwnederzettingen, maar tegenwoordig is het collectieve door oplopende schulden meestal weggevallen) dat nu nog steeds wordt toegepast in de huidige staat Israël. Van deze Joodse immigranten echter verliet naar schatting bijna de helft het land weer, teleurgesteld door de moeilijke levensomstandigheden in Palestina. Tussen 1897 en 1914 waren ook ongeveer 1 miljoen Joden vanuit Europa naar de Verenigde Staten geëmigreerd.

    Tussen 1918 en 1929 kwamen er circa 123.000 immigranten in Palestina aan, waarvan er 100.000 bleven. De bijna 250.000 Joden die daarna in de jaren 30 arriveerden waren veelal vluchtelingen uit nazi-Duitsland, Polen en de Sovjet-Unie. Na de instelling van de immigratie-restricties door de Britten en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 werd Palestina nagenoeg onbereikbaar. Tussen 1945 en 1948 slaagden ongeveer 80.000 mensen erin om vanuit Europa illegaal Palestina binnen te komen.

    Bij de uitroeping van de staat Israël woonden er 650.000 Joden in het gebied. Daarna volgde een immigratiegolf uit Arabische landen waardoor de Joodse bevolking binnen enkele jaren verdubbelde. Na het aannemen van het verdelingsplan door de Verenigde Naties in 1947 én de stichting van de staat Israël in 1948 verslechterde de positie van Joden in de Arabische wereld. In Caïro had al in 1945 een pogrom plaatsgevonden en in 1948 werden bomaanslagen in de Joodse wijk gepleegd. In Jemen waren in 1947 pogroms uitgebroken en waren Joden in een vluchtelingenkamp ondergebracht; tussen 1948 en 1950 werden zij met de Operatie Magic Carpet geëvacueerd naar Israël. Na de stichting van Israël braken pogroms uit in Libië en werd de Joodse bevolking gedwongen te emigreren. De grootste groep uit Libië kwam voor 1951 aan. De Wet op de Terugkeer (1950) garandeerde alle Joden ter wereld vrije toegang tot Israël. Vanaf die tijd bleven jaarlijks tienduizenden vanuit allerlei continenten naar Israël komen, geholpen door de Israëlische regering en zionistische organisaties in de diaspora. In de Arabische wereld nam het aantal Joden af van 881.000 in 1948 tot minder dan 26.000 in 1976. In de jaren zeventig en vooral de jaren 90 immigreerden in totaal 840.000 Joden uit de (voormalige) Sovjet-Unie; in 1984 en 1991 werden duizenden Ethiopische Joden naar Israël gehaald.

    Zionisme sinds de oprichting van Israël

    Sinds de uitroeping van de staat Israël in 1948 verloor het zionisme een deel van zijn oorspronkelijke ideaal omdat het primaire doel, de stichting van een eigen Joodse staat, behaald was. Het wordt sindsdien gezien als een beweging die de staat Israël steunt. In een enquête eind 2005 onder 800 Joden in de Verenigde Staten (het land met de grootste Joodse gemeenschap buiten Israël) zei 82% van hen Israël te steunen. Zionistische organisaties moedigen Joden aan Israël te bezoeken en erheen te emigreren, en bieden daarbij praktische ondersteuning. Verder verdedigen ze Israël in de media en middels lobby-activiteiten, zoals AIPAC in de Verenigde Staten.

    Het zionisme is tegenwoordig verdeeld in meerdere stromingen: 'Post-Zionisten' zien het zionisme als voltooid, uit het 'Arbeidszionisme' en de Arbeidspartij) zijn groeperingen voortgekomen, die actief zijn in de Israëlische vredesbeweging, en sinds 1967 is er een 'Neo-Zionistische' stroming. Deze laatste stroming is actief met het stichten van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Vanaf 1977 is de Likoed, een op het revisionistisch zionisme gebaseerde politieke partij, bijna onafgebroken aan de macht. In 2009 ging zij een lijstverbinding aan met Jisrael Beeténoe, een rechts-nationalistische partij.

