Priester Joseph Iannuzzi over het leven in de
goddelijke wil – deel 6
De derde fase is deugd. Nadat we de goddelijke wil
verlangen en erin worden toegelaten, groeien we in de kennis en laat het toe
dat we erin vooruitgang boeken. En dan beoefenen we de deugd zodat we erin
verankerd zitten. We kunnen de goddelijke wil binnentreden en eruit gaan. Luisa
deed dit verschillende jaren tot ze de gave uiteindelijk begreep en ze omarmde
en het nooit meer verliet. Dat was op de leeftijd van 34. Van 16 tot 24 jaar
leerde ze de lessen. De deugd maakt het mogelijk in de goddelijke wil te
blijven zonder eruit te gaan. De beoefening van deugd moet gebeuren. Jezus
dringt aan dat ze haar goddelijke handelingen elke dag doet, alle gebeden, steeds
opnieuw. Dat ze haar liefde uitdrukt op verschillende manieren aan God in en
door de schepping voor de zielen in het Vagevuur, voor de stervende zielen, God
danken voor de engelen. Hoe meer we deugd in praktijk brengen, hoe meer we een
tempel worden. We zijn allen schepselen van de hemel, en hoe meer we getrouw
zijn aan dat gebedspatroon en werkpatroon, hoe minder we uit de gave van de
goddelijke wil treden. Wat ons doet uit de goddelijke wil gaan is welbewuste
zonde. Wanneer we een doodzonde begaan, moeten we naar het sacrament van de
biecht, om Gods genade te ontvangen en terug in de goddelijke wil kunnen zijn.
Dat God ons opnieuw de gave van goddelijke wil kan geven. We kunnen de gave
onmiddellijk ontvangen, maar om in de goddelijke wil te blijven, moeten we de
deugden in praktijk brengen.
De vierde en laatste fase is leven. Eens we de deugden
beoefenen en verankerd zijn in de goddelijke wil, dan wordt het geactualiseerd
in ons in zijn volle capaciteit. Er is dus een vooruitgang, van de eerste fase
zijn we reeds aan het meewerken aan Gods ene eeuwige activiteit en eens we aan
de vierde fase geraken en erin leven veronderstelt dat continuïteit en worden
we verondersteld het nooit te verlaten. En zelfs van in het begin, vanaf het verlangen,
zijn we aan het meewerken aan de ene eeuwige activiteit, dat een impact heeft
op de hele schepping, in het verleden, heden en in de toekomst, samenvallend op
hetzelfde moment. We kunnen deze vier fasen samenvatten als volgt: verlangen
geeft ons toegang tot de gave, kennis doet ons groeien in de gave, deugd
verankert ons in de gave en het leven actualiseert de gave in ons. Leven in de
goddelijke wil brengt ons een hele massa van genaden. Ik noem er 33 van op.
Jezus spreekt van een ongehoorde ketting van genaden, verbazingwekkende
genaden, nooit voorheen gehoorde genaden. Deze lange ketting van genaden
voorziet ons van de goddelijke wil en vergezelt ons in ons leven.
De goddelijke wil zorgt ervoor dat de ziel voortdurend
groeit, waarbij de eindige daden van de mens geabsorbeerd worden, verheven en
getransformeerd door Gods eeuwige activiteit. Jezus geeft Luisa grote genaden,
verbazingwekkende genaden. Jezus zegt: Adam is de eerste menselijke zon die bekleed
werd met Onze wil. Jezus gebruikt dikwijls het woord ‘zon’ omdat er in de hemel
veel ongeschapen licht is en deel uitmaakt van Gods wezen, het is God. Wanneer
we de geloofsbelijdenis van Nicea bidden zeggen we : licht uit licht, de ware
God uit de ware God. God is ongeschapen licht, ontoegankelijk licht. Hij geeft
ons dus de weerspiegelingen van dat licht. Adam is de eerste menselijke zon,
gegrondvest in Onze wil. Jezus zegt aan Luisa dat zelfs vóór de erfzonde Adam
gekleed was met een gewaad van licht en toen hij zondigde het licht week van
hem en hij zag dat hij bloot was. Gregorius van Nyssa, broer van Basilius zegt
hetzelfde: Na de zonde week het licht van Adam.
Gregorius van Nyssa (ca. 335 (Caesarea) – na 394) (wikipedia): was een christelijke bisschop en heilige. Hij is de jongere broer
van Basilius de Grote en een goede vriend van Gregorius van
Nazianze. Deze drie worden de Cappadocische vaders genoemd. Daarnaast
is ook zijn zuster, Macrina de Jongere, bekend door de briefwisseling
tussen beiden.
Hij is vooral belangrijk in het oosterse
christendom, maar is ook een heilige in de Rooms-Katholieke Kerk. Zijn
feestdag valt op: 9 maart in de Rooms-Katholieke Kerk, 10 januari in de Orthodoxe
Kerk.
In 335 werd hij geboren te Caesarea in Cappadocië.
