6
Kuisheid
WARE LIEFDE WACHT : Seksuele
betrekkingen zijn prachtig tussen echtgenoten in een huwelijksrelatie. God
heeft immers beloofd dat Hijzelf de relatie zegent. Het zal nooit hetzelfde zijn
wanneer je jezelf al hebt weggegeven voor je huwelijksnacht. Het gevaar bestaat
dat je emotionele wonden meedraagt in je huwelijk." (Brett Butler, baseballspeler bij de LA
Dodgers)
Net als alle andere soorten seksuele immoraliteit, wordt
seks voor het huwelijk herhaaldelijk in de Schriftteksten veroordeeld (Handelingen 15:20; Romeinen 1:29; 1 Korintiers 5:1; 6:13,18; 7:2; 10:8; 2 Korintiers 12:21; Galaten 5:19; Efeziers 5:3; Kolossenzen 3:5; 1 Tessalonicenzen 4:3; Judas 1:7).
De Bijbel is een voorstander van onthouding voor het huwelijk. Seks voor het
huwelijk is net zo verkeerd als overspel of andere vormen van seksuele
immoraliteit, want in al deze gevallen gaat het om seks met iemand waarmee je
niet getrouwd bent. Seks tussen een echtgenoot en echtgenote is de enige
seksuele relatie die God goedkeurt (Hebreeen 14:13).
Uit: www.gotquestions.org
Niemand kent de waarde van kuisheid beter dan God zelf. De
H. Basilius vertelt ons dat kuisheid een mens heel gelijkaardig maakt aan God
zelf, die een zuivere geest is. Daarom koos Onze Heer een maagd als Zijn
Moeder, een maagd als Zijn voedstervader, de H. Jozef en een maagd als zijn
voorganger nl. de H. Johannes de Doper. De H. Jeroom zegt dat Onze Heer de H.
Johannes meer liefhad dan de rest omwille van deze deugd. Aan de maagdelijke
leerling vertrouwde Hij Zijn Onbevlekte Moeder toe, net zoals Hij nu Zijn
Heilige Kerk en Zijn Heilige Aanwezigheid in de Heilige Eucharistie overlaat
aan de zorg van de celibataire priester. O heilige zuiverheid, zegt de H.
Athanasius, U bent de verblijfplaats van de Heilige Geest, het leven van de
engelen en de kroon van de heiligen. Ons lichaam is het meest krachtige wapen
die de duivel bezit om ons zijn slaven te maken. Daarom is het zelden dat een
mens overwint uit dit conflict.
De slechtheid van doodzonde bestaat in de
perverse wil die moedwillig zich overgeeft aan zonde met een volledige kennis
van zijn slechtheid en met volle toestemming. Daarom leert de H.
Augustinus dat wanneer er geen toestemming is van de wil, er geen zonde is. Hoe
we ook gekweld mogen worden door bekoringen, rebellie van de zintuigen, of
ongeordende gevoelens van het innerlijk, zolang er geen toestemming is, is er
geen zonde. Wanneer we er echter naar verlangen, zelfs al is het niet gevolgd
door zondige daden, is het een zonde omdat we het willen. Zondige daden
verwijderen ons van God, daarom beroven perverse gedachten ons van Zijn genade.
Met betrekking tot zondige gedachten moeten er drie zaken
in overweging genomen worden: verleiding, plezier en toestemming. Met
verleiding wordt de eerste gedachte bedoeld dat ons beweegt om de zonde te
plegen die aan onze zintuigen wordt voorgesteld. De verleiding is geen zonde.
Bovendien als het onmiddellijk door de wil wordt verworpen is het zelfs een
bron van verdienste.
Na de verleiding komt het plezier. Als de verleiding niet
onmiddellijk wordt verworpen, dan wordt een bepaald plezier ervaren, en dat
drijft iemand ermee in te stemmen. Zolang de wil hiermee niet instemt is het
geen doodzonde; hoogstens een dagelijkse zonde. Maar hier moet men God te hulp
roepen en elke inspanning doen om de verleiding te weerstaan. De wil staat
klaar om zijn volle toestemming te geven en in zware zonde te vallen.
Middelen
om verleiding te overwinnen
Het eerste middel is zich voortdurend vernederen voor God
en niet teveel op zichzelf vertrouwen. We moeten al ons vertrouwen op God
stellen.
Het tweede middel is onmiddellijk zijn toevlucht nemen tot
God en de verleiding niet minimaliseren. Denk aan de namen van Jezus en Maria,
of zeg ze luidop.
Het derde middel bestaat in het dikwijls ontvangen van de
Sacramenten van de Biecht en de Heilige Eucharistie.
Een vierde middel is de devotie tot de Onbevlekte Moeder
van God, de Maagd van maagden.
Er zijn nog middelen zoals: het vermijden van
nietsdoenerij, zedigheid van de ogen, het vermijden van gelegenheden die ertoe
leiden. De H. Augustinus zei: Van het zicht komt de gedachte voort en van de
gedachte het verlangen.
|