    Buiten een, aanvankelijk zeer grote maar tegenwoordig relatief kleine, groep orthodoxe joden is het zionisme ook steeds consequent afgewezen door radicale marxistisch georiënteerde Joden, die zionisme en 'het Joodse probleem' als een onderdeel van het kapitalisme en imperialisme beschouwen. Na 1967 en vooral in recente jaren heeft een aantal Joden zich aan de kant van de Palestijnen geschaard om Israël als Joodse staat op te heffen en in plaats daarvan een eigen staat te vestigen.

    Steun voor het zionisme (niet te verwarren met erkenning van de staat Israël) is in westerse landen onder meer te vinden bij christen-zionisten, groeperingen als Christenen voor Israël en conservatief evangelische groeperingen. De gebeurtenissen van 1948 en 1967 waren doorslaggevend om de conservatieve evangelische Amerikanen te overtuigen van de “countdown to the return of Jesus”. De christen-zionisten maken deel uit van een bredere groep politiek rechts georiënteerde christenen. Op zowel de Israëlische discriminatie van moslims en christenen als op 'christelijke zionisten' uitte de Wereldraad van Kerken in de slotboodschap van 30 mei 2013 ernstige kritiek. In de laatste decennia is met name linkse Joodse en niet-Joodse steun voor Israël en het zionisme teruggelopen wegens de bezettings- en nederzettingenpolitiek in de Palestijnse gebieden, de oorlog in Libanon, en de toenemende invloed van religieuze en revisionistische Joden in de Israëlische politiek.

    Op enkele uitzonderingen na hebben Arabische staten zich vanaf het begin sterk verzet tegen het zionisme en het bestaan van de staat Israël door middel van een boycot of antizionistische dan wel antisemitische propaganda. Vanaf de jaren 50 kregen zij bijval van de Sovjet-Unie en de meeste communistische staten in het veroordelen van zionisme als vorm van imperialisme en racisme. In het kader van het conflict over Palestina zijn er nog diverse oorlogen gevoerd.

    In 1975 bepaalde de Algemene Vergadering van de VN in Verenigde Naties Resolutie 3379 dat zionisme een vorm van racisme is. Op 16 december 1991 werd deze bepaling van 'racisme en raciale discriminatie' door middel van resolutie 46/86 herroepen.

    Wie heeft er recht op het land Israël? Volgens Dr M. R. De Haan – www.verhoevenmarc.be

    Hoofdstuk 1 – De eerste beloften aan Abraham

    Wie heeft recht op het land van Israël? Het volk Israël of de Arabieren? Beide groepen eisen het land voor zich op, beide op grond van het feit, dat ze afstammelingen zijn van Abraham, aan wie God het met een verbondsbelofte had gegeven.

    Gen 17:7-8 : Ik sluit een verbond met u en uw nakomelingen, geslacht na geslacht, een altijddurend verbond: Ik zal uw God zijn en de God van uw nakomelingen. Geheel Kanaän, het land waar gij nu als vreemdeling verblijft, zal Ik aan u en uw nakomelingen geven om het voor altijd te bezitten, en Ik zal hun God zijn.

    Wie vormen het nageslacht van Abraham, aan wie het land werd beloofd als een altijddurende, onvervreemdbare bezitting? Dit is de basisvraag, die de kwestie van het gehele Midden-Oosten beheerst. Wij zullen ons bij het beantwoorden van deze vraag alleen bepalen bij de Bijbel.

    Wij verdedigen noch veroordelen Israël of de Arabieren, maar willen u alleen wijzen op wat de Bijbel over deze zaak te zeggen heeft. Daarbij willen wij bedenken, dat de woorden van dit boek alle andere meningen overtreffen.

    Het meest verwarring stichtende probleem voor de volken van de wereld van vandaag is het vraagstuk van Palestina en het Midden-Oosten. Het is geladen met al de verschrikkelijke gevaren van een alles vernietigende atoomoorlog en het vormt heden de voornaamste aangelegenheid voor de diplomaten van de wereld in hun pogingen om de wereldvrede te handhaven en een nucleaire vernietiging te voorkomen.