Het was een van de tien kinderen van een diep-christelijk gezin. Zijn ouders
waren in het geloof onderricht door Gregorius Thaumaturgis (de
Wonderdoener), een leerling van Origenes. Gregorius werd geestelijk
beïnvloed door zijn grootmoeder Macrina de Oude en zijn oudste
zuster Macrina de Jongere. Hij bereidt zich voor op een kerkelijke
loopbaan. Daarnaast begint hij een studie voor retor. Het niet-christelijk idealisme met
zijn hoge morele en esthetische niveau boeide hem. Gregorius werd in 372
bisschop van Nyssa met hulp van zijn broer Basilius. Na de dood van Basilius
komt hij uit de schaduw van zijn broer en vanaf 379 zijn zijn werkzaamheden
overweldigend. In 381 nam hij deel aan het eerste concilie van
Constantinopel, waar hij de Geloofsbelijdenis van Nicea (325) en
de triniteitsleer verdedigde tegenover de arianen. Vanaf 386 neemt
zijn invloed af en nemen dogmatische kwesties hem minder in beslag. Hij legt
zich toe op het monastiek ideaal. Hij schenkt aan het monnikendom de
vergeestelijking, terwijl daarvoor Basilius meer de organisator was. In het
westen is Benedictus zijn grote navolger. Zijn voornaamste
verwezenlijkingen liggen echter op het domein van de literatuur, met o.a. een
commentaar op het exodusverhaal: Het leven van Mozes. (392). In of kort na 394
is hij overleden.
En Jezus zegt Luisa dat
Hij op twee gelegenheden dat licht uitstraalde. Gedurende Zijn hele aardse
bestaan onderdrukte Hij het licht. Maar Hij baadde in het licht bij Zijn
geboorte, toen de kribbe was verlicht en bij de transfiguratie. Zo zag Adam
eruit vóór de zonde. Zo zag Jezus eruit bij de transfiguratie. Hij straalde letterlijk
licht uit, de goddelijkheid die uit de mensheid komt. Wanneer je kijkt naar de
iconografie in het Oosten, van Rusland in het bijzonder – het zijn meesters van
de iconografie-, zal je in de iconen een verlichting zien van de aura’s, hun
ogen, hun oren, hun neusvleugels. Er komt leven uit. De goddelijkheid komt van
binnen en straalt uit naar buiten. Adam straalde niet alleen licht uit, maar
zijn hele lichaam was omringd door licht en toen hij zondigde verloor hij dat.
Hij schaamde zich omdat de dieren zagen dat hij de enige was zonder licht en
hij schaamde zich en zocht om zich te bedekken. Het eerste offer dat werd
gedaan in de geschiedenis van de mensheid was gedaan door God. Wie kleedde Adam
en Eva met dierenhuiden?
Jezus openbaart: Adam was de eerste menselijke zon die bekleed
werd met Onze wil en zijn daden waren groter dan de zonnestralen. Want ze waren
uitgebreid met het doel om de hele menselijke familie ermee te bekleden.
Waarbij iemand de velen in de ene (Adam) zou kunnen zien, en dat al hun daden
geconcentreerd werden in de kern van deze eerste menselijke zon. En allen
zouden dan de kracht hebben om hun eigen zonnen te vormen, zonder uit de band
van die eerste zon te gaan. Hoe mooi was de schepping van de mens! Hij overtrof
het hele universum! De band van eenheid van de ene in de velen was het grootste
wonder van Onze Almacht, omdat Onze wil, één op zichzelf, onafscheidelijk bleef
en het communicerende en verenigende leven van alle schepselen was. Onze
ongeschapen liefde was ingeprent in de geschapen mens. En Onze wil, die de
enige actie is in Ons, zou dan de enige bestuurder zijn geweest in de mens met
als doel in hem de eenheid van alle dingen te stichten en de
onafscheidelijkheid tussen elk schepsel.
Adam was de emulgerende agent tussen de kosmos. Hij hield
alles in harmonie en orde. Toen hij zondigde kwam alles in een staat van
anarchie, chaos en wanorde. Adam was de lijm. Omwille van zijn daden is dit wat
onze daden doen. Ze helpen relaties heropbouwen tussen schepselen, harmonie en
eenheid. In Paulus’ brief aan de Romeinen 8:19-22 zegt: Ook de schepping
verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen. Want zij is
onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de
wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft. Maar zij is niet zonder
hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der
vergankelijkheid en delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods. Wij
weten immers, dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd
door.
De kinderen van God zullen de schepping bevrijden van zijn
slavernij en aantasting. Het is mijn overtuiging dat Paulus verwees naar ons,
kinderen van God. Het geldt vooral voor degenen die leven in de goddelijke wil.
Zij zullen de schepping bevrijden door de gebeden van de schepping te doen. We
helpen relaties terug opbouwen en harmonie in het universum dat de erfzonde
onderbrak. Omdat met de erfzonde de dieren wild werden, en groeiden er doornen.