    De strijd tussen Israël en de Arabieren is meer dan 4000 jaar geleden begonnen als een familieruzie tussen twee broers, zonen van dezelfde vader, maar van verschillende moeders. De tegenwoordige strijd in Palestina begon 4000 jaar geleden in de tent van vader Abraham.

    Alleen door het Bijbelverhaal met betrekking tot Isaak, de stamvader van het volk Israël en tot Ismaël, de stamvader van de Arabische volken nauwkeurig te bestuderen, kunnen wij het Bijbelse antwoord op het probleem vinden. In deze geschiedenis zullen wij de oorzaak ontdekken van de tegenwoordige strijd. Ook de oplossing ervoor zullen wij erin ontdekken. De hele toekomst van het volk Israël was nauwkeurig voorzegd. Wat er vandaag gebeurt, wordt duidelijk in de Bijbel beschreven.

    Israël is het volk, maar dan ook het enige volk tussen alle andere volken uit het verleden en uit het heden, waarvan de hele geschiedenis nauwkeurig voorzegd en beschreven werd, tot in de kleinste details, voordat het zelfs als volk bestond. De Bijbel beschrijft ons Israëls historie van begin tot eind, die een tijd omvat van naar schatting 4000 jaar. Vierduizend jaar nadat God Abraham in het land Kanaän had gebracht, zijn een groot aantal profetieën, die op Israël betrekking hebben, vervuld. Geen enkele ervan is fout geweest; ze waren voor de volle honderd procent juist.

    De zekerheid van de profetieën

    Als wij dit feit als basis voor onze beschouwing nemen, dan kunnen wij er absoluut zeker van zijn dat de vele, nog niet vervulde profetieën over de toekomst van Israël, met dezelfde honderd procent zekerheid letterlijk in vervulling zullen gaan. Wij leggen hier de volle nadruk op het feit, dat alle profetieën betreffende Israël letterlijk zijn uitgekomen.

    Om er enige te noemen: Israëls slavernij in Egypte, de bevrijding daaruit, het verblijf in Kanaän, de daarop volgende ballingschap en verstrooiing onder alle volken der aarde eeuwen lang en toen de terugkeer naar het eigen land der beloften, na 2500 jaar omzwerving, het is allemaal letterlijk vervuld, hoewel alles werd uitgesproken lang voordat het allemaal ging gebeuren.

    De eerste profetie, over land en volk

    De lange lijst van profetische uitspraken over Israel begon bijna 4000 jaar geleden, toen God tot Abraham zei:

    Gen 17:7-8 Ik sluit een verbond met u en uw nakomelingen, geslacht na geslacht, een altijddurend verbond: Ik zal uw God zijn en de God van uw nakomelingen. Geheel Kanaän, het land waar gij nu als vreemdeling verblijft, zal Ik aan u en uw nakomelingen geven om het voor altijd te bezitten, en Ik zal hun God zijn.

    Dit was Gods eeuwig verbond met Abraham. Wij moeten hierbij op het volgende letten:

    1 Het was een genadeverbond, een absoluut onvoorwaardelijke belofte van God aan Abraham. In dit verbond was de waarde van Abraham als gelovige, zijn verdienste, werken en gedrag van geen enkele invloed. Het was de directe, alles omvattende genade van God.

    2 Dit verbond spreekt van Abrahams natuurlijke nageslacht. Abraham was nog steeds kinderloos, maar God zei: “Ik geef deze belofte aan Uw nakomelingen”. Op de juiste tijd kwam de vervulling hiervan, toen Isaak werd geboren, daarna Jacob, wiens nieuwe naam Israël werd en die de vader van het volk Israël werd. Dit volk is in letterlijke zin daarom de erfgenaam van Gods belofte.

    3 Deze belofte omvatte ook het letterlijke land Kanaän. Zo letterlijk was dit, dat God nauwkeurig de grenzen van het beloofde land aangaf. Zie Gen 15:18

    Het was een uitgestrekt gebied: Vanaf de rivier van Egypte, honderden kilometers verder naar het oosten tot aan de rivier de Eufraat toe. In het westen werd dit gebied begrensd door de Middellandse Zee. Het tegenwoordige land Israël is slechts een zeer klein deel van het totale land, dat aan het nageslacht van Abraham werd beloofd. Bij Kanaän horen het schiereiland Sinaï, het Midden-Oosten, Edom, Trans Jordanië, de Negev, Syrië en in het algemeen de streken, die door de Arabieren worden bewoond. Dit hele gebied gaf God aan Abrahams nageslacht met een oppervlakte van meer dan 750.000 km2.

    4 Let vooral op de tijdsduur, die aan de belofte werd toegevoegd. Behalve dat het een onvoorwaardelijke belofte was, gegeven aan het letterlijke nageslacht van Abraham, waarbij het ging over het letterlijke land Kanaän, was het een ONVERBREKELIJK verbond. De geldigheidsduur van dit verbond was VOOR ALTIJD.

    Het is voor Abrahams nageslacht, een ALTIJD DURENDE BEZITTING.

    Omdat Abraham verscheidene zonen had, komt de vraag op: Op welke zoon ging de verbondsbelofte over? Dat deze vraag en het antwoord erop van grote betekenis zijn, zal duidelijk worden als wij U eraan herinneren, dat beide volken, Joden zowel als Arabieren, in letterlijke zin nakomelingen van Abraham zijn. Daarom moeten wij uitzoeken, welke zoon God bedoelde, toen Hij Zijn belofte voor wat Kanaän betrof aan Abraham deed. Als wij iets willen begrijpen van het conflict tussen Israëliërs en Arabieren in onze tijd, dan zullen we allereerst deze kwestie moeten oplossen.

    Ismaël en Isaak

    Ismaël was de oudste zoon in het gezin van Abraham. Volgens de toen heersende gewoonte was hij daarom Abrahams erfgenaam. Op voorstel van Sara was Ismaël door Abraham bij een EGYPTISCHE slavin verwekt. Deze Ismaël is de onmiddellijke voorvader van de tegenwoordige Arabieren. Hij was Abrahams eerstgeborene. Vanzelfsprekend was hij de erfgenaam.

    Zo beschouwde Abraham het zelf ook, want toen de Heer hem vertelde, dat ook Sara een zoon zou krijgen, maakte hij ernstig bezwaar en riep uit:

    Gen 17:18 Daarom zei hij tot God: `Laat Ismaël liever uw gunst genieten.'

    Op Ismaël, de stamvader van de Arabische volken, viel de keuze van Abraham. Hij bleek echter niet Gods keuze te zijn en daarom zei de Heer tot Abraham:

    Gen 17:19-21 God antwoordde: `Neen, uw vrouw Sara zal u een zoon baren, en gij zult hem Isaak noemen. Met hem en met zijn nakomelingen zal Ik een verbond aangaan, een altijddurend verbond. Maar ook uw verzoek betreffende Ismaël verhoor Ik. Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaarheid geven en hem zeer talrijk maken. Twaalf vorsten zal hij verwekken en een groot volk zal Ik van hem maken. Maar mijn verbond zal Ik aangaan met Isaak, die Sara u het volgend jaar op deze tijd zal baren.'

    Ismaël verworpen

    Deze uitspraak is duidelijk en kan niet worden misverstaan. God zegt duidelijk, dat Ismaël geen recht heeft op het Beloofde Land. Het behoort toe aan Isaak, de zoon van het verbond.

    Dertien jaar lang was Ismaël Abrahams enige zoon. Gedurende al die tijd, toen Ismaël het enige kind was in Abrahams tent, waren er geen moeilijkheden, maar nadat Isaak was geboren begon de “oorlog”. Toen Isaak groter werd kwam de strijd tot een hoogtepunt.