De eerste natuurramp. Het staat in het boek Genesis. Van zodra Adam zondigde
werden de dieren wild, groeiden doornen, leed de mens, moest de vrouw onder
pijn kinderen baren, moest de mens hard werken enz.
Het verband tussen zonde en natuurrampen: de erfzonde was
de eerste natuurramp in de menselijke geschiedenis. Hoe meer we zondigen, hoe
meer de natuur zich tegen ons keert. Hoe meer we ons naar God richten, hoe meer
de natuur zich zal herstellen. Wij moeten onze goddelijke handelingen stellen.
Zoals Jezus het deed: door het te verlangen, er meer over leren, de deugden in
praktijk brengen, en leven te bereiken in de goddelijke wil. Jezus vertelt Luisa
ook over het priesterschap in het Koninkrijk van de goddelijke wil. In het
vormen van de Nieuwe ontluikende Kerk vormde Ik het nieuwe priesterschap dat
zich niet verwijdert van de H. Schrift en het Evangelie. Alle priesters zijn
eraan toegewijd om de mensen te onderwijzen. Iedereen die weigert om van deze
heilzame bronnen te putten behoort niet bij Mij, omdat ze de basis van Mijn Kerk
zijn en het leven waarmee mensen zijn gevormd.
Wat Ik manifesteer over Mijn goddelijke Wil en wat je
opschrijft kunnen ook “Het Evangelie van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil”
genoemd worden. Het vult de H. Schrift of het Evangelie aan. Daarom roep Ik de
priesters op om het Evangelie van het Koninkrijk van Mijn goddelijke Fiat te
lezen dat betrekking heeft op de hemel, zodat Ik tot hen kan zeggen zoals Ik
zei tot de apostelen: “Verkondig het over de hele wereld.” Inderdaad, Ik voer
Mijn werken uit door het priesterschap. Net zoals er het priesterschap van het
Oude Testament was voor Mijn komst om de mensen voor te bereiden, en het
priesterschap van Mijn Kerk in het Nieuwe Testament om Mijn komst, en alles wat
Ik zei en deed, te bevestigen, zo zal er ook het priesterschap zijn van het
Koninkrijk van Mijn Wil. Mijn dochter, het is een grote noodzaak dat de eerste
priesters van het Koninkrijk van Mijn Wil gevormd worden, omdat ze Mij zullen
dienen als de apostelen Mij dienden om Mijn Kerk te vormen. En degenen die zich
bezighouden met deze geschriften zodat ze kunnen gedrukt worden, zullen de
nieuwe evangelisten zijn van het Koninkrijk van Mijn Opperste Wil.
Adam en Eva waren het eerste priesterschap, het Adamische
priesterschap. Het Tweede Vaticaans Concilie noemt het het gewone
priesterschap. Het Tweede Vaticaans Concilie creëerde ook een term voor een priesterschap
voor de leken, ze noemden het ook het gewone priesterschap. Ze zeiden dat alle
gedoopten kunnen deelnemen aan het gewone priesterschap van Christus, ze kunnen
offers brengen en bidden. Daarnaast heb je ook het ministeriële priesterschap,
enkel voor mannen, dat het lichaam en bloed consacreert, zonden vergeeft, wat
de gewone priesters niet kunnen doen.
Adam zondigde en zijn zonde trof het hele menselijke ras
met de erfzonde, zelfs al zondigde Eva eerst. Adam was het hoofd van het
menselijk ras. Als het hoofd was aangetast, werd het hele lichaam aangetast.
Sinds zonde in de wereld kwam door de mens, moet het uitgeboet worden door de
mens. Daarom nam Jezus een mannelijke menselijke natuur aan. Hij was de nieuwe
Adam.
Gebed tot de Allerheiligste Drie-eenheid voor
de zaligverklaring van de dienares Gods Luisa Piccarreta
O Allerheiligste Drievuldigheid Vader, Zoon en H. Geest,
wij prijzen en danken U voor de heiligheid die U schonk aan Uw trouwe dienares
Luisa Piccarreta. Zij leefde, lieve Vader, in Uw Goddelijke Wil en door de
genade van de H. Geest ging zij lijken op Uw Zoon die uit gehoorzaamheid stierf
aan het kruis. Zij was slachtoffer en Hostie, U zo aangenaam, en droeg zo bij
aan de verlossing van de mensheid. Haar deugd van gehoorzaamheid en
nederigheid, haar liefde voor Christus en Zijn Kerk zetten ons aan U te vragen
om het geschenk van haar zaligverklaring op aarde, zodat Uw glorie moge stralen
en Uw koninkrijk van waarheid, gerechtigheid en liefde zich moge verspreiden
over de hele wereld in het bijzondere charisma van het Fiat voluntus tua sicut
in coelo et in terra.
Wij beroepen ons op haar verdiensten om van U, Heilig
Drie-eenheid, de bijzondere genade te verkrijgen waarom wij U bidden in Uw
Goddelijk Wil, amen.
aartsbisschop Giovan Battista Pichierri – 29 oktober 2005
|