    Gen 21:9-10 Maar toen Sara de zoon die Hagar, de Egyptische, aan Abraham geschonken had, eens zag lachen, zei ze tot Abraham: `Jaag die slavin met haar zoon weg, want de zoon van die slavin mag geen mede-erfgenaam worden van mijn zoon Isaak.' 

    Tot een crisis gekomen

    De zaak was tot een hoogtepunt gekomen. Sara vroeg de wegzending van Ismaël uit Abrahams tent. Wij mogen Sara’s eis erg vinden en op haar strengheid kritiek uitoefenen, maar zij hield zich aan Gods verbondsbelofte en eiste de verbanning van Ismaël.

    Nog eens weer aarzelt Abraham en hij zoekt naar een compromis, waarbij de twee jongens, Ismaël en Isaak beiden in zijn tent kunnen blijven. De reactie van Abraham lezen wij in Gen 21:11:

    Gen 21:11 Abraham vond deze eis zeer ongepast, omdat het toch om een zoon van hem ging. 

    Wanhopig zocht Abraham naar een oplossing van zijn probleem. Welke oplossing hij in gedachten had, wordt ons niet verteld. Mogelijk hoopte hij op een vredig samenwonen. Misschien overwoog hij om de tent tussen Isaak en Ismaël te verdelen om openlijke ruzies te voorkomen. Maar de verdeling van de beloofde erfenis was geen oplossing. Dat zou alleen maar tot resultaat hebben, dat er voortdurend grensconflicten zouden zijn, die op de duur zouden leiden tot een oorlog op grote schaal: Daarom gaf God Abraham de opdracht om naar Sara te luisteren.

    Een pijnlijke les

    Gen 21:12-13 God echter zei hem: `Wat Sara ten aanzien van de jongen en uw slavin eist, moet gij niet als ongepast beschouwen. Luister naar alles wat zij u zegt: want alleen door Isaak krijgt gij een nageslacht dat uw naam draagt. Maar ook de zoon van de slavin zal Ik tot een volk maken, omdat ook hij een kind van u is.'

    Met tegenzin gehoorzaamde Abraham de Heer. Pas nadat Isaak in het volledig bezit van de bezitting was gesteld, keerde de vrede in de tent terug. Ismaël werd weggezonden en door God in de woestijn gevonden, terwijl hij van dorst dreigde te sterven. Maar God wees zijn moeder Hagar een waterbron. Daarna volgt een profetische uitspraak over Ismaël en zijn nakomelingen:

    Gen 21:20-21 En God beschermde de jongen. Toen hij groot was geworden, leefde hij in de woestijn en werd een ervaren boogschutter. Hij ging wonen in de woestijn van Paran, en zijn moeder koos voor hem een vrouw uit Egypte. 

    Ismaël werd een woestijnbewoner. De nakomelingen van Ismaël, de Arabieren, zijn sedertdien altijd woestijnbewoners geweest, nomaden, die na duizenden jaren nog in dezelfde wildernis leven, waarheen Ismaël en zijn moeder vluchtten, sinds zij uit Abrahams tent werden verbannen.

    Gen 16:12 Een wilde ezel in de steppe wordt hij, zijn hand gaat omhoog tegen allen, de handen van allen tegen hem; al zijn broers trotseert hij!' 

    Dit alles is het begin van de strijd tussen Israël en de Arabische volken. Isaak had later twee zonen, Ezau en Jacob en weer trok de vader de oudste voor. Dat was Ezau, de stamvader van de Edomieten.

    Opnieuw kwam God tussenbeide en verkoos Jacob aan wie het beloofde land tot een eeuwige bezitting zou worden gegeven. Later werd de naam Jacob veranderd in Israël. Zijn nakomelingen zijn het zaad van Abraham, de Israëlieten, zoals zij hen nu en uit de geschiedenis kennen. De Arabieren zijn de nakomelingen van Ismaël.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs